Terug
Gepubliceerd op 05/02/2024

2024_CBS_00706 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023125858. Noorderlaan 630. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_00706 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023125858. Noorderlaan 630. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_00706 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023125858. Noorderlaan 630. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023125858

Gegevens van de aanvrager:

NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN met als contactadres Frankrijkstraat 91 te 1070 Anderlecht

Gegevens van de exploitant:

NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN (0203430576) met als contactadres Frankrijkstraat 91 te 1070 Anderlecht

Ligging van het project:

Noorderlaan 630 te 2030 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie B nrs. 81L en 81S

waarvan:

 

-          20210324-0010

afdeling 16 sectie B nrs. 81L en 81S (Wagenwerkplaats FWM Antwerpen Noord)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Regulariseren en aanleggen betonverharding + regulariseren en bouwen constructies; Hernieuwing vergunning van een herstelwerkplaats voor treinen.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      23/07/2009: stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/1897.1) voor het plaatsen van biologische zuiveringsinstallaties voor meerdere seinhuizen te Antwerpen Noord;

-      21/04/1997: stedenbouwkundige vergunning (HV/1997/DROV/AN5/97/B/0079 – 1997337) voor het slopen van verschillende gebouwen en het oprichten van vier nieuwe hallen + verplaatsen verschillende reservoirs en heraanleg parking.

 

Vergund geachte toestand

De spoorwegbundel is reeds op de luchtfoto van 1 mei 1971 te zien (bron: geopunt.be) en bestaat dus van voor de eerste inwerkingtreding van het gewestplan Antwerpen (B.S. 25 oktober 1979).

 

Bestaande toestand

Zonder voorafgaandelijke vergunningsaanvraag werden enkele constructies opgetrokken. De aanvrager wenst deze met voorliggende aanvraag te regulariseren. Het betreft:

-      Het aanleggen van een betonverharding met een oppervlakte van 213 m²;

-      Het aanleggen van een betonverharding met een oppervlakte van 1.425 m²;

-      Het plaatsen van een tentconstructie met een oppervlakte van 400 m². Deze constructie bestaat uit een stalen frame overdekt met een wit zeil. Langs de westzijde van de tent is een container geplaatst voor de opslag van persoonlijke beschermingsmaatregelen (PBM’s);

-      Het plaatsen van een constructie voor houtopslag met een oppervlakte van 40 m²;

-      Het plaatsen van een fietsenstalling met een oppervlakte van 43,7 m². Deze is opgebouwd uit een lichte staalstructuur bekleed met houten latwerk;

-      Het aanleggen van een betonverharding met een oppervlakte van 24,75 m².

 

Nieuwe toestand

* functie:

  > industrie en ondersteunende functie aan industriële activiteiten;

  > aanleggen van verhardingen.

 

* bouwvolume:

  > motorstalling met een opppervlakte van 23 m² en een hoogte van 2,45 meter;

  > aanleggen van betonverhardingen. 

 

* gevelafwerking:

  > houten bekleding.

 

* inrichting:

  > de werken bevinden zich ter hoogte van sporenbundel B1 waar de wagenwerkplaats gelegen is voor onderhoud aan goederenwagons.

 

Inhoud van de aanvraag

-          Aanleggen van betonverhardingen;

-          Bouwen van een fietsen- en motorstalling;

-          Bouwen van een tentconstructie;

-          Bouwen van een constructie voor houtopslag.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 28 oktober 2004 werd door provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor onderhouds- en herstellingswerkplaats voor spoorwagens verder in bedrijf. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een verandering en een hernieuwing voor een werkplaats voor het onderhoud van goederentreinen.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

+4,80 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (1 verdeelslang)

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

8 voertuigen (hernieuwing)

15.3.2°

werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (+7 schouwputten of hefbruggen)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (+20 kW)

17.1.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke aerosolen met een gezamenlijke netto inhoud van 300 liter tot en met 3.000 liter;

507 liter

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (+7.710 liter)

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (5.000 liter)

17.3.6.2°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied;

4 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

+1.335 kg

19.3.1°b)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (+11 kW)

19.6.2°b)

opslagplaatsen voor hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 800 m³ in openlucht;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek (+262 m³)

29.5.2.2°b)

smederijen, andere dan deze vermeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch of fysisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

Aanpassing naar de actuele Vlarem-rubriek (123 kW)

29.5.7.2°a)2)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 300 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

Aanpassing naar de actuele Vlarem-rubriek (+80 liter)

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b).

