Terug
Gepubliceerd op 24/07/2023

2023_CBS_04992 - Omgevingsvergunning - OMV_2022144670. Grote Markt 19. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
do 20/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Peter Wouters, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04992 - Omgevingsvergunning - OMV_2022144670. Grote Markt 19. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04992 - Omgevingsvergunning - OMV_2022144670. Grote Markt 19. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022144670

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST I met als adres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Grote Markt 19 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 1 sectie A nr. 1300A

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning en winkelruimte tot 9 studentenkamers en winkelruimte

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vaststelling bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4041;

-          10/12/1982: vergunning (18#62435) voor een verbouwing;

-          24/08/1956: toelating (18#35676) voor binnenveranderingen.

 

Geacht vergunde toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 2 woongelegenheden met handelsgelijkvloers;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak, nok loodrecht op de straat;
  • voorbouw met een bouwdiepte van circa 10 m;
  • aanbouw van 3 bouwlagen met plat dak, met een bouwdiepte van circa 6 m;
  • verbindend volume van 3 bouwlagen met plat dak, met een bouwdiepte van circa 5,5 m;
  • achterbouw van 2 bouwlagen met deels een plat dak en deels een lessenaarsdak, met een bouwdiepte van circa 4,5 m;
  • koer van circa 20 m²;

-          gevelafwerking:

  • parement van witte natuursteen op een winkelpui uit blauwe hardsteen;
  • houten buitenschrijnwerk met glas-in-loodramen;
  • drieledige geveltop, bekroond door driehoekig fronton met een verguld bronzen beeld.

 

Bestaande toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden en een handelsgelijkvloers;

-          bouwvolume overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van een dakterras op de achterbouw;

-          gevelafwerking overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van een zonneluifel aan de winkelpui met daarboven een logo van circa 5 m².

 

Nieuwe toestand

 

-          functie: handelsgelijkvloers en 9 studentenkamers:

  • 1e verdieping: 3 studentenkamers;
  • 2e verdieping: 4 studentenkamers;
  • 3e verdieping: 2 studentenkamers waarvan 1 duplex;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak, nok loodrecht op de straat;
  • voorbouw met een bouwdiepte van 10 m;
  • aanbouw van 3 bouwlagen met plat dak deels ingericht als dakterras, met een bouwdiepte van 6 m;
  • verbindend volume van 3 bouwlagen met plat dak, met een bouwdiepte van 5,5 m;
  • achterbouw van 2 bouwlagen met deels een plat dak ingericht als dakterras en deels een lessenaarsdak, met een bouwdiepte van 4,5 m;
  • koer van circa 20 m²;

-          gevelafwerking:

  • parement van witte natuursteen op een winkelpui uit blauwe hardsteen;
  • houten buitenschrijnwerk met glas-in-loodramen;
  • drieledige geveltop, bekroond door driehoekig fronton met een verguld bronzen beeld;
  • zonneluifel aan de winkelpui met daarboven een logo van circa 5 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 appartementen naar 9 studentenkamers;

-          aanleggen van 2 dakterrasen;

-          plaatsen van een zonneluifel en zaakgebonden publiciteit;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

10 februari 2023

3 april 2023

Ongunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

23 mei 2023

28 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 februari 2023

17 februari 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

10 februari 2023

14 februari 2023

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

10 februari 2023

24 februari 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

Een verblijfsruimte moet een minimale vrije hoogte hebben van 2,60 m. Op de tweede verdieping heeft studentenkamer 204 een vrije hoogte van 2,30 m.

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

Elke verblijfsruimte dient een lichtdoorlatende oppervlakte te hebben van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte, met een minimum van 1 m².

Studentenkamer 301 op de derde verdieping heeft een netto-vloeroppervlakte van 17,6 m², de lichtdoorlatende oppervlakte van de raamopening is 1,2 m².

Studentenkamer 302 heeft op de derde verdieping heeft een netto-vloeroppervlakte van 23,6 m², de lichtdoorlatende oppervlakte van de raamopening is 1,2 m².

Deze kamer heeft op de 4e verdieping (mezzanine) een netto-vloeroppervlakte van 17,3 m² de lichtdoorlatende oppervlakte van de raamopening is onbekend.

