Terug
Gepubliceerd op 05/02/2024

2024_CBS_00718 - Omgevingsvergunning - OMV_2023138818. Ommeganckstraat 59. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 02/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_00718 - Omgevingsvergunning - OMV_2023138818. Ommeganckstraat 59. District Antwerpen - Weigering 2024_CBS_00718 - Omgevingsvergunning - OMV_2023138818. Ommeganckstraat 59. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023138818

Gegevens van de aanvrager:

de heer Adrien Tirtiaux met als adres Ommeganckstraat 59 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Ommeganckstraat 59 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nr. 1161H8

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning en ateliers met wijziging van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          06/07/2018: voorwaardelijke vergunning (20181018/OMV_2018045748) voor het opdelen en verbouwen van een rijwoning tot drie woonheden en een zelfstandige kantoorruimte;

-          23/01/1976: vergunning (18#57758) voor een verbouwing - 7.11.1975;

-          20/04/1973: vergunning (18#55438) voor een verbouwing - 9.1.1973.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning van 3 wooneenheden met gelijkvloerse kantoorruimte en achterliggend atelier;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder zadeldak;
  • perceelsbrede achterbouw van 2 bouwlagen met een bouwdiepte van 17,82 m en van 1 bouwlaag tot een bouwdiepte van 29,76 langs de linker perceelsgrens;
  • extra volume op het dak van de eerste verdieping van de achterbouw;

-          gevelafwerking:

  • plint in grijze natuursteen;
  • voorgevel wit gepleisterd;
  • buitenschrijnwerk in groen geschilderd hout;
  • poort naar doorrit voor ondergrondse parking;
  • achtergevel in rode bakstenen, afgewisseld met zwart houten beplanking en nieuw buitenschrijnwerk in donkergrijs aluminium;

-          inrichting:

  • ondergrondse verdieping voorzien van parking voor 3 parkeerplaatsen, fietsenstalling voor 11 fietsen, bergruimtes en 2 atelierruimtes;
  • open ruimte met tuinberging;
  • uitpandige terrassen aan de achtergevel.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • voorgevel in rode bakstenen op verdieping;
  • terrassen op de eerste en derde verdieping niet uitgevoerd;
  • voorwaarde ten opzichte van vergunning (20181018): gedeelte dak van de aanbouw ter hoogte van de eerste verdieping aan te leggen als groenzone of groendak.

 

Nieuwe toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • vermeerderen van het aantal wooneenheden naar 4;
  • scheimuurwijzigingen;
  • achtergevel in rode bakstenen, afgewisseld met zwart houten beplanking en nieuw buitenschrijnwerk in donkergrijs aluminium;
  • gewijzigde raamopeningen in de achtergevel;
  • nieuwe dakramen vooraan en achteraan in hout;
  • fietsenstalling verplaatst naar de gemeenschappelijke tuin;
  • wijzigen verharde oppervlakte in achtertuin.

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;

-          uitbreiden van het volume;

-          scheimuurwijzigingen;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de achtergevel;

-          wijzigen van de inrichting van de open ruimte;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator/ Fluvius

20 november 2023

22 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

20 november 2023

21 december 2023

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

20 november 2023

22 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

20 november 2023

20 november 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

20 november 2023

23 november 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

de leefruimten van het gelijkvloerse appartement krijgen onvoldoende licht en lucht;

  • artikel 27 Open ruimte:

de tuinzone wordt in nieuwe toestand deels verhard in functie van de fietsenstalling in de gemeenschappelijke tuin. De tuin is bijgevolg voor meer dan de maximaal toegelaten oppervlakte verhard;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er worden 11 fietsstalplaatsen in open lucht voorzien, deze moeten overdekt en afgesloten voorzien worden;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er ontbreekt 1 parkeerplaats voor de bijkomende wooneenheid.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Gezien de gelijkvloerse functiewijziging van kantoorruimte naar woonfunctie werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing – Business en Innovatie. Het advies leest als volgt:

“De aanvraag omvat de verbouwing van een bestaand pand bestaande uit een kantoor, atelierruimte en bovenliggende woningen.

Het kantoor wordt omgevormd naar woning maar de atelierruimte blijft bewaard.

Zo blijft het pand voldoen aan het beleidsprincipe verweving zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie.

Voor het dossier kan gunstig advies gegeven worden.”

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit gunstig advies bijgetreden en blijft de functionele inpasbaarheid gegarandeerd. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag voorziet in het omvormen van de verhoogde gelijkvloerse kantoorruimte tot een extra wooneenheid. Ook de achterliggende gelijkvloerse atelierruimte wordt uitgebreid waarbij een deel van de kantoorruimte wordt ingenomen.

Het nieuwe gelijkvloerse éénslaapkamerappartement sluit aan op de achterliggende atelierruimte en is hierdoor eenzijdig georiënteerd.

De lichtdoorlatende oppervlakte van de 2 bestaande raamopeningen is onvoldoende groot om voldoende daglichttoetreding in de  leefruimte te voorzien (bouwcode, art. 24). Deze afwijking is beperkt waardoor hiervoor uitzonderlijk een afwijking kan toegestaan worden.

