Terug
Gepubliceerd op 12/06/2023

2023_CBS_03980 - Bestuurlijke Handhaving Scheldekaaien - Handhaving Scheepvaartdecreet zone Scheldekaaien – Aanstelling bestuurlijk toezichthouders - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03980 - Bestuurlijke Handhaving Scheldekaaien - Handhaving Scheepvaartdecreet zone Scheldekaaien – Aanstelling bestuurlijk toezichthouders - Goedkeuring 2023_CBS_03980 - Bestuurlijke Handhaving Scheldekaaien - Handhaving Scheepvaartdecreet zone Scheldekaaien – Aanstelling bestuurlijk toezichthouders - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

De Vlaamse Regering heeft op 24 oktober 2014 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) afbakening van het zeehavengebied Antwerpen (Rechterscheldeoevergebied) definitief vastgesteld. De Scheldekaaien liggen hierdoor buiten het afgebakende Zeehavengebied Antwerpen. Dit had tot gevolg dat het Havenbedrijf Antwerpen en zijn havenkapiteinsdienst niet langer bevoegd waren en dat de verordeningen voor het havengebied er niet langer golden. 

De Vlaamse Waterweg is als waterwegbeheerder bevoegd voor het beheer, toezicht en handhaving van de Beneden-Zeeschelde en diens aanhorigheden (artikel 5 van het Vlaams decreet van 2 april 2004). De Scheldekaaien werden evenwel in concessie gegeven aan de stad door het Vlaams Gewest op 21 februari 1997. De Stadshavendienst van de stad Antwerpen, onder leiding van de stadshavenmeester, nam daarom in deze zone eveneens taken op, bijvoorbeeld het ligplaatsbeheer van de riviercruiseschepen en de planning aan het ponton 4 Steenplein – evenwel zonder dat deze ook over duidelijke formele bevoegdheden beschikte.

Om deze taken (nautisch-politioneel) volwaardig te kunnen opnemen, was echter een aangepast juridisch kader nodig teneinde de stad Antwerpen de volle bevoegdheid toe te kennen om slagvaardig op te kunnen treden zodat beheer samengaat met toezicht en handhaving.

Het Vlaams Scheepvaartdecreet van 19 januari 2022 vormt hiervoor thans de wettelijke basis. Het Scheepvaartdecreet verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 mei 2022 en trad in werking op 1 juni 2022.

Artikel 112, tweede lid Scheepvaartdecreet geeft de stad Antwerpen de toezichts- en handhavingsbevoegdheid met betrekking tot de bepalingen over de politie van de Beneden-Zeeschelde, evenals op een aantal bepalingen van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor de Beneden-Zeeschelde, en dit in de zone van de Scheldekaaien in de stad Antwerpen (Scheldekaaien zone stad), vastgesteld door de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 112, derde lid Scheepvaartdecreet.

Inbreuken op voormelde bepalingen kunnen worden gesanctioneerd met bestuurlijke sancties.

De bestuurlijke handhaving verloopt volgens de principes van het Kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving van 22 maart 2019.

Juridische grond

Het Scheepvaartdecreet van 19 januari 2022 bepaalt in artikel 112, tweede en derde lid:

 “Voor de zone van de Scheldekaaien in de stad Antwerpen (Scheldekaaien zone stad) kunnen personeelsleden van de stad Antwerpen door het college van burgemeester en schepenen onder dezelfde voorwaarden worden aangewezen als toezichthouder of bestuurlijk opsporingsagent bevoegd voor de volgende bepalingen en voorschriften:

   1° de bepalingen over de politie van de Beneden-Zeeschelde, vastgesteld overeenkomstig artikel 148 van dit decreet;

   2° artikel 30, § 2 tot en met § 4, artikel 31, § 3 en § 4, artikel 41, § 7, en artikel 43, van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor de Beneden-Zeeschelde.

    De Vlaamse Regering stelt nader de grenzen vast van de zone, vermeld in het tweede lid.”

