Terug
Gepubliceerd op 05/02/2024

2024_CBS_00701 - Omgevingsvergunning - OMV_2023057022. Isabella Brantstraat 67. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 02/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_00701 - Omgevingsvergunning - OMV_2023057022. Isabella Brantstraat 67. District Antwerpen - Weigering 2024_CBS_00701 - Omgevingsvergunning - OMV_2023057022. Isabella Brantstraat 67. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023057022

Gegevens van de aanvrager:

BVBA A-PLAN ARCHITECTEN met als adres Jan Blockxstraat 19 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BVBA A-PLAN ARCHITECTEN (0501839792) met als adres Jan Blockxstraat 19 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Isabella Brantstraat 67 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1534Z

waarvan:

 

-          20231026-0090

afdeling 10 sectie K nr. 1534Z (warmtepompen)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning, vermeerderen van het aantal wooneenheden van 3 naar 5 en de exploitatie van warmtepompen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/10/2022: opname in het vergunningenregister (2022151) van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten wegens het vermoeden van vergunning met uitzondering van het gewijzigde bouwvolume en de inrichting van het appartement op de eerste verdieping en de gewijzigde terraszone achteraan de eerste verdieping;

-          27/08/1971: vergunning (1971450) voor gevelverbouwing, autobergplaats;

-          22/05/1970: vergunning (1970527) voor verbouwing.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 4 bouwlagen onder plat dak;
  • achterbouw van 1 tot 4 bouwlagen onder platte daken;
  • terrassen tegen de achtergevel op de eerste, tweede en derde verdieping;
  • kroonlijsthoogte van 13 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in zandkleurige gevelsteen op de verdiepingen en donker groen-grijs geglazuurde gevelsteen op het gelijkvloers;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • kroonlijst in beton;
  • buitenschrijnwerk in natuurkleurige aluminium;
  • metalen kantelpoorten aan de linker zijde, voordeur aan de rechter zijde;

-          inrichting:

  • het volledig perceel is volgebouwd;
  • autobergplaats met 4 stalplaatsen op het gelijkvloers.

 

Bestaande toestand

-          bestaande toestand niet in overeenstemming van de vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning met 5 wooneenheden;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 4 bouwlagen onder een zadeldak;
  • achterbouw van 1 tot 4 bouwlagen onder platte daken;
  • dakuitbouw in het achterste dakvlak;
  • terrassen op de eerste, tweede, derde en vierde verdieping aan de achterzijde;
  • terras tegen de voorgevel op de tweede verdieping;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in lichtbeige natuursteen en kalkzandsteen op de verdiepingen en grijs genuanceerde marmer op het gelijkvloers;
  • buitenschrijnwerk en gevelpanelen in champagnekleurig aluminium;
  • borstweringen voor de ramen in glas;
  • spijlenborstwering voor het terras in champagnekleurig staal;

-          inrichting:

  • twee patio’s op gelijkvloers;
  • garage met 1 nuttige autostalplaats.

 

Inhoud van de aanvraag

-          deels slopen van de bestaande achterbouw;

-          uitbreiden van de hoofdbouw met een daklaag;

-          uitbreiden van het bouwvolume op de verdiepingen;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 5;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          isoleren en afwerken van de voorgevel, achtergevels en scheidingsmuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de exploitatie van warmtepompen voor appartementen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

  

Aangevraagde rubriek(en) warmtepompen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

20,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

20 november 2023

20 december 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

20 november 2023

22 november 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

20 november 2023

27 november 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

noch de voorgevel, noch het terras op de 4de verdieping, noch het wonen in binnengebied zijn in harmonie met de kenmerken van de omgeving;

  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:

de dakuitbouw in het achterste dakvlak houdt geen afstand van minstens 0,60 m tot de linkerperceelsgrens;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

de voorziene fietsenstalplaatsen zijn niet conform de inrichtingsprincipes;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er worden 3 autostalplaatsen gesupprimeerd;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel:

de meergezinswoning wordt niet voorzien van een gescheiden rioolstelsel met 1 DWA en 1 RWA die gescheiden worden aangeboden aan de straat;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluitpunten van de DWA en RWA ter hoogte van de rooilijn zijn niet duidelijk af te leiden van het kelder- en funderingsplan. Het is dan ook niet duidelijk of toezichtspunten worden voorzien op privaat domein zo dicht mogeljk bij de rooilijn en of de aansluiting van de verticale hemelwaterafvoer tegen de voorgevel met de RWA inpandig gebeurt;

  • artikel 43 Septische putten:

de inhoud van de septische put wordt niet vermeld op de plannen. De inhoud dient minstens 3.950 liter te bedragen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt niet aanvaard.

