Terug
Gepubliceerd op 17/07/2023

2023_CBS_04880 - Omgevingsvergunning - OMV_2023034301. Corbletstraat 27. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/07/2023 - 09:00 digitaal - contact: Tania Stremersch / bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2023_CBS_04880 - Omgevingsvergunning - OMV_2023034301. Corbletstraat 27. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_04880 - Omgevingsvergunning - OMV_2023034301. Corbletstraat 27. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023034301

Gegevens van de aanvrager:

de heer Mohamed Bouhadan met als adres Corbletstraat 27 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Corbletstraat 27 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 31 sectie B nrs. 225A18 en 225S14

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning met magazijn

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          14/01/2022: weigering (OMV_2021167876) voor het regulariseren van het omvormen tot en verbouwen van een meergezinswoning en werkplaats;

-          29/03/2019: gedeeltelijke voorwaardelijke vergunning (OMV_2019004097) voor het regulariseren van aanpassingen, herinrichten van een wooneenheid en het herbouwen van een magazijn;

-          17/08/2018: weigering (OMV_2018074700) voor het regulariseren van verbouwingen aan een meergezinswoning met magazijn;

-          05/03/2015: proces-verbaal (AN.66.LB.027536/2015) voor het uitvoeren van werken zonder stedenbouwkundige vergunning;

-          28/05/2010: vergunning (3473#11372) voor een regularisatie: herbouwen schuine daken magazijn ( vervallen);

-          01/01/1946: toelating (329#18607) voor een verbouwing;

-          01/01/1946: toelating (329#18924) voor een werkplaats.

 

Vergunde toestand

-          functie: wonen (eengezinswoning met magazijn);

-          bouwvolume:

  • voorbouw – eengezinswoning:

-          2 bouwlagen met zadeldak; 

-          bouwdiepte van circa 14,5 m;

  • achterbouw – magazijn:

-          1 bouwlaag met schuin dak (nok loodrecht op de straatzijde);

-          bouwdiepte van circa 9,5 m;

-          opgehoogde scheimuren (conform vergunning OMV_2019004097);

-          gevelafwerking:

  • geel parement en houten schrijnwerk;
  • poort naar doorrit tot aan de achterbouw;

-          inrichting:

  • tussen de voor- en de achterbouw is een koer;
  • achter de achterbouw is een achtertuin;

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • voorbouw: wonen (meergezinswoning met 2 woongelegenheden);

-          bouwvolume:

  • voorbouw: uitgebreid tot tegen het magazijn;

-          gevelafwerking:

  • gele gevelsteen en buitenschrijnwerk in wit pvc met aangepaste indeling;
  • poort naar doorrit tot aan de achterbouw;

-          inrichting:

  • door de uitbreiding is tussen de voor- en de achterbouw de koer verkleind;

 

Nieuwe toestand

-          functie: wonen (eengezinswoning met twee slaapkamers en een magazijn);

-          bouwvolume:

  • voorbouw – eengezinswoning:

-          2 bouwlagen met zadeldak; 

-          bouwdiepte van circa 15 m;

-          ontpitten door sloop van 8 m² omvormen tot patio;

-          dakterras op de eerste verdieping – optrekken van de scheidingsmuur;

  • achterbouw – magazijn:

-          1 bouwlaag met schuin dak (nok loodrecht op de straatzijde);

-          bouwdiepte van 9,5 m;

-          opgehoogde scheimuren (conform vergunning OMV_2019004097);

-          gevelafwerking:

  • conform bestaande toestand;

-          inrichting:

  • tussen de voor- en de achterbouw is een koer/patio;
  • achter de achterbouw is een achtertuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          inrichten van een dakterras;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

de ‘sociale ruimte’ die zal dienst doen als verblijfsruimte zoals de naam doet afleiden is slechts 2,50 m hoog waar de minimale hoogte van een verblijfsruimte 2,60 m bedraagt.

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

Het volume van de ‘woonkamer’ op de gelijkvloerse verdieping wordt gedeeltelijk gesloopt en voorzien als patio. Het andere gedeelte wordt voorzien als ‘sociale ruimte’ die enkel toegankelijk is via het magazijn. Deze ruimte heeft een vrije hoogte van 2,50 m en is niet voorzien van direct licht en lucht en voldoet bijgevolg niet aan dit artikel.

De lichtdoorlatende oppervlakte van de opening is minimaal 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte, met een minimum van 1 vierkante meter.

Dakkoepels tellen enkel mee bij de daglichtberekening op voorwaarde dat er per verblijfsruimte andere verticale of schuine openingen voorzien zijn;

  • artikel 43 Septische putten:
    de totale inhoud van de septische put is niet opgegeven.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van diverse bepalingen van de bouwcode, namelijk van artikel 43 ‘Septische putten’ aangezien het dossier geen gegevens bevat over de dimensionering van een eventuele septische put. De minimale inhoud van een septische put dient voor dit project 2.000 l te bedragen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

Verder wijkt de aanvraag ook af van artikel 21 en 24 van de bouwcode. Dit wordt verder besproken in het verslag onder “Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen”.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning met magazijn achteraan. De functie wonen en het magazijn blijven behouden en zijn daarmee in harmonie met de kenmerkende functies in de Corbletstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het project bevat een voorhuis aan de straat. De woning is vergund als een eengezinswoning en bestaat uit twee bouwlagen onder zadeldak met een bouwdiepte van ongeveer 15 m en een bruto-vloeroppervlakte van ongeveer 151 m². Achteraan het perceel is een magazijn aanwezig van één bouwlaag onder twee schuine daken.

