Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023074673 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BTWE B & R Bouwgroep (0693808039) met als adres Hoge Mauw 1510 te 2370 Arendonk |
Ligging van het project: | Jan Frans Van de Gaerstraat 56 te 2020 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2517R3 |
waarvan: |
|
- 20230530-0066 | afdeling 9 sectie I nr. 2517R3 (Bemaling) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een bronbemaling voor de aanleg van een ondergrondse verdieping met liftput |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De aanvraag betreft de exploitatie van een bemaling voor de realisatie van een kelder en liftput.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 5,40 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 5,40 m³/uur |
53.2.1°a) | bronbemaling noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in beschermd duingebied, parkgebied, bosgebied, groengebied of natuurontwikkelingsgebied met een debiet van maximaal 500 m³ per dag en 30.000 m³ per jaar. | 8.260 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Bemaling
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Er wordt een afwijking gevraagd van Vlarem II artikel 4.2.3.1.3° (lozingsnormen), artikel 4.2.5.1.1. §1 en artikel 4.2.5.2 (controle-inrichting).
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Controle-inrichting Er dient geen venturi-meetgoot of andere evenwaardige meetmogelijkheid voorzien te worden. Er dient evenwel een controleput aanwezig te zijn waarbij een staal van het te lozen bedrijfsafvalwater of effluent kan genomen worden.
Lozingsnormen Het normenkader zoals opgenomen in de aanvraag (bijlage R3B) kan gehanteerd worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 20 juni 2023 | 21 juni 2023 | Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 20 juni 2023 | 5 juli 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 20 juni 2023 | 23 juni 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Aan de Jan Frans Van de Gaerstraat 56 te 2020 Antwerpen wordt een nieuw kinderdagverblijf ‘Kadee’ voorzien na de sloop van het bestaand kinderdagverblijf. Hiervoor werd er recent een omgevingsvergunning verleend met referentie OMV_2022026536. De geplande werkzaamheden omvatten het aanleggen van een ondergrondse verdieping met liftput. Om in den droge te kunnen werken, is een bemaling noodzakelijk.
De werken hebben betrekking op de verleende vergunning waardoor er een gunstig advies kan gegeven worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het project betreft de aanleg van een nieuw kinderdagverblijf ‘Kadee’ in de Jan Frans Van de Gaerstraat 56 te 2020 Antwerpen. Voor de aanleg van de ondergrondse constructie (ondergrondse verdieping met liftput) moet er bemaald worden om de werken droog te kunnen uitvoeren. Als bemalingsconcept wordt voorgesteld om een klassieke bemaling met vacuümfilters in de quartaire aquifer te gebruiken.
De bemaling zal 3 maanden duren, waarvan 1 maand voor de bemaling van de liftputten. Het maximale opgepompte debiet bedraagt 130 m³/dag en het stationaire debiet bedraagt 65 m³/dag. Het totaal onttrokken volume wordt geraamd op 8.260 m³. Dit is voor het geval een deel van het bemalingswater geïnfiltreerd wordt. De bemalingsdiepte bedraagt 3,93 m-mv voor de ondergrondse verdieping en 4,93 m-mv voor de liftputten.
Volgens het gewestplan is het projectgebied deels gelegen in woongebied en deels in parkgebied. Hoewel de bemalingsinstallatie in woongebied gelegen is, kiest de exploitant ervoor rubriek 53.2.1°a) aan te vragen aangezien de invloedstraal tot in het parkgebied reikt. Er kan akkoord gegaan worden met deze gedachtegang.
Binnen de verwachte invloedstraal (+ 20%) van de bemaling zijn bij OVAM 32 bodemdossiers gekend. Uit verdere analyse en rekening houdend met een langere bemalingstermijn (worstcasescenario) van 4 maanden, is gebleken dat er geen impact op de kwaliteit van het opgepompte water noch op de verontreinigingstoestand van de aanpalende percelen ten gevolge van de gekende dossiers te verwachten is.