Aanpassing naar de actuele Vlarem-rubriek (+227 kW)

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Wagenwerkplaats FWM Antwerpen Noord

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

1) Vlarem II Art. 5.15.0.6. §1.

2) Vlarem II Bijlage 5.3.2  Sector 55a

3) Vlarem II Bijlage 5.3.2  Sector 55a

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

1) Gelet op de hierboven toegelichte noodzaak is het de FWM Antwerpen toegelaten om 24u/24u en 7d/7d rustverstorende werkzaamheden uit te voeren.

2) Behouden van de huidige bijzondere voorwaarde voor de lozing van max 100 mg/l stikstof.

3) Rekening houdend met de laatste stalen en analyses wensen wij een bijzondere voorwaarde voor het lozen van 10 mg/l fosfor P.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

21 december 2023

11 januari 2024

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor spoorinfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten. Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Volgende bestemmingsvoorschriften zijn van toepassing:

-          Gebied voor spoorinfrastructuur;

-          Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek Park Schijns;

-          Gebied voor zeehaven- en watergebonden activiteiten;

-          Zone voor permanente ecologische infrastructuur;

-          Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’;

-          Overdruk Leidingenstraat.

 

Het gebied de Kuifeend, ten zuiden van de aanvraag, ligt buiten de afbakeningslijn maar is volgens het GRUP bestemd als Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN).

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwaterverordening: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. De aanvrager geeft aan dat het hemelwater op eigen terrein in onverharde zone kan infiltreren, maar de spoorweginfrastructuur valt onder ‘verharde zone’.

Een afwijking van de infiltratie- en bufferverplichting kan gunstig geadviseerd worden gezien de in oppervlakte zeer beperkte verharding aangelegd wordt zonder riolering en tussen bestaande spoorinfrastructuur, gezien het door de aanvrager aangetoonde waterdoorlatende karakter van deze spoorinfrastructuur en de specifieke terreinkenmerken, waaronder de bodemsamenstelling en de grondwaterstand die infiltratie op eigen terrein ook in 90% van de ‘verharde zones’ toelaten en de natuurlijke grondwaterstroming naar het naastgelegen lagerliggende natuurgebied. Het aanleggen van een aparte infiltratie- of buffervoorziening, waarvoor riolering doorheen de bestaande spoorweginfrastructuur dient aangelegd te worden, is hier niet wenselijk. Het voorzien van een hemelwaterput voor de opvang van het hemelwater van de daken van de centrale werkplaats voor herbruik in de exploitatie is wel wenselijk, maar dit vormt geen deel van voorliggende vergunningsaanvraag.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op het terrein van een bestaande sporenbundel werden werken uitgevoerd zonder voorafgaandelijke vergunningsaanvraag. Met voorliggende aanvraag wenst de aanvrager deze werken te regulariseren alsook nieuwe handelingen aan te vragen.

 

De aanvraag omvat:

-      Het regulariseren van een reeds aangelegde betonverharding ten oosten van een bestaande werkplaats;

-      Het aanleggen van een nieuwe betonverharding ter uitbreiding van bovenvermelde betonverharding.

-      Het regulariseren van een tentconstructie met als doel om beschut te kunnen werken aan treinstellen, evenals de regularisatie van de reeds aangelegde betonverharding rondom deze tentconstructie. Op deze betonverharding werd tevens een te regulariseren constructie voor houtopslag geplaatst.

