Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023131476 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Gwyn Michiels met als adres Antwerpsebaan 120 te 2040 Antwerpen en mevrouw Tina Everding met als adres Antwerpsebaan 120 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Antwerpsebaan 120 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie C nr. 443E2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/04/1993: vergunning (86#8721130) voor een verbouwing/uitbreiding woning.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
overeenkomstig de vergunde toestand met volgende opmerkingen/ aanvullingen:
- bouwvolume: aangebouwde garage aan de rechterzijde van de woning;
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: ongewijzigd behoudens:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de niet-vergunde aangebouwde garage rechts;
- bouwen van een nieuwe aangebouwde garage links;
- wijzigen van de voorgevel ter hoogte van het nieuwe volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- inrichten van de voortuin met verhardingen en een autostalplaats.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 6 november 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 6 november 2023 | 20 november 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Bomenbank, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2006. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor bomenbank met nabestemming natuur, zone voor te behouden landschappelijke elementen en zone voor waterloop.
(Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het afbreken van een bestaande niet-vergunde garage rechts van de woning en het optrekken van een nieuw garagevolume links van de woning.
De woonfunctie blijft ongewijzigd, waardoor de functionele inpasbaarheid niet aangetast wordt.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Aan de linkerzijde van de woning wordt, na het verwijderen van de aanwezige verharding ter plaatse, in de linkse zijtuinstrook een nieuwe garage met tuinberging voorzien, over de breedte van deze zijtuinstrook. Het volledige volume van de garage/tuinberging wordt 1,50 meter achter de voorgevel van de woning geplaatst, heeft een totale bouwdiepte van 7,46 meter en een kroonlijsthoogte van 3 meter.
Uit het inplantingsplan van de nieuwe toestand wordt afgeleid dat de bestaande oprit naar de voormalige garage aan de rechterzijde behouden blijft, net als een verharding in kiezel naast de oprit en een poort.
In een voortuinstrook kunnen, in toepassing van artikel 27 §4 van de bouwcode echter enkel de noodzakelijke verhardingen toegelaten worden. Dit zijn, naast toegangspaden, opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximum breedte van 3 meter. Niet alleen is de bestaande oprit aan de rechterzijde van het perceel met een breedte van 3,80 meter te breed, hij leidt in de nieuwe toestand evenmin naar een garage, carport of autostaanplaats. Omdat de nieuwe garage enkel voor een motor en fietsen dient, wordt geen oprit hiernaartoe voorzien, enkel een smal toegangspad voor de voorgevel, vanuit de bestaande oprit rechts in de voortuin. Om te voldoen aan artikel 27 van de bouwcode en de voortuin maximaal te vergroenen, dient deze bestaande oprit naar de voormalige garage aan de rechterzijde dan wel versmald te worden tot een toegangspad met een breedte van 1,5 meter waarbij het resterende rechterdeel groen moet worden aangelegd.
De bestaande kiezelverharding in de voortuin rechts kan dan behouden blijven als autostalplaats in openlucht.
De voortuin dient ter hoogte van de rooilijn conform artikel 19 van de bouwcode afgesloten te worden met een groene levende haag zoals de huidige afsluiting, met een toegangspoort naar de autostalplaats en het toegangspad rechts. Dit wordt eveneens als voorwaarde bij de vergunning opgelegd.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe garage wordt volledig in hout voorzien, inclusief de wand ter hoogte van de perceelsgrens. Conform artikel 34 van de bouwcode dient een enkelvoudige scheidingsmuur te worden uitgevoerd in niet-geperforeerd, massief materiaal.
Het aanpassen van het materiaal van deze scheidingsmuur zal daarom als voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen.
Mits te voldoen aan de voorwaarden, kunnen de voorgestelde materialen toegestaan worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het is tevens onduidelijk of de nieuwe scheidingsmuur van de garage een opstand heeft van 0,30 meter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel, zoals bepaald in artikel 34 van de bouwcode. In de vergunning zal daarom opgelegd worden om het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater.
Er wordt een afwijking gevraagd voor het voorzien van een bovengrondse infiltratievoorziening. In de plaats daarvan wordt een ondergrondse infiltratieput voorzien. Dit alternatief voorstel kan toegestaan worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bestaande oprit naar de voormalige garage aan de rechterzijde van de woning is te versmallen tot een toegangspad met een breedte van 1,5 meter en waarbij het resterende rechterdeel groen is aan te leggen conform artikel 27 van de bouwcode.
2. De voortuin dient ter hoogte van de rooilijn conform artikel 19 van de bouwcode afgesloten te worden met een levendige haag zoals de huidige voortuinafsluiting, met een toegangspoort naar de autostalplaats en het toegangspad rechts.
3. De scheidingsmuur op de erfscheiding met de links aanpalende is uit te voeren in een niet-geperforeerd, massief materiaal conform artikel 34 van de bouwcode. De nieuwe scheidingsmuur mag niet verder over de linker perceelsgrens reiken dan op het plan werd opgetekend.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 6 november 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 6 november 2023 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 4 februari 2024 |
Verslag GOA | 3 januari 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bestaande oprit naar de voormalige garage aan de rechterzijde van de woning is te versmallen tot een toegangspad met een breedte van 1,5 meter en waarbij het resterende rechterdeel groen is aan te leggen conform artikel 27 van de bouwcode.
2. De voortuin dient ter hoogte van de rooilijn conform artikel 19 van de bouwcode afgesloten te worden met een levendige haag zoals de huidige voortuinafsluiting, met een toegangspoort naar de autostalplaats en het toegangspad rechts.
3. De scheidingsmuur op de erfscheiding met de links aanpalende is uit te voeren in een niet-geperforeerd, massief materiaal conform artikel 34 van de bouwcode. De nieuwe scheidingsmuur mag niet verder over de linker perceelsgrens reiken dan op het plan werd opgetekend.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.