Terug
Gepubliceerd op 23/10/2023

2023_CBS_07374 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022163289. Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/10/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07374 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022163289. Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_07374 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022163289. Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022163289

Gegevens van de aanvrager:

NV FLUXYS BELGIUM met als contactadres Kunstlaan 31 te 1040 Brussel

Gegevens van de exploitant:

NV FLUXYS BELGIUM (0402954628) met als contactadres Kunstlaan 31 te 1040 Brussel

Ligging van het project:

Adolf Greinerstraat zonder nummer (zn) te 2660 Hoboken (Antwerpen), Titanstraat 1-5, 9-13 en 10 te 2620 Hemiksem 

Kadastrale percelen:

Antwerpen afdeling 37 sectie C nrs. 557A4557C4 en 557G4

Hemiksem afdeling 1 sectie C nrs. 9D, 16R, 16N, 17W, 17V, 23C2, 23T2, 23P, 23R2, 23W2, 23X2, 380A

waarvan:

 

-     20230308-0022

sectie C nrs. 23R2, afdeling 37 557C4, afdeling  16N, 9D, 23X2, 17W, afdeling 37 557A4, afdeling  23T2, 16R, 380A, afdeling 37 557G4, afdeling  17V en 23P (Tijdelijke  bemaling)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen van technische infrastructuur en constructies, het vellen van enkele bomen, het aanleggen van verharding, het exploiteren van een tijdelijke bemaling voor het uitvoeren van deze handelingen, en een verzoek tot bijstelling van de lozingsnormen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     27/07/2023: vergunning deputatie (OMV_2022166828) voor het bouwen en exploiteren van een nieuw aardgasontspanningsstation en een verzoek tot afwijking van de hemelwateropvang;

-     17/12/2021: vergunning (OMV_2021151529) voor het slopen van 2 vrijstaande constructies voor gasvervoer.

 

Vergunde toestand

-     geen vergunde toestand aangeleverd;

 

Huidige toestand

-     perceel gelegen in industriële context ter hoogte van het kruispunt Adolf Greinerstraat met Van Praetstraat;

-     aan de noordkant (deel binnen Antwerpen):

  • een braakliggend terrein (zie OMV_2021151529);
  • bouwvolume nieuw aardgasontspanningsstation (OMV_2022166828) nog niet uitgevoerd;
  • 3 bomen (Salix Alba – schietwilg) ter kap:

-     schietwilg 120 cm, 25 jaar

-     schietwilg 64 cm, 15 jaar

-     schietwilg 78 cm, dode boom, 18 jaar

-     aan de zuidkant (deel Hemiksem):

  • bestaand station ter ontmanteling.

 

Gewenste toestand

-     aan de noordkant (deel binnen Antwerpen):

  • bouwvolume aardgasontspanningsstation niet opgetekend (OMV_2022166828 was nog niet beslist op moment van huidige aanvraag);
  • infrastructuur 1: 

-     ondergrondse gasvervoerleiding.

  • infrastructuur 2: 

-     bovengrondse filterlijnen;

-     ondergrondse knooppunt;

-     bovengrondse telecommunicatiekast;

-     plaatsen van een afdak van 1,5 m bij 2 m boven deze kast;

-     volledige verharding van 372 m² van het terrein ter hoogte van deze handelingen.

-     aan de zuidkant (deel Hemiksem):

  • braakliggend terrein.

 

 

Inhoud van de aanvraag 

-     bouwen van infrastructuur 1 en 2;

-     aanleggen van verharding;

-     plaatsen van telecommunicatiekast met afdak;

-     vellen van 3 bomen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 21 maart 2002 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning klasse 1 verleend aan cvba IVEG voor de exploitatie van een ontspanningsstation voor aardgas (AN2001/804). Op 28 november 2019 werd de milieuvergunning overgedragen van ov IVEG naar cvba Fluvius System Operator (OMV_2019108210). Deze vergunning was verleend voor een termijn van 20 jaar en was geldig tot 21 maart 2022. Op 15 juni 2021 werd de uitbating van het gasontvangststation stopgezet (OMV_2021095288).

 

Op 27 juli 2023 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning klasse 1 verleend aan cv Fluvius System Operator voor het bouwen en exploiteren van een nieuw aardgasontspanningsstation en een verzoek tot afwijking van de hemelwateropvang (OMV_2022166828).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft een bemaling voor de aanleg van een nieuwe leiding en bouwput voor de afbraak van het bestaande station te Hoboken.

