2023_CBS_03780 - Omgevingsvergunning - OMV_2022166151. Potgieterstraat zn (zonder nummer). District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een verlaging van de grondwatertafel om een droogweerafvoer te realiseren.

Aangevraagde rubriek(en)

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling rioleringstracé Potgieterstraat
 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling rioleringstracé Potgieterstraat

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een bemaling voor het aanleggen van een nieuwe riolering in de Potgieterstraat en een bijstelling lozingsvoorwaarden

De aanvraag is gesitueerd op het openbaar domein.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Aan de Potgieterstraat te Antwerpen is de aanleg van een nieuwe droogweerafvoer voorzien. Om de uitgraving droog te kunnen uitvoeren is een bemaling vereist. Het voorwerp van de aanvraag betreft een verlaging van de grondwatertafel tot circa 3,6 m-mv. De sleufuitgraving zal gefaseerd uitgevoerd worden. Fase 1 omvat het kruispunt van de Pothoekstraat en 30 meter van de Potgieterstraat. Fase 2 beslaat de rest van de Potgieterstraat tot aan de Eggestraat. De bemalingsduur werd ingesteld op één maand per fase. Volgens het gesimuleerde grondwatermodel bedraagt het op te pompen waterbezwaar voor beide fases samen circa 27.003 m³.

Uit het voorziene bemalingsconcept kan de grondwaterverlaging uitgevoerd worden met een klassieke gravitaire filterbemaling aangezet op circa 8,0 m-mv. De tussenafstand tussen de filters bedraagt circa 5 meter en ze worden langs beide zijdes van de sleuf geplaatst. Een alternatief is ook om de filters langs één zijde van de sleuf te plaatsen met een kortere tussenafstand van circa 2,5 meter. Om niet dieper te pompen dan strikt noodzakelijk, wordt aangeraden om een peilgestuurde bemaling uit te voeren. Dit wordt opgenomen als vergunningsvoorwaarde.

De gesimuleerde invloedstraal van de bemaling bedraagt ongeveer 410 meter na fase 1 en ongeveer 600 meter na fase 2. Binnen deze invloedstralen liggen verschillende OVAM-dossiers.

Op basis van een eerste screening wordt in vier dossiers melding gemaakt van grondwaterconcentraties boven de bodemsaneringsnorm voor een andere parameter dan arseen. In één van deze dossiers komt enkel een grondwaterverontreiniging met kwik voor. Aangezien zware metalen slechts zeer beperkt verplaatst worden, is dit dossier ook buiten beschouwing gelaten. OVAM-dossiers met referenties 1423, 16701 en 64822 betreffen grond- en/of grondwaterverontreinigingen met VOCl al dan niet in combinatie met minerale olie.

Voor het OVAM-dossier 1423 zal de grondwaterverplaatsing ter hoogte van de grondwaterverontreiniging voor vinylchloride (de meest mobiele stof) maximaal met circa 3,6 meter verplaatst worden in de richting van niet verontreinigde percelen. Dit wordt als aanvaardbaar beschouwd gezien de verontreiniging door de natuurlijke grondwaterstroming met ongeveer 4,3 meter verplaatst wordt gedurende dezelfde periode.

Voor OVAM-dossier 64822 zal de grondwaterverplaatsing ter hoogte van de grondwaterverontreiniging voor vinylchloride (de meest mobiele stof) zich maximaal met circa 7,3 meter verplaatsen. Deze verplaatsing gebeurt richting de reeds bestaande VOCl verontreiniging van het OVAM-dossier 16701. Gezien de ouderdom van deze verontreiniging is de kans groot dat de pluim reeds ter hoogte van het dossier 16701 is aangekomen onder invloed van de heersende grondwaterstroming (zonder bemaling). De verplaatsing wordt bijgevolg als aanvaardbaar beschouwd.

