Terug
Gepubliceerd op 12/06/2023

2023_CBS_03782 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022165521. Noorderlaan 710 , Noorderlaan-kaai 530. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/06/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_03782 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022165521. Noorderlaan 710 , Noorderlaan-kaai 530. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_03782 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022165521. Noorderlaan 710 , Noorderlaan-kaai 530. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022165521

Gegevens van de aanvrager:

NV Las- en Constructiewerken Ivens met als adres Noorderlaan 710 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV Las- en Constructiewerken Ivens (0403833962) met als adres Noorderlaan 710 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Noorderlaan - kaai 530 te 2030 Antwerpen. en Noorderlaan 710, Noorderlaan - kaai 530 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie E nrs. 180/2B, 180/2B, 198D, 198D, 199F en 199F

waarvan:

 

-          20191112-0032

afdeling 18 sectie E nrs. 199F, 180/2B en 198D (Las- en Constructiewerken Ivens NV)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen van een megahal;

metaalbewerkingsbedrijf: hernieuwing + uitbreiding.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          25/02/2022: omgevingsvergunning (OMV_2021186703) voor de sloop van gebouwen.

 

Vergunde toestand

De sloop van twee aaneengesloten magazijnen, waarbij als voorwaarde werd opgelegd om alle ondergrondse constructies af te breken, met inbegrip van funderingszolen en niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen. Funderingspalen dienen weggebroken te worden tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. Na sloop wordt het terrein verhard met steenslag in afwachting van een nieuwe ontwikkeling. Deze nieuwe ontwikkeling maakt het voorwerp uit van voorliggende aanvraag.

 

Inhoud van de aanvraag

-      Bouwen van een werkhal met een oppervlakte van circa 3.750 m² en een hoogte van 45 meter, met een inpandige hoog- en laagspanningscabine in de zuidoostelijke hoek en met een poort van 40 meter hoog in de noordgevel (in de overige gevels zijn deuren en poorten met meer standaard afmetingen);

-      Aanleggen van een klinkerverharding met een oppervlakte van 2.662 m²;

-      Plaatsen van een toegangspoort met een breedte van 25 meter voor het in- en uitrijden van het terrein;

-      Plaatsen van prefabunits met een oppervlakte van circa 146 m², op het gelijkvloers ingericht als kleedruimte met sanitair en op de eerste verdieping over een breedte van 6 meter, ingericht als refter met aansluitend dakterras;

-      Plaatsen van een afgesloten gasopslag aan de oostgevel van de werkhal met een oppervlakte van circa 24 m²;

-      Plaatsen van een bovengrondse cilindrische hemelwatertank met een diameter van 4,8 meter en een hoogte van 6,6 meter op circa 2,5 meter van de zuidgevel van de werkhal;

-      Plaatsen van gevelpubliciteit, namelijk het logo van het bedrijf op de noord- en zuidgevel.

 

Opgemerkt wordt dat projectinhoudversie 2 geen inplantingsplannen bevat. Hiervoor werd in onderstaand advies teruggegrepen naar de inplantingsplannen bijgevoegd bij projectinhoudversie 1.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 20 december 2007 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor het verder exploiteren van las- en constructiewerk bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 20 december 2027. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de vroegtijdige hernieuwing en een verandering door uitbreiding en actualisatie bij de exploitatie van Las- en Constructiewerken Ivens.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

+2.000 m³/jaar 

(6.000 m³/jaar)

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+ 17 kW (113,38 kW)

17.1.2.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in ver­plaatsbare recipiënten met een gezamen­lijk water­inhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

+4.400 liter (24.200 liter)

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

29,73 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

3.700 liter

29.5.2.2°a)

smederijen, andere dan deze bedoeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal in industriegebied, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW tot en met 1.000 kW;

+93,93 kW (651,055 kW)

29.5.3.1°a)

inrichtingen voor het thermisch behandelen van metalen of voorwerpen uit metaal met een thermisch vermogen van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

-50,50 kW (5kW)

29.5.5.3°

oppervlaktebehandeling, met inbegrip van ontvetting van metalen door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé, als de gezamenlijke inhoud van de gebruikte behandelingsbaden en spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën, als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, uit meer dan 5.000l bestaat, voor een andere installatie dan de installatie, vermeld in punt 4;

+5.000 liter (10.000 liter)

36.3.1°a)1)

Inrichtingen voor het vervaardigen en behandelen van producten op basis van elastomeren met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied;

200 kW

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b).