-      Het regulariseren van een reeds geplaatste fietsenstalling ten westen van de bestaande werkplaats;

-      Tussen deze fietsenstalling en de werkplaats wordt een nieuwe motorstalling geplaatst. De betonverharding ter hoogte van deze motorstalling is deels te regulariseren en deels nieuw aan te leggen.

 

Deze werken integreren zich harmonieus met de reeds bestaande gebouwen en industriële handelingen.

Deze handelingen dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Voor de handelingen wordt geen nieuwe ruimte aangesneden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gebruikte materialen zijn neutraal en aanvaardbaar binnen deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Advies werd gevraagd aan de Brandweerzone Antwerpen. Zij brachten een ongunstig advies uit. De aanvrager heeft geen brandklasse opgegeven waardoor de Brandweer uit gaat van de zwaarste klasse, namelijk klasse C. De tentconstructie voldoet niet aan de eisen die gesteld worden aan deze klasse. De aanvrager dient informatie aan te leveren over de juiste brandklasse van de tentconstructie.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte noch automobiliteit. Het voorzien van meer fietsstalplaatsen om fietsgebruik aan te moedigen is een gewenste evolutie in het kader van de ‘modal shift’.

 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De NMBS baat een onderhouds- en herstellingswerkplaats uit voor spoorwagens. In deze werkplaats wordt zowel curatief als preventief onderhoud verricht. Met voorliggende aanvraag wensen ze deze werkplaats te hervergunnen en te wijzigen. 

 

Het lozen van het bedrijfsafvalwater wordt verhoogd met 0,2 m³/uur, er wordt een maximum piekdebiet van 5 m³/uur aangevraagd. Het bedrijfsafvalwater bestaat uit 2 stromen: een industriële stroom, afkomstig van het reinigen van de schouwputten en de werkhal en het ledigen van de druktesttank. Het afvalwater afkomstig van wastafels, keuken, e.d. passeert via een biologische waterzuivering. Het bedrijfsafvalwater is samengesteld uit een deel huishoudelijk afvalwater en een deel bedrijfsafvalwater, maar wordt gemengd geloosd en dus aangevraagd als bedrijfsafvalwater. 

 

Er wordt geen hemelwater hergebruikt. De aanvrager stelt wel dat er een hergebruik is van bedrijfsafvalwater. Stad Antwerpen merkt op dat er niet vermeld is hoeveel er effectief hergebruikt zal worden. Stad Antwerpen is van mening dat hergebruik van bedrijfs- en hemelwater gemaximaliseerd moet worden. Indien het hergebruik van het bedrijfsafvalwater niet voorziet in de noden van het bedrijf, zou er een kosten-baten analyse opgemaakt moeten worden voor het hergebruik van hemelwater. 

 

De aanvraag betreft de hernieuwing van een dieseltank en verdeelslang.  De garage wordt uitgebreid zodat er in totaal 10 schouwputten aanwezig zijn. De aanvrager beschikt over spillkits om schade te beperken bij lekken. 

 

De werkplaats wordt uitgebreid met 7 bijkomende airco’s zodat er een totaal geïnstalleerd vermogen is van 50 kW. Het in de airconditioningsinstallaties aanwezige koelmiddel is niet vermeld in het dossier. Hierbij wordt aangeraden een koelmiddel te gebruiken met een lage GWP-waarde dat niet onderhevig is aan uitfasering. 

 

De opslag van aerosolen is nieuw. Er zal in totaal 507 liter worden opgeslagen. Er is eveneens een toename in de opslaghoeveelheid van gevaarlijke gassen tot 9.750 liter. 

 

De rubriek betreffende het ontvetten van metalen wordt uitgebreid naar 210 liter, dit aangezien de 2 voormalige spoeltanks zijn vervangen door een ontvettingsbad met grotere capaciteit. 

 

De aanvraag betreft de uitbreiding van het vergunde vermogen van de stookinstallaties, door een vervanging van de ketels. Men gaat van 1.920 kW naar 2.417 kW. 