Er wordt een vergunning voor een periode van zes weken aangevraagd vanaf de start van de werken.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

45 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

10 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

18.435 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Tijdelijke  bemaling

Bij te stellen voorwaarde:

1. Controle-inrichting en zelfcontroleprogramma Vlarem II - artikel 4.2.5.1.1. §1
Controle-inrichting én Vlarem II  artikel 4.2.5.2 Zelfcontroleprogramma Bij lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat; Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen: voor debieten > 2 m3/uur of  > 20 m3/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

 

2. Lozingsnormen artikel 4.2.3.1.3°
Van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom 'indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)' van artikel 3 van bijlage 2.3.1. enkel stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

1. Controle-inrichting

In afwijking van Art. 4.2.5.1.1. §1 dient geen venturi-meetgoot of andere evenwaardige meetmogelijkheid voorzien te worden. Er dient evenwel een controleput aanwezig te zijn waarbij een staal van het te lozen bedrijfsafvalwater of effluent kan genomen worden.

 

2. Lozingsnormen

Voor andere verontreinigende stoffen die tijdens de monitoringcampagne zouden worden aangetroffen, kan een lozingsnorm van tienmaal het indelingscriterium aangehouden worden, behalve voor prioritair gevaarlijke stoffen waarvoor eenmaal het indelingscriterium geldt. 

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

22 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag 

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

11 oktober 2023

11 oktober 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

11 oktober 2023

16 oktober 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Business en Innovatie:

 

“De aanvraag omvat de vernieuwing van een bestaand spanningsstation voor een gashoofdleiding en de vernieuwing van de bijhorende leidingen. De site is gelegen binnen het industriegebied Umicore zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie .Aandachtspunten voor de werken:

  1. ligt in een hoofdleidingenzone dus gevaar voor cumulatieve effecten bij incidenten;
  2. gelegen op een terrein van een hoogdrempelig sevesobedrijf naast de waterzuivering.

 

Voor het dossier wordt ook een bodemsanering voorzien voor de zone waar de werken plaatsvinden, wat zeker aan te bevelen is.

 

Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden”

 

Het advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De aanvraag is functioneel inpasbaar binnen de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het wijzigen van de bestaande infrastructuur en het aanleggen van nieuwe ondergrondse leidingen. Deze wijzigingen passen binnen het ruimtegebruik van deze industriële site. Het ruimtegebruik van de aanvraag kan dan ook gunstig worden beoordeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voorziet ook het kappen van 3 hoogstammige bomen. Er werd tijdens de procedure advies gevraagd aan de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen.

 

Deze dienst verleent een voorwaardelijk gunstig advies:

“De 3 te rooien bomen moeten gecompenseerd worden door 3 inheemse hoogstammige bomen van 1e of 2e grootte met een stamomtrek  van 18/20 cm.”

 

Het advies van Groen en Begraafplaatsen wordt gevolgd. De voorgestelde voorwaarde wordt dan ook mee overgenomen in het advies van de stad Antwerpen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat een tijdelijke bemaling voor de aanleg van een nieuwe leiding in open sleuf met 2 aansluitingsputten (fase 1) en voor de te graven bouwput voor de uitbraak van het bestaande station te Hoboken (fase 2). Beide fasen worden onafhankelijk van elkaar uitgevoerd. In totaal zal er circa 18.435 m3 grondwater onttrokken worden.

 

In het aanvraagdossier wordt het type af te breken bestaande station niet duidelijk omschreven. Uit onderzoek blijkt dat het gaat om een gasreduceer- en ontspanningsstation.

 

Voor beide fasen wordt een verticale filterbemaling (gravitair of vacuüm) gebruikt met volkomen filters. De filters worden in de zandige laag geplaatst tot aan de top van de kleilaag.

 

Indien de kleilaag zich ondieper bevindt dan de benodigde bemalingsdiepte (2,2 m-mv voor fase 1 en 2,1 m-mv voor fase 2) dan wordt voorgesteld om een open bemaling toe te passen in de klei tot de gewenste uitgravingsdiepte in combinatie met vacuüm filters in de zandige laag.

