Terug
Gepubliceerd op 27/11/2023

2023_CBS_08204 - Omgevingsvergunning - OMV_2023126738. Thonetlaan 68. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/11/2023 - 09:00 Stadhuis - contact: Tania Stremersch - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_08204 - Omgevingsvergunning - OMV_2023126738. Thonetlaan 68. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_08204 - Omgevingsvergunning - OMV_2023126738. Thonetlaan 68. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023126738

Gegevens van de aanvrager:

de heer David Gillain met als adres Van Putlei 37 bus 501 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Thonetlaan 68 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nr. 735S4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

het herbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder zadel dak met dakkapel aan voor- en achterzijde; 
  • achterbouw en overdekt terras van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • garage van 1 bouwlaag onder plat dak langs de linker zijde;
  • kroonlijsthoogte van 6,55 m en nokhoogte van 11,80 m;
  • gelijkvloers bouwdiepte van 13,40 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel afgewerkt in rode gevelsteen;
  • garage en dakuitbouwen in zwart gebeitst hout;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
  • dak afgewerkt in oranje-rode dakpannen en een betonnen dakrand;

-          inrichting:

  • groene en onverharde voortuin op een oprit naar de garage na;
  • groene stadstuin van 103,82 m2.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het bestaande bouwvolume;

-          bouwen van een nieuwe eengezinswoning;

-          wijzigen van de scheimuren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Tuinafsluitingen: de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Het is niet duidelijk of in de voortuinzone een afsluiting wordt voorzien op de perceelsgrenzen en ter hoogte van de rooilijn;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of voor elke nieuwe ruimte bij volume-uitbreiding, dienen verblijfsruimten een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. Dit is niet het geval bij de zithoek aan de voorgevel van het gelijkvloers en bij het overdekte terras op de tweede verdieping;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    gedeelde scheidingsmuren hebben een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Dit lijkt niet het geval te zijn bij de linker scheimuur ter hoogte van de garage.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt de sloop van de bestaande eengezinswoning en de herbouw van een nieuwe eengezinswoning. De bestaande en vergunde woonfunctie blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwe eengezinswoning omvat een hoofbouw van 2 bouwlagen onder zadeldak aangevuld met een achterbouw en overdekt terras aan de achterzijde en een garage aan de linker zijde. In het voorste en achterste dakvlak worden 2 dakuitbouwen voorzien. De hoofdbouw sluit zowel qua bouwhoogte als qua bouwdiepte aan op de rechts aanpalende woning en is in overeenstemming met het kenmerkende profiel in de omgeving. Ook de garage sluit goed aan op het bouwvolume op de linker perceelsgrens. Voor de werken worden de scheimuren met de linker en rechter aanpalende slechts beperkt opgehoogd waardoor geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor de naburige percelen wordt gegenereerd.

 

De footprint van de woning is beperkt groter dan in de bestaande toestand het geval is, toch blijft er een voldoende ruime en kwalitatieve tuinzone bewaard. De voorgestelde werken zijn dan ook verenigbaar moet de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt uitgevoerd in een rode gevelsteen op een plint in blauwe hardsteen met buitenschrijnwerk in zwarte aluminium. De garage, dakuitbouwen en de gelijkvloerse achtergevel worden gerealiseerd in zwart gebeitste houten gevelbeplanking. Het voorgestelde materiaalgebruik is in harmonie met de kenmerken van de omgeving. De elementen in zwart hout keren ook terug bij de woning op het links aanpalende perceel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het is op basis van de aangeleverde plannen niet duidelijk of de voortuin wordt voorzien van voortuinafsluitingen conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Het realiseren van deze afsluitingen wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Ter hoogte van de zithoek op het gelijkvloers wordt de vloer verhoogd uitgevoerd, waardoor een verhoogde zitzone ontstaat met een verdiepingshoogte van 2,36 m. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 m. Voor wat betreft de zitzone kan hier niet van afgeweken worden omdat deze ruimte een aanzienlijk deel van de gelijkvloerse leefruimte omvat. Er zal als voorwaarde worden opgelegd dat de vrije hoogte ter hoogte van de zitzone minimaal 2,60 m dient te bedragen. Aangezien het inpandig terras slechts een beperkt deel van de privatieve buitenruimte uitmaakt kan hier wel een afwijking voor worden toegestaan.

 

De scheidingsmuur met de linker aanpalende heeft ter hoogte van de garage niet overal een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden.

 

Deze 30 cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuren minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van een groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.

 

Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden.

Een verhoging van de scheimuur zou eveneens een oplossing kunnen zijn. Echter dit maakt het voorwerp uit van een bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De aanvraag beoogt de sloop van een eengezinswoning en de bouw van een nieuwe eengezinswoning.

 

Voor de nieuwe woning bedraagt de parkeerbehoefte 1.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Naast de woning wordt een garage gebouwd met 1 autostalplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de nieuwe eengezinswoning met 3 slaapkamers moeten in overeenstemming met artikel 29 van de bouwcode 4 fietsstalplaatsen worden voorzien. In de garage is voldoende ruimte aanwezig voor het stallen van 4 fietsen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De voortuin dient voorzien te worden van voortuinafsluitingen conform artikel 19 van de bouwcode.

4. De verhoogde vloer ter hoogte van de zitruimte zo uit te voeren dat de minimale vrije hoogte 2,60 m bedraagt.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 september 2023

Volledig en ontvankelijk

5 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

5 oktober 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

3 januari 2024

Verslag GOA

16 november 2023

Naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De voortuin dient voorzien te worden van voortuinafsluitingen conform artikel 19 van de bouwcode.

4. De verhoogde vloer ter hoogte van de zitruimte zo uit te voeren dat de minimale vrije hoogte 2,60 m bedraagt.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.