Regelgeving: bevoegdheid

Het Scheepvaartdecreet van 19 januari 2022 bepaalt in artikel 112, tweede lid: “Voor de zone van de Scheldekaaien in de stad Antwerpen (Scheldekaaien zone stad) kunnen personeelsleden van de stad Antwerpen door het college van burgemeester en schepenen onder dezelfde voorwaarden worden aangewezen als toezichthouder of bestuurlijk opsporingsagent bevoegd voor de volgende bepalingen en voorschriften: 

  1° de bepalingen over de politie van de Beneden-Zeeschelde, vastgesteld overeenkomstig artikel 148 van dit decreet; 

  2° artikel 30, § 2 tot en met § 4, artikel 31, § 3 en § 4, artikel 41, § 7, en artikel 43, van het koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende scheepvaartreglement voor de Beneden-Zeeschelde.” 

Argumentatie

Aangezien de Vlaamse Regering de grenzen van de Scheldekaaien zone stad heeft vastgelegd en  het Politiereglement Beneden-Zeeschelde heeft uitgevaardigd, kan de stad Antwerpen hier handhavend optreden met betrekking tot bepaalde bepalingen van het Scheepvaartreglement en met betrekking tot de bepalingen van het politiereglement Beneden-Zeeschelde, uitgevaardigd op grond van artikel 148 Scheepvaartdecreet.

Het Kaderdecreet voorziet in afgebakende functies binnen het handhavingsproces: toezicht, opsporing, vervolging en beboeting. 

Bestuurlijk toezicht strekt tot controle van de naleving van Vlaamse regelgeving en tot bevordering, beveiliging en herstel van deze naleving en vervult dus in wezen een preventieve functie (memorie van toelichting bij het Kaderdecreet, Parl.St. Vlaams Parlement 2018-19, nr. 1825/1, 37-38). 

Bestuurlijke opsporing sterkt er daarentegen toe bestuurlijk sanctioneerbare inbreuken op de Vlaamse regelgeving en hun daders op te sporen in functie van bestuurlijke vervolging en beboeting. 

De vervolgingsinstantie beslist op zijn beurt over het wenselijke vervolg van de door de bestuurlijke opsporingsagenten vastgestelde inbreuken. De vervolgingsinstantie kan beslissen:  

  • Bijkomende opsporingshandelingen te laten uitvoeren

  • Het dossier te seponeren (niet vervolgen) 

  • Een minnelijke schikking af te sluiten 

  • Het dossier te vervolgen voor de sanctioneringsinstantie 

Gelet op deze filterfunctie, is het opportuun de stadshavenmeester en in ondergeschikte orde de adjunct-stadshavenmeester aan te stellen als bevoegde vervolgingsinstantie. Teneinde met kennis van zaken de dossiers op te volgen en te beslissen wat het geëigende handhavingstraject is, is zulk deskundig en ervaren personeelslid aangewezen. De stadshavenmeester geldt hierbij als eerste aangestelde. Indien hij afwezig of verhinderd is of indien de stadshavenmeester reeds eerder in het dossier optrad in zijn hoedanigheid van bestuurlijk toezichthouder (zie hieronder), zal de adjunct-stadshavenmeester de functie van vervolgingsinstantie opnemen. Deze aanwijzing gebeurt in een afzonderlijk besluit.  

Toch is het noodzakelijk de stadshavenmeester en de adjunct-stadshavenmeester tevens aan te wijzen als toezichthouders in de zin van artikel 112 Scheepvaartdecreet. 

Dat is noodzakelijk aangezien het Scheepvaartdecreet en het op basis daarvan uitgevaardigde Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022 tot wijziging van Koninklijk besluit van 23 september 1992 houdende politiereglement van de Beneden-Zeeschelde en tot opheffing van het Koninklijk besluit van 31 mei 1968 houdende politiereglement van de Beneden-Zeeschelde, belangrijke toezichts- en beheersbevoegdheden toewijzen aan de “stad Antwerpen”.  

De “stad Antwerpen” kan aanwijzingen en bevelen van tijdelijke aard geven in bijzondere gevallen in het belang van de veiligheid van de schepen en van de scheepvaart en  voor de instandhouding van de waterweg en de infrastructuur (artikel 17). 

Daarnaast is een toelating van de stad Antwerpen onder meer vereist voor:  

  • Het aanmeren of verlaten van een meerplaats bij incidenten (artikel 18) 

  • Het innemen van een ligplaats (artikel 43/2- 43/9) 

  • Het gebruik van reddingsvaartuigen (artikel 43/3), immobiliseren (artikel 43/12) of (de)bunkeren van een vaartuig, het warm opleggen van een zeeschip (artikel 43/11) of het laten draaien van de motor van een gemeerd vaartuig (artikel 43/14) 

  • Het uitvoeren van duiktaken, laswerken, schilderwerken (artikel 43/15-43/17) 

  • Het organiseren van evenementen aan boord van een vaartuig (artikel 43/18) 

Het verleggen of verhalen van een gemeerd vaartuig kan op bevel van de stad Antwerpen (artikel 43/8). 

