Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
Artikel 7§5 bepaalt dat als de voorzitter van de gemeenteraad tijdelijk afwezig is, hij zijn bevoegdheid schriftelijk kan opdragen aan een gemeenteraadslid. Dit gemeenteraadslid neemt dan het voorzitterschap waar gedurende de periode van afwezigheid.
Artikel 120 stelt dat artikel 7 van toepassing is op de verkiezing van de voorzitter van de districtsraad, met dien verstande dat "de gemeenteraad" wordt gelezen als "de districtsraad", "het gemeenteraadslid" wordt gelezen als "het districtsraadslid", "de voorzitter van de gemeenteraad" wordt gelezen als "de voorzitter van de districtsraad", (…) "schepen" wordt gelezen als "districtsschepen", "burgemeester" wordt gelezen als "districtsburgemeester” (…).
De districtsraad neemt kennis van de tijdelijke afwezigheid van de voorzitter van de districtsraad en de opdracht tot vervanging.
Het voorzitterschap van de zitting van de districtsraad wordt waargenomen door districtsschepen en raadslid Paul De Ranter.