Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023048985 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Raja Schot met als adres Buitenmolenweg 8 te 2040 Berendrecht |
Ligging van het project: | Buitenmolenweg 8 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie C nr. 1/2E |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Geacht vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume: halfopen bebouwing van 1 bouwlaag met een zadeldak;
- gevelafwerking:
- inrichting: zijtuin en achtertuin met open onbebouwde ruimte van circa 185 m².
Bestaande toestand
overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen of aanvullingen:
- bouwvolume: overdekt terras aan de achtergevel;
- gevelafwerking ongewijzigd;
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: ongewijzigd (eengezinswoning);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het bouwvolume;
- bouwen van een garage in de zijtuin;
- wijzigen van de scheimuren;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- herinrichting van de voor-, zij- en achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De uitwerking van de garage met plat dak en de afwerking van de voorgevel van de garage is niet kenmerkend voor de panden die deel uitmaken van deze eenheidsbouwing.
Indien de gevel deel uitmaakt van een groter architectonisch geheel, zoals bij deze uniforme rij- of koppelbebouwing, is het niet toegelaten om bepleistering, schilderwerk, gevelbekleding of een andere afwerking, al dan niet in combinatie met buitenisolatie aan te brengen op voorgevels.
Bovendien dienen enkelvoudige scheidingsmuren te worden opgericht in niet-geperforeerd, massief materiaal. Dit is onvoldoende duidelijk weergegeven op de plannen. Enkelvoudige scheidingsmuren dienen ook een minimale dikte van 0,18 meter te hebben.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van een bestaande eengezinswoning en het optrekken van een garage bij deze eengezinswoning. De voorgestelde werken tasten de bestaande functie van eengezinswoning niet aan en blijven functioneel inpasbaar binnen dit woongebied.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De voorgestelde werken aan de bestaande woning omvatten het afbreken van een afdak aan de achtergevel met daaronder een terras. Ter plaatse van het afgebroken afdak en terras wordt een volwaardige uitbreiding van de woning voorgesteld.
De hoogte van de uitbouw sluit aan bij de hoogte van de scheidingsmuur alsook de hoogte van het afdak bij het rechts aanpalende pand.
Naast deze werken aan de woning wordt in de zijtuinstrook het oprichten van een garage gevraagd.
De woning maakt deel uit van een eenheidsbebouwing die zich uitstrekt over minstens drie straten. Bij deze gebouwen komen garages in een zijtuinstrook vaker voor. Het is evenwel zo dat de aanwezige garages allemaal volgens eenzelfde vormgeving opgericht werden, namelijk met een zadeldak met dezelfde helling als deze van het hoofdgebouw en waarbij de nok evenwijdig aan de voorgevel van de garage loopt. Het achterste dakvlak van de reeds aanwezige garages bij andere panden binnen deze eenheidsbebouwing loopt door in het verlengde van de het achterste dakvlak van de hoofdbebouwing. Uit lezing van de oude vergunningen blijkt dat de kroonlijsthoogte van de bestaande garages bij andere panden, opgericht volgens dit beschreven principe, slechts 2,55 meter bedraagt.
In deze aanvraag wordt een garage met een plat dak voorgesteld waarvan de kroonlijsthoogte 3,04 meter bedraagt. De vormgeving van de voorgestelde garage wijkt hiermee sterk af van de kenmerkende vormgeving van de overige garages aanwezig in de omgeving. De voorgestelde uitwerking van de nieuwe garage met plat dak in strijd met artikel 6 van de bouwcode, kan daarom niet toegestaan worden. Door het uitsluiten van de garage wordt ook de oprit naar de garage uitgesloten uit de vergunning.
Tenslotte omvat de aanvraag nog het regulariseren van verhardingen en een reeds geplaatst tuinhuis rechts achteraan in de tuin. De tuin is voldoende groot. Er blijft ook na de plaatsing van deze constructies voldoende open ruimte over.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe uitbreiding van de woning aan de tuinzijde wordt afgewerkt met een witte bepleistering. Het nieuwe schrijnwerk in de achtergevel wordt uitgevoerd in zwart aluminium. Het schrijnwerk in de voorgevel wijzigt niet en blijft wit PVC.
Deze materialen passen zich in in de omgeving.
Eenzelfde afwerking in witte bepleistering wordt voorgesteld voor de gevels van de garage. Ter hoogte van de achtergevel vormt dit geen probleem.
Deze gevelafwerking is conform artikel 11 van de bouwcode niet toegelaten bij de voorgevel van de garage. Alle aanwezige garages binnen deze eenheidsbebouwing werden opgetrokken in gevelmetselwerk in een kleur die voorkomt in het bruin of geel gevelmetselwerk van de hoofdbebouwing. De voorgestelde garage wijkt met een wit bepleisterde gevel sterk af van deze kenmerken.
Ook omwille van deze afwijkingen wordt de voorgestelde garage uit de vergunning uitgesloten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het toevoegen van verblijfsruimtes aan een bestaande woning verhoogt de verblijfskwaliteit ervan en kan aanvaard worden.
Uit de plannen bij dit dossier kan afgeleid worden dat de scheidingsmuur geen opstand zal hebben van 30 cm ten opzichte van het hoogst aanpalende dak zoals bepaald wordt in artikel 34 van de bouwcode. Teneinde hieraan te kunnen voldoen zal als voorwaarde bij een vergunning opgelegd worden dat het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien is van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. De garage aan de linkerzijde van de woning wordt uitgesloten van vergunning.
4. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de zijtuin en aan het voortuingedeelte, gelegen in het verlengde van de zijtuin, worden uitgesloten van vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 april 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 4 mei 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 oktober 2023 |
Verslag GOA | 14 juli 2023 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
4. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de zijtuin en aan het voortuingedeelte, gelegen in het verlengde van de zijtuin, worden uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.