  • artikel 26 Afvalverzameling:

Zowel voor de winkelruimte als voor de studentenkamers is er geen afvalberging ingericht. Een gemengd gebouw met minimaal 4 woningen dient een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te hebben die voorzien wordt van verluchting. De netto-vloeroppervlakte dient minimaal 4 m² te bedragen bij een meergezinsgebouw of gemengd gebouw met maximaal 12 zelfstandige woningen. Functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchtingen minimaal 4 m² groot is.

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

De aansluiting van de RWA-afvoer dient inpandig te gebeuren. Deze aansluiting dient binnen de perceelsgrenzen te gebeuren.

  • artikel 43 Septische putten:

De inhoud van de septische put is niet vermeld, deze dient een minimale inhoud van 3.500 liter te hebben.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het omvormen van een meergezinswoning met twee appartementen naar 9 studentenkamers. Het pand is niet gelegen in een zone waar bijkomende studentenhuisvesting niet gewenst is. Studentenkamers zijn hier functioneel inpasbaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er is geen volumewijziging. Op niveau 3 wordt een bestaand plat dak gedeeltelijk aangelegd als dakterras. Het terras houdt voldoende afstand van de perceelsgrens en is niet hinderlijk. Ook van het bestaande dakterras achteraan op niveau 2 wordt geen overmatige hinder verwacht. Om te voldoen aan artikel 38 van de bouwcode wordt als voorwaarde opgelegd dat alle platte daken worden uitgevoerd als groendaken.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is voorwaardelijk gunstig:

“De aanvrager beoogt de opdeling van de verdiepingen boven de gelijkvloerse handelsruimte in verschillende studentenkamers. De ingediende plannen tonen geen wijzigingen aan de gevelafwerking of gevelopeningen, zowel aan de straat als achteraan. Grote structurele wijzigingen blijven uit, met uitzondering van de inplanting van een bijkomende trappartij in de achterste ruimtes van de voorbouw. Op de grondplannen worden specifiek een aantal bemerkingen gemaakt met betrekking tot behoud van een aantal interieurelementen waaronder haardmantels, trappen, stucwerk,…

De aanvrager liet een uitgebreid CHE-rapport opmaken, waarin gedetailleerd onderzoek werd gedaan naar de bouwhistoriek van het pand binnen zijn context. Ook werd een waardebepaling opgemaakt en werden richtlijnen opgenomen in het kader van een toekomstige restauratie van het pand.

Hoewel de aanvrager in de beschrijvende stelt dat voorliggende aanvraag rekening houdt met deze waardebepaling en de richtlijnen, wordt verder geen motivatie vanuit cultuurhistorisch standpunt toegevoegd die welbepaalde ingrepen motiveert. Dit maakt dat een aantal voorwaarden worden opgenomen vanuit oogpunt monumentenzorg, die het behoud van de waardevolle elementen moeten verzekeren:

De waardenstelling in het CHE-rapport gaat uit van een integraal behoud van alle bewaarde houten onderdelen van de oorspronkelijke 16de-eeuwse balklagen. De aanvraag bevat geen gedetailleerde informatie over de opbouw en draagrichting van de aanwezige 16de-eeuwse moer- en kinderbalken, noch over de eventuele afwerking en uitwerking van eventueel bewaarde balksleutels, balksloefen en consoles. Als voorwaarde wordt daarom opgelegd dat de aanvrager aan de hand van plaatselijk destructief onderzoek de integrale vloeropbouw (inclusief draagrichting) en eventuele afwerking van deze balklagen in kaart brengt, en dit voor het volledige gebouw. Deze informatie dient ter beschikking gesteld te worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg en dit voorafgaand aan de start van de stripwerken en sloopwerken.

Een eventuele aanwezigheid en vereist behoud van historische balklagen kan mogelijk een impact hebben op de exacte locatie van de nieuwe trappartij (tussen gelijkvloers en tweede verdieping) in de achterbouw.

Ook de ondergrondse structuren in de vorm van opeenvolgende tongewelven hebben een hoge erfgoedwaarde en dienen absoluut bewaard te worden. De aanwezige tongewelven werden niet correct opgetekend in de doorsnedes, waardoor eventuele geplande wijzigingen niet beoordeeld kunnen worden. De aanvraag maakt geen melding van eventuele bodemingrepen. Moesten toch wijzigingen gepland worden aan de vloerplaten van de kelderverdieping en/of andere bodemingrepen op het perceel, dient dit in nauw overleg te gebeuren met de stedelijke dienst archeologie.