2.333 kW

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

9 mei 2023

17 mei 2023

Gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

5 mei 2023

17 mei 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

5 mei 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

5 mei 2023

25 mei 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

5 mei 2023

17 mei 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen

gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk

uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van

toepassing. Hier geldt hoofdzakelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B1 en Duwvaart Schuildok – Gebied voor Waterweginfrastructuur. De Noorderlaan wordt bestemd als Gebied voor Verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel langs deze weg loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten noorden van de aanvraag heeft de spoorweg de bestemming Gebied voor spoorweginfrastructuur. Deels parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016) van toepassing. Volgens dit plan loopt er een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding en een overdruk met als aanduiding Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen op circa 400 meter ten noorden van de aanvraag.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke verordening hemelwater is van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater dat op de nieuwe daken valt, wordt opgevangen in een bovengrondse hemelwatertank met een inhoud van 108,57 m³. Van het opgevangen hemelwater wordt een deel hergebruikt als spoelwater bij de toiletten. Het overige wordt via vertraagde afvoer aangesloten op de openbare riolering. De hemelwatertank dient dus eveneens als buffervolume. De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie vanwege de hoge grondwaterstand en de niet-infiltratiegevoelige bodem. Om dit te staven werd een resultaat toegevoegd van een boring waaruit blijkt dat de grondwaterstand 0,58 meter bedraagt. Deze boring werd echter uitgevoerd op 21 maart 2007 (zijnde 15 jaar geleden en op het einde van de zogenaamde hydrologische winter waarbij telkens de hoogste grondwaterstand van het jaar te verwachten is) op een perceel ten noorden van de huidige aanvraag en is dus niet representatief voor de huidige gemiddelde grondwaterstand op het perceel van de aanvraag. Het tweede argument werd gestaafd met de info van Geopunt, waarbij het perceel niet voorkomt op de kaart van infiltratiegevoelige bodems. Maar deze kaart geeft enkel aan in welke gebieden relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren. Voor de overige gebieden wordt er niet gespecifieerd of infiltratie al dan niet mogelijk is. De afwijking wordt ongunstig geadviseerd. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de verordening dient er een infiltratievoorziening van 95.919 liter geplaatst te worden voor de nieuwe dakoppervlaktes.

 

Ook de buitenaanleg wordt afgetoetst aan de verordening. Het terrein is thans bijna volledig verhard op een groenstrook van zo’n 950 m² na tegen de zuidelijke perceelsgrens. Deze groenzone wordt, tesamen met de bestaande betonverharding en een deel van de bestaande klinkers verwijderd en vervangen door waterpasserende klinkers. Het hemelwater dat op deze verharding valt, kan op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren, waardoor deze verharding niet onder het toepassingsgebied van de hemelwaterverordening valt.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De regelgeving inzake toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Overige regelgeving

Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een omgevingsvergunning met ingreep in de bodem een archeologienota gevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Op 4 juni 2022 heeft het Agentschap Onroerend Erfgoed akte genomen.

Ter hoogte van het projectgebied situeert zich echter het dijkfort ‘redoute van Oorderen’ dat gebouwd werd tussen 1878 en 1888 als onderdeel van de fortengordel rondom de Vesting Antwerpen. Nadien verdween ze onder de ophogingswerken voor de aanleg van de haven. Bij de geplande werken die worden aangevraagd kunnen restanten van het fort aangetroffen worden. Deze dienen conform het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4, verplicht gemeld te worden als toevalsvondst. De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten. Hieruit vloeien volgende voorwaarden:

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be)

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten van het fort, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4).

