Terug
Gepubliceerd op 12/06/2023

2023_CBS_03781 - Omgevingsvergunning - OMV_2022142521. Bredestraat zn (zonder nummer). District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03781 - Omgevingsvergunning - OMV_2022142521. Bredestraat zn (zonder nummer). District Ekeren - Goedkeuring 2023_CBS_03781 - Omgevingsvergunning - OMV_2022142521. Bredestraat zn (zonder nummer). District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022142521

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Anke Antoine en de heer Mike Vanhees met als adres Palmstraat 47 te 2950 Kapellen

Gegevens van de exploitant:

de heer Mike Vanhees met als adres Palmstraat 47 te 2950 Kapellen

Ligging van het project:

Bredestraat zn (zonder nummer) te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 33 sectie H nr. 261P

waarvan:

 

-          20221024-0063

afdeling 33 sectie H nr. 261P (Bemaling VHA)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een halfopen eengezinswoning met garage en het exploiteren van een bronbemaling

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/06/1964: vergunning (196422) voor het verkavelen in loten voor woningbouw.

 

Bestaande toestand

-          ingericht als tuin voor het aangrenzende nummer 75, met erop twee wederrechtelijk opgerichte bijgebouwen.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

o        nieuw op te trekken eengezinswoning;

-          bouwvolume:

o        slopen van de bestaande bijgebouwen;

o        2 bouwlagen onder zadeldak; 

o        bouwdiepte gelijkvloers = 12 m;

o        bouwdiepte hoofdvolume = 9 m;

o        kroonlijsthoogte op 6,65 m ten opzichte van het voetpad;

o        garage rechts van het hoofdgebouw 5 m achter de voorgevelbouwlijn en met een bouwdiepte van 10,50 m;

-          gevelafwerking:

o        rood genuanceerde gevelsteen;

o        dorpels in arduin;

o        buitenschrijnwerk in zwart pvc;

o        zwarte dakpannen;

o        zinken regenafvoeren;

o        gevelafwerking garage in hout.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bijgebouwen;

-          bouwen van een eengezinswoning;

-          wijzigen van de scheidsmuren.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een bronbemaling klasse 3 voor de aanleg van een kruipruimte en het plaatsen van een septische put, sterfput en regenwaterput.

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling VHA
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

2.061,00 m³/jaar

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

21 februari 2023

22 februari 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

14 maart 2023

20 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

21 februari 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

21 februari 2023

2 maart 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

21 februari 2023

13 maart 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 196422, goedgekeurd op 10 juni 1964, meer bepaald in lot(en) 2.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling op volgend punt:

-          artikel 01 strook voor hoofdgebouwen, 5° Bouwhoogte:
de maximaal toegelaten kroonlijsthoogte ten opzichte van het voetpad bedraagt 6 m waar dit in de aanvraag 6,65 m is;

-          artikel 01 strook voor hoofdgebouwen, 11° Worden bindend gemaakt voor beide woonhuizen door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd:
zowel de nokhoogte als de kleur van de dakbedekking wijkt af van de eerste vergunde, gekoppelde woning;

-          artikel 03 strook voor autobergplaatsen, 2° Bebouwing:
de maximaal toegelaten oppervlakte bedraagt 32 m² waar dit in de aanvraag 34 m² is;

-          artikel 03 strook voor autobergplaatsen, 3° Bouwdiepte:
de maximaal toegelaten bouwdiepte van de autobergplaats is 8 m waar dit in de aanvraag 10,5 m is;

-          artikel 03 strook voor autobergplaatsen, 4° Bouwhoogte:
de maximaal toegelaten kroonlijsthoogte ten opzichte van het voetpad bedraagt 3 m waar dit in de aanvraag 3,15 m is;

-          artikel 03 strook voor autobergplaatsen, 5° Gevelmaterialen:
het is verplicht de gevel te voorzien in rode gevelsteen conform het hoofdgebouw, de aanvraag voorziet in een gevelafwerking van hout;

-          artikel 04 strook voor binnenplaatsen en tuinen, 1° Bebouwing:
het perceel mag voor maximaal 20 % bebouwd worden, het perceel heeft een oppervlakte van circa 495 m², de woning en de autobergplaats nemen een oppervlakte in van in totaal 118 m² wat neerkomt op ± 23,8 % van de perceeloppervlakte.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 29 – Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: het minimaal vereiste aantal stalplaatsen voor fietsen wordt niet eenduidig en op een correcte wijze weergegeven op de plannen;
  • artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: er wordt geen dakopstand van minimaal 0,3 m voorzien ter hoogte van de uitbreiding met de linkerbuur en ter hoogte van de garage en berging met de rechterbuur.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont een aantal strijdigheden met de geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in de eindevaluatie voorwaarden worden opgenomen zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.

Aangaande echter de te bouwen volumetrie, waarbij zowel de kroonlijsthoogte van het hoofdgebouw (en daardoor ook de nokhoogte) als de oppervlakte en bouwdiepte en -hoogte van het garagegebouw blijken af te wijken van wat in de verkavelingsvoorschriften werd opgelegd, hier kan eenduidig gesteld worden dat betreffende eerder van beperkte aard is en zonder meer voldoet aan de voorwaarden en richtlijnen die doorgaans, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, worden gehanteerd voor dit type van bebouwing.

