Terug
Gepubliceerd op 12/06/2023

2023_CBS_03825 - Omgevingsvergunning - OMV_2023002487. Ter Rivierenlaan 112. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03825 - Omgevingsvergunning - OMV_2023002487. Ter Rivierenlaan 112. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_03825 - Omgevingsvergunning - OMV_2023002487. Ter Rivierenlaan 112. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023002487

Gegevens van de aanvrager:

de heer Hrach Zakaryan met als adres Ter Rivierenlaan 106 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Ter Rivierenlaan 112 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 527T15

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

isoleren en bepleisteren van de voorgevel en renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          02/08/2013: vergunning (20133189) voor het vellen van een boom;

-          24/12/1975: vergunning (627#28241) voor het wijzigen van de voorgevel;

-          01/01/1939: toelating (329#16707) voor het bouwen van een veranda.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • ingesloten bebouwing van 3 bouwlagen met een plat dak;
  • bouwdiepte hoofdvolume van 8,84 m;
  • gelijkvloerse aanbouw met veranda tot op 17,85 m;
  • aanbouw op de 1ste en 2de verdieping aan de rechterzijde tot op 15,68 m;
  • aanbouw op de 1ste en 2de verdieping aan de linkerzijde tot op 13,06 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in gele gevelsteen;
  • gevelschrijnwerk in witte kleur;
  • omkadering in blauwe hardsteen rond de gevelopeningen;
  • aluminium kantelpoort naar een inpandige garage;

-          inrichting:

  • open ruimte van circa 110 m².

 

Bestaande toestand

Overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen:

-          bouwvolume:

  • constructieve verbouwingen;
  • op de 1ste verdieping werd de aanbouw tot op 15,68 m bouwdiepte uitgebreid over de volledige perceelbreedte;

-          inrichting:

  • terras van circa 18 m²;
  • tuinhuis tegen de achter-, rechter- en linker perceelgrens

 

Nieuwe toestand

Overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen:

-          bouwvolume:

  • constructieve verbouwingen voor het open werken van de gelijkvloerse- en eerste verdieping;
  • op de 1ste verdieping werd de aanbouw tot 15,82 m bouwdiepte uitgebreid over de volledige perceelbreedte;

-          gevelafwerking:

  • geïsoleerde en bepleisterde voor- en achtergevel;
  • wit voorgevelschrijnwerk met gewijzigde indeling;

-          inrichting:

  • terras van circa 18 m²;
  • tuinhuis tegen de achter-, rechter- en linker perceelgrens

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voor- en achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren tegenover de vergunde toestand;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

20 maart 2023

5 april 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

20 maart 2023

5 april 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    een voorgevel in pleisterwerk is atypisch voor het straatbeeld dat voornamelijk uit bakstenen gevels bestaat;
  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    bij het pleisteren van een voorgevel dienen elementen en decoraties die niet bedoeld waren om bepleisterd te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels onbeschilderd te blijven. De geveldetails in blauwe hardsteen gaan verloren door het isoleren en bepleisteren van de voorgevel;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    voor scheidingsmuren geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen & artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    het regenwater en afvalwater wordt samengebracht in een sifonput en daarna overgebracht naar de riolering. Het regenwater dient echter gescheiden te worden van het afvalwater en gescheiden te worden aangeleverd aan de riolering. Het toezichtstuk dient in de kelder te worden voorzien door een T-stuk. Er worden op het openbaar domein geen private toezichtsputten geplaatst;
  • artikel 43 Septische putten:
    er dient een septische put te worden voorzien die voldoet aan de bepalingen van dit artikel. In dit geval moet deze worden voorzien voor 6 gebruikseenheden. Waardoor een put van minstens 2300 liter nodig is.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone zonder overstromingskans. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)).

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft de renovatie van een eengezinswoning en omvat geen functiewijziging. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Ter Rivierenlaan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bestaande gebouw is een eengezinswoning in gesloten bebouwing. De werken betreffen slechts een beperkte uitbreiding van een bestaande en hoofdzakelijk vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven. De uitbreiding van de aanbouw op de eerste verdieping over de volledige perceelsbreedte is ruimtelijk aanvaardbaar.

 

De bestaande verouderde achterbouw, waarin een keuken, badkamer en eetruimte waren ondergebracht, wordt heropgebouwd met een plat dak. De interne renovatiewerken brengen de leefruimte op de eerste verdieping, de slaapvertrekken blijven op de tweede verdieping. Op het gelijkvloers wordt een ruime slaapkamer met badkamer, dressing en berging ingericht, met behoud van de inkom en de garage aan de voorgevel. Het bestaande terras blijft behouden. De tuin wordt verder ingericht als groene, onverharde ruimte, met een tuinhuis achteraan.