Het bijgevoegde CHE-rapport geeft tenslotte een hoge waardenstelling aan verschillende interieurelementen. De ingediende plannen vermelden het behoud van een aantal van deze elementen. Bijkomend op deze vermeldingen, legt de stedelijke dienst Monumentenzorg het behoud op van het stucwerkplafond van de kamer op +1 (aanbouw). Hiermee worden de aanbevelingen van de bouwhistoricus tot valorisatie van de 19de-eeuwse bouwfasen volledig gerespecteerd.

Waar deze 19de-eeuwse interieurelementen, zoals bvb. stucornamentiek, niet meer aanwezig zijn, kan worden overwogen om de bestaande plafondafwerking te verwijderen en de vermoede 16de-eeuwse balkstructuur bloot te leggen. Daarbij wordt opgelegd om alle binnenwanden te voorzien van pleisterwerk. 

De opmaak van een gedetailleerde CHE-nota en de intenties van de bouwheer tot behoud van de waardevolle elementen, worden sterk gewaardeerd door de stedelijke dienst monumentenzorg. De cultuurhistorische waarde van dit pand is immers uitzonderlijk hoog. Verder (destructief) onderzoek ter plaatse is noodzakelijk om een correcte valorisatie en restauratie van dit pand te realiseren. Ontmantelingen van pleisterlagen, vloerlagen en dergelijke dienen met de grootste omzichtigheid te worden uitgevoerd. Delicate afwegingen mbt. het teruggrijpen naar 19de- al dan niet 16de-eeuwse bouwfasen dienen kamer per kamer te gebeuren. De stedelijke dienst Monumentenzorg vraagt nauw betrokken te worden bij dit onderzoek, de verdere uitwerking van het ontwerpproces en de ontmanteling van de recentere afwerkingslagen.

 

Gelet op het bovenstaande verleent de stedelijke dienst Monumentenzorg een gunstig advies onder volgende expliciete voorwaarden:

-          Aan de hand van plaatselijk destructief onderzoek dient de integrale vloeropbouw (inclusief draagrichting) en eventuele afwerking van deze balklagen in kaart gebracht te worden. Deze informatie dient ter beschikking gesteld te worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg en dit voorafgaand aan de start van de ontmantelingswerken en sloopwerken.

-          Voorafgaand aan eventuele bodemingrepen of wijzigingen aan keldervloeren dient contact opgenomen te worden met de stedelijke dienst Archeologie.

-          Behoud van het stucwerkplafond van de kamer op +1 (aanbouw).

-          Alle binnenwanden zijn te voorzien van pleisterwerk.

-          De stedelijke dienst Monumentenzorg te betrekken in het verder onderzoek ter plaatse, de verdere uitwerking van het ontwerpproces en bij de ontmanteling van de recentere afwerkingslagen.”

 

Dit advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dient gevolgd te worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

 

Overeenkomstig artikel 21 van de bouwcode moet een verblijfsruimte een minimale vrije hoogte hebben van 2,60 m.

Op de tweede verdieping heeft studentenkamer 204 een vrije hoogte van 2,30 m. Deze afwijking is te groot en kan daarom niet worden toegestaan. De kamer heeft bovendien een netto-vloeroppervlakte van 11 m² en is te klein. Kamer 204 wordt als studentenkamer uit de vergunning geschrapt.

 

Overeenkomstig artikel 24 van de bouwcode moet elke verblijfsruimte een lichtdoorlatende oppervlakte van minstens 10% van de netto-vloeroppervlakte hebben.

Kamers 301 en 302 op de derde verdieping hebben elk een raam van 1,2 m² en voldoen hier niet aan. Gezien de hoge erfgoedwaarde van de gevel is het niet mogelijk om hier grotere raamopeningen te voorzien. Door het plaatsen van een dakraam kan er wel voldoende daglicht toetreden. Als voorwaarde wordt daarom opgelegd dat beide kamers een extra dakraam moeten krijgen dat voldoende groot is om te voldoen aan artikel 24.

 

Om te voldoen aan artikel 26 van de bouwcode wordt het voorzien van twee afzonderlijke verluchte afvalbergingen van minimum 4 m² opgelegd.