De vergunning wordt geweigerd.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De woonfunctie blijft behouden waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar blijft in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag betreft een pand dat op 7 oktober 2022 werd opgenomen in het vergunningenregister als meergezinswoning met 3 woongelegenheden. In de voorliggende aanvraag wenst men het aantal woongelegenheden te vermeerderen van 3 naar 5.

Drie wooneenheden bevinden zich op de verdiepingen in het bestaande en vergunde hoofdvolume. Op elke verdieping wordt het hoofdvolume uitgebreid om een 2de slaapkamer of een bureauruimte te voorzien. 

Het uitbreiden van de bouwdiepte tot 17,2 m op de eerste verdieping en de beperkte uitbreidingen op de bovenliggende verdiepingen zijn aanvaardbaar gezien deze zich tussen de bestaande volumes van de naastgelegen panden bevindt.

Op de 1ste verdieping wordt het bijkomende volume als 2de slaapkamer ingericht. Deze heeft echter een breedte van 1,83 m. De bouwcode legt geen minimale afmetingen op voor de verblijfsruimten. Als vuistregel geldt dat de oppervlaktematen van de VMSW als absolute minimumoppervlaktematen gelden. De VMSW stelt dat een bedraagt minimaal 2,20 m waardoor het gebruik van deze ruimte als slaapkamer niet in aanmerking zou komen en bij een mogelijke vergunning uitgesloten zou worden. 

De oppervlakte van de bestaande terrassen aan de achtergevel wordt uitgebreid waardoor het wooncomfort verhoogd. Gezien dit geen scheimuurwijziging vergt kan deze aanpassing gunstig geadviseerd worden.

 

Het hoofdvolume wordt van een zadeldak met studio voorzien. De privatieve buitenruimte voor deze bijkomende wooneenheid wordt op het plat dak van de onderliggende verdieping voorzien. 

Een dakterras op het hoogste platte dak is echter niet kenmerkend of wenselijk (bouwcode, artikel 6). Bovendien wordt de minimale afstand voor het nemen van directe zichten naar de aangrenzende perceelsgrenzen niet gerespecteerd waardoor privacyhinder bij de buurpercelen kan ontstaan.

Het voorgestelde terras kan niet gunstig geadviseerd worden. Door het ontbreken van een buitenruimte is ook de bijkomende wooneenheid onvoldoende kwalitatief om voor vergunning in aanmerking te komen (bouwcode, artikel 28).

 

In de bestaande toestand is het perceel op de gelijkvloerse verdieping volledig volgebouwd. Een deel van het achterliggende perceel wordt ontpit en voorzien van twee patiotuinen waarrond nog 1 extra wooneenheid voorzien wordt.

Wonen in binnengebied, zoals voorgesteld, is niet kenmerkend binnen het bouwblok en is daarom niet in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6 van de bouwcode. Door de sloop van de parkeerplaatsen en de bouw van een nieuw volume ten voordele van een eenzijdig gericht woonprogramma, verhoogt de druk op het binnengebied aanzienlijk.

 

Er wordt geoordeeld dat door de toevoeging van 2 woongelegenheden de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en het woongenot tegelijkertijd daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel waardoor de draagkracht overschreden wordt.

De voorliggende aanvraag dient geweigerd te worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In de voorliggende aanvraag verdwijnen de 5 vergunde parkeerplaatsen op het gelijkvloers tot 2 achter elkaar gelegen plaatsen. In realiteit is deze parkeerplaats slechts bruikbaar voor één van de 5 woongelegenheden. Vergunde parkeerplaatsen op eigen perceel dienen maximaal behouden te blijven (bouwcode, artikel 30). Deze ingreep kan niet gunstig geadviseerd worden.

De voorgestelde fietsenstalling langs de wand van de parkeerplaats is weinig functioneel gezien de beperkte ruimte tussen de geparkeerde wagens en de fietsenstalplaatsen en niet conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.

