Terug
Gepubliceerd op 13/11/2023

2023_CBS_07779 - Omgevingsvergunning - OMV_2023107620. Isabella Brantstraat 55. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/11/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07779 - Omgevingsvergunning - OMV_2023107620. Isabella Brantstraat 55. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_07779 - Omgevingsvergunning - OMV_2023107620. Isabella Brantstraat 55. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023107620

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Charlotte Somers met als adres Valkenburgstraat 34 te 2018 Antwerpen en de heer Michael De Vroey met als adres valkenburgstraat 34 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Isabella Brantstraat 55 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1534A2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van een eengezinswoning en vellen van een boom

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/304100;

-          25/09/2002: weigering (86#8726545) voor het bouwen garage in bestaande woning;

-          09/04/1926: toelating (1926#23534) voor binnenveranderingen.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met complementaire kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder zadeldak; 
  • bouwdiepte:

-          hoofdvolume tot 10 m;

-          entresolvolumes achteraan;

-          gevelafwerking:

  • plint en dorpels natuursteen;
  • lijstgevel gepleisterd;
  • buitenschrijnwerk hout.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig geacht vergunde toestand, met uitzondering van:

  • uitgebreid uitbouwvolume;
  • dakterras achteraan;
  • dakkapel achteraan;
  • buitenschrijnwerk en kroonlijst donkerkleurig geschilderd.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen onder zadeldak; 
  • bouwdiepte:

-          hoofdvolume tot 10 m;

-          perceelsbrede uitbouw over 2 bouwlagen tot 14,7 m;

  • gewijzigde scheidingsmuren na isolatie;
  • terrasverharding van 30 m²;

-          gevelafwerking:

  • plint en dorpels natuursteen;
  • lijstgevel witgepleisterd;
  • vernieuwd buitenschrijnwerk hout wit geschilderd;
  • kroonlijst wit geschilderd;
  • behouden voordeur hout zwart geschilderd;

-          hoogstammige boom links achteraan het perceel geveld.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen en isoleren van de achtergevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          vellen van een hoogstammige boom.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

18 september 2023

24 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

18 september 2023

9 oktober 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren

Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden.

De dakopstand van de achterbouw voldoet na isolatie niet aan dit minimum van 0,30 m;

  • Artikel 40 privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen

Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat;

  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel

De aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. De aansluiting moet voldoen aan volgende voorwaarden:

elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De toezichtsput is gelegen op het private perceel en zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens. Indien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient zo mogelijk op particulier domein toch een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden, bijvoorbeeld in de kelder door een afsluitbare opzetbuis (T – stuk) op de afvoerleiding.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De complementaire kantoorfuntie wordt wel gesupprimeerd, maar de bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De vergunde toestand van de aanvraag bestaat uit een hoofdvolume met een bouwdiepte van circa 10 m met daarachter een entresolvolume. De bestaande toestand heeft een perceelsbrede uitbouw, wat resulteert in een totale bouwdiepte van 14,72 m op het gelijkvloers en de 1e verdieping. Het perceel laat een dergelijke bouwdiepte toe. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuindiepte van circa 18 m over. Het volume van de uitbouw is in overeenstemming met het referentiebeeld van de omgeving.

 

De ruimten in de bestaande uitbouw zijn niet afgestemd op de schaal van de ruimten van het hoofdvolume en hebben een te lage vrije hoogte om als verblijfsruimte gebruikt te worden. Bovendien bemoeilijkt het niveauverschil tussen de tuin en het terras en het gelijkvloers van de woning een optimale connectie tussen tuin en woning.

 

De aanvraag voorziet daarom in de afbraak van de tussenvloeren van de uitbouw en de constructie van nieuwe tussenvloeren, afgestemd op het niveau van de tussenvloeren van het hoofdvolume. Hierbij wordt in het voormalige entresolvolume een verdieping gesupprimeerd. Daarnaast wordt het gelijkvloers van de uitbouw verlaagd en het terras opgehoogd, waardoor de overgang van woning naar terras en vervolgens naar tuin meer geleidelijk verloopt. Een deel van de kelder wordt hiervoor omgevormd tot kruipkelder. Het dak van de bestaande uitbouw, inclusief veranda aan de rechterzijde, wordt ook afgebroken en vervangen door een nieuw geïsoleerd dak, dat binnen het gabarit van de bestaande uitbouw past, waardoor de scheimuren niet aangepast dienen te worden. Verder wordt ook in de achtergevel het deel van de veranda vervangen door een volwaardige gevel en wordt de volledige achtergevel geïsoleerd en afgewerkt met steenstrips.

