Terug
Gepubliceerd op 17/07/2023

2023_CBS_04853 - Advies aan team Omgevingseffecten in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Gunstig advies - OMV_2022121953. Copernicuslaan 1-3 . District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/07/2023 - 09:00 digitaal - contact: Tania Stremersch / bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2023_CBS_04853 - Advies aan team Omgevingseffecten in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Gunstig advies - OMV_2022121953. Copernicuslaan 1-3 . District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_04853 - Advies aan team Omgevingseffecten in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Gunstig advies - OMV_2022121953. Copernicuslaan 1-3 . District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het team Omgevingseffecten van het departement Omgeving vraagt advies aan het college over een milieueffectrapport in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning.

 

Projectnummer:

OMV_2022121953

Gegevens van de aanvrager:

BV COLLARIS met als adres Zwaanhofweg 10 te 8900 Ieper

Gegevens van de exploitant:

BV COLLARIS (0761438419) met als adres Zwaanhofweg 10 te 8900 Ieper

Ligging van het project:

Copernicuslaan 1-3 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nrs. 1136P7, 1136P7 en 1136P7

waarvan:

 

-     20230404-0081

afdeling 8 sectie H nr. 1136P7 (OVA Copernicus)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, kleinhandelsactiviteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen en exploiteren van 4 gebouwen met kantoren, handel, wonen, een ondergrondse parking van twee bouwlagen en een technisch verdieping, de exploitatie van warmtepompen, een noodstroomgenerator en een BEO-veld na sloop


Juridische grond

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende nadere regels voor de milieueffectenrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 12 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 bepaalt dat het team Omgevingseffecten van het departement Omgeving het college om advies vraagt.

Argumentatie


Situering

Op 8 april 2023 werd een omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2022121953) ontvangen voor een stadsontwikkelingsproject waarvoor een milieueffectrapport (MER) is opgemaakt. Het betreft de afbraak en herontwikkeling van een kantoorgebouw in de Copernicuslaan te Antwerpen. Het gebouw in de Copernicuslaan zal afgebroken worden en vervangen worden door een nieuw project bestaande uit vier gebouwen van verschillende hoogte, voor gemengd gebruik als kantoor-, woon- en handelsruimte en met een kwaliteitsvolle binnentuin die aan de hedendaagse normen en noden voor kantoorgebruikers en bewoners zal voldoen.

De aanvrager vroeg en kreeg een scopingsadvies van het team Omgevingseffecten voorafgaand aan de omgevingsvergunningsaanvraag. De stad Antwerpen gaf tijdens dit voortraject advies aan team Omgevingseffecten als input voor het scopingsadvies.

De goedkeuringsprocedure van het project-MER zit geïntegreerd in de omgevingsvergunningsaanvraag. Parallel aan het lopende openbare onderzoek, vraagt team Omgevingseffecten (Vlaanderen) advies aan de betrokken adviesinstanties, waaronder de stad Antwerpen. Dit advies dient uiterlijk 19 juli 2023 ingediend te worden bij team Omgevingseffecten.

Uitwerking advies

Onderwerp MER

Het gaat om een gemengde projectontwikkeling van in totaal circa 22.535 m² waarvan ca. 15.056 m² kantoren, circa 6.544 m² appartementen, circa 935 m² handelsruimte en een ondergrondse parking (2 niveaus van elk ca. 4.783 m² met circa 184 parkeerplaatsen voor wagens en 351 voor fietsers) en een derde ondergrondse laag voor technische ruimten (ca. 650 m²). Het project omvat eveneens de aanleg van een privaat groen binnengebied. Het perceel is gedeeltelijk onderkelderd met drie ondergrondse niveaus.

MER-toetsing

Het gemengd project Copernicus Antwerpen is een stadsontwikkelingsproject en valt onder volgende rubrieken van het project-m.e.r.-besluit van 2004:

Bijlage II, rubriek 10 b): ‘Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen, met betrekking tot de bouw van 1.000 of meer woongelegenheden, of

  • met een brutovloeroppervlakte van 5.000 m² handelsruimte of meer, of  
  • met een verkeersgenererende werking van pieken van 1.000 of meer personenauto-equivalenten per tijdsblok van 2 uur.’  

