2022_CBS_08623 - Omgevingsvergunning - OMV_2022079951. Scheldelaan 6. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      28/08/1997: stedenbouwkundige vergunning (HV/1997/DROV/AN5/97/B/0128 – 1997698) voor de afbraak administratief gebouw en portiersloge, werkplaats, hangaar, archief en burelen, pompstation, waterzuiveringsinstallaties, elektrische onderstations, aardgasstations, tanks T700, T653 en C4 opslaginstallatie (T200, T201, T203 en T202);

-     4/02/1993: stedenbouwkundige vergunning (HV/1992/B/**/-92/689 – 1993268) voor de afbraak van industriële gebouwen, laboratorium en aapalende lokalen, vatenvulinstallatie en aanpalende tanks, additief eenheid I, additief eenheid II, de destillatietoren, magazijngrondstoffen;

-     15/10/1992: stedenbouwkundige vergunning (HV/1992/B/18/80212-92/412 – 19921373) voor de afbraak van de polymerisatie- en sulfonatie eenheid.

Bestaande toestand

Het terrein is braakliggend. In de noordelijke hoek van het terrein staan twee vrijstaande gebouwen. De sloop van deze gebouwen zullen het voorwerp uitmaken van een aparte omgevingsvergunningsaanvraag.

Inhoud van de aanvraag

-          Nivelleren van het terrein;

-          Aanleggen van verhardingen;

-          Plaatsen van draagstructuren voor zonnepanelen en aanhorigheden.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft het plaatsen van een transformator.

Aangevraagde rubriek(en)
 

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen 

Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

In het BRV wordt een drietrapskader voor het lokaliseren van hernieuwbare energie gehanteerd. De aanvraag heeft betrekking op infrastructuur voor hernieuwbare energie met name het plaatsen van structuren voor de bevestiging van zonnepanelen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen.

Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. De aanleg van het zonnepark is nuttig voor de exploitatie van het bedrijf en kadert binnen een energie-efficiënte bedrijfsvoering. De invulling van het terrein met zonnepanelen hypothekeert een andere invulling op langere termijn niet.

De aanvraag is ter ondersteuning van de bedrijfsactiviteiten en dient gezien te worden als een nevenfunctie van een groter geheel. De aanvraag is daarom in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het 5de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De spoorwegbundel ten noorden van het goed heeft als bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur. Parallel met en dwars op de spoorinfrastructuur loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. De Scheldelaan ten zuiden van het goed heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

Aan de overzijde van de Scheldelaan is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande waterweg (Schelde), Natuurgebied en Bijzonder natuurgebied.

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 20 mei 2015) met ten zuiden van het goed, een overdruk met als aanduiding Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater op eigen terrein op natuurlijke wijze in de bodem kan infiltreren.

Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Overige regelgeving

Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een omgevingsvergunning met ingreep in de bodem een archeologienota gevoegd. 

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Op 30 juli 2022 heeft het Agentschap Onroerend Erfgoed akte genomen.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beleidsrichtlijn

Volgens het drietrapskader voor het lokaliseren van hernieuwbare energie uit het BRV gebeurt de ontwikkeling van ruimte voor energieproductie als volgt:

-          prioritair in de nabijheid van de eindgebruiker,

-          daarna in ruimten met grote infrastructuren en

-          pas in laatste instantie in alle gebieden van de open ruimte.

Hierbij dient evenwel rekening gehouden te worden met de bronafhankelijke locatievereisten en de hinderaspecten die zich kunnen voordoen.

De aanvraag past binnen dit drietrapskader waarbij de energieproductie in de nabijheid van de eindgebruiker wordt geplaatst. Het bundelen van deze infrastructuur kan dan ook beschouwd worden als een principe van goede ruimtelijke ordening.

Functionele inpasbaarheid

Op een braakliggend terrein worden, in het kader van het opwekken van groene energie, van oost naar west metalen structuren geplaatst waarop zonnepanelen worden bevestigd. In totaal worden 20.684 zonnepanelen voorzien die het zonlicht omzetten naar elektrische energie. Om deze opgewekte gelijkspanning om te zetten naar wisselspanning worden omvormers ingezet. Een middenspanningstransformator, welke centraal op het terrein geplaatst wordt, verhoogt vervolgens de spanning om op een onderstation te kunnen aansluiten waarna het verdeelt kan worden naar verschillende industriële installaties.

