Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022161034 |
Gegevens van de aanvrager: | Koenraad Janssens met als adres Graaf van Egmontsstraat 33 te 200 Antwerpen en mevrouw Patricia Roux met als adres Graaf van Egmontsstraat 33 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Clara Snellingsstraat 87 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 30 sectie A nr. 558B27 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning: derde bouwlaag en gevelwijziging |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1948: toelating (626#11466) voor het oprichten van een woning;
- 01/01/1948: toelating (626#11063) voor het bouwen van een magazijn.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume: 2de verdieping (derde bouwlaag);
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Clara Snellingsstraat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen met twee bouwlagen in gesloten bebouwing. Er komen ook enkele meergezinswoningen en panden met drie bouwlagen voor in de straat. De bestemming van de woning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bestaande pand heeft op het gelijkvloers een magazijn en op de eerste verdieping een woonunit met één slaapkamer. Buiten de voortuin beschikt de woning niet over een buitenruimte.
De aanvraag betreft een uitbreiding met een extra bouwlaag met een atelierruimte en dakterras. Deze uitbreiding betekent een aanzienlijke verbetering van de woonkwaliteit, door een vergroting van de bewoonbare oppervlakte en de toevoeging van een buitenruimte.
De extra bouwlaag is stedenbouwkundig inpasbaar. De bouwdiepte is afgestemd op de kenmerkende bouwdiepte in het bouwblok en veroorzaakt geen hinder voor de aanpalenden of de ruimere omgeving. Het terras valt binnen het maximaal te bouwen volume. De scheimuren worden over de volledige diepte opgetrokken, waardoor er geen privacyprobleem ontstaat. Ter plaatse van het terras wordt de hoogte van de scheimuren beperkt tot 1,90 m.
Aan de zijde van de buur nr. 85 wordt de scheimuur minder ver opgetrokken. Hier wordt een deel van het terras ingericht als onbetreedbaar groendak in de vorm van een plantenbak. De hoogte van de scheidingsmuur moet hierdoor slechts met 45 cm opgetrokken worden. Omwille van de veiligheid moet er een balustrade voorzien worden aan het terras. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.
De voortuin is in de bestaande situatie volledig verhard. In de nieuwe situatie wordt de voortuin deels onthard en groen ingericht, conform artikel 27 van de bouwcode.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe voorgevel en de achtergevel van de uitbreiding worden geïsoleerd en afgewerkt met een voorspouwblad in lichtgrijs, glad bekist beton. Het buitenschrijnwerk in deze gevel wordt uitgevoerd in blank hout. De voordeur is voorzien in wit gemoffeld staal.
Deze materialisatie is inpasbaar in de context.
Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, moet er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht worden besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Zo moet de arrière-corps onbekleed blijven en moet de isolatie samen met de afwerking uitgevoerd worden met een totale dikte van 14 cm t.o.v. de rooilijn. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.
Hinderaspecten – gebruiksgenot – wooncomfort – veiligheid in het algemeen
Voor scheidingsmuren geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel. Dit wordt in voorwaarden opgelegd.
Bij verbouwing, uitbreiding of renovatie van een bestaande scheidingsmuur, moet het nieuwe gedeelte muur op dezelfde conceptuele wijze worden verder gebouwd als de oorspronkelijke muur, met eventuele differentiatie van de gebruikte materialen. De minimale dikte zal steeds 18 cm bedragen.
Het thermische isolatie aspect moet opgelost worden aan de zijde van de te bouwen en/of te wijzigen constructie. Het behalen van de op dat moment van kracht zijnde EPB-regelgeving kan nooit afgewimpeld worden op het naburig erf. De scheidingsmuur mag langs de vrije buitenzijde enkel beschermd worden tegen vochtinfiltratie. De totale maximale dikte bedraagt 6 cm.
Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.
Op het dak van de nieuwe bouwlaag worden zonnepanelen geplaatst, waardoor er nauwelijks plaats overblijft voor de aanleg van een volwaardig groendak.
Het inrichtingsprincipe van de zonnepanelen (hellingshoek en hoogte) is niet afleesbaar op voorliggende plannen. Er wordt opgelegd in de voorwaarden dat deze moeten voldoen aan artikel 36 van de bouwcode.
Indien het nieuwe dak niet voorzien wordt van zonnepanelen binnen de vervaltermijn van de vergunning, dient het dak aangelegd te worden als groendak conform artikel 38 van de bouwcode. Dit wordt opgelegd in de voorwaarden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 februari 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 21 april 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 18 september 2023 |
Verslag GOA | 4 juli 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar is ongegrond.
Het thermische isolatie aspect moet opgelost worden aan de zijde van de te bouwen en/of te wijzigen constructie. Het behalen van de op dat moment van kracht zijnde EPB-regelgeving kan nooit afgewimpeld worden op het naburig erf. De scheidingsmuur mag langs de vrije buitenzijde enkel beschermd worden tegen vochtinfiltratie. De totale maximale dikte bedraagt 6 cm.
Het bezwaar is gegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.