 

Het dossier bevat een passende beoordeling die stelt dat de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken speciale beschermingszones niet in gedrang komen. Anderzijds bevat het dossier een verscherpte natuurtoets die de impact onderzoekt op nabijgelegen VEN-gebieden. Er wordt geconcludeerd dat het project niet gepaard gaat met onvermijdbare en onherstelbare schade ter hoogte van het VEN. 

 

Het Agentschap voor Natuur en Bos werd om advies gevraagd. Op moment van opmaak van het advies van het college werd nog geen advies verleend. Het is finaal aan het Agentschap voor Natuur en Bos om te oordelen over de passende beoordeling en de verscherpte natuurtoets. 


Een aantal zaken worden uit de vergunning gehaald omwille van deklassering door de meest recente VLAREM-trein. Dit betreft bijvoorbeeld de transformator en de batterijladers. De opslag van gevaarlijke stoffen wordt eveneens geactualiseerd en zorgt voor het wegvallen van enkele rubrieken. 

 

De aanvrager vraagt een bijstelling van de sectorale lozingsnormen voor zowel fosfor als stikstof: 

  •       100 mg N totaal/liter 
  •       10 mg P/liter 

 

In het dossier worden twee analyseresultaten voorgelegd. Uit de analyses volgen totale stikstofconcentraties van 25 mg N/liter en 58 mg N/liter en totale fosforconcentraties van 3,3 mg/liter en 6,9 mg/liter. Gezien geen impactsbeoordeling van het bedrijfsafvalwater toegevoegd is aan het dossier vraagt de stad zich af in welke mate de aangevraagde lozingsnormen in overeenstemming zijn met de Europese Kaderrichtlijn Water. Het lijkt de stad noodzakelijk dat de exploitant milderende maatregelen neemt om de lozingsnormen verder te beperken. Het is echter finaal aan de VMM om te oordelen over de aangevraagde lozingsnormen. 

 

De aanvrager stelt dat de fosforconcentratie in de toekomst zal dalen door het ondernemen van volgende acties:  

  •       Reinigen en controleren van de biologie van de waterzuivering; 
  •       Bijhouden van een logboek van de waterzuivering; 
  •       Uitwerken van een onderhoudsplan. 

 

Om de werking van de biologische waterzuivering (IBA) te optimaliseren dient er frequent onderhoud te gebeuren en dient op regelmatige basis een analyse plaats te vinden. Dit dient als bijzondere voorwaarde geformuleerd te worden. 

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen. 

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De door de brandweer gevraagde informatie met betrekking tot de brandklasse van de tentconstructie dient aangeleverd te worden om alsnog een (voorwaardelijk) gunstig advies te bekomen.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De biologische waterzuivering (IBA) ondergaat minimaal jaarlijks een onderhoud ter controle van de goede werking van het systeem. Deze controle houdt eveneens een analyse in van het gezuiverde huishoudelijke afvalwater. De resultaten van deze inspectie worden bijgehouden in een logboek.

2. Binnen 2 jaar na vergunningverlening wordt er een hemelwaterstudie opgemaakt die alle pistes van duurzaam watergebruik op ecologische en economische wijze onderzoekt.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

21 december 2023

Start openbaar onderzoek

30 december 2023

Einde openbaar onderzoek

28 januari 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

9 februari 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

30 december 2023

28 januari 2024

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De door de brandweer gevraagde informatie met betrekking tot de brandklasse van de tentconstructie dient aangeleverd te worden om alsnog een (voorwaardelijk) gunstig advies te bekomen.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De biologische waterzuivering (IBA) ondergaat minimaal jaarlijks een onderhoud ter controle van de goede werking van het systeem. Deze controle houdt eveneens een analyse in van het gezuiverde huishoudelijke afvalwater. De resultaten van deze inspectie worden bijgehouden in een logboek.

2. Binnen 2 jaar na vergunningverlening wordt er een hemelwaterstudie opgemaakt die alle pistes van duurzaam watergebruik op ecologische en economische wijze onderzoekt.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.