 

Fase 1- Bemaling: aanleg nieuwe leiding

Een open sleuf van 1,3 x 215 m en twee aansluitingsputten van 3 x 6 m zullen tot 1,7 m-mv uitgegraven worden voor de aanleg van de leiding. Het grondwater wordt lokaal onttrokken tot een maximale diepte van circa 2,2 m-mv. Er zal gefaseerd worden bemaald, per lijntraject zodat er gebufferd kan worden. Piekdebieten zullen worden opgevangen via de buffering (buffertank circa 50-75 m³). Een maximale verlaging bij filter is 2,4 m. Voor de bemaling zullen er 11 filters nodig zijn rond elke aansluitingsput met een tussenafstand van circa 1,5 m om de uitgraving te ontwateren. Verder zullen er 141 filters nodig zijn rond de open sleuf met een tussenafstand van circa 1,5 m. In totaal zullen er 163 filters nodig zijn. De maximale invloedstraal is 260 m vanaf de rand van de uit te graven open sleuf-fase 1 (Tabel 1).

 

In de praktijk zal het debiet van de open sleuf aanleunen bij het opgepompt debiet van 40 m³/uur bij opstart en 11 m³/uur na bereiken van de stationaire situatie. Voor de aansluitingsputten is het initieel debiet bij opstart 3,2 m³/uur en 2,5 m³/uur na bereiken van de stationaire situatie. Er zal in totaal maximaal 15.040 m3 grondwater opgepompt worden (Tabel 1). De twee aansluitingsputten worden tegelijkertijd bemaald over een periode van 2 weken en de open sleuf wordt bemaald over een periode van 4 weken. Er zal worden uitgegaan van een overlapping van 5 dagen (voorbemalen) tussen de twee (open sleuf en aansluitingsputten). De totale bemalingsduur is 37 dagen.

 

Fase 2- Bemaling bouwput

Voor de afbraak van het bestaande station zal een bouwput van 40,50 m x 36,50 m tot

1,6 m-mv uitgegraven worden. Het grondwater wordt lokaal onttrokken tot een maximale diepte van circa 2,1 m-mv. Een maximale verlaging bij filter is 2,6 m. Voor de bemaling zullen er 45 filters nodig zijn rond de bouwput met een tussenafstand van circa 3,5 m om de uitgraving te ontwateren.

 

Het maximale debiet van de bemaling bedraagt ongeveer 7,7 m³/uur tijdens de opstart. Een stabiel debiet van ongeveer 4,5 m³/uur zal worden bereikt. Er zal in totaal maximaal 3.395 m3 grondwater opgepompt worden (Tabel 1). De bouwput wordt bemaald over een periode van 4 weken.

 

Indien tijdens de werken stof vrijkomt in de lucht dat hinderlijk is voor de omgeving, zullen onmiddellijk corrigerende maatregelen getroffen worden om de stofontwikkeling te verminderen.

Tabel 1: Samenvatting van het berekende debiet, opgepompte volume en invloedstraal – fasen 1 en 2.

 

Uitgraving

Initieel debiet (m3/d)

Initieel debiet (m3/u)

Stabiel debiet (m3/d)

Stabiel debiet (m3/u)

Totaal te onttrekken volume (m3)

Invloedstraal (m)

Aansluitingsput (noord)

77

3,2

60

2,5

925

150

Aansluitingsput (zuid)

77

3,2

60

2,5

925

150

Open sleuf

960

40

260

11

13.190

260

Totaal fase 1

 

 

 

 

15.040

 

Bouwput station

Fase 2

184

7,7

108

4,5

3.395

220

 

 

Verontreinigingen

 

De invloedstraal +20% van de bemaling van het station (237 m rond de bouwput) valt binnen de invloedstraal +20% van de leiding (312 m rond de open sleuf).

Binnen de maximale invloedstraal (+20%) van de bemaling rond de open sleuf zijn bij OVAM 8 bodemdossiers gekend (dossiernummer 2404, 16845, 4068, 9244, 8886, 25694, 1734 en 30468).