 

Verder is het onduidelijk of de aanvraag voldoet aan artikels 40, 41 en 43 van de bouwcode. Daarnaast wordt de inhoud van de septische put niet vermeld op de plannen. De inhoud dient minstens 3.950 liter te bedragen. Deze voorwaarden zouden bij een mogelijke vergunning mee opgenomen worden.

 

Wegens strijdigheden met bovenvermelde artikels dient de aanvraag geweigerd te worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het hoofdvolume wordt van een zadeldak voorzien. Gezien zadeldaken de overheersende dakvorm in het straatbeeld vormen kan dit gunstig beoordeeld worden.

 

De voorgestelde gevelgeleding en gevelafwerking in natuursteen gecombineerd met champagnekleurig buitenschrijnwerk is niet in harmonie met de omgeving. Voorliggend perceel is gelegen in een straat die duidelijk gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van waardevolle historische en rijkelijk gedecoreerde panden in een witte kleur. De voorgestelde gevel is bijgevolg niet inpasbaar in deze omgeving (bouwcode, artikel 6) en kan niet gunstig geadviseerd worden.

 

De achtergevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met lichtgekleurde gevelpleister. Het dak wordt uitgevoerd in leien. Deze afwerking strookt qua materiaalgebruik met het algemeen aanvaardbare in de omgeving. Er wordt wel opgemerkt dat de positie van de dakkapel aan de achtergevel niet de minimale afstand van 0,6 m tot de linkerperceelsgrens respecteert. De aanvraag is op dat vlak strijdig met artikel 15 van de Bouwcode.

Geadviseerd wordt om de aanvraag te weigeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Voor de 2 bijkomende wooneenheden is de behoefte 2. Er verdwijnen door de verbouwing 3 parkeerplaatsen. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 5 (2 + 3).

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er worden 2 achter elkaar liggende parkeerplaatsen voorzien er is dus 1 nuttige parkeerplaats.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen zou bij eventuele vergunning worden belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit in geval van vergunning van toepassing op 5 plaatsen.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de 2 bijkomende wooneenheden moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2;

-          1 appartement met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3.

Er worden in de garage 5 fietsstalplaatsen voorzien maar deze kunnen niet comfortabel gebruikt worden als er wagens in de garage staan.

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          Er moeten 5 fietsstalplaatsen voorzien worden conform de afmetingen van de bouwcode.

-          De fietsstalplaatsen kunnen niet gebruikt worden als er wagens geparkeerd staan in de garage.

 

Vanuit de dienst Stedenbouw wordt dit advies gedeeltelijk bijgetreden. Zonder de voorgestelde garage laat het plan namelijk voldoende mogelijkheden toe om een kwalitatieve fietsenstalplaats te voorzien.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De buitenunits van de warmtepompen zullen onder het dak geïnstalleerd worden met een vrije doorlaat naar buiten. Hierdoor zal de hinder minimaal zijn. Er zal gebruik gemaakt worden van trillingsdempers om zo de trillingen die worden veroorzaakt door contactgeluid tegen te gaan. Bij de keuze van de airco's zal erop gelet worden dat de toestellen kunnen voldoen aan de geluidsnormen zoals opgelegd in de Vlaremwetgeving.

 

Indien, zoals gesteld in de aanvraag, voldaan wordt aan de toegelaten geluidsnormen volgens Vlarem II wordt er geen hinder van dit project op de omgeving verwacht.

 

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Gezien het ongunstig advies en onlosmakelijk verband met betrekking tot de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen, kunnen  tevens de aangevraagde ingedeelde inrichtingen en activiteiten niet geakteerd worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Gezien het onlosmakelijk verband met de stedenbouwkundige handelingen, kan geen akte genomen worden van de exploitatie van de warmtepompen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Ongunstig geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

20,00 kW

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 september 2023

Volledig en ontvankelijk

20 november 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

19 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

18 februari 2024

Verslag GOA

25 januari 2024

Naam GOA

Bieke Geypens en Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden 2 bezwaarschriften ingediend. De bezwaren worden hieronder samengevat en besproken.

 

Privacyhinder door het dakterras op de bovenste verdieping: het bezwaar dat er privacyhinder ontstaat door de inrichting van een terras op de hoogste verdieping.

