Terug
Gepubliceerd op 12/02/2024

2024_CBS_00961 - Omgevingsvergunning - OMV_2022149331. Boterlaarbaan 497 en Peter Benoitlaan 13. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_00961 - Omgevingsvergunning - OMV_2022149331. Boterlaarbaan 497 en Peter Benoitlaan 13. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_00961 - Omgevingsvergunning - OMV_2022149331. Boterlaarbaan 497 en Peter Benoitlaan 13. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022149331

Gegevens van de aanvrager:

Wikri Projects met als adres Beersebaan 93 bus Bus3 te 2275 Lille

Ligging van het project:

Boterlaarbaan 497, Peter Benoitlaan 13 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 31 sectie B nrs. 264H3 en 264V2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van gebouwen en nieuwbouw van een meergezinswoning met 11 woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Boterlaarbaan 497:

-          08/12/1994: vergunning (629#6423) voor een verbouwing;

-          01/01/1939: toelating (329#16767) voor het oprichten van de woning;

Peter Benoitlaan 13:

-          geen voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Geacht vergunde en bestaande toestand

-          functie: Boterlaarbaan 497: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • Boterlaarbaan 497:

-          2 bouwlagen met een plat dak;

-          vrijstaande garage van 1 bouwlaag met een plat dak;

  • Peter Benoitlaan 13: 1 bouwlaag met een zadeldak met 2 inpandige garages;

-          inrichting:

  • Boterlaarbaan 497: ruime voor-, zij- en achtertuin met 4 hoogstammige en 3 laagstammige bomen;
  • Peter Benoitlaan 13: voor- en achtertuin.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 11 woongelegenheden:

  • 10 tweeslaapkamerappartementen;
  • 1 vierslaapkamerappartement op het gelijkvloers;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met een plat dak;
  • bouwhoogte van 12,45 m;
  • bouwdiepte van 17,35 m;
  • breedte van 19 m;
  • gelijkvloerse aanbouw van 6 m diep op 11 m breed op 3,80 m hoog;
  • ondergrondse garage met 10 parkeerplaatsen, waarvan 1 aangepaste parkeerplaats;
  • garage bereikbaar via een autolift;
  • inpandige terrassen op de hoeken van het gebouw en aan de achtergevel;

-          gevelafwerking:

  • gevels in rood genuanceerde gevelsteen in horizontaal legverband, gevelgeleding in verticaal legverband;
  • schrijnwerk en dorpels in antracietkleurig aluminium;
  • balustrades met verticale spijlen in antracietkleurig staal;
  • gevelbekleding (aan inkomzone en aanbouw) in grijs plaatmateriaal;

-          inrichting:

  • samengevoegd perceel Boterlaarbaan 497 en Peter Benoitlaan 13;
  • gemeenschappelijke voortuin;
  • gemeenschappelijke tuin van circa 105 m²;
  • private tuin en voortuin (bij het vierslaapkamerappartement) van circa 110 m²;
  • 2 bovengrondse autostalplaatsen die uitgeven in de Peter Benoitlaan;
  • 4 hoogstammige bomen en 3 laagstammige bomen worden geveld;
  • heraanplant van 7 inheemse bomen;
  • alle platte daken voorzien van een groendak;
  • septische put van 10.000 liter;
  • infiltratieput van 5.200 liter, met infiltrerende oppervlakte van 11,60 m.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van gebouwen;

-          nieuwbouw van een meergezinswoning met 11 woongelegenheden;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          inrichten van het perceel met voor- en achtertuin met verhardingen en parkeerplaatsen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

16 november 2023

24 november 2023

Geen advies

Aquafin

16 november 2023

15 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

16 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Fluvius System Operator

16 november 2023

20 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

16 november 2023

11 december 2023

Ongunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

8 januari 2024

26 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

16 november 2023

15 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

16 november 2023

17 november 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

16 november 2023

28 november 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

16 november 2023

27 november 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

16 november 2023

30 november 2023

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Ruggeveld-Silsburg, goedgekeurd op 26 maart 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen-art. 11 en zone voor publiek domein-art. 10.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 14 Breedte van een looppad niet tussen binnenmuren:
    De breedte van een looppad, dat zich niet tussen binnenmuren bevindt, dient minstens 1,50 meter te bedragen. Een versmalling over een afstand van 1,20 meter mag maximaal 0,90 meter bedragen. Een versmalling over een afstand van meer dan 1,20 meter mag maximaal 1,20 meter bedragen met als bijkomende voorwaarde dat elke 10 meter een vrije en vlakke draairuimte van 1,50 meter wordt voorzien. Het looppad naar het appartement 2 op de gelijkvloerse verdieping heeft geen breedte van 1,50 meter.
  • artikel 19 Hellingen:
    Een combinatie van hellingen is toegestaan als er een tussenbordes wordt voorzien met een vrije en vlakke draairuimte van 1,50 meter tussen de twee verschillende hellingen. Het tussenbordes naar appartement 2 op de gelijkvloerse verdieping voldoet hier niet aan.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 26 Afvalverzameling:
    Het is onduidelijk of de afvalberging is voorzien van verluchting.
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Voor scheidingsmuren geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-         Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De plaatselijke omgeving wordt gekenmerkt door zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen. De aanvraag voorziet de afbraak van een bestaande eengezinswoning en twee garages en het nieuw bouwen van een meergezinswoning met ondergrondse parking.

