Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023085579 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Adrian Trifan met als adres boterlaarbaan 236 te 2100 Deurne (Antwerpen) en mevrouw Iuliana Trifan met als adres Boterlaarbaan 236 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Boterlaarbaan 236 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nr. 231M11 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;
Geacht vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
Bestaande toestand
conform de geacht vergunde toestand, behalve:
- de voortuin werd verhard met betontegels (13,90 m²).
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume door de oprichting van een nieuwe aanbouw;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- verharden van de voortuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ | 25 september 2023 | 26 september 2023 | Geen advies |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter;
- opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats.
De voortuin is integraal verhard, met uitzondering van een plantenvak op de linker perceelsgrens en een haag op de rechter perceelsgrens.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie.
Zij brengen geen advies uit vanuit de beoordeling dat de werken niet vallen binnen de gevallen waarvoor advies gevraagd moet worden.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een bestaande eengezinswoning. De voorgestelde werken tasten de bestaande functie van eengezinswoning niet aan.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De woning maakt deel uit van een eenheidsbebouwing langsheen de Boterlaarbaan.
De woningen in aaneengesloten bebouwing bestaan uit twee volwaardige bouwlagen onder een zadeldak.
De gevraagde werken situeren zich aan de achterzijde van de woning waar op het gelijkvloers een perceelsbrede uitbreiding voorgesteld wordt tot een maximale bouwdiepte van 15 meter, loodrecht gemeten op de voorgevel. Na de werken bedraagt de resterende tuindiepte 10,94 meter.
Uit het inplantingsplan van de nieuwe toestand kan afgeleid worden dat de voorgestelde bouwdiepte op het gelijkvloers afwijkt van de aanwezige bouwdieptes van de aanpalende panden en daardoor niet voldoet aan artikel 6 van de bouwcode. Echter betekenen de werken ook het optimaliseren van de verblijfsruimtes van de woning waardoor de woon-en leefkwaliteit vergroot wordt. Vanuit die invalshoek en rekening houdend met het gegeven dat de tuinzone na de werken nog minimaal 10 meter bedraagt, kan de voorgestelde uitbreiding ruimtelijk toegestaan worden in afwijking op de bouwcode.
Er wordt vastgesteld dat de zone van de voortuin, uitgezonderd een plantenvak, volledig verhard is. Artikel 27 van de bouwcode legt echter op dat enkel de strikt noodzakelijke delen van de voortuin verhard mogen zijn. Dit zijn, in dit geval, een pad naar de voordeur en een pad, palend aan de voorgevel met een maximale breedte van 1,50 meter. Om aan artikel 27 van de bouwcode te kunnen voldoen, zal als voorwaarde worden opgelegd dat een deel van de verharding in de voortuin verwijderd moet worden.
Mits voldaan aan deze voorwaarden kan het nieuwe volume vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaard worden.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialen voor de uitbreiding, een gevelafwerking in witte crepi in combinatie met wit PVC schrijnwerk en een dakrand in zwarte kunststof sluiten aan bij de materialisatie van de bestaande woning en kunnen toegestaan worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voorgestelde werken beogen een verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.
De werken houden een ophoging van de bestaande scheidingsmuren in. Uit de snede kan niet afgeleid worden of de dakopstand ten opzichte van het hoogste aanpalende dak 30 cm bedraagt, zoals voorgeschreven wordt in artikel 34 van de bouwcode. Indien dit niet het geval is zal het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, voorzien moeten worden van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen gebruikt worden en geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Deze voorwaarde zal bij de vergunning opgenomen worden.
Uit de plannen kan worden afgeleid dat de riolering niet gescheiden wordt aangeboden aan de straat, zoals bepaald in artikel 40 van de bouwcode. Ook dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.
Tenslotte wordt vastgesteld dat er geen septische put voorzien wordt. In toepassing van artikel 43 van de bouwcode moet een septische put met een inhoud van 2.000 liter voorzien worden. Ook dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 juni 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 25 september 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 24 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 22 februari 2024 |
Verslag GOA | 6 november 2023 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.