Beoordeling:  Het klopt dat het terras op de bovenste verdieping niet voldoet aan de regelgeving uit het burgerlijk wetboek. Daaruit kan geconcludeerd worden dat dit terras mogelijk voor burenhinder zorgt. Ook op stedenbouwkundig en ruimtelijk vlak is het terras weinig kwalitatief en zijn dergelijke dakterrassen niet kenmerkend voor de omgeving. Om bovenstaande redenen komt dit terras niet in aanmerking voor vergunning.

Het bezwaar is gegrond.

 

Privacyhinder door de terrassen op de overige verdiepingen (1, 2 en 3): het bezwaar dat er privacyhinder ontstaat door de uitbreiding van de terrassen op de overige verdiepingen.

Beoordeling:  De bestaande terrassen worden inderdaad vergroot. Hierdoor grenst de balustrade rechtstreeks aan het uiteinde van de aanwezige scheidingsmuur. Dit dient niet per se tot privacyhinder te leiden. Enerzijds voldoen deze terrassen aan de regels uit het burgerlijk wetboek, anderzijds kan inkijk nooit volledig tegengehouden worden. Dit staat goed nabuurschap niet in de weg.

Het bezwaar is ongegrond.

 

De patio’s die ingericht worden op het gelijkvloers zorgen voor burenhinder: het bezwaar dat er privacyhinder en hinder ten gevolge van ontbrekende isolatie ontstaat door de realisatie van de gelijkvloerse patio’s in de tuin.

Beoordeling: Bovenstaande bezorgdheden van de bezwaarindiener rond de realisatie van de patio’s zijn, wat betreft de isolatie, een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag. Wat betreft inkijk dient een normaal gebruik van de woonruimtes geen goed nabuurschap in de weg te staan. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontdoen van burgerrechtelijke plichten.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Foutieve weergave van de bestaande toestand: het bezwaar dat het terras ter hoogte van de eerste verdieping foutief is opgetekend.

Beoordeling: Het klopt dat de borstwering op het plan van de bestaande toestand getekend is op een diepte van circa 15,5 m. In realiteit is deze borstwering gerealiseerd op een diepte van circa 17 m. Deze tekenfout staat een correcte beoordeling van de aanvraag echter niet in de weg.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Bouwdiepte niet in harmonie: het bezwaar dat de bouwdiepte niet in harmonie is met de rest van de straat.

Beoordeling: Het klopt dat de bouwdiepte niet kenmerkend is voor de omgeving. Ook is het voorzien van een woonfunctie tot aan de achterste perceelsgrens niet kenmerkend.

Het bezwaar is gegrond.

 

Wijzigingen aan de scheidingsmuur: het bezwaar tegen de verlaging van een scheidingsmuur in de tuinzone die mandelig is.

Beoordeling: Door een deel van de achterbouw te ontpitten ontstaan tuinmuren die qua hoogte dienen te voldoen aan artikel 19 van de Bouwcode. Dit artikel stelt dat een tuinmuur slechts 2,6 m hoog mag zijn. De huidige hoogte van de muur kan dus in principe niet behouden worden. Echter kunnen hier op basis van artikel 3 eventueel afwijkingen voorzien worden indien het behoud van de hoogte van de tuinmuur bijdraagt tot een kwalitatievere ruimtelijk beeld. De verlaging van de scheidingsmuur betreft verder een burgerrechterlijke aangelegenheid. Het bezwaar betreft elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Fietsenstalling: het bezwaar dat er in het project te weinig fietsenstalplaatsen voorzien worden. 

Beoordeling: De aanvrager voorziet voldoende fietsstalplaatsen. Voor de 2 bijkomende wooneenheden moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden. 1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2. 1 appartement met 2 slaapkamers = 1 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 3. Er worden in de garage 5 fietsstalplaatsen voorzien. Echter wordt wel opgemerkt dat deze erg moeilijk te gebruiken zijn.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Afwerking scheimuur: het bezwaar dat het onduidelijk is hoe de scheidingsmuren afgewerkt zullen worden.

Beoordeling: Op de plannen wordt een afwerking vermeld met 14 cm isolatie en leien. Dergelijke afwerking is op stedenbouwkundig vlak aanvaardbaar. Verder betreft dit ook een burgerrechterlijke aangelegenheid en betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontdoen van burgerrechtelijke plichten.

Het bezwaar is ongegrond

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.