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvrager van voorliggende aanvraag is gespecialiseerd in de bouw van grote opslagtanks voor de chemische en petrochemische industrie en heeft een concessieterrein net ten zuiden van de Lillobrug. Omdat dit terrein reeds volgebouwd is en de aanvrager zijn activiteiten wenst uit te breiden, heeft de aanvrager bijkomend een terrein in concessie genomen, gelegen op circa 270 meter ten zuidwesten van het huidige terrein. Hier voorziet de aanvrager een grote werkhal om de huidige activiteiten, die voornamelijk buiten gebeuren gezien de grote afmetingen van de producten, ook beschermd van de weersomstandigheden te kunnen uitvoeren. Gezien de aan- en afvoer van materialen en producten ook deels via het water zal gebeuren, is gekozen voor een terrein met kade.

 

Tegen de zuidoostgevel van de werkhal worden gestapelde prefabunits geplaatst met een buitentoegang op oostelijke en westelijke zijde. Hierin worden de noodzakelijke lokalen voor het personeel op de site voorzien.

Prefabunits kunnen ingezet worden voor tijdelijk gebruik, in afwachting van een meer permanente oplossing. De stad Antwerpen adviseert hiervoor een vergunningstermijn van 8 jaar.

 

Om deze nieuwe vestiging ook kenbaar te maken, voorziet de aanvrager het eigen logo op de gevels.

 

De aanvraag draagt bij tot de verdere exploitatie van het industriële bedrijf en is daardoor functioneel inpasbaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid en visueel-vormelijke elementen

Op dit nieuwe terrein met een oppervlakte van circa 11.440 m², gelegen tussen het Duwvaart Schuildok en de gewestweg Noorderlaan, wordt de nieuwe werkhal gebouwd met een breedte van 31,15 meter. Daar de breedte van het terrein slechts 47 meter bedraagt, bevindt de waterrand zich langs de westzijde al op 13,50 meter van het nieuwe gebouw. De oostelijke concessiegrens ligt op slechts 2,5 meter van het gebouw. De aanvrager voegt een voorbespreking met de wegbeheerder toe om deze korte afstand tot de openbare weg te duiden.

De circulatieruimte op de eigen site rondom de werkhal is beperkt. Het is aangeraden dat de aanvrager de circulatie op eigen terrein verduidelijkt door aanleveren van een inplantingsplan met aanduiding van de routes en draaicirkels voor het vrachtverkeer.

 

De aanvrager voorziet een bovengrondse hemelwateropvangtank.

Gezien de beperkte ruimte op het perceel, wordt aangeraden om deze ondergronds uit te voeren.

 

De gevels van de werkhal worden bekleed met een betonnen plint met een hoogte van 3 meter met daarboven stalen sandwichpanelen in grijze kleurtinten afgewisseld met polycarbonaatpanelen.

De gevelafwerking past binnen het industriële kader waarin deze aanvraag zich situeert.

 

Het terrein wordt volledig verhard.

Opgemerkt wordt dat er geen intekening is van de activiteiten buiten op het inplantingsplan. Indien deze activiteiten ook stockage van materieel of materiaal inhouden, dient het gewoonlijk gebruik van de grond ook aangevraagd te worden als stedenbouwkundige handeling.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De toegang tot het terrein gebeurt via een in-uitrit met een breedte van 25 meter om het in- en uitrijden van vrachtwagens vlot te laten verlopen en zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken op de openbare weg.

 

Advies werd gevraagd aan de verkeerspolitie van de stad Antwerpen. In het advies wordt opgemerkt dat om de toegang te bereiken vanaf de Noorderlaan, komende uit de richting van de Moerstraat, er een linkerafslagstrook is voorzien. Het inplantingsplan toont echter een volle doorlopende lijn links hiervan. Deze lijn dient onderbroken te worden om afslaan mogelijk te maken, zoniet mag deze niet worden overschreden.

 

Ten noorden van de werkhal worden 17 parkeerplaatsen ingericht voor personenwagens. Langs de westgevel van de werkhal worden nog eens 12 langse parkeerplaatsen voor personenwagens ingetekend. Inpandig wordt in de zuidoostelijke hoek van de werkhal een fietsenberging voorzien voor 20 fietsen. Deze fietsenstalling is afgesloten met een hekwerk waarbij per fiets 1 of 2 deuren geopend moeten worden om aan de fiets te kunnen. Bij de laatste stalplaats ontbreekt de 2de deur op het grondplan, waardoor deze onbruikbaar is. De diepte van de fietsenstalling bedraagt 2,10 meter en elke plaats is 60 cm breed.

