Terug
Gepubliceerd op 26/06/2023

2023_CBS_04268 - Omgevingsvergunning - OMV_2022116266. Bloemistenstraat 27. District Borgerhout - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 23/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04268 - Omgevingsvergunning - OMV_2022116266. Bloemistenstraat 27. District Borgerhout - Weigering 2023_CBS_04268 - Omgevingsvergunning - OMV_2022116266. Bloemistenstraat 27. District Borgerhout - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022116266

Gegevens van de aanvrager:

de heer Paul Van Camp met als adres Bloemistenstraat 27 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Bloemistenstraat 27 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 26 sectie B nr. 888T2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning met een aanbouw.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Inhoud van de aanvraag

-          het verplaatsen van één simplex van de verdiepingen naar het gelijkvloers en het omvormen van de andere simplex naar een duplex;

-          slopen van niet-vergund terras;

-          uitbreiden van het volume met een aanbouw van 1 bouwlaag;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    Het terras op de eerste verdieping heeft slechts een vrije hoogte van circa 2,23 m.
  • artikel 27 Open ruimte:
    3§ De tuin is circa 90 m² groot. De verhardingen zijn circa 41 m² groot;
    4§ Het toegangspad heeft een breedte van circa 1,81 m en er wordt een verharde zone voorzien voor het stallen van fietsen én een pad van 2 m breedte hiernaartoe.
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

    1§ Er zijn in totaal 4 slaapkamers. Er worden 3 plaatsen voorzien;

    2§ De stalplaatsen en parkeerplaatsen zijn niet conform artikel 27.

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    Er verdwijnt 1 autostalplaats.
  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

    Het terras in de achtertuin watert af richting een afvoerpunt dat wordt aangesloten op de DWA (droogweerafvoer) en watert niet af richting de onverharde bodem. 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid - Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het herschikken van de twee woongelegenheden is niet principieel uitgesloten, op voorwaarde natuurlijk dat dit in overeenstemming is met de geldende voorschriften. Dit is in voorliggend ontwerp niet het geval.

 

Daarenboven hebben de 2 vergund geachte wooneenheden op de verdiepingen, via het gelijkvloers, beide toegang tot de achtertuin die als collectieve buitenruimte kon worden aangewend. In voorliggende aanvraag wordt een nieuwe interne planschikking voorgesteld waarbij het duplex appartement op de verdiepingen wordt voorzien van een inpandig terras. Dit terras heeft echter niet dezelfde kwaliteit als de eerdere toegang tot de tuin. Het voorzien van een klein terras voor een grote wooneenheid en een grote tuin voor de kleine wooneenheid is niet verenigbaar met een goede ruimtelijke ordening.

Een andere indeling van het pand waarbij bijvoorbeeld de toegang tot de achtertuin bewaard blijft voor beide wooneenheden zou wel in aanmerking kunnen komen voor gunstig advies.

Ook de mogelijkheid tot het overdekt stallen van fietsen wordt voor deze beide woongelegenheden gesupprimeerd, alsook de berging voor de bovenste woongelegenheid.

Omwille hiervan wordt voorgesteld om de aanvraag te weigeren.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De vergunde meergezinswoning wordt voorzien van een gelijkvloerse uitbreiding tot een bouwdiepte van 17 m. De achterbouw komt hiermee op gelijke bouwdiepte te liggen als de rechter aanpalende.

Dit is ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevelwijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar op voorwaarde dat de voormalige poortopening onderaan wordt verkleind, waardoor het schrijnwerk niet tot op het maaiveld moet worden voorzien, om zo voldoende privacy gevoel te creëren voor de slaap- en badkamer én deze gevelopening, en de invulling ervan, wordt afgestemd op de architectuur van de totale constructie.

 

Bodemreliëf

De gelijkvloerse verdieping heeft een vrije hoogte die in de bestaande toestand beperkt is tot 2,30 à 2,40 m. Om het gelijkvloerse appartement van voldoende hoogte te voorzien wordt de vloerplaat verlaagd met circa 0,30 m.

Dit is aanvaardbaar.

 

Ook het aansluitende terras in de achtertuin wordt verlaagd om op gelijke hoogte te liggen met de binnenvloer. Hierdoor ontstaat echter een niveauverschil tussen het terras en het deel van de tuin dat groen wordt aangelegd waardoor het terras wordt aangesloten op de DWA (droogweerafvoer) en niet kan afwateren richting de onverharde bodem zoals wordt opgelegd in artikel 39 van de bouwcode.

Ook de constructie van dit terras tot op de perceelscheiding voorzien, waardoor géén mogelijkheid meer is om een groene scheiding te voorzien op de perceelsgrens is onaanvaardbaar.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Er worden in voorliggende aanvraag geen bijkomende wooneenheden gecreëerd.

De vergunde en bestaande garage wordt gesupprimeerd om de wooneenheden uit te breiden.

Hierdoor verdwijnt er 1 parkeerplaats, deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 januari 2023

Volledig en ontvankelijk

29 maart 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 augustus 2023

Verslag GOA

12 juni 2023

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.