Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022079074 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA HANGAR 29 met als contactadres Rijnkaai 150 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Rijnkaai 150 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 126/11C |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de hoofdfunctie bedrijvigheid (opslagloods) naar dagrecreatie voor een periode van vijf jaar |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
15/09/2017: vergunning (20171406) voor het bouwen van acht tijdelijke paviljoenen, mobiele containers en berging voor Bocadero (tem september 2017);
24/10/1996: vergunning (86#8718944) voor het slopen van loods 28 en herstellingswerken.
01/01/1988: vergunning (88#880307) voor het plaatsen van sanitair in loods 28/29
Vergunde toestand
magazijn / opslagplaats (bedrijvigheid);
vrijstaande, betonnen constructie van dertien traveeën met gebogen bedaking;
gevels in rode baksteen, de twee meest zuidelijke traveeën zijn niet afgesloten door zijwanden buitenschrijnwerk in blauw en wit staal.
Huidige toestand
vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID: 212118) van Hangar 29 met meerpalen van de Red Star Line als bouwkundig erfgoed Vlaanderen;
gebruik voor tijdelijke evenementen zoals beurzen, feesten, pop-up café,.. (dareca en dagrecreatie);
buitenschrijnwerk blauwkleurig
technische installaties geplaatst tegen de gevels.
twee inpandige, sanitaire blokken;
externe hoogspanningscabine langs de straatgevel;
plaatsing van stalen rijwegplaten voor de poorten aan de Scheldekant;
de vrijgekomen ruimte na de sloop van hangar 28A werd ingericht als parkeerzone.
Gewenste toestand
functiewijziging naar dagrecreatie en inrichting van de loods naar een gesloten evenementenhal met twee interne, sanitaire blokken met bovenop telkens een kleine kantoorruimte;
aanleg van circa 110 externe fietsstalplaatsen plus 20 plaatsen voor het personeel;
66 autoparkeerplaatsen plus een inkomcontainer langs de zuidgevel.
behoud van de stalen rijwegplaten en de sporen langsheen de Scheldekaaimuur.
Inhoud van de aanvraag
wijzigen van de hoofdfunctie van opslagloods (bedrijvigheid) naar een evenementenhal (dagrecreatie);
plaatsen van twee sanitaire blokken;
aanbrengen van zaak-gebonden publiciteit;
het inrichten van een kantoor op de 1ste verdieping;
inrichten van parkeerplaatsen op het maaiveld.
Fasering
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 29 juni 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 7 juli 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 5 augustus 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 2 september 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 13 september 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 12 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 december 2022 |
Verslag GOA | 7 december 2022 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Omwille van een procedurefout moet het openbaar onderzoek opnieuw worden georganiseerd. Het openbaar onderzoek moest ten laatste 1 dag voor het ingaan van de termijn van het openbaar onderzoek worden aangeplakt en gemeld op het loket. Dit gebeurde pas op 11 juli of vijf dagen te laat.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
Openbaar onderzoek
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
7 juli 2022 | 5 augustus 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13 september 2022 | 12 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 29 juni 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | |
Brandweerzone Antwerpen- Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 29 juni 2022 | 12 augustus 2022 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen- Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 18 oktober 2022 | 5 december 2022 | Ongunstig |
Departement Omgeving/ Dienst VR | 29 juni 2022 | 7 juli 2022 | Geen bezwaar |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 29 juni 2022 | 19 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | ||
Water-link | 29 juni 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 29 juni 2022 | 8 juli 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 29 juni 2022 | 19 juli 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen | 29 juni 2022 | 16 augustus 2022 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten | 29 juni 2022 | 8 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 29 juni 2022 | 25 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 29 juni 2022 | 9 november 2022 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 29 juni 2022 | 7 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) | 29 juni 2022 | 27 juli 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gemengd gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied. De gebieden die als gemengd gemeenschapsvoorzienings- en dienstverleningsgebied zijn aangeduid, zijn bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen evenals voor dienstverleningsbedrijven of inrichtingen in verband met haven en scheepvaart.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Gewestplan Antwerpen
De loods is gelegen in Gebied voor gemengde gemeenschapsvoorzieningen en dienstverleningsgebied (BVR 28/07/95, code 0210). Deze gebieden zijn bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen evenals voor dienstverleningsbedrijven of inrichtingen in verband met haven en scheepvaart.
De functies vrijetijdsvoorzieningen als hoofdfunctie en socio-culturele voorzieningen als mogelijk nevenfunctie valt niet binnen de toegelaten bestemmingen van het Gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
- Artikel 19 Helling: Het is onduidelijk of de helling in het sanitair blok conform de verordening Toegankelijkheid wordt aangelegd
Algemene bouwverordeningen
Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de kantoren op de 1ste verdieping (dak sanitaire lokalen) ontvangen onvoldoende lichtinval en rechtstreekse luchttoevoer.
