Terug
Gepubliceerd op 05/02/2024

2024_CBS_00738 - Omgevingsvergunning - OMV_2023133976. Eduard Van Steenbergenlaan 34. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_00738 - Omgevingsvergunning - OMV_2023133976. Eduard Van Steenbergenlaan 34. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_00738 - Omgevingsvergunning - OMV_2023133976. Eduard Van Steenbergenlaan 34. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023133976

Gegevens van de aanvrager:

Arjan Van Roey - Waut Noët met als adres Mortselsesteenweg 151 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Eduard Van Steenbergenlaan 34 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 32 sectie B nr. 558C4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          7/6/1962: vergunning (627#21182) voor het bouwen van een woonhuis.

 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte op het gelijkvloers en de eerste verdieping tot 12,65 m;
  • terras op de eerste verdieping rechts achteraan met buitentrap naar de tuin;
  • bouwdiepte op de tweede verdieping tot 10,7 m;

-          gevelafwerking:

  • parement in rode ruwe gevelsteen;
  • buitenschrijnwerk in staal;
  • raamomkaderingen in blauwe hardsteen;
  • voordeur en poort naar inpandige garage in bruin hout;

-          inrichting:

  • voortuin: toegangspad en oprit;
  • achtertuin: trap naar terras op de eerste verdieping en terrasverharding tot een bouwdiepte van 13,25 m.

 

Bestaande toestand

overeenkomstig de vergunde toestand, uitgezonderd:

-          buitenschrijnwerk in wit geschilderd hout;

-          slaapkamer op het gelijkvloers;

-          overdekt terras op de tweede verdieping.

 

Nieuwe toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing met 3 bouwlagen met plat dak voorzien van zonnepanelen; 
  • bouwdiepte van het hoofdgebouw van 3 bouwlagen tot 12,92 m;
  • nieuwe aanbouw met plat dak op het gelijkvloers tot een bouwdiepte van 16,45 m;
  • bijkomend terras van 1,9 m diep en 3,13 m breed aan de achtergevel op de eerste verdieping en een groendak met balustrade op het plat dak van het gelijkvloers;
  • dichtgebouwde buitenruimte op de tweede verdieping tot een bouwdiepte van 12,65 m;

-          gevelafwerking:

  • parement in rode ruwe gevelsteen;
  • buitenschrijnwerk in aluminium antraciet;
  • geïsoleerde achtergevel afgewerkt met witte crepi;

-          inrichting:

  • voortuin: volledig verhard met waterdoorlatende klinkers;
  • achtertuin: lagergelegen terras in waterdoorlatende materialen tot 19,15 m bouwdiepte en 3 traptreden links achteraan tot 19,90 m bouwdiepte.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van een eengezinswoning;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          isoleren en afwerken van de achtergevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          inrichten van de voor- en achtertuin: volledig verharden van de voortuin en aanleg van een terras en trappen in de achtertuin.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

4 december 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 27 Open ruimte:

Het volledig verharden van de voortuin is strijdig met de geldende voorschriften.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Er is geen opstand van 0,30 m voorzien.

  • Artikel 36 Zonnepanelen:

Op het hoogste plat dak worden zonnepanelen geplaatst. Op de snede zijn deze niet ingetekend waardoor het onduidelijk is of ze voldoen aan dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning. De functie wijzigt niet en is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat en omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De gelijkvloerse verdieping wordt uitgebreid met een bureauruimte achteraan. De nieuwe gelijkvloerse bouwdiepte sluit aan bij die van de rechterbuur en is inpasbaar in de straat. Na de uitbreiding blijft er een ruime en kwalitatieve tuinzone behouden.

 

Daarnaast wordt de tweede verdieping uitgebreid door het dichtbouwen van de open ruimte, tot een bouwdiepte van 12,65 meter. Deze extra ruimte wordt toegevoegd aan de bestaande slaapkamers. De bouwdiepte overschrijdt die van de direct aangrenzende woningen niet en is ruimtelijk inpasbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanpassingen aan de voorgevel beperken zich tot het vervangen van het schrijnwerk. Er wordt nieuw aluminium donkergrijs buitenschrijnwerk geplaatst. De bestaande raamverdeling blijft hierbij behouden.