De beschrijvende nota spreekt over zo’n 50 personen die hier gelijktijdig tewerkgesteld worden. Met de voorziene 29 parkeerplaatsen voor wagens en 19 fietsenstallingen lijkt er niet voldaan te zijn aan de werkelijke parkeerbehoefte, rekening houdend met shiftwissels.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies. De voorwaarden betreffen aanbevelingen om de verkeersveiligheid voor voornamelijk fietsers en voetgangers te verhogen.

-      Zo wordt gevraagd om de parkeerplaatsen met nummers 1 tot en met 17 2,5 meter richting dok op te schuiven om zo een fietscorridor te creëren waarbij fietsers zich langs de oostzijde van het terrein naar de fietsenstalling kunnen begeven. Tevens wordt gevraagd om fietsers toegang tot het terrein te geven via de zuidelijke poort zodat ze niet gemengd worden met vrachtwagens bij het oprijden van de site. Beide voorstellen hebben hetzelfde doel.

-      In samenspraak met de wegbeheerder dient de toegang vanaf de openbare weg tot het terrein verkeersveiliger gemaakt te worden. In afwachting van infrastructurele ingrepen door de wegbeheerder moeten ter hoogte van de poort fietssymbolen aangebracht worden.

-      Voetgangerslooplijnen dienen aangeduid te worden op het terrein.

-      De fietsenstalling moet zodanig uitgerust worden om elektrische fietsen op te laden en om buitenmaatse fietsen te kunnen stallen.

-      Parkeren moet op eigen terrein afgehandeld worden.

-      Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Op moment van opmaak van dit verslag was dit advies nog niet uitgebracht. Zonder een (voorwaardelijk) gunstig advies van de brandweer komt deze aanvraag niet voor vergunning in aanmerking.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Las- en Constructiewerken Ivens, gelegen aan de Noorderlaan 710 te 2040 Antwerpen, is gespecialiseerd in het vervaardigen, transporteren en installeren van tank- en metaalconstructies, dit zowel op het eigen bedrijfsterrein als op de site van klanten.

 

Met onderhavige aanvraag wenst de exploitant een nieuwe werkhal te bouwen op een nieuwe site gelegen aan de Noorderlaan kaai 530 te 2040 Antwerpen. De inrichtingen en activiteiten van de werkhal worden aangevraagd bij de vergunning van de reeds bestaande site (Noorderlaan 710). Tevens wordt de vroegtijdige hernieuwing aangevraagd omwille van de geplande investeringen en bouw van de nieuwe werkhal.

 

Door de exploitant wordt geoordeeld dat een operationele samenhang tussen beide sites bestaat. De nodige constructieonderdelen worden op de Noorderlaan 710 in de juiste afmetingen en vorm gesneden om nadien met vrachtwagen te transporteren naar Noorderlaan kaai 530. In een eerste compartiment van de nieuwe werkhal worden de onderdelen aan elkaar gelast waarna vervolgens eventuele schilder- en/of beits- & passiveerwerkzaamheden kunnen plaatsvinden in het laatste compartiment. De afgewerkte tanks worden, in afwachting van verscheping, tijdelijk buiten geplaatst waar nog eventuele afwerking en/of isolatiewerken kunnen plaatsvinden.

 

Naast de vroegtijdige hernieuwing, wenst de exploitant met het aanvragen van de nieuwe werkhal een aantal inrichtingen of activiteiten te veranderen doordat deze nu ook van toepassing zijn op Noorderlaan kaai 530:

-      Uitbreiding lozing huishoudelijk afvalwater via een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) met 2.000 m3/jaar. Waarbij het totale lozingsdebiet van beide sites stijgt naar een gewenste 6.000 m3/jaar;

-      Uitbreiding met een compressor van 15 kW en een airco voor het serverlokaal van 2 kW. Hierdoor stijgt het totaal geïnstalleerde vermogen van compressoren en koelinstallaties naar een gewenst vermogen van 113,38 kW. De gebruikte koelmiddelen in de aanwezige koelinstallaties van Noorderlaan 710 betreffen R134a, R407c en R410a. Allen een toegelaten koelmiddel. Het dossier stelt dat het koelmiddel voor de airco installatie op K530 nog niet gekend is. Stad Antwerpen raadt aan steeds een koelmiddel te gebruiken met een lage GWP-waarde dat niet onderhevig is aan uitfasering.

