Terug
Gepubliceerd op 26/06/2023

2023_CBS_04260 - Omgevingsvergunning - OMV_2023032413. Van Peltstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_04260 - Omgevingsvergunning - OMV_2023032413. Van Peltstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04260 - Omgevingsvergunning - OMV_2023032413. Van Peltstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023032413

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jean Sauvage met als contactadres Juliaan Dillensstraat 4 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Peltstraat 42 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1770G7

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/12/2019: weigering (20193194/OMV_2019117075) voor het afbreken meergezinswoning en bouwen van een meergezinswoning met vier studio’s;

-          03/08/2018: weigering (20181306/OMV_2018050167) voor het verbouwen van een meergezinswoning met 2 appartementen tot 3 appartementen en 1 studio;

-          21/02/2018: proces verbaal (AN.66.LB.022849/2018) doorbreking aanvankelijk proces verbaal met vaststelling nieuwe werken waarvoor een nieuw proces verbaal met staking werd opgemaakt;

-          11/01/2008: vergunning (3152#763) voor het regulariseren van de dakverdieping en verbouwing van het gelijkvloers;

-          12/06/2007: proces verbaal (AN.66.LB.068558/2007) met bevel tot staking van de werken voor handelingen, werken, wijzigingen of het strijdig gebruik, uitvoeren in strijd met zonder voorafgaandelijke schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          18/05/1962: vergunning (19621636) voor een gevelverbouwing 12.4.1962.

 

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning;
  • 1 eenslaapkamerappartement op de gelijkvloerse verdieping met toegang tot de tuin van circa 20 m²,
  • 1ste, 2de en 3de verdieping vormen samen een 2de appartement met 5 slaapkamers en een totale oppervlakte van circa 158 m²;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw in gesloten bebouwing met 3 bouwlagen onder een zadeldak met een bouwdiepte van circa 8,57 m;
  • achterbouw van 3 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van circa 15,50 m op de gelijkvloerse verdieping en circa 13,65 m langs de rechter perceelsgrens vanaf de tweede verdieping;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rood metselwerk;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
  • balkon in zandwit pleisterwerk;

-          inrichting:

  • achtertuin van circa 20 m².

 

Bestaande toestand

-          in overeenstemming met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • gewijzigde voorgevelafwerking in witte bezetting;
  • gewijzigde verharding in de achtertuin met oppervlakte kiezels van circa 7,56 m² in de linker perceelshoek;
  • uitbreiding van het volume met een uitpandig achterterras van circa 4,4 m² op de eerste verdieping;
  • geïsoleerde achtergevel aan de achterbouw;

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • meergezinswoning;
  • 1 eenslaapkamerappartement op de gelijkvloerse verdieping met toegang tot de tuin van circa 20 m²;
  • 1ste, 2de en 3de verdieping vormen samen een 2de appartement met 5 slaapkamers en een totale oppervlakte van 158 m²;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw in gesloten bebouwing met 3 bouwlagen onder een zadeldak met een bouwdiepte van circa 8,57 m;
  • achterbouw van 3 bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van circa 15,50 m op de gelijkvloerse verdieping en circa 13,65 m langs de rechter perceelsgrens vanaf de tweede verdieping;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in witte bezetting;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in zwarte aluminium;
  • balkon in zandwit pleisterwerk;

-          inrichting:

  • verhard terras van circa 20 m² met kiezels van circa 7,56 m² in de linker perceelshoek;
  • uitpandig achterterras van circa 4,4 m² op de eerste verdieping langs de linker perceelsgrens.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          isoleren van de achtergevel;

-          constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

24 april 2023

5 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

24 april 2023

1 juni 2023

Voorwaardelijk gunstig

DE VLAAMSE WATERWEG/ De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio Centraal

24 april 2023

21 mei 2023

Gunstig

Water-link

24 april 2023

5 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

24 april 2023

10 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: in een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving.
    De gelijkvloerse gevelopening wordt verlaagd waardoor deze niet meer even hoog voorzien wordt zoals kenmerkend in de straat;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: in het gedeelte van de achterbouw hebben de kamers op de gelijkvloerse en tweede verdieping een vrije hoogte van 2,50 m. Dit voldoet niet aan de minimale vereiste van 2,60 m voor verblijfsruimtes;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: het gedeelte van de scheidingsmuur moet een minimale opstand hebben van 0,30 meter ten aanzien van het hoogst aangrenzende dakvlak. De opstand mag niet in brandbaar materiaal bekleed zijn;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel bestaande uit 1 DWA en 1 RWA waarbij de toezichtsputten aangeduid worden en de aansluitingen minstens 0,20 m en maximaal 0,5 m uit elkaar liggen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder huidig klimaat.