 

Op de eerste verdieping wordt aan de woonkamer achteraan een groot schuifraam voorzien, wat rechtstreeks toegang geeft tot het plat dak. Hoewel er geen borstwering of dakterras wordt opgetekend, geeft dit schuifraam wel aanleiding tot gebruik van het platte dak als dakterras, wat op deze locatie niet aanvaardbaar is. Om te vermijden dat het platte dak wordt gebruikt als dakterras, en om veiligheidsredenen, wordt opgelegd in voorwaarden dat er een borstwering moet voorzien worden over de hele breedte van het schuifraam.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt volgens de legende wit gepleisterd, maar volgens de beschrijvende nota wordt een afwerking voorzien met grootformaat panelen in een beige kleur. Een afwerking in panelen is niet kenmerkend voor woningen in een stedelijke context en kan niet aanvaard worden. Ook een afwerking met pleister is niet in overeenstemming met de kenmerkende baksteenarchitectuur van de Ter Rivierenlaan. Er wordt daarom in voorwaarden opgelegd dat de gevel moet afgewerkt worden met steenstrips in een formaat en kleur die overeenstemt met het bestaande metselwerk. De totale dikte van isolatie en afwerking moet 14 cm bedragen.

Zoals bepaald in artikel 11 van de bouwcode, dienen een aantal elementen bewaard te blijven, om vervlakking van het gevelbeeld tegen te gaan. Er wordt in voorwaarden opgelegd dat de natuurstenen plint, dorpels en raamkaders behouden moeten blijven (door de bestaande elementen naar voren te plaatsen en erachter isolatie aan te brengen) of de bestaande elementen moeten vervangen worden door nieuwe elementen in hetzelfde materiaal en met dezelfde uitkraging ten opzichte van het gevelvlak.

 

De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het wordt opgenomen in de voorwaarden dat dit detail moet behouden blijven.

 

De gedeeltelijke nieuwe achtergevel wordt afgewerkt met een witte pleisterlaag op isolatie. Het schrijnwerk in de achtergevel is wit, het materiaal is niet gespecifieerd. Dit materiaalgebruik kan aanvaard worden voor de achtergevel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Bij het plaatsen van buitengevelisolatie dient er aandacht besteed te worden aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein:

 

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of gedemonteerd worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de stedelijke dienst Openbaar Domein.

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Conform artikel 34 van de bouwcode geldt voor scheidingsmuren dat een opstand van 0,30 m dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel. Daarom wordt dit opgelegd in de voorwaarden.

 

Volgens de aangeleverde plannen worden het regenwater en het afvalwater samengebracht in een sifonput en daarna overgebracht naar de riolering. Conform artikel 40 van de bouwcode dient het regenwater echter gescheiden te worden van het afvalwater en gescheiden te worden aangeleverd aan de riolering. Het toezichtstuk dient in de kelder te worden voorzien door een T-stuk. Op het openbaar domein worden geen private toezichtputten geplaatst. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

 

Conform artikel 43 van de bouwcode moet er een septische put worden voorzien van minstens 2.300 liter voor 6 gebruikseenheden. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Aan het schuifraam in de achtergevel op de eerste verdieping moet een borstwering voorzien worden zodat het platte dak niet kan gebruikt worden als dakterras.
  1. De totale dikte van isolatie en afwerking moet voor de voorgevel 14 cm bedragen. De gevelafwerking moet uitgevoerd worden in steenstrips in een formaat en kleur die overeenstemt met de bestaande gevelsteen.
  1. De natuurstenen plint, dorpels en raamkaders moeten behouden blijven door de bestaande elementen naar voren te plaatsen en erachter isolatie aan te brengen of de bestaande elementen moeten vervangen worden door nieuwe elementen in hetzelfde materiaal. Ze moeten even ver uit het gevelvlak steken als in de bestaande toestand het geval is.
  1. De arrière-corps zijn te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.
  1. De nieuwe constructie moet zo aansluiten op het openbaar domein dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
  1. Openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) die zich in de bestaande toestand aan de gevel bevinden, moeten na het uitvoeren van de werken opnieuw op een duurzame manier aan de gevel gemonteerd worden (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de stedelijke dienst Openbaar Domein.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Waterlink / Aquafin dienen nageleefd te worden.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 januari 2023

Volledig en ontvankelijk

20 maart 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 augustus 2023

Verslag GOA

1 juni 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Aan het schuifraam in de achtergevel op de eerste verdieping moet een borstwering voorzien worden zodat het platte dak niet kan gebruikt worden als dakterras.
  1. De totale dikte van isolatie en afwerking moet voor de voorgevel 14 cm bedragen. De gevelafwerking moet uitgevoerd worden in steenstrips in een formaat en kleur die overeenstemt met de bestaande gevelsteen.
  1. De natuurstenen plint, dorpels en raamkaders moeten behouden blijven door de bestaande elementen naar voren te plaatsen en erachter isolatie aan te brengen of de bestaande elementen moeten vervangen worden door nieuwe elementen in hetzelfde materiaal. Ze moeten even ver uit het gevelvlak steken als in de bestaande toestand het geval is.
  1. De arrière-corps zijn te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.
  1. De nieuwe constructie moet zo aansluiten op het openbaar domein dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
  1. Openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) die zich in de bestaande toestand aan de gevel bevinden, moeten na het uitvoeren van de werken opnieuw op een duurzame manier aan de gevel gemonteerd worden (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de stedelijke dienst Openbaar Domein.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Waterlink / Aquafin dienen nageleefd te worden.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.