-      Uitbreiding gasopslag verplaatsbare recipiënten met 800 liter propyleen, 400 liter zuurstof en 3200 liter argon. Waarbij de totale gasopslag stijgt tot een totaal van 24.200 liter diverse gassen in verplaatsbare recipiënten.  Het betreft diverse

gassen zoals argon, propyleen, acetyleen, waterstof, stikstof en zuurstof. Voor de gasopslag zijn op beide sites twee compartimenten voorzien op de uitvoeringsplannen. Er dient voldaan te worden aan de VLAREM-voorschriften voor inrichting van de gasopslag.

-      Uitbreiding met een totaal van 55 kW aan nieuwe metaalbewerkingsinstallaties. Tevens wordt een actualisatie uitgevoerd van de metaalbewerkingsinstallaties aanwezig op de site gelegen aan de Noorderlaan 710. Het aanwezige geïnstalleerde vermogen stijgt naar 596,05 kW, waarbij het gewenst totaal vermogen van de twee sites 651,05 kW is.

-      Uitbreiding van de beits- & passiveerwerkzaamheden en plaatsing van een nieuw opvangrecipiënt van 5000 liter in de nieuwe werkhal aan kaai 530. Waardoor de gewenste toestand een totaal voorziet van 10.000 liter (5000 liter op Noorderlaan 710 en 5000 liter op Noorderlaan kaai 530). In het dossier wordt vermeld dat in de werkhal schilderwerkzaamheden kunnen plaatsvinden. Verfopslag wordt echter enkel aangevraagd op locatie van Noorderlaan 710 en dus niet aangevraagd op locatie van K530. Tevens wordt vermeld dat buiten de nieuwe werkhal eventuele afwerking en/of isolatiewerken kunnen plaatsvinden. Er wordt benadrukt dat het inwendig berubberen van opslagtanks enkel aangevraagd wordt op locatie van Noorderlaan 710.

Op Noorderlaan 710 worden nog een aantal ondersteunende inrichtingen of activiteiten hernieuwd zonder verandering. Zo wordt enerzijds de bovengrondse houder voor de opslag van 3.000 liter diesel met bijhorende verdeelslang hernieuwd. Dit betreft een dubbelwandige houder voorzien van een overvulbeveiliging. Tevens worden diverse verwarmingsketels hernieuwd met een totaal nominaal thermisch vermogen van 2333 kW, de installaties worden gevoed door diverse bovengrondse dubbelwandige gasolie houders. Twee verwarmingsinstallaties van respectievelijk 115 kW en 85 kW worden gevoed door gas.

 

Het aanvraagdossier bevat een groene voortoets waaruit blijkt dat er geen risico op een betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied verwacht wordt. De exploitant stelt bijkomend dat de emissies ook geen aanzienlijk effect zullen hebben op het GEN 'Kuifeend'.

Het subadvies van de Haven van Antwerpen-Brugge van 17 mei 2023 is gunstig.

 

Onderstaande bijzondere voorwaarden werden eerder opgelegd:

1. Zolang er geen aangepaste adequate zuiveringsinstallatie die de nodige waarborgen biedt voor het naleven van de emissiegrenswaarden, in het bijzonder voor nikkel, wordt geïnstalleerd, is het verboden om platen te snijden (bv. Inox-platen), die aanleiding kunnen geven tot het overschrijden van emissiegrenswaarden van deze parameter.

2. Om aan te tonen dat het jaarlijkse solventverbruik voor het aanbrengen van lijmlagen in functie van het berubberen van de houders minder is dan 5 ton dient de exploitant een solventboekhouding bij te houden. Deze solventboekhouding dient ter beschikking gehouden te worden van de toezichthoudende overheid.