 

Op basis van de informatie in de OVAM-dossiers worden verschillende bodem- en grondwaterverontreinigingen vastgesteld. Voor de verontreiniging met zware metalen, arseen, minerale olie, BTEX, PAK’s en cyanides in het vaste deel van de aarde is er een saneringsnoodzaak. Er is een grondwaterverontreiniging aanwezig met zware metalen, minerale olie, BTEX, VOCl’s, cyaniden, fenolen, PAKs, ionen, arseen en geleidbaarheid (EC). Voor de verontreiniging met fenolen in het grondwater is er geen saneringsnoodzaak. Zowel de parameters waarvoor een saneringsnoodzaak aanwezig is als deze waarvoor er geen saneringsnoodzaak is zullen opgevolgd worden.

Verder liggen de bemalingswerken binnen een locatie specifiek vastgesteld PFAS No Regret Zone in een straal van 5 tot 10 km rond 3M. Er wordt invloed op/door de bemaling verwacht.

 

Het is aangeraden om PFAS te bemonsteren voor de start van de werken en, indien nodig, het bemalingswater te monitoren en te behandelen.

 

Zuivering

Een gefaseerd bodemsaneringsproject (dossiernummer: 16845) is opgemaakt in functie van de integratie van de bodemsaneringswerken met de renovatiewerken van het gasreduceer- en ontspanningsstation. Gelijktijdig en aansluitend aan de bemalingswerken zal ook dit gefaseerd bodemsaneringsproject (BSP) uitgevoerd worden door OVAM.

 

De grondwaterzuiveringsinstallatie (GWZI) welke voorzien wordt voor de behandeling van het bemalingswater tijdens de kernzonesanering zal ook ingezet worden voor de rest van de werken. De inzet van de waterzuivering zal afgestemd worden op staalnames. Indien het bemalingswater concentraties hoger dan de (verhoogde) lozingsnormen bevat, zal het bemalingswater over een mobiele GWZI geleid worden.

Het gebruik van waterremmende wanden kan een alternatief zijn om de verplaatsing en het oppompen van verontreinigende stoffen te beperken gelet op de verontreiniging in de omgeving van de werken.

 

Het bemalingswater zal conform het gefaseerd BSP gemonitord worden, influent/effluent op pH, EC en de parameters SAP/PAK, ionen, PFAS, fenolen, CN, SCN, Sb, Se en AOX.

De milieudeskundige die voorzien is voor de saneringswerken van het BSP in opdracht van OVAM zal tevens de bemalingswerken begeleiden en de inzet van de waterzuivering opvolgen.

 

De mobiele grondwaterzuiveringsinstallatie bestaat uit de volgende onderdelen:

-     een gesloten buffertank voor bezinking van slibdeeltjes;

-     een oliewaterafscheider om puur product af te scheiden;

-     een beluchtingsstap met een luchtzijdige aktief koolfilter;

-     een automatisch gespoelde zandfilter;

-     een dubbelzijdige waterzijdige actief koolfilter;

-     een ionenwisselaar;

-     een grondwatersonde peilmeter voor de sturing van de pompen;

-     debietmeters op de effluentstroom van gezuiverd grondwater;

-     aftappunten voor het nemen van watermonsters voor, tijdens en na de verschillende stadia van zuivering;

-     een schakelkast voor automatisch bedrijf.

 

Na de zuivering zal er geloosd worden met een gemiddeld debiet van 5 m³/uur en maximaal tot 10 m³/uur. Indien er geen zuivering nodig is, kan dit debiet tot maximaal 45 m³/uur zijn.

Omwille van het debiet tot maximaal 45 m³/uur, is een saneringscontract met Aquafin noodzakelijk.

 

In de omgeving zijn er geen mogelijkheden om het opgepompte water te hergebruiken. Herinfiltreren in het grondwater is niet mogelijk vanwege de lemige/kleiige ondergrond en de mogelijke verspreiding van de bestaande verontreinigingspluimen in de omgeving. Het opgepompte bemalingswater zal na zuivering via de ‘straatkolken en riool’ en van daaruit op de Schelde (oppervlaktewater) worden geloosd.

 

Het project is niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied. Er is enkel één actieve grondwaterwinning gelegen binnen de invloedstraal van de bemalingen (installatie nummer 2020-093314) met een vergund jaardebiet van 7.500 m3/jaar volgens de Databank Ondergrond Vlaanderen. Er wordt geen effect op de grondwaterwinning verwacht gezien de geringe hoeveelheid die via dit punt wordt gewonnen en de afstand tot de uitgravingen (280 m, buiten de invloedstraal).

 

Uit berekeningen in de bemalingsstudie blijkt dat er geen overschrijdende zettingen > 20 mm zullen optreden in de omgeving van de werken.