- Artikel 43 Septische putten: Onduidelijk of er septische putten voorzien worden
Sectorale regelgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan, zoals hoger omschreven. De voorgestelde handelingen omvatten immers geen gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, dienstverleningsbedrijven of inrichtingen in verband met haven en scheepvaart.
In toepassing van artikel 4.4.4.§l van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan het vergunningverlenende bestuursorgaan echter handelingen vergunnen gericht op het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik van het gebied, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.
Voor niet van vergunningsplicht vrijgestelde handelingen die verbonden zijn met occasionele of hoog-dynamische sociaal-culturele of recreatieve activiteiten, kan wel slechts een tijdelijke stedenbouwkundige vergunning worden afgeleverd, of een stedenbouwkundige vergunning onder de voorwaarde dat de betrokken handelingen slechts gedurende een specifieke periode of op bepaalde momenten aanwezig kunnen zijn.
Aangezien het hier een tijdelijke (vijf jaar) vergunning betreft en het de verwezenlijking van de bestemming van het gebied volgens het gewestplan niet in het gedrang brengt, kan dit toegestaan worden.
Bovendien is de aanvraag wel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het RUP in opmaak.
Omwille van deze functiewijziging werd de dienst Business en Innovatie om advies gevraagd. Hun advies is gunstig:
“De aanvraag past binnen de beleidsvisies van ruimtelijke economie en nightlife. Gezien de functiewijziging beter aansluit bij de realiteit is er geen bezwaar.”
Dit advies wordt gevolgd.
Cultuurhistorische aspecten
Het magazijn Waagnatie is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Daarom wordt de wijziging van de bestaande toestand ervan onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Daarom werd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg advies gevraagd. Dat advies is voorwaardelijk gunstig omwille van volgende motivering:
“De zeven resterende groepen afdaken langs de Scheldekaaien, van Ledeganckkaai tot Rijnkaai, gaan terug tot het grootschalige infrastructuurproject dat tussen 1877 en 1885 door de rechttrekking van de Schelde een nieuwe havenstrook ontwikkelde. Het meest opvallende en gekende bouwkundig erfgoed van de Scheldekaaien zijn de metalen afdaken met Polonceauspanten en versierde frontons. In 1903, na de verlenging van de kaaien tot aan het huidige Petroleum-Zuid, kregen alle afdaken een nummer van 1 tot 29, waarbij men in het zuiden begon te tellen.
De afdaken aan de Rijnkaai hadden oorspronkelijk ook de fraaie geajoureerde versiering, confer dossier in stadsarchief van 1884. Hangars 28 en 29 werden in verschillende fases opgericht, confer dossier van 1884 met de realisaties van een reeks afdaken door aannemer Emile Hargot uit Antwerpen en dossier van 1891 met de realisatie van afdaken ter hoogte van hangar 29 door Bertaux et Cie. Toen afdak 29 op 22 april 1912 afbrandde, werd het volgens dezelfde typeplannen en door dezelfde aannemer heropgebouwd.
Na de Tweede Wereldoorlog voldeden de eind 19de-eeuwse afdaken niet meer aan de noden van de goederentrafiek. Veel afdaken werden afgebroken; aan de Rijnkaai koos men ervoor om op de plaats van de oude afdaken nieuwe loodsen te bouwen in moderne constructies van beton en metselwerk. De afdaken 26-27 en 28-29 aan de Rijnkaai werden na de Tweede Wereldoorlog vervangen door moderne, afgesloten constructies in beton en metselwerk. Hangar 28 is afgebroken na een brand; hangar 29 is gebouwd in 1964 in opdracht van havenbedrijf Mabesoone als autobergplaats en herstelwerkplaats voor machinale houtbewerking.
Hangar 29 is een betonnen schaalconstructie van dertien traveeën, waarbij de buitenmuren met rode baksteen zijn opgevuld. De twee zuidelijke betonnen gebinten hebben geen afgesloten zijwanden: deze werden na een brand opengelaten. Bij deze brand verdween hangar 28.”
De aanvraag omvat geen constructieve wijzigingen, noch wijzigingen in het uitzicht, aan het gebouw. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er dan ook geen principieel bezwaar tegen de regularisatie-aanvraag. Ter hoogte van de zuidgevel werd een aantal jaren geleden een constructie geplaatst ter bevestiging van panelen/doeken met opschriften die wijzigbaar waren (Bocadero – Waagnatie - …). Door de omvang van deze opschriften, hebben ze een aanzienlijke en eerder storende impact op de industriële verschijningsvorm die in de zuidgevel wordt bepaald door een brutalistische opbouw met betonnen pijlers. De stedelijke dienst monumentenzorg vraagt het college deze opschriften uit te sluiten van vergunning.