Aan het aanvraagdossier wordt geen stand van zaken toegevoegd met betrekking tot opgelegde bijzondere voorwaarden. Er wordt alsnog een bijstelling van vergunningsvoorwaarden aangevraagd. Het is aangewezen eerder opgelegde bijzondere voorwaarden integraal over te nemen in het vergunningsbesluit.

 

Aan het dossier is het rioleringsplan van Noorderlaan 710 toegevoegd. Hierop is geen infiltratievoorziening ingetekend waardoor het voor stad Antwerpen onduidelijk is of voldaan wordt aan de vereiste infiltratievoorziening opgelegd in de beslissing van 30 januari 2020. Gezien het voorwerp van de aanvraag, die onder andere de vergunning van onbepaalde duur voor Noorderlaan 710 omvat, dient de aanwezige infiltratievoorziening verduidelijkt te worden op het rioleringsplan. Indien deze nog niet aanwezig is, is de aanvraag in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de gewestelijke hemelwaterverordening op vlak van infiltratie. Er wordt benadrukt dat in deze omgeving het grondwater een rol speelt in het tegengaan van de verzilting van de polders en dus een infiltratievoorziening aangelegd dient te worden met een oppervlakte van minimaal 242 m² en een inhoud van minimaal 151 m³. Het is aangewezen bewijs van plaatsing van de infiltratievoorziening op te leggen als bijzondere voorwaarde, de stad Antwerpen wenst op de hoogte gebracht te worden van dit bewijs van plaatsing.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning op voorwaarde dat het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Parkeerplaatsen met nummers 1 tot en met 17 2,5 meter dienen richting dok opgeschoven te worden om zo een fietscorridor te creëren waarbij fietsers zich langs de oostzijde van het terrein naar de fietsenstalling kunnen begeven. Tevens wordt gevraagd om fietsers toegang tot het terrein te geven via de zuidelijke poort zodat ze niet gemengd worden met vrachtwagens bij het oprijden van de site. Beide voorstellen hebben hetzelfde doel.

2. In samenspraak met de wegbeheerder dient de toegang vanaf de openbare weg tot het terrein verkeersveiliger gemaakt te worden. In afwachting van infrastructurele ingrepen door de wegbeheerder moeten ter hoogte van de poort fietssymbolen aangebracht worden.

3. Voetgangerslooplijnen dienen aangeduid te worden op het terrein.

4. De fietsenstalling moet zodanig uitgerust worden om elektrische fietsen op te laden en om buitenmaatse fietsen te kunnen stallen.

5. Parkeren moet op eigen terrein afgehandeld worden. De werkelijke parkeerbehoefte is te verduidelijken.

6. Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein.

7. Om de toegang te bereiken vanaf de Noorderlaan, komende uit de richting van de Moerstraat, is er een linkerafslagstrook voorzien. Het inplantingsplan toont echter een volle doorlopende lijn links hiervan. Deze lijn dient onderbroken te worden om afslaan mogelijk te maken, zoniet mag deze niet worden overschreden.

8. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be).

9. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

10. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten van het fort, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4).

11. Het advies van de Brandweerzone Antwerpen dient gunstig te zijn of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

12. De afwijking op het aspect infiltratie is onvoldoende gemotiveerd. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de gewestelijke hemelwaterverordening dient een infiltratievoorziening van 95.919 liter geplaatst te worden.

13. Voor de prefabunits wordt een omgevingsvergunning van bepaalde duur voor een termijn van 8 jaar voorgesteld.

14. De inplanting van de hemelwateropslagtank dient gemotiveerd te worden, een ondergrondse voorziening geniet hierbij de voorkeur.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Zolang er geen aangepaste adequate zuiveringsinstallatie die de nodige waarborgen biedt voor het naleven van de emissiegrenswaarden, in het bijzonder voor nikkel, wordt geïnstalleerd, is het verboden om platen te snijden (bv. Inox-platen), die aanleiding kunnen geven tot het overschrijden van emissiegrenswaarden van deze parameter.

