Er werd een aanvraag
voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld
wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het
Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: OMV_2022113102
Gegevens van de aanvrager:
Ligging van het project: Floraliënlaan 93 te 2020 Antwerpen
Kadastrale percelen: afdeling 12 sectie M nrs. 276E, 279A en 280B
Vergunningsplichten: Stedenbouwkundige handelingen
Voorwerp van de aanvraag:
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
-
27/02/2003: weigering (86#20417) voor bouwen van een
appartementsgebouw met 15 appartementen.
Geacht vergunde toestand
-
functie:
o
eengezinswoning;
-
bouwvolume:
o
2 bouwlagen
met plat dak;
o
voorgevelbreedte van 9 m;
o
bouwdiepte van
10 m;
o
open ruimte;
-
gevelafwerking:
o
gelijkvloerse bouwlaag
gepleisterd in lichte kleur;
o
rode baksteen
op de verdieping;
o
groen geverfde houten
ramen;
o
houten, zwart geschilderde inkomdeur en garagepoort in
linkerzijgevel;
-
inrichting:
o
perceel in spie gevormd door
Floraliënlaan en afrit E19 naar Ring richting
Breda;
o
gelegen langs fietspad
in Floraliënlaan;
o
zachte berm
voor het huis;
o
toegangspoort gelegen op 10
m van de linkerzijgevel van de woning.
Bestaande toestand
-
conform vergunde toestand,
volgens verslag stadsingenieur:
o
Het gebouw staat zichtbaar al vele
jaren leeg. Het gebouw en zijn omgeving is globaal verwaarloosd en verwilderd.
o
Het gebouw is niet regen- en
winddicht: er is veel glasbreuk in de ruiten.
Weliswaar is het gebouw niet gemakkelijk toegankelijk. Ik deed geen vaststellingen binnen.
o
De conditiestaat van het dak is niet
bekend, maar ik kon geen waterinfiltratie vaststellen in de kamers,
geen instortingen.
o
De achterste kamers
liggen vol met een grote
stapel/ verzameling boeken.
o
De draagstructuur
van het gebouw is zichtbaar nog in goede staat.
Nieuwe toestand
-
functie:
o
eengezinswoning;
-
bouwvolume:
o
2 bouwlagen
met plat dak;
o gelijkvloerse
aanbouw met gebogen dak op voorgevellijn aan linkerzijde van 3 op 4 m;
o
gelijkvloerse aanbouw op rechterzijde en achteraan:
-
vooraan inspringende
inkom met berging van 3,50 m op 5,50 m;
-
achteraan living
van 7,5 op 8 m;
-
verbinding tussen beide delen op de rechterzijde van
circa 1,50 m breed
-
dakoversteek van
0,80 m rondom de living achteraan;
-
gevelafwerking:
o
verplaatsing voordeur
naar voorgevel;
o
zwart geverfd houten
schrijnwerk;
o
gelijkvloerse aanbouw (veranda)
links (zichtbaar vanaf de straat) in zwart
staal;
-
inrichting:
o nieuwe toegangspoort voor auto’s op rechterzijde in de punt van
de spie op circa 67 m van het woonhuis.
Inhoud van de aanvraag
-
uitbreiden van het volume aan een zonevreemde woning;
-
wijzigen van de voorgevel;
-
wijzigen van de scheimuren;
-
doorvoeren van interne
constructieve werken.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen |
19 oktober 2022 |
14 november 2022 |
Ongunstig |
AQUAFIN NV |
19 oktober 2022 |
17 november 2022 |
Ongunstig |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie |
19 oktober 2022 |
19 oktober 2022 |
Geen bezwaar |
Water-link |
19 oktober 2022 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van
dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies
gevraagd |
Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen
en Begraafplaatsen |
19 oktober 2022 |
28 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit |
19 oktober 2022 |
25 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu |
19 oktober 2022 |
2 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning |
19 oktober 2022 |
9 november 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is
gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening
grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom
is gelegen in het gewestplan
Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en
latere wijzigingen). Het eigendom
ligt, volgens dit van kracht
zijnde gewestplan,
in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig
ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet
verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel
14 van het
Koninklijk Besluit
van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen
en de gewestplannen).
Het eigendom
is gelegen in het gewestplan
Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en
latere wijzigingen). Het eigendom
ligt, volgens dit van kracht
zijnde gewestplan,
in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig
ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet
verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel
14 van het Koninklijk Besluit van 28
december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen
en de gewestplannen).
(Gewestelijke
ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.
Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen
van het gewestplan op volgend punt:
- 4.4. parkgebieden:
de parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al
dan niet verstedelijkte gebieden, hun
sociale functie kunnen vervullen. Een eengezinswoning
in een parkgebied vervult geen sociale functie. De aanvraag handelt evenwel over de uitbreiding van
een niet verkrotte en vergund geachte zonevreemde woning.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
-
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5
juli 2013 houdende vaststelling van
een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen
en gescheiden lozing van afvalwater
en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten
en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De
aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend
punt:
o
Er
wordt geen infiltratiesysteem voorzien. De overloop van de hemelwaterput en/of verharding dient op een infiltratievoorziening aangesloten te worden.
o
Er wordt geen groendak voorzien.
-
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse
regering van 5 juni 2009 tot vaststelling
van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening
toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten
en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de
aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
-
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse
regering van 29 april 1997 houdende
de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd
verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief
RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake
wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening
voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING
> Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing
op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
-
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige
verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de
gemeenteraad in zitting van
28 april 2014 en
goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u
raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen
in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van
de bouwcode op volgende punten:
o Artikel
38: Groendaken: Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan
te leggen als een groendak, indien
deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter. De
gelijkvloerse uitbreiding heeft een
oppervlakte van circa 105 m² en is niet uitgevoerd als groendak. Er is ook geen hemelwaterput die de verplichting van
een groendak zou kunnen opheffen.
Sectorale regelgeving
-
MER-screening: de overheid die beslist
over de ontvankelijkheid en volledigheid van
de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat
op het ogenblik van de beslissing over de
ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan,
binnen 90 dagen na de datum
van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening
houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke
milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
-
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het
decreet van 18 juli 2003 betreffende
het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het
voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in
alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
-
Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten
over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in
uitvoering van de Vlaamse codex Wonen
van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via
www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit
Vlaamse codex Wonen van 2021) De aanvraag valt onder het toepassingsgebied
van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
-
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex
Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15
mei 2009.
(De VCRO kan u
raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van
het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling
afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af
van artikel 38 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden afgeweken van dit artikel. Indien
er een vergunning zou worden verleend, zou
dit als voorwaarde worden opgenomen.
Functionele inpasbaarheid
De
aanvraag betreft het uitbreiden van een zonevreemde woning in parkgebied. De vergunning verlenende overheid kan
deze handelingen bij een zonevreemde woning vergunnen:
Artikel
4.4.12.In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen
weigeringsgrond vormen bij de beoordeling
van een aanvraag voor een Omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op
voorwaarde dat het aantal woongelegenheden
beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel
4.2.4, eerste lid, 1°, is wel
toegelaten.
Artikel
4.4.15.Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft
tot ten hoogste 1 000 m3 en op voorwaarde dat
het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.2.4, eerste lid, 1°, is wel toegelaten.
De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in :
1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2°
recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door
een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de
categorie van
gebiedsaanduiding « recreatie »
sorteren.
Om na te gaan of de
constructie van zonevreemde woning effectief vergund is, werd er advies gevraagd aan de stedelijke
dienst vermoeden van vergunning. Op basis van
luchtfoto's, kadaster en foto's uit het dossier geven zij een gunstig
advies voor de huidige bestaande
constructie met name een volume aan de straatkant van 9 bij 10 meter over
twee bouwlagen.
In de
voorbesprekingsfase is ook de stadsingenieur ter plaatse geweest om na te gaan of het om een niet verkrotte constructie
gaat. Uit het verslag, dat tevens aan de eigenaar
werd bezorgd, kwam naar voren dat er niet kan geconcludeerd worden dat het gebouw verkrot is in de betekenis van
‘niet voldoend aan de elementaire eisen van
stabiliteit' en dat er niet kan geconcludeerd worden dat slopen een
proportionele maatregel (voldoende én noodzakelijk) is.
In voorliggend
ontwerp wordt de eengezinswoning gerenoveerd en uitgebreid tot een volume van 999,3 m³.
Vanuit
stedenbouwkundig standpunt kan er geconcludeerd worden dat de renovatie en uitbreiding van de woning functioneel
inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt
het uitbreiden en renoveren van een zonevreemde woning. De constructie heeft in zijn huidige vergunde
toestand een volume van 562,4 m³ en een footprint
van 9 bij 10 (90 m²). Na uitbreiding zal het volume 999,3 m³ bedragen met een footprint
van 198,5 m².
Vanuit het oogpunt
goede ruimtelijke ordening wordt er geoordeeld dat de uitbreiding en gewenste footprint inpasbaar zijn op
het perceel. Schaal en ruimtegebruik zijn aldus
gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De gevelmaterialen
van het bestaand volume bestaan uit licht geschilderd pleisterwerk voor het gelijkvloerse deel van de gevel
en rode baksteen op de verdieping. Dit zal in
nieuwe toestand behouden blijven. De houten ramen worden vervangen door
nieuwe houten ramen die zwart
geschilderd zullen worden. De aangebouwde veranda wordt uitgevoerd in zwart staal. Deze nieuwe stalen structuur met een invulling
van glas sluit aan bij de bestaande
constructie. Gezien de verloederde constructie zichtbaar is in de straat, zal de renovatie een
verbetering zijn voor de beeldkwaliteit in het
algemeen. De visueel vormelijke elementen zijn
gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot
– veiligheid in het algemeen
Er werd advies
gevraagd aan de Verkeerspolitie. De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar tegen de
aanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde eengezinswoning.