 

Effect biodiversiteit

 

De invloedstraal van de bemaling (+ 20%) overlapt voor een zeer klein deel met de SBZ (Speciale Beschermingszone) 0,5 ha van de meer dan 5.500 ha van het habitatrichtlijngebied ‘Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’. Verder is het project gelegen nabij het vogelrichtlijngebied ‘Durme en de middenloop van de Schelde’, op 635 meter ten westen van het projectgebied, buiten de invloedstraal van de bemaling (+ 20%).

 

De wetgeving rond natura 2000 gebieden stelt dat een passende beoordeling dient opgemaakt te worden wanneer er een mogelijke impact is van een aangevraagd project op een speciale beschermingszone.

Uit de resultaten van de voortoets passende beoordeling worden er geen significante negatieve effecten op de speciale beschermingszones verwacht. Binnen het project wordt er geen verlichting voorzien. Indien in uitzonderlijke gevallen toch met verlichting gewerkt zal worden dan wordt aangeraden om deze lichtbronnen bij nacht te doven om zodoende een verstorend effect te voorkomen op onder andere vleermuizen.

 

Effect geluid

De geluiden van de bemaling en lozing zijn tijdelijk en zijn een onderdeel van de werf.

Om de geluidshinder naar de omgeving te beperken wordt aangeraden om met geluidsarme bemalingspompen te werken.

 

Afwijking sectorale voorwaarden

 

Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)

 

De exploitant vraagt een bijstelling van de sectorale voorwaarde van Vlarem II, artikel 4.2.5.1.1§1 met name de plaatsing van een meetgoot als controle-inrichting. Deze wetbepaling schrijft voor dat het bedrijfsafvalwater geloosd dient te worden via een meetgoot. In het kader van voorliggende bemaling en lozing van het bemalingswater is het echter niet relevant om een meetgoot te voorzien. De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, moeten er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater volgens artikel 4.2.5.1.1. De hoeveelheid opgepompt grondwater, gemeten conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II, is gelijk aan de hoeveelheid water die geloosd zal worden. Er zijn geen bezwaren om een afwijking op de meetgoot te verlenen. 

 

Artikel 4.2.3.1 3° (Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat)

 

In het kader van de lozing van het bemalingswater op oppervlaktewater worden lozingsnormen aangevraagd. Deze lozingsnormen worden aangevraagd aangezien er gevaarlijke stoffen verwacht worden in het grondwater (en bijgevolg ook in het bemalingswater) met een concentratie boven het indelingscriterium.

 

De exploitant vraagt de volgende lozingsvoorwaarden aan:

 

Parameter

Voor zuivering

Na zuivering (max.) = Voorgestelde lozingsnorm

Motivatie

Minerale olie

3.200 µg/l

< 500 µg/l

Standaard lozingsnorm

BTEX individueel

710 µg/l

< 10 µg/l

Standaard lozingsnorm

BTEX som

1.500 µg/l

< 20 µg/l

Standaard lozingsnorm

As

120.000 µg/l

< 200 µg/l

= Lozingsnorm Umicore1

Cd

410 µg/l

< 10 µg/l

= Lozingsnorm Umicore

Cr

100 µg/l

< 500 µg/l

Standaard lozingsnorm

Cu

960 µg/l

< 500 µg/l

Standaard lozingsnorm

Hg

3,8 µg/l

< 1 µg/l

= Lozingsnorm Umicore

Pb

3.800 µg/l

< 500 µg/l

Standaard lozingsnorm

Ni

40.000 µg/l

< 300 µg/l

Standaard lozingsnorm

Zn

2.800 µg/l

< 2.000 µg/l

Standaard lozingsnorm

Antimoon Sb

76 µg/l

< 10 µg/l

Grondwater-kwaliteitsnorm

Seleen Se

280 µg/l

< 10 µg/l

Grondwater-kwaliteitsnorm

Sulfaten

610.000 µg/l

< 2000.000 µg/l

Standaard lozingsnorm

Nitrieten

30 µg/l

< 2.000 µgN/l

10 x IC

Totale stikstof

16.000 µg/l

< 5.000 µg/l

 

PFAS individueel

0,55 µg/l

< 0,1 µg/l

Huidig kader

AOX

?