2. Om aan te tonen dat het jaarlijkse solventverbruik voor het aanbrengen van lijmlagen in functie van het berubberen van de houders minder is dan 5 ton dient de exploitant een solventboekhouding bij te houden. Deze solventboekhouding dient ter beschikking gehouden te worden van de toezichthoudende overheid.

3. Een bewijs van plaatsing van een infiltratievoorziening dient bezorgd te worden aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2022165521.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

19 april 2023

Start openbaar onderzoek

28 april 2023

Einde openbaar onderzoek

27 mei 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

8 juni 2023

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 april 2023

27 mei 2023

1

0

0

0

 

Bespreking bezwaarschriften
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Petrochemical Pipeline Services (PPS). Met deze brief reageert PPS op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. PPS geeft aan geen bezwaar te hebben tegen het project indien, zoals uit de aanvraag blijkt, de werkzaamheden worden uitgevoerd aan de 'zuidzijde' van de Noorderlaan. Verder geeft PPS nog mee dat er voor start van de werkzaamheden een klip-melding dient uitgevoerd te worden en de geldende Fetrapi-voorwaarden in acht genomen te worden. Het schrijven van Petrochemical Pipeline Services wordt overgemaakt aan de deputatie van de provincie Antwerpen.


Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Parkeerplaatsen met nummers 1 tot en met 17 2,5 meter dienen richting dok opgeschoven te worden om zo een fietscorridor te creëren waarbij fietsers zich langs de oostzijde van het terrein naar de fietsenstalling kunnen begeven. Tevens wordt gevraagd om fietsers toegang tot het terrein te geven via de zuidelijke poort zodat ze niet gemengd worden met vrachtwagens bij het oprijden van de site. Beide voorstellen hebben hetzelfde doel.

2. In samenspraak met de wegbeheerder dient de toegang vanaf de openbare weg tot het terrein verkeersveiliger gemaakt te worden. In afwachting van infrastructurele ingrepen door de wegbeheerder moeten ter hoogte van de poort fietssymbolen aangebracht worden.

3. Voetgangerslooplijnen dienen aangeduid te worden op het terrein.

4. De fietsenstalling moet zodanig uitgerust worden om elektrische fietsen op te laden en om buitenmaatse fietsen te kunnen stallen.

5. Parkeren moet op eigen terrein afgehandeld worden. De werkelijke parkeerbehoefte is te verduidelijken.

6. Het laden en lossen moet volledig op eigen terrein kunnen gebeuren. Er mag geen wachtrij ontstaan op het openbaar domein.

7. Om de toegang te bereiken vanaf de Noorderlaan, komende uit de richting van de Moerstraat, is er een linkerafslagstrook voorzien. Het inplantingsplan toont echter een volle doorlopende lijn links hiervan. Deze lijn dient onderbroken te worden om afslaan mogelijk te maken, zoniet mag deze niet worden overschreden.

8. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be).

9. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

10. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten van het fort, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.1.4).

11. Het advies van de Brandweerzone Antwerpen dient gunstig te zijn of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

12. De afwijking op het aspect infiltratie is onvoldoende gemotiveerd. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de gewestelijke hemelwaterverordening dient een infiltratievoorziening van 95.919 liter geplaatst te worden.

13. Voor de prefabunits wordt een omgevingsvergunning van bepaalde duur voor een termijn van 8 jaar voorgesteld.

14. De inplanting van de hemelwateropslagtank dient gemotiveerd te worden, een ondergrondse voorziening geniet hierbij de voorkeur.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Zolang er geen aangepaste adequate zuiveringsinstallatie die de nodige waarborgen biedt voor het naleven van de emissiegrenswaarden, in het bijzonder voor nikkel, wordt geïnstalleerd, is het verboden om platen te snijden (bv. Inox-platen), die aanleiding kunnen geven tot het overschrijden van emissiegrenswaarden van deze parameter.

2. Om aan te tonen dat het jaarlijkse solventverbruik voor het aanbrengen van lijmlagen in functie van het berubberen van de houders minder is dan 5 ton dient de exploitant een solventboekhouding bij te houden. Deze solventboekhouding dient ter beschikking gehouden te worden van de toezichthoudende overheid.

3. Een bewijs van plaatsing van een infiltratievoorziening dient bezorgd te worden aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2022165521.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.