Terug
Gepubliceerd op 20/11/2023

2023_CBS_08009 - Omgevingsvergunning - OMV_2023085579. Boterlaarbaan 236. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/11/2023 - 09:00 Stadhuis - afsluit: Lynn Goris - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08009 - Omgevingsvergunning - OMV_2023085579. Boterlaarbaan 236. District Deurne - Goedkeuring 2023_CBS_08009 - Omgevingsvergunning - OMV_2023085579. Boterlaarbaan 236. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023085579

Gegevens van de aanvrager:

de heer Adrian Trifan met als adres boterlaarbaan 236 te 2100 Deurne (Antwerpen) en mevrouw Iuliana Trifan met als adres Boterlaarbaan 236 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Boterlaarbaan 236 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 31 sectie B nr. 231M11

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;

 

Geacht vergunde toestand  

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gelijkvloerse bouwdiepte van 11,20 m, loodrecht gemeten op de voorgevel;
  • voorgevel ingeplant op 3,55 m achter de rooilijn.

 

Bestaande toestand

conform de geacht vergunde toestand, behalve:

-          de voortuin werd verhard met betontegels (13,90 m²).

Nieuwe toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gelijkvloerse bouwdiepte van 15 m, loodrecht gemeten op de voorgevel;
  • de uitbreiding op het gelijkvloers heeft een kroonlijsthoogte van 3,3 m t.o.v. de tuinpas;

-          inrichting:

  • verharde voortuin van 13,90 m²;
  • onverharde tuinzone achter de woning.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume door de oprichting van een nieuwe aanbouw;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          verharden van de voortuin.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

25 september 2023

26 september 2023

Geen advies

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht
    De bouwdiepte wijkt af van de kenmerkende bouwdiepte in de nabije omgeving.
  • Artikel 27 Open ruimte
    Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten:

-          paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter;

-          opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats.

De voortuin is integraal verhard, met uitzondering van een plantenvak op de linker perceelsgrens en een haag op de rechter perceelsgrens.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren
    Zowel enkelvoudige als ontkoppelde scheidingsmuren zijn toegelaten onder volgende voorwaarden: het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Er is niet voldaan aan dit artikel, want er is geen opstand van minstens 0,30 meter.
  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen
    Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. De riolering wordt niet gescheiden aangeboden aan de straat.
  • Artikel 43 Septische putten:
    Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. Er is geen septische put. Voor 3 GE (1GE/slaapkamer + 1 GE) moet een septische put met een inhoud van 2.000 liter voorzien worden.


Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie.
Zij brengen geen advies uit vanuit de beoordeling dat de werken niet vallen binnen de gevallen waarvoor advies gevraagd moet worden.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een bestaande eengezinswoning. De voorgestelde werken tasten de bestaande functie van eengezinswoning niet aan.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De woning maakt deel uit van een eenheidsbebouwing langsheen de Boterlaarbaan.

De woningen in aaneengesloten bebouwing bestaan uit twee volwaardige bouwlagen onder een zadeldak.

De gevraagde werken situeren zich aan de achterzijde van de woning waar op het gelijkvloers een perceelsbrede uitbreiding voorgesteld wordt tot een maximale bouwdiepte van 15 meter, loodrecht gemeten op de voorgevel. Na de werken bedraagt de resterende tuindiepte 10,94 meter.

 

Uit het inplantingsplan van de nieuwe toestand kan afgeleid worden dat de voorgestelde bouwdiepte op het gelijkvloers afwijkt van de aanwezige bouwdieptes van de aanpalende panden en daardoor niet voldoet aan artikel 6 van de bouwcode. Echter betekenen de werken ook het optimaliseren van de verblijfsruimtes van de woning waardoor de woon-en leefkwaliteit vergroot wordt. Vanuit die invalshoek en rekening houdend met het gegeven dat de tuinzone na de werken nog minimaal 10 meter bedraagt, kan de voorgestelde uitbreiding ruimtelijk toegestaan worden in afwijking op de bouwcode.

 

Er wordt vastgesteld dat de zone van de voortuin, uitgezonderd een plantenvak, volledig verhard is. Artikel 27 van de bouwcode legt echter op dat enkel de strikt noodzakelijke delen van de voortuin verhard mogen zijn. Dit zijn, in dit geval, een pad naar de voordeur en een pad, palend aan de voorgevel met een maximale breedte van 1,50 meter. Om aan artikel 27 van de bouwcode te kunnen voldoen, zal als voorwaarde worden opgelegd dat een deel van de verharding in de voortuin verwijderd moet worden.

 

Mits voldaan aan deze voorwaarden kan het nieuwe volume vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaard worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen voor de uitbreiding, een gevelafwerking in witte crepi in combinatie met wit PVC schrijnwerk en een dakrand in zwarte kunststof sluiten aan bij de materialisatie van de bestaande woning en kunnen toegestaan worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voorgestelde werken beogen een verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning.

 

De werken houden een ophoging van de bestaande scheidingsmuren in. Uit de snede kan niet afgeleid worden of de dakopstand ten opzichte van het hoogste aanpalende dak 30 cm bedraagt, zoals voorgeschreven wordt in artikel 34 van de bouwcode. Indien dit niet het geval is zal het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, voorzien moeten worden van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen gebruikt worden en geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Deze voorwaarde zal bij de vergunning opgenomen worden.

 

Uit de plannen kan worden afgeleid dat de riolering niet gescheiden wordt aangeboden aan de straat, zoals bepaald in artikel 40 van de bouwcode. Ook dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Tenslotte wordt vastgesteld dat er geen septische put voorzien wordt. In toepassing van artikel 43 van de bouwcode moet een septische put met een inhoud van 2.000 liter voorzien worden. Ook dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De voortuin is te ontharden uitgezonderd een pad naar de voordeur en een pad langs de gevel met een maximale breedte van 1,5 meter, conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. De riolering is gescheiden aan te bieden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode.
  1. Een septische put met een inhoud van 2.000 liter is te voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 juni 2023

Volledig en ontvankelijk

25 september 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

24 november 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

22 februari 2024

Verslag GOA

6 november 2023

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De voortuin is te ontharden uitgezonderd een pad naar de voordeur en een pad langs de gevel met een maximale breedte van 1,5 meter, conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. De riolering is gescheiden aan te bieden aan de straat, conform artikel 40 van de bouwcode.
  1. Een septische put met een inhoud van 2.000 liter is te voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.