Het project is gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          : Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de Van Peltstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De plannen tonen het toevoegen van een dakterras achteraan de eerste verdieping. Deze volume-uitbreiding is beperkt en wordt voorzien tussen het bestaande entresol-volume en de bestaande opgaande scheimuur ter hoogte van de linker aanpaler. Dit terras creëert een beperkte buitenruimte, horende bij appartement 2 zonder bijkomende onaanvaardbare hinder te creëren ten opzichte van de aanpalers. Deze volume-uitbreiding is aanvaardbaar.

 

Verder tonen de plannen dat de achterbouw volledig wordt geïsoleerd. Op deze manier wordt er zowel verticaal (ter hoogte van de gevels) als horizontaal (ter hoogte van de daken) een beperkte volume-uitbreiding voorzien. Deze uitbreiding is minimaal en heeft een positieve impact op het energiegebruik van de woning. Ook deze beperkte uitbreidingen zijn aanvaardbaar.

 

De overige werken bevinden zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De plannen tonen het verlagen van het gelijkvloerse raam ter hoogte van de voorgevel. Echter zijn, bij dit type pand, gelijkvloerse raamopeningen met een hoogte gelijk aan de bestaande voordeur kenmerken. Het verlagen van dit raam is vervolgens strijdig met artikel 6 van de bouwcode. Daarom wordt de wijziging van de gelijkvloerse gevelopening uitgesloten van de vergunning.

 

Verder omvat de aanvraag het pleisteren van de voorgevel, het behoud van de blauwe hardstenen plint en het voorzien van zwart aluminium schrijnwerk. Op deze manier blijft het pand zich inpassen in het bouwblok waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.

 

De voorgestelde materialisatie voor de achtergevel in wit pleisterwerk en zwart aluminium schrijnwerk is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. In de achterbouw hebben de kamers op de gelijkvloerse en de 2de verdieping een vrije hoogte van 2,50 meter in plaats van de minimale vereiste van 2,60 meter voor verblijfsruimtes. Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woon- of werkplaats dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten en andere ruimten garandeert dat elk vertrek over de minimale verblijfskwaliteit beschikt. Er kan hierop dan ook geen afwijking worden toegestaan. In voorwaarden wordt vervolgens opgelegd dat de laatst vergunde vrije hoogte van 2,60 meter in de gelijkvloerse slaapkamer niet verlaagd mag worden en dat de ruimte in de achterbouw ter hoogte van de 2de verdieping niet voorzien mag worden als verblijfsruimte. Het betreft hier een tweede keuken. Als bijkeuken of berging kan deze ruimte wel gunstig geadviseerd worden

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).


De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De wijziging van de grootte van de gelijkvloerse raamopening wordt uitgesloten van de vergunning.

2. De laatst vergunde vrije hoogte van de gelijkvloerse slaapkamer dient behouden te blijven.

3. De ruimte in de achterbouw ter hoogte van de tweede verdieping mag niet voorzien worden als verblijfsruimte, tenzij deze over een plafondhoogte van 2,60 m beschikt, conform artikel 21 van de bouwcode.

4. De aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel dienen voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

5. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

7. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Indien aangelegd als groendak van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

24 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 september 2023

Verslag GOA

16 juni 2023

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De wijziging van de grootte van de gelijkvloerse raamopening wordt uitgesloten van de vergunning.

2. De laatst vergunde vrije hoogte van de gelijkvloerse slaapkamer dient behouden te blijven.

3. De ruimte in de achterbouw ter hoogte van de tweede verdieping mag niet voorzien worden als verblijfsruimte, tenzij deze over een plafondhoogte van 2,60m beschikt, conform artikel 21 van de bouwcode.

4. De aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel dienen voorzien te worden conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode.

5. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

7. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Indien aangelegd als groendak van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.