Er werd advies
gevraagd aan de stedelijke groendienst. Het advies is gunstig mits de hieronder omschreven algemene voorwaarden worden opgevolgd:
“Bij een te behouden
boom moeten volgende
zaken in acht genomen worden:
o
In
het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels
of kroon van de boom onaanvaardbaar
moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen
dat het ontwerp niet mag leiden
tot noodzaak om:
-
Het bestaande
maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
-
Graafwerken uit te
voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten
doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
-
Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;
-
De boom drastisch te
snoeien. (D.w.z. hoger opkronen dan het huidig
eindbeeld of toppen
of kandelaren of verwijderen van takken dikker
dan 8cm).
o
Als
er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden
boom beschermd worden. Zowel wortels, als stam,
als kroon moeten beschermd
worden.
Afhankelijk
van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:
o
Er
is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten
in die zone geen werken uitgevoerd worden:
dan moeten er
werfhekkens
geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De
grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald
door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men ervan uitgaan dat de wortelzone bij niet
zuilvormige bomen even groot is als de diameter
van de kroonprojectie + 2m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van
de stam op 1,00 m hoogte. In die volledig
afgebakende zone mag niets gebeuren. (Niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen,
…)
o
Er
is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone, volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd
te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen
op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden
zonder dat er schade berokkend
wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:
o
Het
gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of
kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.
o
Het stockeren
enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
o
Het
voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als
deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %) van de wortelzone komt te liggen.
o
Het
handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine ingezet worden,
maar er moet begeleiding zijn van handwerk.
o
Het
afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom
en de afkasting moet een schokdemper, zoals
bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien.
o
Het
preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen. Het snoeien
wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.
o
Het
afbakenen van dikke (diameter groter dan dan 8 cm) laaghangende takken om te
voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt
wordt.
Enkele
beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel
zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten.
o
Het
geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van
een naburige eigendom) om uitdroging van
de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
o
Het
voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. Als de
kraan ronddraait met een last eraan, mag niets
de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een
kraan of voor om het even welke machine of stelling of …
Het is
aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van
beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te
raadplegen.
Bij
het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
Voor
elke straatboom moet er voldoende ondergrondse volume worden voorzien volgens
het bomenplan 2.0.
Het aspect
duurzaamheid moet nagestreefd worden.
Voor
de nieuwe boom moet een groeiplaats voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume
heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd
te kunnen halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte.
Duurzame
vergroening kan verder gerealiseerd worden door middel van waterdoorlatende verharding, gevelgroen en
lokale infiltratie van hemelwater (bijvoorbeeld door koppeling van de regenwaterafvoer van daken op plantvakken).”
Er werd advies
gevraagd aan de stedelijke milieudienst. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“De aanvraag betreft het verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning. Gegeven
de beperkte omvang en het karakter van een eengezinswoning is een project- merscreening niet vereist. Het is uit de huidig beschikbare plannen niet op te maken of er indelingsplichtige activiteiten van
toepassing zijn. Het is aan te raden dat de exploitant
dit nagaat en zich indien nodig in regel stelt met de Vlarem-wetgeving. Er dient opgemerkt te worden dat de te verbouwen eengezinswoning omgeven wordt door hoogstammige bomen waarvan op de
plannen geen vermelding gemaakt wordt. De aanvrager dient informatie te
verschaffen omtrent de te kappen bomen.”
In aansluiting op
het advies van de Stedelijke milieudienst dient er te worden vermeld dat de aanvrager op 29/03/2022,
voorafgaandelijk aan de omgevingsaanvraag, een
kapmachtiging heeft bekomen voor het kappen van bomen in privé bos. De kapmachtiging houdt een dunning in en is
geen ontbossing (d.i. wijziging van het grondgebruik
van bos naar niet-bos). Het gaat om een selectieve kapping die kadert binnen het regulier bosbeheer met als doel
de realisatie van de economische en de ecologische
bosfunctie. Het gaat om een eindkap van fijnspar aangetast door letterzetter, een exotenbestrijding van
Amerikaanse vogelkers en het vellen van 2 beuken
en 3 kastanjes die mogelijks een gevaar kunnen betekenen voor constructie of passanten, gecombineerd met
herbebossing. Deze ingreep stimuleert de ontwikkeling van de overblijvende bomen in het bos, door meer ruimte te geven
aan wortels en kruinen. Door de
herbebossing wordt op dezelfde plaats en over dezelfde oppervlakte een nieuwe bosgeneratie tot stand
gebracht van een ecologisch minstens evenwaardig bostype. De kapping betreft dus geen ontbossing (d.i.
wijziging van het grondgebruik van
bos naar niet-bos).