 

De aanpassingen aan de uitbouw vergroten de woonkwaliteit van de woning aanzienlijk en maken het volume zuiverder. De geoptimaliseerde relatie tussen de woning en de ruime stadstuin vormt een grote troef in de stedelijke context. De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aangezien de aanvraag betrekking heeft op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed werd advies opgevraagd bij de stedelijke dienst Monumentenzorg. Het advies laat zich als volgt samenvatten:

“De aanvraag heeft betrekking op een pand dat deel uitmaakt van een ensemble van negen, drie aan drie gekoppelde burgerhuizen in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvragen uit 1888 en 1889 kort na elkaar opgetrokken door Joannes Franciscus Reusens.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels met geblokte begane grond, rusten op een hoge, bewerkte plint uit blauwe hardsteen.

De plattegronden van de negen panden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

 

De geplande ingrepen omvatten een herinrichting van het hoofdvolume met behoud van historische interieurelementen en meer drastische ingrepen achteraan. De voorgevel blijft ongewijzigd, mits vernieuwing van het schrijnwerk naar historisch model. Het ontwerpvoorstel werd voorafgaand aan de aanvraag besproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Op basis van de aangeleverde informatie is er vanuit oogpunt monumentenzorg geen principieel bezwaar tegen de werken. De uitgangspunten die worden gehanteerd gaan uit van maximaal behoud van de historische en architecturale erfgoedwaarden. De intrinsieke waarde van de ruimtes achteraan / achtergevel is eerder beperkt, waardoor meer grondige wijzigingen daar aanvaardbaar zijn.

Voldoende aandacht wordt gevraagd naar de uitwerking van het nieuwe buitenschrijnwerk naar historisch model. Het schrijnwerk dient in hout te worden uitgevoerd. Typedetails zijn voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.”

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en de geformuleerde voorwaarde betreffende het buitenschrijnwerk wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag bevat het vellen van een hoogstammige boom. Daarom werd advies opgevraagd bij de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen. Hun advies luidt als volgt:

“In de plannen is één boom Castanea Sativa opgenomen om te vellen toe te wijzen aan de ziekte kastanjemineermot. De boom staat op meer dan 15 m van de gevel van de woning en heeft een grotere omtrek dan 1 m waardoor een vergunning is vereist. Het voorstel naar heraanplant is een fruitboom, dit voldoet niet om het groenvolume te compenseren. Minimaal zal er een nieuwe aanplant moeten worden voorzien van een boomgrootte klasse 1A.”

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en de geformuleerde voorwaarde wordt opgelegd.

 

De riolering wordt niet gescheiden aangeboden aan de straat, wat in strijd is met artikel 40 van de bouwcode. Daarbij gebeurt de aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel niet conform artikel 41. Het voldoen aan de bepalingen artikel 40 en 41 van de bouwcode wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Uitvoering van het buitenschrijnwerk voorgevel in hout naar historisch model. Typedetails zijn voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.

4. De heraanplant van de te vellen boom moet minimaal een boomgootte hebben van klasse 1A.

5. De riolering gescheiden aanbieden aan de straat conform artikel 40 van de bouwcode.

6. De aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel voorzien conform artikel 41 van de bouwcode.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

18 september 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

17 november 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

15 februari 2024

Verslag GOA

31 oktober 2023

Naam GOA

 Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Uitvoering van het buitenschrijnwerk voorgevel in hout naar historisch model. Typedetails zijn voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst monumentenzorg.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen.

4. De heraanplant van de te vellen boom moet minimaal een boomgootte hebben van klasse 1A.

5. De riolering gescheiden aanbieden aan de straat conform artikel 40 van de bouwcode.

6. De aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel voorzien conform artikel 41 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.