Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023119210 |
Gegevens van de aanvrager: | BV DAVARI met als adres Laagland 100 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Verbondstraat 84 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3573V2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renoveren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/03/2022: niet uitgevoerde vergunning (OMV_2021169487) voor het verbouwen van een woning;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214104;
- 04/04/1952: toelating (18#29369) voor een loggia afbreken;
- 05/04/1946: toelating (18#20559) voor een binnenverandering;
- 20/03/1915: toelating (1915#6328) voor gevel- en binnenveranderingen;
- 13/09/1898: toelating (1898#1435) voor een huis.
Vergunde toestand
- vergunning OMV_2021169487 niet uitgevoerd;
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- overeenkomstig vergunde toestand, met uitzondering van:
- 3 bouwlagen met mansardedak in gesloten bebouwing;
- bouwdiepte:
Nieuwe toestand
- functie wonen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 9,75 m;
- uitbouw tot maximum 22,4 m;
- gewijzigde scheidingsmuur;
- gevelafwerking:
- interne structurele wijzigingen.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 5 oktober 2023 | 3 november 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
De tuin is voor bijna de helft verhard.
Het is niet duidelijk of alle gedeeltes van de scheidingsmu(u)r(en) een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak hebben.
Er is geen gescheiden rioolstelsel voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Verbondstraat 84 is een rijwoning met drie bouwlagen onder mansardedak. Achter het hoofdvolume is een entresol over 3 bouwlagen aan de linkerzijde van het perceel aanwezig. Op het gelijkvloers is achteraan links een uitbouw aanwezig, de voormalige sanitaire koer.
In huidige toestand blijft het bouwvolume grotendeels behouden. De voormalige sanitaire koer wordt omgevormd tot overdekt terras en intern vinden verbouwingswerken plaats om de organisatie van de leefruimtes te verbeteren. Dit is aanvaardbaar.
Opgemerkt wordt dat in de tuinzone een uitbreiding van het terras voorzien wordt waardoor deze voor bijna de helft verhard wordt. Het is wenselijk dat voldoende onverharde tuinzone overblijft zodat hemelwater op een natuurlijke manier kan infiltreren en aanplanting mogelijk is. Een uitbreiding van verharding is derhalve onwenselijk. In voorwaarden wordt opgenomen om de verharding te beperken tot 8 m² wat overeenstemt met de oppervlakte van het bestaande terras.
Het is niet duidelijk of de dakopstand overal 30 cm bedraagt om brandoverslag te vermijden. Bij afwezigheid van een opstand is het wenselijk dat een brandvrije strook wordt voorzien.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De voorgestelde ingrepen aan het gebouw werden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Er werd een fotoreportage toegevoegd van zowel de voorbouw als de achterbouw. Het dossier bevat voldoende informatie om te kunnen beoordelen.
Beoordeling
A cultuurhistorische waardenstelling
Verzorgde neoclassicistische burgerwoning gebouwd rond 1898 in opdracht van Ph. Charles Lauwerijs-Arnouts naar ontwerp van bouwmeester Florent Verbraeken. Verbraeken was zeer productief in de nieuwe verkaveling van het Zuid en bouwde meestal vrij standaard vormgegeven, maar verzorgde burgerhuizen, waarvan dit een goed voorbeeld is. Enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak; later aangepast naar mansardedak met twee dakvensters met fronton. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel die opgebouwd en afgewerkt is volgens de eind-19de-eeuwse standaarden: houten kroonlijst op klossen, hardstenen plint, kordons en doorlopende onderdorpels, imitatievoegen, regelmatig geplaatste rechthoekige vensteropeningen. De detaillering van deze woning is verfijnd onder meer sluitstenen van de vensteropeningen, plantenslingers in fries onder kroonlijst, fries met trigliefen boven begane grond. De woning maakt deel uit van een ononderbroken rij eind-19de-eeuwse neoclassicistische woningen, wat de erfgoedwaarde van dit pand versterkt.
Het interieur van het hoofdgebouw bleef goed bewaard, zowel wat de kamerindeling en opbouw als de afwerking ervan betreft, wat op basis van de fotoreportage zichtbaar is.
Het pand is beeldbepalend in deze context door de architecturale waarde en ensemblewaarde.
B afweging
Men wenst de eengezinswoning te verbouwen.
De voorgevel blijft ongewijzigd, het schrijnwerk blijft behouden en gerenoveerd en wordt van dubbele beglazing voorzien.
Het hoofdvolume blijft intern quasi ongewijzigd, al het binnenschrijnwerk, de trap, schouwen, plafondafwerking vloeren blijven behouden met uitzondering van twee schouwen op de eerste verdieping achteraan. Op de dakverdieping wordt het pleisterwerk van muren en plafonds vernieuwd omdat het in slechte staat is.
De bestaande achterbouw blijft behouden maar wordt intern aangepast ifv woonkwaliteit.
De voorgestelde werken tasten de erfgoedwaarde van het gebouw niet aan en zijn bijgevolg aanvaardbaar.
Het bovenstaande gunstig advies wordt bijgetreden vanuit ruimtelijk oogpunt.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voert werken uit aan het rioolstelsel. Opgemerkt wordt dat geen gescheiden rioolstelsel wordt voorzien. In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan artikel 40 door een gescheiden rioolstelsel aan te leggen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Een gescheiden rioleringsstelsel te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode.
3. De verharding in de tuinzone te beperken tot 8 m².
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
* dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
* een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 september 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 5 oktober 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 4 december 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 3 maart 2024 |
Verslag GOA | 16 november 2023 |
Naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. Een gescheiden rioleringsstelsel te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode.
3. De verharding in de tuinzone te beperken tot 8 m².
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.