Terug
Gepubliceerd op 13/11/2023

2023_CBS_07781 - Omgevingsvergunning - OMV_2023105071. Lange Elzenstraat 43. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 10/11/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_07781 - Omgevingsvergunning - OMV_2023105071. Lange Elzenstraat 43. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_07781 - Omgevingsvergunning - OMV_2023105071. Lange Elzenstraat 43. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023105071

Gegevens van de aanvrager:

de heer Gerrit Peeraer met als contactadres Lange Elzenstraat 16 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Lange Elzenstraat 43 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1750D16

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een magazijn met bovengelegen woning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          22/07/1960: toelating (18#41209) voor gevelbekleding;

-          27/06/1958: toelating (18#38382) voor veranderingswerken.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • gelijkvloerse verdieping: werkplaats met doorrij;
  • eerste verdieping: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • gelijkvloers volledig dichtgebouwd;
  • 13,90 meter bouwdiepte op de verdieping;
  • kroonlijsthoogte 8 meter;

-          gevelafwerking:

  • ivoorkleurige plaketten met houten schrijnwerk;
  • blauwe hardstenen plint;
  • poort naar inpandige bergplaats;

-          inrichting:

  • 2 dakkoepels ter hoogte van de bergplaats;
  • dakkoepel ter hoogte van de achterbouw op de verdieping;

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • 13,80 meter bouwdiepte op de verdieping ter hoogte van de linker- en 17 meter aan de rechter perceelsgrens;
  • gewijzigd buitenschrijnwerk ter hoogte van de voorgevel;
  • gewijzigde dakkoepels ter hoogte van de bergplaats;
  • gesupprimeerde dakkoepel ter hoogte van de achterbouw op de verdieping;

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • gelijkvloerse verdieping: werkplaats met doorrij;
  • eerste verdieping: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • gelijkvloers volledig dichtgebouwd;
  • 13,80 meter bouwdiepte op de eerste- en 9,70 meter op de tweede verdieping;
  • kroonlijsthoogte 10,50 meter;

-          gevelafwerking:

  • geïsoleerde voor- en achtergevel in witte bepleistering en grijsgroen aluminium schrijnwerk;
  • grijsgroene sectionaalpoort met deur naar inpandig magazijn;

-          inrichting:

  • dakterras 9,5 m² ter hoogte van de eerste verdieping;
  • 1 dakkoepel ter hoogte van het magazijn.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          voorzien van een extra bouwlaag;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          isoleren van de achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweer Zone Antwerpen

26 september 2023

11 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

26 september 2023

2 oktober 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

26 september 2023

27 september 2023

Stadsontwikkeling - Omgeving - Vergunningen stedenbouw -  Vermoeden van Vergunning

26 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

Bij het schilderen, pleisteren of kaleien van een voorgevel dienen elementen en decoraties die niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels, onbepleisterd, onbeschilderd en ongekaleid te blijven. De blauwe hardstenen dorpel wordt verwijdert en voorzien van bepleistering;

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De opstand ter hoogte van de achterbouw op de eerste verdieping bedraagt 0,15 meter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak < 0,30 meter. Door het isoleren van de gelijkvloerse achterbouw bedraagt de opstand slechts 0,12 meter < 0,30 meter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van gelijkvloerse werkplaats met bovenliggende eengezinswoning blijft behouden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Dit type pand aan deze zijde van de Lange Elzenstraat wordt gekenmerkt door twee bouwlagen onder een plat- of zadeldak. De plannen stellen een uitbreiding voor met een derde bouwlaag onder een plat dak. In deze daklaag wordt de bestaande woning uitgebreid. De woonkwaliteit vergroot zonder bijkomende negatieve hinder te creëren ten opzichte van de aanpalers. De bijkomende bouwlaag onder plat dak is aanvaardbaar.

 

De plannen tonen ook een uitbreiding van de tuinmuur achteraan de eerste verdieping. Deze wordt ter hoogte van de rechter perceelgrens uitgebreid zodat hier een dakterras voorzien kan worden. Op de plannen van de bestaande toestand zien we dat hier al een volume aanwezig is. Echter worden er geen bewijzen aangeleverd om aan te tonen dat dit volume als geacht vergund beschouwd kan worden. Het uitbreiden van deze muur en het voorzien van een dakterras, op deze hoogte en diepte, is niet aanvaardbaar wegens de hinder naar de aanpalers. Daarom worden al de handelingen, werken en wijzigingen betreffende deze muur en het dakterras uitgesloten van de vergunning.

 

Tenslotte tonen de plannen dat de achtergevel wordt geïsoleerd. Deze beperkte volume-uitbreiding is aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

Dit deel van de Lange Elzenstraat wordt gekenmerkt door gevels bestaande uit pleisterwerk. De plannen tonen dat de voorgevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met wit pleisterwerk en grijsgroen aluminium schrijnwerk. De gepleisterde voorgevel past zich in binnen de omgeving.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet. Dit zal worden opgelegd in voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.

 

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen (raamdorpels, plint, kroonlijst…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand. De hoogte van deze plint is minimaal 0,60 meter hoog om beschadigingen aan de gevel te voorkomen.

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

De voorgestelde materialisatie voor de achtergevel in wit pleisterwerk en grijsgroen schrijnwerk is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Wanneer de nieuwe constructie betreffende de voorgevelisolatie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

Omdat er onvoldoende dakopstand voorzien wordt ter hoogte van het nieuwe dak (bouwcode, art. 34) worden voorwaarden opgelegd naar de brandweerstand ervan.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Alle werken, handelingen en wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand in verband met het dakterras en de opgehoogde muur achteraan de eerste verdieping worden uitgesloten van de vergunning.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) en bij het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

4. De isolatie plus het afwerkingsmateriaal dient uitgevoerd te worden met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn.

5. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

6. Onderaan de gevel dient een plint voorzien te worden van minimaal 60 cm hoogte om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.

7. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) dienen behouden te blijven door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.

9. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand dienen integraal verplaatst te worden.

10. De nieuwe constructie dient zodanig aan te sluiten op het openbaar domein dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

11. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

26 september 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

25 november 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

23 februari 2024

Verslag GOA

6 november 2023

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Alle werken, handelingen en wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand in verband met het dakterras en de opgehoogde muur achteraan de eerste verdieping worden uitgesloten van de vergunning.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) en bij het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

4. De isolatie plus het afwerkingsmateriaal dient uitgevoerd te worden met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn.

5. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

6. Onderaan de gevel dient een plint voorzien te worden van minimaal 60 cm hoogte om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.

7. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) dienen behouden te blijven door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.

9. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand dienen integraal verplaatst te worden.

10. De nieuwe constructie dient zodanig aan te sluiten op het openbaar domein dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

11. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.