Gezien de voorziene brutovloeroppervlakte van de handelsruimte (inclusief kantoren) ca. 15.991?m² bedraagt valt het voorgenomen project boven de drempelwaarde vermeld in rubriek 10 b) van de Bijlage II-projecten.

Bijlage III, rubriek 10 j): werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II.

De MER-plicht kan ook samenhangen met al dan niet tijdelijke bemalingswerken die eventueel noodzakelijk zijn voor het realiseren van een project. De relevante bijlage (bijlage II of III van het project-m.e.r.-besluit) waaronder het project valt, is afhankelijk van onder meer het onttrokken debiet. Bijlage III is van toepassing voor beperkte bemalingen, bijlage II voor bemalingen vanaf een netto-onttrekking van 2.500 m³ per dag.

Voor voorliggend project waarbij de bemaling binnen een gesloten bouwput zal uitgevoerd worden, is een bemalingsstudie uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het bemalingspeil behaald kan worden met een maximaal dagdebiet van 49,7 m³/uur of 1.150 m³/dag, gemiddeld 479 m³/dag (19,9 m³/uur). De bemalingsactiviteit is niet gelegen in of kan geen aanzienlijke invloed hebben op een gebied zoals aangeduid in uitvoering van het decreet houdende maatregelen ter bescherming van de kustduinen van 14 juli 1993. De bemaling kan ook geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone veroorzaken. De drempels van rubriek 10 o) van bijlage II worden met andere woorden niet overschreden.

De afbraak van het bestaande stadsontwikkelingsproject met vervanging door een nieuw stadsontwikkelingsproject wordt als een nieuw project beschouwd en valt dus rechtstreeks onder rubriek 10 b) van bijlage II of III inzake stadsontwikkeling en niet onder de wijzigings- en uitbreidingsrubriek 13 van bijlage II of III.

Voor dit project wordt een bestaand kantoorgebouw vervangen door een nieuw gemengd gebouw met een grotere mix van functies (kantoren, woningen en handel).

Het project valt onder de bijlage II projecten en is bijgevolg project-MER-plichtig.

Beoordeling milieueffecten

Ruimtelijke inpasbaarheid

Voorliggend project maakt deel uit van het Stadsbouwmeesterproject ‘Tweede voorkant Centraal station’ waarvoor de Stadsbouwmeester de regie voert. Naast de diverse stakeholders en de betrokken diensten mag zeker ook het participatief traject niet uit het oog verloren worden. De doelstelling daarbij is om het Copernicusproject in te bedden in een integrale en overkoepelende lange termijnvisie zonder het onnodig te vertragen. Het project moet de uitgangspunten en voorwaarden die gesteld werden als stedenbouwkundige uitgangspunten bij een eerdere verkoop van het gebouw herijken. Ter uitvoering van de opdracht is ervoor gekozen om workshops te organiseren waarbij de relevante stakeholders in de omgeving werden betrokken.

Een belangrijk onderwerp tijdens deze workshops en het scopingsadvies was het onderzoek naar de locatie van de doorsteek richting Kievit I. Er werd gevraagd te onderzoeken of een potentiële doorsteek mogelijk was in het verlengde van de eerste straat van Kievit I. Ook de bouwdieptes en hoogtes stonden nog ter discussie. In het verdere voortraject in het kader van het Stadsbouwmeesterproject ‘Tweede voorkant Centraal station’, werd het verdere onderzoek en de hieruit volgende wijzigingen aan het project toegelicht. Onder andere de bouwdiepte van het gebouw aan de Lange Kievitstraat werd beperkt met oog op meer ruimte in het binnengebied, de inrichting van het binnengebied werd verder bekeken, de bouwhoogte werd beperkt gewijzigd en er werd op basis van het onderzoek verdere argumentatie geleverd voor het behoud van de centrale doorsteek.

Deze voorgestelde alternatieve volumetrie werd verder onderzocht naar licht-, schaduw- en windeffecten en deze studies werden toegevoegd aan het MER. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de project-MER voldoende informatie bevat om de effecten van het project op zijn omgeving te beoordelen.