Ook de materialisatie van het garagevolume wijkt af en werd niet in gevelsteen maar in houten latwerk afgewerkt – gelet op de beperkte oppervlakte die hierin werd voorzien en het feit dat ook hout een duurzaam en voorkomend materiaal is in de ruime omgeving, kan de onregelmatigheid in kwestie als ruimtelijk ingepast worden beoordeeld.

Er wordt dan ook zonder meer geadviseerd betreffende afwijkingen als dusdanig te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet in het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van vermelde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorziene volumetrie van de woning wijkt beperkt af van wat is opgelegd in de verkavelingsvoorschriften maar zoals hierboven reeds werd geargumenteerd, kan hiervoor bestendig worden afgeweken en kan derhalve gunstig advies verleend worden voor schaal en ruimtegebruik.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialisatie, rode gevelsteen, zwarte dakpannen, houten beplanking en zwart schrijnwerk, is grotendeels in harmonie met de gebouwde context en in overeenstemming met de geldende richtlijnen. Echter blijkt dat het voorzien van houten beplanking afwijkend is ten aanzien van de regelgeving doch gelet op de argumentatie in de eerste paragraaf hierboven, kan betreffende als dusdanig worden aanvaard.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per unit en gelet op het feit dat de aanvraag het optrekken van louter 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijk berekende behoefte hier dan ook 1 plaats.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsparkeervoorzieningen

Er moeten 3 fietsstalplaatsen voorzien worden. Deze werden niet ingetekend.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In de Bredestraat te Ekeren wordt een nieuwe half-open eengezinswoning met garage gebouwd. Om de kruipruimte, septische put, sterfput en regenwaterput in den droge te kunnen aanleggen is een grondwaterverlaging noodzakelijk. Hiervoor wordt klasse 3 rubriek 53.2.2.a gevraagd voor een debiet van 289 m³/dag en 2.061 m³/jaar. De tijdsduur van de bemaling wordt geschat op tien dagen.

De maximale invloedstraal wordt berekend op 176 meter. Binnen deze invloedstraal worden op het OVAM geoloket enkele percelen teruggevonden waarop oriënterende bodemonderzoeken plaatsvonden. De kans dat er verontreiniging aangetrokken wordt door de bemaling is klein gezien de beperkte duur.

Het bemalingswater wordt geïnfiltreerd achteraan op het eigen perceel.

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Om op een degelijke wijze 3 fietsen te kunnen stallen in de daarvoor meest voor de hand liggende ruimte, namelijk de garage, dient de muur tussen garage en wasplaats 1 meter naar achteren te worden opgeschoven (zonder evenwel het gehele bouwvolume te vergroten). Op die wijze wordt achter de stalplaats voor de wagen voldoende oppervlakte dienaangaande voorzien.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enzovoort).

3. Er dienen 2 te rooien bomen gecompenseerd te worden door heraanplant.

4. Alle kosten voor het verplaatsen of vernieuwen van de bomen en heesters op openbaar domein zijn voor rekening van de bouwheer.

5. De bouwheer zal vóór de start der werken contact opnemen met de dienst Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van vijftien dagen vanaf de opstart van de bemaling.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

2.061,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Het bemalingswater wordt geïnfiltreerd achteraan op het eigen perceel.

3. Het bemalingswater dat geïnfiltreerd wordt, voldoet aan de milieukwaliteitsnormen voor grondwater opgenomen in Vlarem II.

4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

5. De bemaling kan geëxploiteerd worden voor een termijn van vijftien dagen na opstart van de bemaling.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 oktober 2022

Volledig en ontvankelijk

21 februari 2023

Start openbaar onderzoek

3 maart 2023

Einde openbaar onderzoek

1 april 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

4 september 2023

Verslag GOA

26 mei 2023

naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 maart 2023

1 april 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Om op een degelijke wijze 3 fietsen te kunnen stallen in de daarvoor meest voor de hand liggende ruimte, namelijk de garage, dient de muur tussen garage en wasplaats 1 meter naar achteren te worden opgeschoven (zonder evenwel het gehele bouwvolume te vergroten). Op die wijze wordt achter de stalplaats voor de wagen voldoende oppervlakte dienaangaande voorzien.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enzovoort).

3. Er dienen 2 te rooien bomen gecompenseerd te worden door heraanplant.

4. Alle kosten voor het verplaatsen of vernieuwen van de bomen en heesters op openbaar domein zijn voor rekening van de bouwheer.

5. De bouwheer zal vóór de start der werken contact opnemen met de dienst Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud, postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel. 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-of-aanpassing-na-werken.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

2. Het bemalingswater wordt geïnfiltreerd achteraan op het eigen perceel.

3. Het bemalingswater dat geïnfiltreerd wordt, voldoet aan de milieukwaliteitsnormen voor grondwater opgenomen in Vlarem II.

4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

5. De bemaling kan geëxploiteerd worden voor een termijn van vijftien dagen na opstart van de bemaling.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

2.061,00 m³/jaar


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur voor wat betreft de stedenbouwkundige handelingen en voor een termijn van 15 kalenderdagen vanaf de opstart van de bemaling voor wat betreft de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.