Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022050250 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Liesbeth Boeve met als adres Lindenlei 21 te 2531 Boechout en mevrouw Veerle Sillis met als adres Lindelei 21 te 2531 Boechout |
Ligging van het project: | Oosterveldlaan ZN te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie C nr. 222A4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Bouwen van een nieuwe meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27/08/2021: stedenbouwkundig attest (202112) voor het oprichten van een gesloten bebouwing;
- 06/02/1978: vergunning (197812) voor het verkavelen van een bouwgrond.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein;
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- het bouwen van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 14 maart 2023 | 18 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 14 maart 2023 | 5 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 14 maart 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Water-link | 14 maart 2023 | 18 april 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 14 maart 2023 | 15 maart 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 14 maart 2023 | 14 maart 2023 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 14 maart 2023 | 21 maart 2023 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten | 14 maart 2023 | 15 maart 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 14 maart 2023 | 27 maart 2023 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 14 maart 2023 | 6 april 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 197812, goedgekeurd op 6 februari 1978, meer bepaald in lot(en) 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):
- artikel 1.03 Algemeen geldende voorschriften:
De kleur van de gevelsteen varieert van deze van het reeds opgetrokken, naastgelegen, pand;
- artikel 1.05 Algemeen geldende voorschriften:
- artikel 2 Percelen bestemd voor gegroepeerde bebouwing:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
De toepassing van een bruingrijze gevelsteen is niet kenmerkend in de directe omgeving, de aangrenzende panden zijn afgewerkt met een lichtkleurige gevelsteen;
Er wordt slechts één parkeerplaats voorzien voor 3 appartementen;
Op de snede zijn de dakopstanden 0,23 meter in plaats van een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
Op basis van de plannen is het onduidelijk of het gescheiden rioolstelsel wordt voorzien tot aan de straat.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het voorzien van een meergezinswoning is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van de verkaveling en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gabarit sluit aan bij de bouwdiepten van beide buren waardoor het voorgestelde bouwvolume ruimtelijk inpasbaar is. De kroonlijsthoogte van 9,12 meter wijkt beperkt af van de maximale kroonlijsthoogte van 9 meter van de verkavelingsvoorschriften. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de VCRO kunnen na het voeren van een openbaar onderzoek echter beperkte afwijkingen op de voorschriften worden toegestaan. Ook een afwijking op een uitspringende kroonlijst achteraan kan worden toegestaan.
Het ontwerp voorziet in woongelegenheden die voldoen aan een hedendaags comfort en gebruiksgenot. De aanvraag is, mits rekening gehouden wordt met de gestelde voorwaarden, in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
Het gevelmateriaal in bruin-grijze gevelsteen is niet kenmerkend in de omgeving. Beide buurpanden werden opgetrokken in lichte gevelsteen. In voorwaarden zal worden opgenomen dat de gevels moeten worden voorzien in een beige of lichtgrijze gevelsteen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt een parkeerplaats voorzien in de voortuin.
Hoewel dit afwijkt van de bepalingen van de verkaveling is dit aanvaardbaar, gelet op de vele opritten in de omgeving en de groene invulling van de voortuin. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de VCRO kunnen na het voeren van een openbaar onderzoek beperkte afwijkingen op de verkavelingsvoorschriften worden toegestaan.
De positie van de parkeerplaats in de voortuin werd afgestemd op de inplanting van de boom op het openbaar domein.
Ten behoeve van de toegang tot de parkeerplaats worden er op het inplantingsplan ook aanpassingen gedaan op het openbaar domein. Deze mogen niet door de aanvrager zelf worden uitgevoerd. In voorwaarden van de vergunning zal worden opgenomen dat er contact moet worden opgenomen met de dient Openbaar Domein van de stad om deze aanpassingen door te voeren.
De Groendienst adviseert dat de straatbomen nabij het perceel optimaal beschermd moeten worden en buiten de werfzone moeten blijven. Er mag geen werfzone worden ingericht onder de kruinzone van de bestaande bomen.
Dit zal in voorwaarden van de vergunning worden overgenomen.
Er wordt opgemerkt dat de riolering niet volledig werd opgetekend op het funderingsplan. Zoals opgenomen in het hydraulisch advies van Waterlink en artikel 40 van de bouwcode moet afvalwater en regenwater gescheiden worden aangelegd tot aan de rooilijn. Dit zal worden opgenomen in voorwaarden van de vergunning.
Waterlink merkt op dat de gegevens van de hemelwaterverordening niet worden weergegeven op de plannen. In het hemelwaterformulier wordt echter weergegeven dat er een regenwaterput wordt voorzien van 6000 liter met waterrecuperatie voor toiletten en een buitenkraan. Dit is aanvaardbaar.
Het is niet duidelijk of er ter hoogte van de perceelsgrenzen een dakopstand van 0,30 meter wordt voorzien ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, conform artikel 34 ‘Stabiliteit en scheidingsmuren’. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag zullen bij het verlenen van de vergunning voorwaarden worden opgenomen over de dakbekleding.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
Op een braakliggend stuk wordt een meergezinswoning met 3 appartementen van 1 slaapkamer voorzien. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
De werkelijke parkeerbehoefte is 3 x 1 = 3 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen in de voortuin voor de inkomdeur.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. Gelet op de kenmerken van de omgeving is het aanvaardbaar om 1 parkeerplaats te voorzien in de voortuin.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 – 1 = 2.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 1 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Het advies van de dienst mobiliteit luidt als volgt:
“ De fietsparkeerbehoefte is 3 x (1+1) = 6 fietsstalplaatsen. Deze worden inpandig voorzien. Er is een brede deur waardoor binnenrijden makkelijk kan verlopen, maar de voortuin is maar 6 m diep. Een automobilist heeft altijd de neiging om zo diep mogelijk te parkeren. Dat maakt het binnen en buiten gaan met de fiets niet handig. Er moet fysiek voor gezorgd worden dat als hier een parkeerplaats in de voortuin is, de wagen niet te diep kan parkeren (en goed naar links blijft staan) om het binnen en buiten gaan met de fiets te vrijwaren.”
In voorwaarden van de vergunning zal worden opgenomen dat de diepte van de parkeerplaats in de voortuin, met een beugel moet worden beperkt tot een diepte van 5 meter.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. De gevels zijn af te werken met een beige of lichtgrijze gevelsteen.
4. De diepte van de parkeerplaats in de voortuin is met een beugel te beperken tot 5 meter zodat de inkomdeur steeds vlot bereikbaar is.
5. Voor de aanpassingen aan het openbaar domein is contact op te nemen met de dienst Openbaar Domein van de stad.
6. De straatbomen nabij het perceel zijn optimaal te beschermen en er mag geen werfzone onder de kruinzone van de bomen ingericht worden.
7. Afvalwater en regenwater zijn gescheiden aan te leggen tot aan de rooilijn.
8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 december 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 14 maart 2023 |
Start openbaar onderzoek | 24 maart 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 22 april 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 september 2023 |
Verslag GOA | 6 juli 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 maart 2023 | 22 april 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. De gevels zijn af te werken met een beige of lichtgrijze gevelsteen.
4. De diepte van de parkeerplaats in de voortuin is met een beugel te beperken tot 5 meter zodat de inkomdeur steeds vlot bereikbaar is.
5. Voor de aanpassingen aan het openbaar domein is contact op te nemen met de dienst Openbaar Domein van de stad.
6. De straatbomen nabij het perceel zijn optimaal te beschermen en er mag geen werfzone onder de kruinzone van de bomen ingericht worden.
7. Afvalwater en regenwater zijn gescheiden aan te leggen tot aan de rooilijn.
8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.