De “stad Antwerpen” geeft deze toelatingen, maar wie binnen de stad deze bevoegdheid heeft wordt niet nader gespecifieerd in het Scheepvaartdecreet of het politiereglement Beneden-Zeeschelde. Wel bepaalt artikel 43 van het politiereglement op de Beneden-Zeeschelde dat “de personeelsleden van de stad Antwerpen, zoals vermeld in artikel 112 van het Scheepvaartdecreet” er op toezien dat “dit besluit wordt uitgevoerd, gecontroleerd en nageleefd”. Het toezien op de uitvoering, controle en naleving van de bepalingen van het volledige politiereglement van de Beneden-Zeeschelde, houdt onder meer in dat deze personeelsleden in naam en voor rekening van de stad Antwerpen instaan voor alle vormen van toelatingen en instructies die de stad Antwerpen in het kader van dit politiereglement kan verlenen. Gelezen in de ratio legis van het Scheepvaartdecreet om het nautisch beheer te laten samen gaan met het nautisch-politioneel toezicht en handhaving, kan dit artikel 43 worden beschouwd als een delegatiegrond om de bevoegdheden van de “stad Antwerpen” toe te vertrouwen aan de in artikel 112 Scheepvaartdecreet bedoelde toezichthouders. 

Teneinde de stadshavenmeester en de adjunct-stadshavenmeester in staat te stellen hun verantwoordelijkheden op te nemen bij incidenten en bij het ligplaatsbeheer aan de zone Scheldekaaien, dienen zij ook als toezichthouder te worden aangewezen. 

Het Kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving gaat weliswaar uit van een functiescheiding tussen toezicht en opsporing enerzijds en vervolging (en beboeting) anderzijds, maar voorziet niet in een formele onverenigbaarheid van de hoedanigheid van vervolgingsinstantie met de bevoegdheden van toezichthouder (memorie van toelichting bij het kaderdecreet, Parl. St. Vlaams Parlement 2018-19, nr. 1825/1, 76-77), zodat deze functiecumul wel degelijk is toegelaten. Artikel 136 §2 van het Scheepvaartdecreet bepaalt evenwel: "De vervolgingsinstantie en de beboetingsinstantie, evenals de personeelsleden die binnen die instanties aangesteld zijn om te beslissen over de bestuurlijke vervolging en om de bestuurlijke sancties op te leggen, dienen die bevoegdheid uit te oefenen onder voorwaarden die hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen. Deze personeelsleden mogen geen beslissing nemen in een dossier waarin ze reeds zijn opgetreden in een andere hoedanigheid, noch rechtstreeks of onrechtstreeks belang hebben.” Wanneer er dus toelatingen of instructies zijn gegeven in de hoedanigheid van toezichthouder, kan dezelfde persoon niet meer optreden als vervolgingsinstantie in de bestuurlijke vervolging van inbreuken die daarmee samenhangen. 

In naam en voor rekening van de stad Antwerpen zullen de heer Werner Weijts en mevrouw Sarah Lettani daarom in de functie van toezichthouder worden aangewezen. 

De voorwaarden om als toezichthouder aangesteld te worden dienen nog bij besluit van de Vlaamse Regering te worden bepaald. In het besluit wordt evenwel voorzien dat de huidige nautische functies binnen Stadshaven volstaan om als toezichthouder te worden aangesteld.

Beleidsdoelstellingen

2 - Veilige stad
De zonale veiligheidspartners maken maximaal gebruik van hun bevoegdheden om, samen met andere partners, de openbare orde te waarborgen en overlast te voorkomen, te verminderen of te bestrijden
De zonale veiligheidspartners zetten repressieve acties op om overlast te beheersen
Het plegen van inbreuken op de openbare orde en het veroorzaken van overlast wordt ontraden door snel en systematisch te bestraffen

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist de heer Werner Weijts en mevrouw Sarah Lettani aan te wijzen in de functie van toezichthouder in de zin van artikel 112, tweede lid van het Scheepvaartdecreet van 19 januari 2022. 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.