Als buitenruimte bij deze nieuwe wooneenheid wordt de gemeenschappelijke tuin achteraan het perceel voorzien. Deze is echter enkel via de gemeenschappelijke inkom en vervolgens via de parkeerplaatsen bereikbaar. Door het ontbreken van een eenvoudig en makkelijk bereikbare buitenruimte wordt geoordeeld dat de bijkomende wooneenheid niet over een kwalitatieve buitenruimte beschikt om gunstig geadviseerd te kunnen worden (bouwcode, art. 28).

 

Conform artikel 27 van de bouwcode dient bij een functiewijziging 20 % van het perceel op maaiveldniveau onbebouwd te zijn. Met een perceelsoppervlakte van 474,96 m2 en een open ruimte van 163,50 m2 is hieraan ruim voldaan.

Er werd reeds 74,50 m2 verharding vergund in functie van de 3 parkeerplaatsen en een tuinberging. De voorliggende aanvraag voorziet in 17,40 m2 bijkomende verharding voor een fietsenstalplaats.

Omdat de reeds verharde en vergunde oppervlakte meer bedraagt dan wat volgens artikel 27 van bouwcode wenselijk is, kan er op het perceel geen bijkomende verharding meer voorzien worden.

De aanvraag voorziet ook in een uitbreiding van de tuinzone van 10 m2. Ondanks deze uitbreiding blijft de aanvraag strijdig met artikel 27 van de bouwcode. 

Met deze uitbreiding wordt de functionaliteit van 2 parkeerplaatsen ongedaan gemaakt (bouwcode, art. 30). Vergunde parkeerplaatsen op eigen perceel dienen echter maximaal behouden te blijven.

De voorgestelde wijzigingen kunnen bijgevolg niet gunstig geadviseerd worden.

 

De achteraanbouw met de atelierruimte wordt van een nieuwe dakconstructie voorzien en afgewerkt met een groendak. De bouwdiepte blijft ongewijzigd maar de dakrandhoogte en het bouwvolume worden hoger uitgevoerd.

De scheimuurwijziging blijft beperkt en heeft bijgevolg geen bijkomende negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen.  

 

Omwille van strijdigheden met artikel 27 en 28 van de bouwcode kan de voorliggende aanvraag niet gunstig beoordeeld worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voorziet een voorgevelafwerking in wit, glad pleisterwerk op de verdiepingen. Nieuwe dakramen worden in hout voorzien. Deze ingrepen zijn gunstig te adviseren.

De gewijzigde achtergevel van zowel het hoofdvolume als de achterbouw wordt uitgevoerd in een combinatie van zwart houten latwerk, roodbaksteen en zwart aluminium buitenschrijnwerk.

Het voorgestelde materiaalgebruik is in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De inpandige fietsenstalling in de kelder wordt naar de verhoogde achtertuin verplaatst. De inrichting van voorgestelde fietsenstalplaatsen is strijdig met artikel 29 van de bouwcode en is enkel bereikbaar via een trap met fietsgoot van 0,80 m breedte. Het herpositioneren van de fietsenstalplaats is bijgevolg geen verbetering voor de gebruikers.

Bij een mogelijke vergunning zou het verplaatsen van de bestaande fietsenstalplaats uit de vergunning gesloten worden.

 

Er werd door de Brandweer een ongunstig advies afgeleverd. Dit advies maakt gewag van een aantal tekortkomingen in de voorliggende aanvraag. Deze tekortkomingen kunnen niet in voorwaarden worden opgelegd en vereisen essentiële aanpassingen aan de voorliggende aanvraag. Ingevolge het advies van de Brandweer dient de voorliggende aanvraag ongunstig geadviseerd te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van het kantoor op het gelijkvloers naar een bijkomende wooneenheid.

De 3 bovenliggende wooneenheden blijven ongewijzigd.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

De plannen voorzien in 3 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

De 3 bestaande parkeerplaatsen blijven behouden. Er is geen bijkomende parkeerplaats voor het bijkomend appartement.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Op het perceel zijn reeds 3 autostalplaatsen ingericht op de halfondergrondse verdieping. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van de bijkomende te realiseren plaats niet toe.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Het bestaande kantoor van 82 m² wordt verbouwd tot een bijkomend appartement.

82 m² kantoor in omgeving Centraal Station met parkeernorm 0.6/100m² : 82m² x 0.6/100m² = 0.49

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0

 

De 3 bestaande appartementen hebben 3 parkeerplaatsen in de vergunde toestand.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de appartementen wordt een fietsenstalling voor 11 fietsen voorzien.

De fietsenstalling moet overdekt en afgesloten zijn. (bouwcode, art. 29)

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          De fietsenstalling moet overdekt en afgesloten zijn.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van  onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en het ongunstig advies van de brandweer.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

20 november 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

19 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

18 februari 2024

Verslag GOA

25 januari 2024

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.