Het terrein is reeds omheind en de bestaande toegangspoort in het noordoosten van het terrein en de bestaande interne rijweg in het oosten blijven behouden. Om de installaties bereikbaar te maken voor hulpdiensten en onderhoud worden er interne rijbanen in asfalt en onverharde onderhoudswegen aangelegd. Om het terrein langs twee zijden toegankelijk te maken, wordt in het zuidoosten een nieuwe toegang aangelegd. Deze toegang is enkel bedoeld voor hulpdiensten.

Wegens het groot verbruik van de aanvrager, zal de opgewekte energie rechtstreeks opgebruikt worden. Injectie op het net zal enkel gebeuren tijdens onderhoudsperiodes.

In het noordwesten van het terrein staan 2 vrijstaande gebouwen welke dienen te worden afgebroken om voorliggend project te kunnen uitvoeren. De afbraak zit niet vervat in voorliggende aanvraag maar zal het voorwerp uitmaken van een aparte aanvraag.

Het plaatsen van zonnepanelen voor de opwekking van groene energie, past binnen een duurzamere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Visueel-vormelijke elementen

De metalen structuren met daarop zonnepanelen hebben een hoogte van circa 1,50 meter. De transformator wordt in een container geplaatst met een oppervlakte van circa 15 m² en een hoogte van circa 3 meter. Deze constructies zijn inpasbaar binnen de industriële context van de aanvraag.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag werd advies gevraagd aan de Brandweerzone Antwerpen. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De voorwaarden en opmerkingen uit dit advies kunnen worden gehecht aan de vergunning.

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van (pijp)leidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen.

- Nippon bracht geen advies uit binnen de adviestermijn. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

- Air Liquide, Fluxys en Elia Asset brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Zij verwijzen in hun advies en de daarbij horende bijlagen elk naar de algemene veiligheidsvoorschriften en veiligheidsmaatregelen bij werken in de nabijheid van de pijpleiding(en), met onder meer de specifieke verplichtingen binnen de beschermde en voorbehouden zone rondom de leidingen. De voorwaarden uit deze adviezen, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

- Ministerie van Landsverdediging heeft geen bezwaar tegen de aanvraag daar hun pijpleiding die zich in de nabijheid van de werken bevindt, buiten gebruik is gesteld. Mocht het nodig zijn om de pijpleiding te moeten verwijderen, dan dienen er verschillende veiligheidsvoorschriften te worden nageleefd.

Wegens de situering van de aanvraag aan de gewestweg Scheldelaan werd tevens het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Dit advies is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar het bekomen van een domeinvergunning voor de verharding die zich op het openbare domein van de gewestweg bevindt om het terrein via de nieuwe poort te kunnen ontsluiten op de openbare weg. Gelet op het zakelijk karakter van een omgevingsvergunning en een vergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed kan de voorwaarde in verband met de domeinvergunning niet overgenomen worden. Het kan echter wel het geval zijn dat dergelijke rechten (of het gebrek eraan) een omgevingsvergunning onuitvoerbaar maken.

Verder legt het Agentschap op om de nieuwe toegangspoort uitsluitend te gebruiken als toegang voor brandweer en hulpdiensten, en dus niet als reguliere in- en uitrit. De verharding tot deze toegangspoort mag ook niet breder zijn dan de poort zelf, namelijk 8 meter. De overige reeds verharde stukken van de berm ter hoogte van het betreffende terrein, moeten onthard worden.

De Haven van Antwerpen – Brugge werd om advies gevraagd als beheerder van het havengebied. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit met als voorwaarde de bijkomende poort aan de zuidkant van het terrein enkel te laten gebruiken voor hulpdiensten. Deze voorwaarde wordt bijgetreden. 

Gezien de nabijheid van spoorwegen werd het advies ingewonnen van Infrabel nv. Zij uiten geen bezwaar tegen de aanvraag.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag heeft geen mobiliteitsimpact. Er is enkel een effect op de mobiliteit gedurende de werken. De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt.

De verkeerspolitie van de stad Antwerpen heeft vanuit verkeersveiligheidoogpunt geen bezwaar tegen de aanvraag.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

TotalEnergies Renewables wenst een zonnepanelenpark (11 MWp) te bouwen om groene energie te produceren voor gebruik in de installaties van TotalEnergies Polymers Antwerp (TEPA). De geproduceerde elektriciteit (9,5GWh/jaar) vertegenwoordigt 4% van de elektriciteitsbehoeften van TEPA. De geproduceerde elektriciteit zal rechtstreeks in het elektriciteitsnet van TEPA worden geïnjecteerd en door de site zelf worden verbruikt. In geval van sluiting van de site kan de geproduceerde elektriciteit worden geëxporteerd naar het openbare elektriciteitsnet.