Water

In het MER wordt gesuggereerd dat de watergevoeligheid op de Copernicussite gelijkaardig zou zijn als de watergevoeligheid van de volledige stad. De watergevoeligheid op de Copernicussite is groter dan gemiddeld in de stad Antwerpen. Op basis van zowel de fluviale als pluviale kaarten blijkt dat reeds in het huidige klimaat de omgeving gevoelig is aan overstroming, en dit in alle omliggende straten. In het scopingsadvies vroeg de stad verder onderzoek om na te gaan of het project een ambitieuzere bijdrage aan de klimaatadaptatie van de site, en bij uitbreiding naar de omgeving, kan realiseren. De overstromingsveiligheid wordt voorzien door het vloerpeil te verhogen tot een T100 huidige klimaat. Met het toekomstig klimaat wordt rekening gehouden met een mobiele kering.

De bemaling wordt uitgevoerd in een gesloten bouwput. De berekende daling van het grondwaterpeil, als gevolg van lekdebieten, is dan ook beperkt. Deze daling is echter wel voelbaar tot de Zoo van Antwerpen die beschermd is als cultuurhistorisch landschap. 

Mobiliteit

In het kader van de discipline mobiliteit vroeg de stad Antwerpen om een alternatievenonderzoek aangaande de parkeervereisten van het project waarbij:

  • de parkeerplaatsen op de site zelf gerealiseerd worden, maar waarbij de toegang gerealiseerd wordt via bestaande ondergrondse infrastructuur.
  • een in- en uitrit in de Ploegstraat onderzocht wordt.

In het MER zijn bovenstaande ontsluitingsalternatieven niet op hun effecten onderzocht en afgewogen maar als ‘niet kansrijke alternatieven’ beoordeeld. Volgens de tellingen zijn er ongeveer evenveel fietsers als voertuigen in de Lange Kievitstraat. De in- en uitrit van de parking zal hier extra verkeer genereren ten nadele van deze fietsers. Het voorzien van een ondergrondse connectie naar de parking onder het Copernicusgebouw via de publieke parking onder het Kievitplein werd in het ontwerp MER niet weerhouden omdat dit ‘bouwtechnische, juridische, organisatorische en economische’ redenen niet mogelijk is gebleken. De ontsluiting zou een positief impact kunnen hebben op de omgevingskwaliteit en (verkeers)leefbaarheid. Op de plannen werd een mogelijkheid voor een dergelijke toekomstige verbinding wel nog opengehouden. 

Bodem

In de discipline bodem blijkt dat 80% van de projectgrond onderkelderd is. In het ontwerp-MER werd het project onderkelderd voor 91,5%. Naar aanleiding van het gevraagde alternatievenonderzoek in het scopingsadvies werd dit bijgesteld naar 86% en werd een grotere onbedekte zone (volle grond) gevrijwaard.


Biodiversiteit

Het ontwerp-MER gaat uit van een initieel beperkt verlies aan stedelijke natuurwaarden tijdens de aanlegfase, waar later opnieuw groene ruimte aan het projectgebied toegevoegd zal worden. De meest effectieve groenmaatregelen, zoals gesuggereerd door de Green Tool van de stad Antwerpen, werden in het ontwerp-MER beschouwd als niet of moeilijk haalbaar. Dit luik wordt in het voorliggende project-MER meer uitgewerkt waaruit resulteert dat de grotere zone volle grond meer mogelijkheden biedt om milderende maatregelen in het kader van de discipline biodiversiteit te kunnen nemen. 


Lucht & geluid

In de discipline (buiten)luchtkwaliteit en geluid ontbreekt het aan milderende maatregelen tijdens de werffase met betrekking tot de verbrandingsemissies van werfmachines. Dit geldt eveneens voor de geluidsemissies van deze machines. Ook tijdens de exploitatiefase wordt in het MER onvoldoende aandacht besteed aan de akoestische uitvoering van de in-/uitrit van de parkeergarage, de openingen tussen de gebouwen en de uitvoering van de (dak)terrassen die uitgeven op het binnengebied.


Conclusie

In het licht van de kenmerken van het project, de plaatselijke omstandigheden en de kenmerken ervan dient geoordeeld te worden dat de potentiële effecten voldoende in kaart gebracht zijn om de milieueffecten veroorzaakt door het project te kunnen beoordelen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

20 juni 2023

Uiterste adviesdatum adviesvraag

19 juli 2023


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag. 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.