 

Aan de achtergevel wordt isolatie geplaatst afgewerkt met een bepleistering in een lichte kleur. Het gelijkvloers wordt voorzien van een groot raam. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in donkergrijs aluminium.

 

De voorgestelde materialisatie is inpasbaar in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het plat dak van de nieuwe gelijkvloerse uitbreiding wordt ingericht als dakterras bij de eerste verdieping. Aan weerszijde van het dakterras wordt een afstand van 1,90 meter behouden tot de perceelgrenzen. Het dakterras heeft een oppervlakte van circa 6 m² en sluit aan bij het bestaand inpandig terras. Het overige deel van het plat dak wordt ingericht als groendak en omheind door een stalen balustrade. Om de privacy van de aangrenzende percelen te garanderen mag het groendak niet betreden worden. Als voorwaarde wordt dan ook opgenomen de balustrade rond het dakterras te voorzien.

 

De voortuin wordt in de aanvraag volledig verhard met waterdoorlatende klinkers, daar waar in de bestaande toestand nog groenstroken tussen de oprit en het toegangspad en naast het toegangspad en de perceelsgrens aanwezig zijn. Volgens artikel 27 van de bouwcode zijn in de voortuinstrook enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. De verharding naar de voordeur en de garage is dan ook te beperken tot een maximumbreedte van respectievelijk 1,50 meter en 3 meter. De overige delen van de voortuin dienen groen aangelegd te worden.

 

De scheidingsmuren zijn niet uitgevoerd met een opstand van 0,30 meter ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Bij een groendak, kan afgeweken worden van een minimale opstand van 0,30 meter wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 meter breed aanwezig is. Bij platte daken kan enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van de daken voldoende is. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Op het hoogste plat dak worden zonnepanelen geplaatst. Op de snede zijn deze niet ingetekend waardoor het onduidelijk is of ze voldoen aan artikel 36 uit de bouwcode. Als voorwaarde wordt opgenomen de maximale hoogte te beperken tot 1,50 meter zoals voorgeschreven in dit artikel.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De balustrade is rond het dakterras te voorzien in plaats van rond het groendak op de eerste verdieping.
  1. De verharding in de voortuinstrook is te beperken tot een maximumbreedte van 1,50 meter naar de voordeur en 3 meter naar de garage conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-         indien plat dak: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.); 

-          indien groendak: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

  1. De maximale hoogte van de zonnepalen is te beperken tot 1,50 meter conform artikel 36 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

4 december 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

2 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

3 maart 2024

Verslag GOA

23 januari 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van de bevraging werd 1 bezwaarschrift ingediend:

 

Privacy:

De bezwaarindiener stelt dat de volledige dakoppervlakte van de eerste verdieping zal worden gebruikt als terras met inkijk bij de buren als gevolg.

Beoordeling:

Het bezwaar is gegrond.

De balustrade wordt voorzien rond de volledige oppervlakte van het dak. Dit wordt tevens zo beschreven in de beoordeling van de aanvraag. Als voorwaarde wordt opgenomen de balustrade rond het dakterras te voorzien in plaats van rond het volledig dak.

 

Zonnepanelen:

De bezwaarindiener stelt dat de installatiehoogte van de zonnepanelen beperkt moet worden om niet zichtbaar te zijn vanaf de straat.

Beoordeling:

Het bezwaar is gegrond.

De zonnepanelen dienen conform artikel 36 uit de bouwcode beperkt te worden tot een maximale hoogte van 1,50 m. Dit wordt mee als voorwaarde opgenomen.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De balustrade is rond het dakterras te voorzien in plaats van rond het groendak op de eerste verdieping.
  1. De verharding in de voortuinstrook is te beperken tot een maximumbreedte van 1,50 meter naar de voordeur en 3 meter naar de garage conform artikel 27 van de bouwcode.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          indien plat dak: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          indien groendak: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

  1. De maximale hoogte van de zonnepalen is te beperken tot 1,50 meter conform artikel 36 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.