Het park zal uit 20.684 in serie verbonden zonnepanelen bestaan. In functie van het omvormen van de opgewekte stroom wordt een transformator van 5.500 kVA voorzien. Deze is oliegekoeld, voorzien van een lekbak en wordt in een container geplaatst.

Het lokaal van de transformator en compartimentering zullen een brandweerstand hebben van 1 uur. Binnenin het lokaal is branddetectie voorzien. Het alarm hiervan wordt automatisch doorgeschakeld naar buurbedrijf TEPA dat een permanent bemande controlekamer heeft, waarna de bedrijfsbrandweer van TotalEnergies Platform Antwerpen en de stadsbrandweer kan worden opgeroepen.

Het dossier bevat een brandveiligheidsstudie waarin geconcludeerd wordt dat ondanks het relatief beperkte brandrisico een aanvaardbaar risiconiveau zal worden gerealiseerd door middel van afdoende veiligheidsafstanden en voldoende beschikbare repressiemiddelen.

Op 17 oktober 2022 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk H.00025.A3.0039). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.

Het zonnepanelenpark wordt gesitueerd op een afstand van circa 55 meter van habitatrichtlijngebied. Het agentschap voor Natuur en Bos (ANB) verleende op 12 oktober 2022 een voorwaardelijk gunstig advies. Men oordeelt dat het project geen betekenisvolle aantasting zal veroorzaken van de instandhoudingsdoelstellingen van een speciale beschermingszone, noch onvermijdbare of onherstelbare schade aan natuur in VEN-gebied zal veroorzaken.

In het projectgebied werden de voorbije jaren broedende kievitten (Vanellus vanellus) en scholeksters (Haematopus ostralegus) waargenomen. Beide soorten zijn opgenomen in bijlage 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 15/05/2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (het Soortenbesluit), aangeduid als categorie 2. ANB oordeelt dat het van belang is dat de werken niet worden aangevat tijdens de broedperiode van 1 februari tot 15 augustus. Dit betekent dat de werken ofwel voor februari worden aangevat en onafgebroken worden voortgezet tijdens de broedperiode ofwel worden aangevat na 15 augustus. In de onmiddellijke omgeving van het projectgebied heeft men de aanwezigheid van de Rugstreeppad vastgesteld. Hoewel deze soort niet in het projectgebied verwacht wordt, is het voorkomen ervan niet uitgesloten. ANB stelt dat verstoring van de Rugstreeppad te allen tijde vermeden moet worden, mocht deze aangetroffen worden. In dat geval dient contact opgenomen te worden met ANB.

De voorgestelde voorwaarden kunnen opgelegd worden als bijzondere voorwaarden.

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

De werken mogen niet aangevat worden tijdens de broedperiode van 1 februari tot 15 augustus. Indien er wel tijdens deze periode gewerkt moet worden, dan moeten de werken voor 1 februari aangevat worden en onafgebroken worden voortgezet tijdens de broedperiode.

Verstoring van de beschermde soort Rugstreeppad moet te allen tijde vermeden worden, mocht deze aangetroffen worden tijdens de voorbereidings-, inrichtings- of exploitatiefase. In dat geval dient contact opgenomen te worden met het Agentschap voor Natuur en Bos.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Air Liquide Industries Belgium;

2. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Elia Asset;

3. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Fluxys Belgium;

4. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, met uitzondering van de voorwaarde met betrekking tot de domeinvergunning;

5. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarde uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge.

Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De werken mogen niet aangevat worden tijdens de broedperiode van 1 februari tot 15 augustus. Indien er wel tijdens deze periode gewerkt moet worden, dan moeten de werken voor 1 februari aangevat worden en onafgebroken worden voortgezet tijdens de broedperiode.

2. Verstoring van de beschermde soort Rugstreeppad moet te allen tijde vermeden worden, mocht deze aangetroffen worden tijdens de voorbereidings-, inrichtings- of exploitatiefase. In dat geval dient contact opgenomen te worden met het Agentschap voor Natuur en Bos.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten