Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023081872 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Diana Lozada met als adres Justitiestraat 4 bus B38 te 2018 Antwerpen en de heer Matthias Bourdeau met als adres Justitiestraat 4 bus B38 te 2018 antwerpen |
Ligging van het project: | Constantijn Huygensstraat 12 te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nr. 720A5 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renoveren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/03/1963: vergunning (18#89108) voor het bouwen van een eengezinswoning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande veranda;
- uitbreiden van het volume met een nieuwe aanbouw;
- plaatsen van een dakerker aan de achtergevel;
- wijzigen (isoleren) van de gevels;
- wijzigen van de raamindeling en voorgevel;
- aanbrengen van nieuwe verhardingen (terras);
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
In een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving.
- in de bestaande toestand sluit de dakoversteek/ bakgoot mooi aan, en is deze opgelijnd met deze van de buren. Door het toepassen van een “verscholen goot” en het optrekken van het gevelvlak verdwijnt deze uniformiteit;
- de zwarte dakpannen wijken af van het referentiebeeld;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). .
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
- Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar. De bestaande vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met het woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag bevat de uitbreiding van een eengezinswoning op het gelijkvloers ten voordele van een grotere leefruimte. De woning is de uiterst linkse woning van een groep van 4 woningen met een identieke volumetrie. De woningen hebben een hoofdvolume met een bouwdiepte van 10 meter en tellen 2 bouwlagen met zadeldak. Aanpalend aan de uiterst linkse en uiterst rechtse woningen zijn garages opgericht waarvan de achtergevels 4,60 meter dieper komen dan de achtergevels van het hoofdvolume van de woningen. Drie van de vier woningen hebben een gelijkvloerse uitbouw van ongeveer 2,50 meter. De uitbreiding uit de aanvraag is dieper dan deze momenteel kenmerkende uitbouwen maar komt niet dieper dan de achtergevel van de aanpalende garage. Er blijft een tuinzone over met een diepte van 14 meter. Gezien de bouwdiepte van de uitbreiding binnen de bouwdiepte van de achtergevel van de garage blijft, wordt de bouwdiepte als verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening beoordeeld. De bouwhoogte van de uitbouw is asymmetrisch waarbij het hoogste punt aansluit op de garage. Ten aanzien van de rechteraanpalende woning bedraagt de bouwhoogte van de uitbreiding 3,50 meter en creëert de bouwhoogte geen hinder op vlak van (zon)lichttoetreding. In het zadeldak aan de achtergevel wordt een dakkapel toegevoegd. Dakkapellen zijn kenmerkend in de omgeving .
De schaal en het ruimtegebruik van de uitbreiding zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De wijk waarin de woning wordt gesitueerd (Constantijn Huygestraat, Busken Huetstraat, Roemer Visscherstraat) wordt gekenmerkt door gekoppelde woningen met doorlopende kroonlijst, een zadeldak in rode kleidakpannen en rood gevelmetselwerk. Door het gebruik van een arrière-corps tussen de woningen onderling wordt het onderscheid tussen de woningen geaccentueerd. De woningen bevatten tevens stijlkenmerken van de modernistische architectuur.
De aanvraag wijkt op diverse punten af van deze kenmerkende elementen terwijl de bouwcode stelt dat te verbouwen gebouwen in harmonie moeten zijn met de kenmerken van de omgeving (bouwcode, artikel 6).
Het is onduidelijk af te leiden uit de plannen of de kroonlijsthoogte aan de voorzijde wijzigt. Op de voorgeveltekening en op de snede lijkt de bakgoot niet meer aanwezig te zijn. Op het terreinprofiel blijft het gabariet gelijk aan de rechteraanpalende woning. Aangezien de groep van 4 woningen met een gelijkaardig gabariet en kenmerken zijn opgetrokken, moeten deze behouden blijven (bouwcode, artikel 6). De bakgoot aan de voorgevel moet behouden blijven op dezelfde hoogte als de rechteraanpalende woning. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
De rode dakpannen worden vervangen door zwarte dakpannen. Vanuit de harmonieregel moeten rode dakpannen behouden blijven.