Er werd advies
gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos. Zij geven een ongunstig advies.
Het agentschap is
van oordeel dat de vergunningsaanvraag in strijd is met direct werkende normen en dat gelet op artikel
4.3.3 van de VCRO de vergunningverlenende overheid de vergunning niet kan toekennen:
“Op
29/03/2022 werd een kapmachtiging aangevraagd voor dit perceel, onze ref. 22- 002396.Deze kapmachtiging werd verleend op
23/05/2022 en in tussentijd uitgevoerd (zoals
vastgesteld is bij recente terreincontrole). Het volledige perceel is hierbij
als bos aanzien, met uitzondering van
het bestaande vervallen gebouw met een beperkte zone rondom. De aanvraag voorziet in een uitbreiding van het
bestaande gebouw en de aanleg van een
nieuwe toegangsweg, die onvermijdelijk de bosoppervlakte zullen doen afnemen. De aanvraag omvat dan ook een ontbossing. Volgens het gewestplan is
het
perceel gelegen in parkgebied. Volgens art. 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 08/11/2014) kan
ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied
of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie. In alle andere
gevallen dient voorafgaandelijk een individuele
ontheffing van het ontbossingsverbod te worden verleend door de Vlaamse Regering. Een ontheffing van het
ontbossingsverbod werd tot op heden niet aangevraagd
(en bijgevolg niet beoordeeld/beslist). De vergunningsaanvraag is bijgevolg onvolledig. Er dient op gewezen
te worden dat het hier om een zone-eigen bos
gaat (in een groene bestemming) en dat een eventuele ontbossing geen evidentie is. Wij raden dan ook aan om het bestaande
bosbestand integraal/maximaal te behouden. Een ontheffingsaanvraag zal ook in
die zin beoordeeld worden.
Tot slot wijst het
agentschap er op dat de vergunning plichtige handelingen bij een zonevreemde woning onder meer slechts
kunnen vergund worden op voorwaarde dat het
gaat om een niet verkrotte constructie. Men is van oordeel dat het hier om een kraakpand gaat (waar vrijwel geen ramen en
deuren meer intact zijn) wat doet vermoeden
dat de toestand binnen het gebouw mogelijk nog onvoldoende in orde is om als niet verkrot beschouwd te worden.
De vergunningverlener dient de stabiliteit van
het gebouw afdoende na te gaan (bij voorkeur op basis van een plaats bezoek) en haar standpunt kenbaar te maken, dit in
functie van navolgende vergunningsaanvragen
en/of aanvraag tot ontheffing van het ontbossingsverbod (zie hoger).
Gezien de
hogervermeld direct werkende normen volgens het Agentschap Natuur en bos dient
de omgevingsaanvraag te worden geweigerd.
Vanuit
stedenbouwkundig oogpunt dient er wel aan toegevoegd te worden dat door het Agentschap gesuggereerd wordt dat
dit om een verkrotte woning gaat. Aan de hand
van het plaats bezoek van de stadsingenieur wordt de woning echter als niet verkrot beoordeeld.
Er werd advies
gevraagd aan Aquafin. Het advies is ongunstig en wordt bijgevoegd aan het
verslag.
“Het
dossier wordt negatief geëvalueerd en kan voorlopig niet aanvaard worden. Volgende zaken dienen
bijgestuurd te worden:
o
De
diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm
bedragen.
o
Er
wordt geen infiltratiesysteem voorzien. De overloop van de hemelwaterput en/of verharding dient op een
infiltratievoorziening aangesloten te worden.
Deze voorziening heeft een volume van minstens 25 liter/m² aangesloten verharding en een infiltratieoppervlakte
van minstens 4 m² per 100 m² aangesloten verharding.
o
In
het kader van de op hande zijnde klimaatverandering is toch aangeraden om een hemelwaterput te plaatsen om zo
weinig mogelijk water verloren te laten gaan en de waterfactuur te beperken.
o
In
de Stad Antwerpen dienen alle nieuwe platte daken verplicht uitgevoerd te worden als groendaken.
Tevens dient er
voldaan te worden aan de
algemene voorwaarden.”
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing
parkeerbehoefte)
Het algemene
principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de
parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt
afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren
maximaal op eigen terrein te
voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De
parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen
impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college
wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren omwille
van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 augustus 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 19 oktober 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 18 december 2022 |
Verslag GOA | 28 november 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Bevraging aanpalenden
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.