De gemeenteraad keurde op 28 januari 2019 (jaarnummer 42) het bestuursakkoord voor de legislatuur 2019 - 2024 goed.
Op 17 juni 2022 (jaarnummer 4884) keurde het college de principebeslissing 'Actualisatie en wijzigingen parkeerbeleid' goed. Het college gaf tevens opdracht aan de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling (afdeling Mobiliteit) en Mobiliteit en Parkeren Antwerpen (MPA) om een aantal parkeermaatregelen verder te onderzoeken, ontwikkelen en implementeren.
De gemeenteraad keurde op 26 september 2022 (jaarnummer 535) de laatste wijziging van het algemeen reglement op de gemeentelijke parkeervergunning goed.
De gemeenteraad keurde op 26 september 2022 (jaarnummer 536) de laatste wijziging van het retributiereglement met betrekking tot parkeren op de openbare weg goed.
Op 30 september 2022 (jaarnummer 8006) keurde het college het aanvullend reglement tot de politie van het wegverkeer 'Parkeren met beperkte parkeertijd binnen de Singel en in de 20ste-eeuwse gordel' in de districten Antwerpen, Berchem, Borgerhout, Deurne, Hoboken, Merksem en Wilrijk goed. Dit besluit bepaalt waar er betalend en waar er schijfparkeren geldt, alsook tijdens welke dagen en uren deze parkeerregimes gelden. Ook de afbakening van de bewonerszones wordt vastgelegd in dit aanvullend reglement.
Op 30 september 2022 (jaarnummer 8007) keurde het college het aanvullend verkeersreglement 'Parkeerzonering in alle districten' goed. Dit besluit bepaalt voor de straten waar betalend parkeren geldt, tot welke tariefcode deze behoren.
Stad Antwerpen wil de parkeerdruk op het openbaar domein verder afbouwen, zodat er op termijn meer ruimte komt voor andere doelstellingen op het openbaar domein.
De beleidsdoelstelling ‘Parkeren op eigen terrein’, waarbij bestuurders van voertuigen worden aangespoord om niet op het openbaar domein te parkeren, wordt verder omgezet in het parkeervergunningenbeleid.
Artikel 51 van het bestuursakkoord geeft aan dat parkeren op eigen terrein (POET) het credo blijft bij de bouw van nieuwe gebouwen of bij vernieuwde gebouwen om te verhinderen dat de parkeerdruk hiervan op het openbaar domein wordt afgewenteld. Een geobjectiveerde parkeernorm vrijwaarthet openbaar domein geleidelijk van geparkeerde auto’s. De parkeernorm wordt periodiek geëvalueerd in functie van een wijzigend stads- en buurtbeeld. Waar het niet mogelijk is om inpandige parkeerplaatsen op het eigen terrein te voorzien, kunnen deze in de buurt inpandig worden gerealiseerd.
Artikel 53 van het bestuursakkoord voorziet dat er een nieuwe parkeerbalans per buurt wordt opgesteld. Daarin zitten de parkeerplaatsen op het openbaar domein, in de buurtparkings en in de publieke parkings vervat. Deze legislatuur zetten we in op het verschuiven van straatparkeren naar inpandig parkeren (in buurtparkings en publieke parkings). Daardoor kan, vanaf het moment dat de parkeerdruk op het openbaar domein genormaliseerd is, het aantal parkeerplaatsen op het openbaar domein geleidelijk afnemen.
Om deze doelstellingen te behalen en dus een verschuiving te krijgen van on-street naar off-street parkeren, is het belangrijk om het POET-principe nadrukkelijker te maken in situaties waar dit mogelijk en wenselijk is, zoals bij nieuwe bouwprojecten waarbij inpandige parkeerplaatsen de norm zijn.
Om de publieke ruimte verder beschikbaar te maken voor andere zaken dan geparkeerde voertuigen, wil de stad het aantal parkeervergunningen gekoppeld aan nieuwe bouwprojecten of herbouwprojecten beperken. Bewoners hebben bij deze projecten namelijk een hoogwaardig alternatief (inpandig parkeren) ten opzichte van parkeren op straat.
De uitrol van volgende actie wordt voorgesteld:
De grootte van een nieuw- of herbouwproject zal bepalen hoeveel parkeervergunningen voor bewoners er kunnen worden aangevraagd door bewoners die gedomicilieerd zijn in een dergelijk project.
Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de grootte van het project aangezien het bij kleine projecten minder evident is om genoeg inpandige parkeerplaatsen te voorzien dan bij grotere projecten. Vanaf 30 wooneenheden is het aanbod aan inpandige parkeerplaatsen bovendien ruim genoeg zodat ook eigenaars met meerdere wagens hier terecht kunnen.
Deze maatregel geldt enkel voor nieuw- en herbouwprojecten waardoor er niet geraakt wordt aan de reeds verworven rechten van bewoners. Op deze manier weet de indiener van een nieuwe vergunningsaanvraag ook meteen het aantal parkeervergunningen voor bewoners waarop het ingediende project recht heeft. Aangezien de bouwcode bovendien de bouw van inpandige parkeerplaatsen voorziet in deze projecten volgens een verwachte behoefte, beschikken deze bewoners over voldoende parkeerplaatsen.
Implementatie/uitvoering
Om deze wijzigingen aan het parkeerbeleid uit te voeren, moeten volgende reglementen worden aangepast / opgesteld:
Opdracht tot verder onderzoek, ontwikkeling en implementatie
Naast de goedkeuring van bovenstaande modaliteiten, geeft het college opdracht aan MPA en de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling om onderstaande maatregelen verder te onderzoeken, ontwikkelen en implementeren:
Het college keurt de principebeslissing goed om volgende maatregelen te implementeren:
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
MPA en SW | Volgende maatregelen verder onderzoeken, ontwikkelen en implementeren:
|
MPA en SW | Opstellen en agenderen van volgende besluitvorming op het college en de gemeenteraad;
|