 

Inzake volumetrie betreft de aanvraag voornamelijk aanpassingen aan het volume tussen de woning en het magazijn. Hier wordt een deel afgebroken en voorzien als koer. Het bouwvolume wordt verminderd, waardoor schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid gerespecteerd blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er worden geen visuele aanpassing aangevraagd in deze vergunningsaanvraag.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Sociale ruimte

Het is onduidelijk hoe de “sociale ruimte” in het magazijn gebruikt zal worden. Om te vermijden dat hier onduidelijkheid over zal bestaan, wordt in de voorwaarde opgenomen dat deze sociale ruimte in functie moet zijn van de werkplaats/het magazijn. De sociale ruimte wordt beoordeeld als een verblijfsruimte, waardoor deze moet voldoen aan de minimale kwaliteit, opgelegd in de bouwcode. Deze verblijfsruimte wijkt af van artikels 21 en 24 van de bouwcode. De bouwcode legt daarom duidelijke randvoorwaarden op voor de minimale lichttoetreding en voor verblijfsruimten. Bij de lichttoetreding is niet alleen daglichttoetreding belangrijk, maar ook het zicht. Louter dakkoepels voorzien, is daarom niet toegelaten. Voor de belevingswaarde van elke verblijfsruimte en keuken, moet een daglichtopening doorzichtig zijn, zodat er effectief naar buiten kan gekeken worden. Om hieraan te voldoen zal in voorwaarde worden opgenomen dat er een opengaande raampartij moet geplaatst worden tussen de patio en de sociale ruimte. Verder wordt er opgemerkt dat deze ruimte een beperkte hoogte heeft van 2,5 meter. Dit wijkt beperkt af van de noodzakelijke 2,6 meter opgelegd in de bouwcode. De overige gelijkvloerse binnenhoogte van het magazijn bevindt zich wel op 2,6 meter. Gelet op de beperkte afwijking en eerder gestelde voorwaarde kan een afwijking hier worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.

 

Scheidingsmuur terras

Op de eerste verdieping voorziet de aanvraag tegen de achtergevel van het woongebouw een dakterras. De linker scheimuur wordt ter plaatse van dit dakterras verhoogd tot 1,8 meter. Dit wijkt af van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek waarbij dit minimaal 1,9 meter moet bedragen. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht en erfdienstbaarheden te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

 

Planschikking

De aanvraag heeft betrekking op één woonentiteit met achterliggend magazijn. Toch valt aan de planschikking deels af te lezen dat dit pand gebruikt werd voor twee woonentiteiten. Zowel het gelijkvloers niveau als de eerste verdieping werd telkens voorzien van gemeenschappelijke woonkamers, slaapkamers en een natte cel. In deze aanvraag wordt er slechts één woonentiteit voorzien in het gebouw. Het is uiteraard niet verboden af te wijken van de traditionele planschikking. De gelijkvloerse slaapkamer aan straatzijde biedt echter een beperkte verblijfskwaliteit voor de gebruiker. Mogelijks kan er meer kwaliteit geboden worden door de gelijkvloerse slaapkamer met dressing te wisselen met de woonkamer op de eerste verdieping. Deze suggestie wordt louter ter advies meegegeven aan de aanvrager.

 

In de vergunde werkplaats achteraan wordt in de aanvraag een autostalplaats voorzien. Deze autostaanplaats is bereikbaar via een onderdoorgang. Er is een open ruimte voorzien horende bij de woning op het gelijkvloers. De kwaliteit van deze buitenruimte wordt hierdoor nadelig beïnvloed. Door in het voorgebouw maar één woonentiteit te voorzien en bijkomend dakterras, kan er toch een minimale woonkwaliteit bekomen worden in dit pand.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Er moet een septische put voorzien worden conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.
  1. De sociale ruimte in het achterliggende bijgebouw moet in functie staan van de werkplaats/het magazijn.
  1. Er moet een verticale opengaande raamopening geplaatst worden tussen de patio en de sociale ruimte. Het raam moet een minimale grootte hebben van 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de sociale ruimte, met als strikte minimum 1 vierkante meter.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 maart 2023

Volledig en ontvankelijk

26 april 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 september 2023

Verslag GOA

6 juli 2023

naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. Er moet een septische put voorzien worden conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.
  1. De sociale ruimte in het achterliggende bijgebouw moet in functie staan van de werkplaats/het magazijn.
  1. Er moet een verticale opengaande raamopening geplaatst worden tussen de patio en de sociale ruimte. Het raam moet een minimale grootte hebben van 10 % van de netto-vloeroppervlakte van de sociale ruimte, met als strikte minimum 1 vierkante meter.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.