Op basis van de achtergrondwaardekaarten is er lokaal een verhoogde concentratie te verwachten tot 20 µg/liter arseen en 500 µg/liter zink. Het terrein is ook gelegen in een PFAS no regret-zone. Peilbuis PB1 werd daarom bemonsterd en geanalyseerd op SAP+PFAS. Hieruit blijkt een verhoogde nikkelconcentratie (42 µg/liter) en een verhoogde concentratie aan PFBA (15 ng/liter) en PFBS (25 ng/liter). De lozingsrubrieken 3.4.2 en 3.6.3.2 worden aangevraagd voor een debiet van 5,4 m³/uur. Er worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd voor arseen, zink, nikkel en PFAS:
Parameter | IC | MKN | Rapportagegrens | Gevraagde lozingsnorm |
Arseen (µg/liter) | 5 | 20 |
| 30 (6 x IC) |
Zink (µg/liter) | 200 | 500 |
| 1.000 (5 x IC) |
Nikkel (µg/liter) | 30 | 40 |
| 150 |
PFOS (ng/liter) | 50 (RG) |
|
| 50 (= IC) |
PFBA (ng/liter) |
| 10 | 20 | 100 |
PFBS (ng/liter) |
| 10 | 20 | 100 |
Stad Antwerpen en VMM Afvalwater gaan akkoord met de gevraagde lozingsnormen.
Tijdens de bemaling zal het bemalingswater gemonitord worden. Als hier uit analyse toch zou blijken dat de aangevraagde lozingsnormen overschreden zouden worden, dan zal het bemalingswater gezuiverd worden aan de hand van een mobiele waterzuiveringsinstallatie (WZI). Een specifiek monitoringsprogramma zal aan de bijzondere voorwaarden worden toegevoegd.
Er is geen oppervlaktewater of RWA in de omgeving aanwezig waarop geloosd zou kunnen worden. Bijgevolg zal het bemalingswater geloosd worden in de gemengde riolering van de Jan Frans Van de Gaerstraat.
Indien er geen overschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen (MKN) voor grondwater aangetroffen worden, zal het bemalingswater geïnfiltreerd worden in het nabijgelegen parkgebied. Hiervoor werd reeds intern contact opgenomen met de dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen.
Uit berekeningen in de bemalingsstudie blijkt dat er geen zettingen > 20 mm optreden indien het grondwater verlaagd wordt tot 4,93 m-mv. Er wordt aangeraden om voor de uitvoering van de bemaling (elektrische) sonderingen te laten uitvoeren op het terrein om de bodemopbouw en zettingen op het terrein zelf te verifiëren.
De exploitant vraagt een bijstelling van de sectorale voorwaarde van Vlarem II, artikel 4.2.5.1.1§1 met name de plaatsing van een meetgoot als controle-inrichting. In het kader van voorliggende bemaling en lozing van het bemalingswater is het niet relevant om een meetgoot te voorzien. De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, moeten er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater volgens artikel 4.2.5.1.1.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt bijgevolg voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 4 maanden na opstart van de bemaling.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 5,40 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 5,40 m³/uur |
53.2.1°a) | bronbemaling noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in beschermd duingebied, parkgebied, bosgebied, groengebied of natuurontwikkelingsgebied met een debiet van maximaal 500 m³ per dag en 30.000 m³ per jaar. | 8.260 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
Parameter | Vergund |
Arseen (µg/liter) | 30 |
Nikkel (µg/liter) | 150 |
Zink (µg/liter) | 1.000 |
PFOS (ng/liter) | 50 |
Overige PFAS ind (ng/liter) | 100 |
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
- als het bemalingswater moet gezuiverd worden, gebeurt de effluentcontrole, wekelijks tijdens de 1e maand en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 juni 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 20 juni 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 17 november 2023 |
Verslag GOA | 13 juli 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
Parameter | Vergund |
Arseen (µg/liter) | 30 |
Nikkel (µg/liter) | 150 |
Zink (µg/liter) | 1.000 |
PFOS (ng/liter) | 50 |
Overige PFAS ind (ng/liter) | 100 |
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
- als het bemalingswater moet gezuiverd worden, gebeurt de effluentcontrole, wekelijks tijdens de 1e maand en vervolgens tweewekelijks tot het einde van de bemaling.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 5,40 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 5,40 m³/uur |
53.2.1°a) | bronbemaling noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in beschermd duingebied, parkgebied, bosgebied, groengebied of natuurontwikkelingsgebied met een debiet van maximaal 500 m³ per dag en 30.000 m³ per jaar. | 8.260,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 4 maanden vanaf de start der werken.