Dit advies wordt gevolgd.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels blijven, op het vervangen van enkele poorten na, ongewijzigd. Deze gevelwijzigingen worden niet als storend ervaren en kunnen gunstig beoordeeld worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het sanitair nabij de overdekte hal is bereikbaar via een helling. Deze helling is niet in overeenstemming is met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Bovendien is dit sanitair enkel bereikbaar via deze helling. Conform de verordening moeten niveauverschillen van meer dan 18 cm, hier het geval, overbrugt worden door een helling in combinatie met een trap. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan en zal bijgevolg in voorwaarde worden opgelegd.
Strijdig met de bouwcode (art. 24) hebben de bureaus op de 1ste verdieping boven het sanitaire blok geen toetreding van rechtstreeks daglicht, zicht en lucht. Dit is niet aanvaardbaar als volwaardige werkplek. De aanvraag is niet duidelijk over het gebruik en bezettingsgraad (in tijd en aantal personen) van deze ruimte. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd dat deze bureauruimte enkel mag gebruikt worden voor korte periodes.
Het is onduidelijk of er septische putten, zoals getekend op het rioleringsplan qua dimensionering voldoen aan de bepalingen van de bouwcode. De aanvraag dient te voldoen aan artikel 43.
De milieudienst wijst de aanvrager er op dat een opslagloods per definitie niet is uitgerust met een akoestische isolatie waardoor zeer hoge geluidsniveaus bij evenementen niet vanzelfsprekend zijn.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen.
Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 131 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging. De bestaande loods wordt verbouwd tot evenementenhal. De oppervlakte van de hal is 5911m². Er worden ook kantoren ingericht van 88m²:
De werkelijke parkeerbehoefte is 131 (1 + 130 = 131). Dit is de parkeerbehoefte voor een gemiddeld evenement met een gemiddelde bezetting. Aangezien de parkeerbehoefte dermate afhankelijk is van het soort evenement zal steeds een evenementenvervoersplan opgemaakt moeten worden. |
De plannen voorzien in 66 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Op de parking ter hoogte van de Waagnatieloods is ruimte voorzien voor het parkeren van 66 auto’s waarvan 7 parkeerplaatsen voor andersvaliden. |
Het aantal tijdelijk te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen in functie van een evenement bedraagt 66. In het kader van de vergunningsaanvraag voor de uitbreiding van hangar 26/27 (AN9/B/20161685) kon AG VESPA de parkeerplaatsen die zich buiten de footprint van het gebouw werden aangevraagd niet gunstig adviseren en wel omwille van volgende reden: “In het kader van de realisatie van het Masterplan Scheldekaaien (mpsk) is voorzien in herinrichting en heraanleg van de publieke ruimte op de scheldekaaien waarbij de bebouwing op de Rijnkaai, […] in de publieke ruimte komt te staan. AG Vespa staat in voor de coördinatie van de realisatie van het mpsk inclusief de herinrichting van het publieke ruimte. Daarom kan het huidige gebruik van het toekomstig openbaar domein voor autoparkeren enkel als tijdelijk gebruik worden aanzien en niet als verworven recht m.b.t. toekomstige bestemming of toekomstig gebruik.” Daarenboven zou dit mogelijk in conflict komen met een toekomstige inrichting van de werf in functie van de realisatie van de Sigmakering. De 66 parkeerplaatsen mogen slechts gebruikt worden in het kader van en gedurende de duur van een tijdelijk evenement, en na een positieve beoordeling van een evenementenvervoersplan door de stedelijke dienst Mobiliteit. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan (131 – 66 =) 65. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is zou dit dus in principe van toepassing op 65 plaatsen. Gezien de aanvraag tijdelijk is van aard kan een afwijking worden toegestaan.
|
Ontsluiting/bereikbaarheid:
Voor de ontsluiting van de Waagnatie voor gemotoriseerd verkeer wordt gebruik gemaakt van de opening in de waterkering net zuidelijk van het kruispunt Rijnkaai x Londen-Amsterdamstraat. Deze ontsluiting wordt gedeeld met de rotatieparking van MPA. De voertuigen rijden via een met jerseys afgebakende rijweg langs de rotatieparking over de kaaivlakte en bereiken zo de Waagnatieloods.
Fietsvoorzieningen:
Er worden 20 afgesloten fietsenstallingen voorzien voor personeel.
Voor de bezoekers zijn er 110 fietsenstallingen ingericht langs de zuidzijde. Deze fietsenstallingen zijn voldoende voor 1/3 van de bezoekers die niet met de auto komen.
Laden en lossen:
Bij een eventuele vergunning moet laden en lossen op eigen terrein gebeuren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van het ongunstig advies van de brandweer.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.