De woning wordt na-geïsoleerd en bekleed met rode steenstrips. Deze ingreep wordt geapprecieerd maar elke vorm van detaillering ten opzichte van de bestaande toestand verdwijnt. In de bestaande toestand is er een plint in blauwe hardsteen, een variatie in metselwerkverbanden en geglazuurde tegels onder het gelijkvloers raam in de voorgevel. Om vervlakking van de gevel tegen te gaan en om de modernistische stijlkenmerken in de wijk te bewaren, dienen deze details teruggebracht te worden. Zo moet er een nieuwe plint in blauwe hardsteen worden voorzien met dezelfde hoogte als de bestaande plint en de variatie in metselwerkverbanden moet ook met de steenstrips nagebootst worden. De geglazuurde tegels onder het gelijkvloerse voorgevelraam moet teruggeplaatst worden of ook voorzien worden van steenstrips in een verticaal metselwerkverband. De geveltekeningen maken geen melding van dorpels. De ramen die in de vergunde toestand voorzien zijn van natuurstenen dorpels dienen opnieuw voorzien te worden van dorpels in natuursteen of architectonisch beton. Deze aspecten moeten als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld en worden indicatief in rood aangeduid op het voorgevelplan en zijgevelplan van de nieuwe toestand.
Vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit dient aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails, die ook als voorwaarde zullen worden opgelegd in de vergunning. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven. De arrière-corps is het terugspringen van de gevellijn ter hoogte van de perceelgrens met de rechter aanpalende woning. Dit is een typische detaillering in een stedelijke context. De dagkanten in de raamopeningen moeten afgewerkt worden in dezelfde baksteenstrips als de rest van de gevel. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen. De natuurstenen raamdorpels dienen na isolatie minstens 5 cm uit het geveloppervlak te steken.
Rekening houdende met artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, wordt tevens opgelegd om het gevelpakket (isolatie en steenstrips) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de bestaande gevellijn.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De geplande werken optimaliseren het wooncomfort van de woning. De leefruimte wordt op de tuin georiënteerd waardoor het contact tussen de leefruimte en de tuin wordt versterkt wat de woonkwaliteit ten goede komt.
De dakvlakvensters in de slaapkamers onder het hellend dak worden te laag geplaatst waardoor het gebruiksgenot niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. Het hoogste punt van het dakvlakvenster is 1,60 meter waardoor een volwassene die recht voor zich uit het raam wil kijken, op de rand van het dakvlakvenster kijkt. Als het dakvlakvenster wordt geopend, kan een volwassene niet onder de geopende vleugel. De onderkant van het dakvlakvenster bevindt zich nagenoeg op de vloerpas. De onderkant van een dakvlakvenster wordt gemiddeld tussen de 1,10 en 1,40 meter van de vloer geplaatst. In de voorwaarde bij de vergunning moet worden op genomen dat de dakvlakvensters zo moeten geplaatst worden dat de dakvlakvensters kunnen geopend worden door een volwassene zonder dat het hoofd wordt gestoten.
Ter hoogte van de gewenste uitbreiding beschikt de scheidingsmuur niet overal over een minimale opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak (bouwcode, artikel 34). Van dit artikel kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien het dak voorzien wordt van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bakgoot aan de voorgevel moet behouden blijven op dezelfde hoogte als de rechteraanpalende woning.
2. Het dak moet bedekt worden met rode dakpannen.
3. De modernistische stijlkenmerkend moeten teruggebracht worden na isolatie door volgende ingrepen toe te passen:
4. De ramen die in de vergunde toestand voorzien zijn van natuurstenen dorpels dienen opnieuw voorzien te worden van dorpels in natuursteen of architectonisch beton. Deze moeten na isolatie minstens 5 centimeter uit het geveloppervlak steken.
5. De afmetingen van de bestaande raam- en deuropeningen moeten behouden blijven.
6. De arrière-corps met de rechteraanpalende woning moet behouden blijven.
7. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen.
8. De dakvlakvensters moeten zo geplaatst worden dat de dakvlakvensters kunnen geopend worden door een volwassene zonder dat het hoofd wordt gestoten.
9. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
10. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 juli 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 11 september 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 10 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 8 februari 2024 |
Verslag GOA | 26 oktober 2023 |
Naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bakgoot aan de voorgevel moet behouden blijven op dezelfde hoogte als de rechteraanpalende woning.
2. Het dak moet bedekt worden met rode dakpannen.
3. De modernistische stijlkenmerkend moeten teruggebracht worden na isolatie door volgende ingrepen toe te passen:
4. De ramen die in de vergunde toestand voorzien zijn van natuurstenen dorpels dienen opnieuw voorzien te worden van dorpels in natuursteen of architectonisch beton. Deze moeten na isolatie minstens 5 centimeter uit het geveloppervlak steken.
5. De afmetingen van de bestaande raam- en deuropeningen moeten behouden blijven.
6. De arrière-corps met de rechteraanpalende woning moet behouden blijven.
7. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen.
8. De dakvlakvensters moeten zo geplaatst worden dat de dakvlakvensters kunnen geopend worden door een volwassene zonder dat het hoofd wordt gestoten.
9. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
10. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.