Voor OVAM-dossier 16701 werden historische verontreinigingen met VOCl aangetroffen in het vaste deel van de aarde en het grondwater. Er zijn ook aanwijzingen voor de aanwezigheid van puur product. In het vaste deel van de aarde werd ook een verontreiniging met minerale olie vastgesteld. Er is ook een verontreiniging met arseen in het grondwater. Voor deze verontreinigingen is geen sanering nodig. Gezien de uitgraving voor een deel door de verontreinigingspluim gebeurt, zullen de verontreinigende stoffen opgepompt worden door de bemalingsfilters. Aangezien de verontreiniging niet tot buiten de bestaande contouren wordt verplaatst, wordt dit als aanvaardbaar beschouwd.

Gezien de bemaling gedeeltelijk gebeurt in een verontreiniging met VOCl zal er verontreinigd grondwater opgepompt worden. Hierdoor worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd voor VOCl’s en arseen. Indien uit staalnames blijkt dat de concentraties aan verontreinigde stoffen de (verhoogde) lozingsnormen overschrijden, dient het bemalingswater over een waterzuiveringsinstallatie geleid te worden alvorens het geloosd kan worden. In de bemalingsstudie wordt eveneens geadviseerd de filters het dichtst bij de VOCl-verontreiniging best op een aparte bemalingsstreng te leiden en aan te sluiten op de waterzuiveringsinstallatie.

De tijdelijke lozing van bemalingswater wordt voorzien op de gemengde riolering van de Pothoekstraat (fase 1) en het Groeningerplein (fase 2) -al dan niet via een waterzuivering- aan een debiet van 26,90 m³/uur – 645,80 m³/dag.

Uit de berekende differentiële zettingen uitgaande van de gesimuleerde verlaging ter hoogte van de omliggende bebouwing blijkt dat er geen onaanvaardbare zettingsrisico’s te verwachten zijn.

De exploitatie ligt in centraal gebied. Het bemalingswater wordt geloosd te Antwerpen (RWZI Antwerpen Deurne).

Tenslotte worden er :

• Verhoogde lozingsnormen aangevraagd:

De Vlaamse Milieumaatschappij merkt op in het advies van 21 april 2023 dat er geen lozingsnorm is aangevraagd voor PFAS-componenten. In de grondwaterstalen is PFBA vastgesteld; wel lager dan de rapportagegrens van 100 ng/l. Juridisch gezien was er beneden deze waarde geen verplichting om een lozingsnorm aan te vragen en dus was dit momenteel de laagste norm die kon gehanteerd worden. Zodra de rapportagegrenzen voor afvalwater zakken naar 20 ng/l (of voor sommige stoffen 50 ng/l) zou, om achteruitgang te vermijden bij nieuwe lozingen, in theorie een lozingsnorm moeten opgelegd worden van maximaal 20 ng/l of 50 ng/l. In afwachting van meer duidelijkheid rond de haalbaarheid van een doorgedreven zuivering (uitkomst BBT studie), dient elke lozing van PFAS houdend bemalingswater zo ver als mogelijk gesaneerd te worden. De grens van 100 ng/l per stof geldt hierbij als uitgangspunt.

Voor de overige stoffen hanteert VMM het indelingscriterium voor prioritaire gevaarlijke stoffen waaronder trichlooretheen en tetrachlooretheen én de bodemsaneringsnorm voor Cis+trans 1,2- dichlooretheen. Voor arseen wordt 10x het indelingscriterium ingewilligd.

• Afwijking gevraagd op:

-          Bijlage 4.2.5.1. Controle-inrichting;

-          Bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten van bedrijfsafvalwater.

Aangezien het een tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst. Een meetinrichting conform de sectorale bepalingen vervat onder artikel 5.53.3.32 van Vlarem II volstaat.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de vergunning voorwaardelijk te verlenen voor termijn van 3 maanden.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Voor lozing in de openbare riolering gelden de volgende lozingsnormen:

2. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

3. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
   - bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80 % van de norm bedraagt;
   - bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
4. Om niet dieper af te pompen dan strikt noodzakelijk, wordt een peilgestuurde bemaling uitgevoerd.
5. De opdrachtgever en de erkende bodemsaneringsdeskundige van OVAM-dossier 16701  op de hoogte te stellen van de bemaling. Dit zijn respectievelijk Vlabotex vzw en Witteveen+Bos (contactpersoon Caroline de Schaetzen – caroline.de.schaetzen@witteveenbos.com).

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.