Terug
Gepubliceerd op 24/07/2023

2023_CBS_05001 - Omgevingsvergunning - OMV_2023044317. Ringlaan 30. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
do 20/07/2023 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Peter Wouters, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05001 - Omgevingsvergunning - OMV_2023044317. Ringlaan 30. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_05001 - Omgevingsvergunning - OMV_2023044317. Ringlaan 30. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023044317

Gegevens van de aanvrager:

Abraham Schwarcz met als adres Quinten Matsijslei 35 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Ringlaan 30 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 41 sectie B nr. 364R7

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een extra bouwlaag en het vermeerderen van het aantal appartementen van 3 naar 4

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          18/06/1956: toelating (103#5476) voor het bouwen van een appartementsgebouw;

-          27/06/1951: toelating (957#2484) voor het bouwen van een verdiepwoning.

 

Vergunde toestand  

-          functie:

  • meergezinsgebouw met 3 twee-slaapkamerappartementen;

-          bouwvolume:

  • hoofbouw van 3 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van 13,02 m;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder een plat dak met een bouwdiepte van 16,82 m;
  • nokhoogte van 10,04 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode handvormsteen;
  • plint in natuursteen, dorpels in witte Noorse kwarts;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in witte pvc;
  • balustrade in ijzer;

-          inrichting:

  • buitenkoer langs de rechter perceelsgrens met een oppervlakte van circa 10,71 m²;
  • achtertuin tot aan de achterste perceelsgrens.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van de gewijzigde bouwvolume door een veranda onder een schuin dak ter vervanging van de buitenkoer langs de rechter perceelsgrens.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • meergezinsgebouw:
  • 1 één-slaapkamerappartement op de gelijkvloerse verdieping;
  • 2 twee-slaapkamerappartementen op de eerste en tweede verdieping;
  • 1 één-slaapkamerappartement op de derde verdieping;

-          bouwvolume:

  • hoofbouw van 4 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van 13,02 m;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder een plat dak met een bouwdiepte van 16,82 m;
  • nokhoogte van 13,04 m en kroonlijsthoogte van 10,04 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode handvormsteen;
  • plint in natuursteen, dorpels in witte Noorse kwarts;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst in witte pvc;
  • balustrade in ijzer;
  • extra bouwlaag in antracietkleurige aluminium plaat;

-          inrichting:

  • terras van circa 4,00 m² op de derde verdieping;
  • achtertuin tot aan de achterste perceelsgrens.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

26 mei 2023

8 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

26 mei 2023

3 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

26 mei 2023

8 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

26 mei 2023

2 juni 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

26 mei 2023

7 juni 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

bij de wijziging van het aantal wooneenheden dient de aanvraag te voldoen aan de werkelijke parkeerbehoefte;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het dakgedeelte van de scheidingsmuur boven de slaapkamer op het gelijkvloers moet een opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten aanzien van het hoogst aangrenzende dakvlak;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

DWA en RWA moeten aangesloten worden op het openbaar rioolstelsel waarbij de aansluitingen moeten voorzien zijn van aansluitpunten die minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gesitueerd in de Ringlaan, gelegen in het district Merksem. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen.

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid. Het gebouw past in de toekomstige straatwand en het toekomstige gabarit van de woningen uit zijn omgeving.

De afstand van voorgevel tot voorgevel in de Ringlaan is voldoende breed om een extra bouwlaag toe te laten. Verder is de afstand tot de achterste perceelsgrens/ achterliggende bebouwing ook voldoende groot waardoor de extra bouwlaag geen hinder geeft naar de achterliggende buren. De schaal van de aanvraag is aanvaardbaar in de stedelijke omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.

De gevel van het dakvolume wordt afgewerkt met antracietkleurige aluminium platen. Dit materiaal past binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en is dus aanvaardbaar.

De voorgevel van het dakvolume vormt een eerlijke vertaling van de achtergelegen woonfunctie.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de wooneenheden voldoende wooncomfort biedt.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

 

Er wordt een extra verdieping voorzien met een 1-slaapkamerappartement.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1 x 1 = 1 parkeerplaats
 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

De bijkomende fietsparkeerbehoefte is 1 x (1+1) = 2 fietsstalplaatsen.
Er worden 2 plaatsen in de gang voorzien, de aanvraag voldoet.
 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel moeten worden aangelegd conform artikel 41.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 april 2023

Volledig en ontvankelijk

26 mei 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 oktober 2023

Verslag GOA

12 juli 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Scheidsmuren – stabiliteit: De bezwaarindiener is van mening dat deze extra bouwlaag de stabiliteit en veiligheid van de appartementen in gevaar brengt omdat de aanbouw op een gedeelde muur wordt gebouwd. Hij vreest voor schade tijdens de aanbouw aan zijn gebouw waar het dak recent volledig vernieuwd is.

Beoordeling: De door de bezwaarindiener aangehaalde hinderaspecten die zouden kunnen optreden door wijzigingen aan de scheidsmuur zijn burgerrechtelijk van aard. Het omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat een omgevingsvergunning een zakelijk karakter heeft en verleend wordt onder voorbehoud van de vereiste burgerlijke rechten.
Het is de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer op deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor reeds vermeden worden.

 

  1. Functie: Volgens de bezwaarindiener wil de eigenaar het pand omvormen tot studentenkoten. De bezwaarindiener is van mening dat dit niet past in onze omgeving ( overlast, geluidshinder..).

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag maakt weldegelijk melding van de nieuwbouw van een verdieping voor een bijkomende wooneenheid.

 

  1. Hinder tijdens werffase: De bezwaarindiener vreest dat tijdens de aanbouw er overlast zal ontstaan waaronder geluidshinder (welke de rust verstoord) en gevaarlijke verkeerssituaties op een reeds zéér drukke verkeersweg.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het aangehaalde bezwaar is een vermoeden en het onderwerp is geen stedenbouwkundig aspect.

 

  1. Parkeerproblemen: De bezwaarindiener is in bezit van een gehandicapte parkeerkaart en er bevindt zich een parkeerplaats vlak voor zijn deur. Hij vreest dat deze niet gerespecteerd zal worden tijdens de verbouwingswerken.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het aangehaalde bezwaar is een vermoeden en het onderwerp is geen stedenbouwkundig aspect. Het betreft een burgerrechtelijk aspect en moet onderling worden geregeld.

 

  1. Gezondheid: De bezwaarindiener is een hartpatiënt en bijna 80 jaar. Hij vreest voor zijn gezondheid omdat de bouw enorm veel stress zal veroorzaken en ongerustheid met zich zal meebrengt.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar is een veronderstelling. De mogelijkheid bestaat dat de bouw een impact heeft op de gezondheid. Het is aan te raden om onderling afspraken maken. Echter is dit een burgerrechtelijk aspect en geen stedenbouwkundig aspect.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel moeten worden aangelegd conform artikel 41.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.