 

De aanvraag moet ook voldoen aan artikels 41 (aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel) en 43 (septische putten) van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van appartementen naar studentenkamers. Het handelsgelijkvloers blijft behouden.

9 studentenkamers met parkeernorm 0,15/kamer: 9 x 0,15/kamer = 1,35.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

De voorliggende aanvraag heeft bovendien betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom kunnen geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

In de laatst vergunde toestand zijn er 2 appartementen.

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 2.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende parkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 2 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 9 studentenkamers moeten 9 fietsenstallingen voorzien worden.

Deze worden ingericht in de kelder en zijn bereikbaar via een trap met fietsgoot.

 

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit stelt het volgende:

“De ruimte onderaan de trap is te klein om te kunnen draaien. Hier moet meer ruimte voorzien worden zodat je met de fiets voor de trap kan staan voor je naar boven gaat.

De deuren naar de fietsenstalling moeten automatisch open gaan.”

Zowel op het gelijkvloers als in de kelder moet de draaicirkel voor de fietsen groter gemaakt worden door het wegbreken van een stuk muur. Uiteraard vergroot dit nog de impact op de bestaande handelsruimte.

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moet worden gevolgd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. Kamer 204 wordt als studentenkamer uit de vergunning gesloten.

4. Conform artikel 38 van de bouwcode moeten alle platte daken, met uitzondering van de terraszones, uitgevoerd worden als groendaken.

5. Kamers 301en 302 moeten een extra dakraam krijgen met een grootte conform artikel 24 van de bouwcode.

6. Conform artikel 26 van de bouwcode moeten twee afzonderlijke verluchte afvalbergingen van minimum 4 m² worden voorzien.

7. De aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient conform artikel 41 van de bouwcode te gebeuren.

8. De septische put dient conform artikel 43 van de bouwcode te worden voorzien.

9. Alle voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd.

10. Alle voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moeten worden opgevolgd.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

10 februari 2023

Start openbaar onderzoek

21 februari 2023

Einde openbaar onderzoek

22 maart 2023

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

5 april 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 augustus 2023

Verslag GOA

12 juli 2023

naam GOA

Katrine Leemans

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

21 februari 2023

22 maart 2023

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend. De bezwaren kunnen worden samengevat als volgt:

 

Op de aanvraag staat vermeld dat ze de eengezinswoningen gaan ombouwen tot studentenkoten, maar verbouwing van de winkel staat ook vermeld.  Parfumeur heeft echter een handelshuur die onlangs nog werd verlengd door Winvest. Werken uitvoeren in de winkel is dus geen optie.

Bovendien staan er in de omgevingsvergunningsaanvraag eisen waaraan Winvest niet kan voldoen. Parfumeur NV, baat sinds 2005 een winkel uit op de Grote Markt 19.

Alle kelders die Winvest zogezegd wil omvormen tot fietsenberging worden gehuurd én gebruikt door Parfumeur NV en zijn opgenomen in de handelshuurovereenkomst.

Verder is er slechts één toegang tot deze kelders, namelijk de voordeur van de winkel.

Het is bijgevolg onmogelijk om zulke ingrijpende werken uit te voeren terwijl de winkel wordt

uitgebaat.

Beoordeling: De omgevingsvergunning doet geen uitspraak over burgerrechtelijke zaken zoals huurcontracten en gebruiksrecht. Dit betekent niet dat deze kwesties zomaar kunnen genegeerd worden, maar ze worden desgevallend behandeld door de bevoegde rechtbank. Uiteraard kan hierdoor de uitvoerbaarheid van de vergunning in het gedrang komen. Het bezwaar is niet gegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Kamer 204 wordt als studentenkamer uit de vergunning gesloten.
  1. Conform artikel 38 van de bouwcode moeten alle platte daken, met uitzondering van de terraszones, uitgevoerd worden als groendaken.
  1. Kamers 301en 302 moeten een extra dakraam krijgen met een grootte conform artikel 24 van de bouwcode.
  1. Conform artikel 26 van de bouwcode moeten twee afzonderlijke verluchte afvalbergingen van minimum 4 m² worden voorzien.
  1. De aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel dient conform artikel 41 van de bouwcode te gebeuren.
  1. De septische put dient conform artikel 43 van de bouwcode te worden voorzien.
  1. Alle voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd.
  1. Alle voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moeten worden opgevolgd.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.