< 40 µg/l

IC

Dichloormethaan

10 µg/l

< 20 µg/l

IC

Tetrachloor-methaan

14 µg/l

< 10 µg/l

IC

Trichlooretheen

? µg/l

< 10 µg/l

IC

Dichloorethenen

? µg/l

< 50 µg/l

IC

Vinylchoride

? µg/l

< 1 µg/l

Standaard lozingsnorm

Som VOCl

14 µg/l

< 100 µg/l

Standaard lozingsnorm

Fenolen

48 µg/l

< 7 µg/l

Standaard lozingsnorm

Creosol

48 µg/l

< 70 µg/l

Standaard lozingsnorm

Cyanide totaal

7.000 µg/l

< 500 µg/l

10 x IC

Thiocyanaat

7.000 µg/l

< 30 µg/l

 

Naftaleen

1.200 µg/l

< 2 µg/l

IC

Acenaftyleen

0,41 µg/l

< 4 µg/l

IC

Acenafteen

0,28 µg/l

< 0,06 µg/l

IC

Fluoreen

1,1 µg/l

< 2 µg/l

IC

Fenantreen

0,23 µg/l

< 0,1 µg/l

IC

Antraceen

0,29 µg/l

< 0,1 µg/l

IC

Fluoranteen

0,23 µg/l

< 0,05 µg/l

IC

Pyreen

0,49 µg/l

< 0,04 µg/l

IC

Benzo(a)antraceen

0,13 µg/l

< 0,3 µg/l

IC

Chryseen

0,01 µg/l

< 1 µg/l

IC

Som benzo(b+k)fluoranteen

0,36 µg/l

< 0,03 µg/l

IC = RG

Benzo(a)pyreen

0,62 µg/l

< 0,05 µg/l

IC = RG

Dibenzo(a,h)antraceen

0,066 µg/l

< 0,5 µg/l

IC

Benzo(ghi)peryleen

0,7 µg/l

< 0,001 µg/l

Standaard lozingsnorm

Indeno(123cd) pyreen

0,43 µg/l

< 0,001 µg/l

Standaard lozingsnorm

Som 16 PAK EPA

39 µg/l

< 10 µg/l

Standaard lozingsnorm

 

1 Deze lozingsnorm wordt voorgesteld op basis van de lozingsvoorwaarden die opgelegd zijn bij besluit van de deputatie van 22 januari 2015 met kenmerk MLWV-2014-0066, voor de exploitatie van een inrichting door nv Umicore gelegen te 2660 Hoboken (Antwerpen), Adolf Greinerstraat 14 en 2620 Hemiksem.

 

Er zijn verschillende overlegmomenten geweest met OVAM, de bodemsaneringsdeskundige, Fluxys Belgium en Umicore tijdens de projectvoorbereiding om correcte afspraken te maken voor de uitvoering van de werken. De beoordeling van de aangevraagde lozingsnormen wordt overgelaten aan OVAM en VMM, gezien de verschillende overlegmomenten.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijke en deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gelet op het tijdelijke karakter van de bemaling en mits naleving van de algemene, sectorale en voorgestelde bijzondere voorwaarden, wordt de hinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van zes weken na opstart van de bemaling.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De 3 te rooien bomen moeten gecompenseerd worden door 3 inheemse hoogstammige bomen van 1e of 2e grootte met een stamomtrek van 18/20 cm.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

45 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

10 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld.

18.435 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. Er hoeft geen meetgoot geplaatst te worden. Staalnames kunnen gebeuren via een aftapkraantje.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Vóór de start van de bemalingswerken moet met Aquafin een overeenkomst afgesloten worden om het bemalingswater te lozen in de openbare riolering.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

6 september 2023

Start openbaar onderzoek

16 september 2023

Einde openbaar onderzoek

15 oktober 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

26 oktober 2023

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

16 september 2023

15 oktober 2023

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder volgende voorwaarden:

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De 3 te rooien bomen moeten gecompenseerd worden door 3 inheemse hoogstammige bomen van 1e of 2e grootte met een stamomtrek van 18/20 cm.

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. Er hoeft geen meetgoot geplaatst te worden. Staalnames kunnen gebeuren via een aftapkraantje.
  1. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
  1. Vóór de start van de bemalingswerken moet met Aquafin een overeenkomst afgesloten worden om het bemalingswater te lozen in de openbare riolering.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.