De stad Antwerpen is in de bestuursorganen van verschillende externe entiteiten vertegenwoordigd.
Op 31 januari 2022 (jaarnummer 55) keurde de gemeenteraad goed om tot het einde van de legislatuur de heer Maxim Winand af te vaardigen namens de stad Antwerpen in de algemene vergadering en de raad van bestuur van externe entiteit Bekkenbestuur Benedenschelde.
Artikel 386 van het Decreet over het Lokaal Bestuur schrijft voor dat gemeenten verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk kunnen oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen als die verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk niet belast worden met de verwezenlijking van welbepaalde taken van gemeentelijk belang.
Artikel 41, tweede lid, 4° van het Decreet over het Lokaal Bestuur stelt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de beslissingen tot het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot het oprichten van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen.
De heer Maxim Winand is niet langer tewerkgesteld binnen de stad Antwerpen en dient bijgevolg vervangen te worden in de algemene vergadering en de raad van bestuur van externe entiteit Bekkenbestuur Benedenschelde.
De gemeenteraad keurt goed - met 33 stemmen tegen 3, er zijn 10 onthoudingen en 4 raadsleden brachten geen stem uit - om voor de legislatuur 2019-2024 ter vervanging van de heer Maxim Winand, mevrouw Melina Lê af te vaardigen namens stad Antwerpen in de algemene vergadering van Bekkenbestuur Benedenschelde.
De gemeenteraad keurt goed - met 32 stemmen tegen 3, er zijn 10 onthoudingen en 5 raadsleden brachten geen stem uit - om voor de legislatuur 2019-2024 ter vervanging van de heer Maxim Winand, mevrouw Melina Lê voor te dragen namens stad Antwerpen in de raad van bestuur van Bekkenbestuur Benedenschelde.
De gemeenteraad beslist dat afgevaardigden bij het uitoefenen van de verplichtingen verbonden aan de afvaardiging, steeds het bestuursakkoord als uitgangspunt moeten nemen en waar nodig dienen te overleggen met het college.