 

De aanvraag is hiermee in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de aanwezige woonfuncties op de omliggende percelen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het voorgestelde hoofdvolume bestaat uit vier bouwlagen onder een plat dak met een kroonlijsthoogte van 12,45 meter en reikt op alle bouwlagen tot een bouwdiepte van 17,35 meter. Deze bouwdiepte sluit aan bij de bouwdiepte van het links aanpalende pand.

 

Het gelijkvloers wordt aan de rechterzijde uitgebreid tot een totale bouwdiepte van 23 meter en dit over een breedte van 11 meter. Dit extra volume met een kroonlijsthoogte van 3,80 meter laat toe op het gelijkvloers en grenzend aan de tuinzone een ruim appartement met vier slaapkamers te voorzien, met een eigen voortuin met inkom aan de zijde van de Peter Benoitlaan.

 

Naast dit grote appartement omvat het gelijkvloers nog een kleiner appartement met twee slaapkamers, maar ook de inrit naar de ondergrondse parking, de gemeenschappelijke berging en fietsenberging voor 40 fietsen en aansluitend de gemeenschappelijke tuin en terras. Ter hoogte van de Peter Benoitlaan worden op de rechter perceelgrens twee bovengrondse parkeerplekken in grasbetontegels voorzien.

 

De verdiepingen bevatten telkens drie appartementen, waarvan één appartement over de volledige bouwdiepte ter hoogte van de aansluiting met het links aanpalende pand, één appartement aan de straatzijde en één appartement aan de tuinzijde.

Alle appartementen beschikken over een inpandig terras, telkens grenzend aan de leefruimte en voor telkens twee van de drie appartementen uitkijkend over de nabijgelegen volkstuinen en recreatiepark Ruggeveld-Silsburg. Gelet op de bestemming van deze nabijgelegen percelen, opgenomen in het RUP Ruggeveld-Silsburg, zal dit zicht ook in de toekomst behouden blijven wat als dusdanig een positief effect heeft op deze eenzijdig gerichte appartementen.

Hoewel de voorziene woongelegenheden op de verdiepingen allemaal tweeslaapkamerappartementen betreffen, differentiëren ze zich in oppervlakte en typologie.

 

De uitwerking van het volume en de voorgestelde inrichting is ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gebouw betreft het laatste gebouw van een woningenrij, waardoor het drie volwaardige gevels telt. Deze gevels worden opgetrokken in rood genuanceerd metselwerk, met horizontale plaatsing. Ter hoogte van de plint onderaan de gevel alsook ter plaatse van de vloeren tussen de verdiepingen en boven de ramen van de hoogste verdieping wordt een strook in verticaal metselwerk voorzien in dezelfde kleur dan de rest van de gevel. Ook de kolommen aan de inpandige terrassen worden afgewerkt met metselwerk rondom. Hierdoor kan de gevel gelezen worden als een robuust geheel met gevelopeningen, hetzij ramen, hetzij inpandige terrassen.

De inkompartij op het gelijkvloers, dit is de poort naar de garage en de voordeur, worden geaccentueerd door een afwerking in grijs plaatmateriaal in plaats van metselwerk. Dit komt de leesbaarheid van de gevel ten goede.

Ditzelfde plaatmateriaal wordt ook gebruikt als afwerking van de uitbouw achteraan op het gelijkvloers.

Voor het schrijnwerk, inclusief de garagepoort en de borstweringen, wordt antracietkleurig aluminium voorgesteld.

 

De gekozen materialen refereren naar in de omgeving aanwezige materialen en zijn visueel-vormelijk inpasbaar.

 

Bodemreliëf

Het perceel helt af naar de Peter Benoitlaan toe, waardoor het inkompad naar het gelijkvloerse appartement met 4 slaapkamers in helling aangelegd wordt.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Op de plannen wordt niet duidelijk aangegeven of de afvalberging over een verluchting beschikt zoals gevraagd wordt in artikel 26 van de bouwcode. Aangezien deze berging zich aan de buitenzijde van het te bouwen volume situeert, kan als voorwaarde bij de vergunning het voorzien van deze verluchting opgenomen worden.

 

Het advies van de brandweer dient strikt te worden nageleefd.

 

Uit de snede kan afgeleid worden dat de dakopstand ten opzichte van het hoogste aanpalende dak niet overal 30 cm bedraagt, zoals voorgeschreven wordt in artikel 34 van de bouwcode. Indien dit niet het geval is zal het gedeelte van de scheidingsmuur dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, voorzien moeten worden van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen gebruikt worden en geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Ook deze voorwaarde zal bij de vergunning opgenomen worden.

 

Aangezien het voorgestelde volume meer dan 6 woongelegenheden verspreidt over 3 bouwlagen, moet de aanvraag eveneens voldoen aan de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid. De vastgestelde afwijkingen situeren zich allemaal ter hoogte van het toegangspad naar appartement 2, achteraan op het gelijkvloers. Dit pad heeft in de tekening een breedte van 1,20 meter. Artikel 14 van de verordening toegankelijkheid legt op dat de breedte van een looppad een breedte moet hebben van 1,50 meter. Artikel 19 van dezelfde verordening legt dan weer op dat een combinatie van hellingen, zoals hier aanwezig, toegestaan is als er een tussenbordes wordt voorzien met een vrije en vlakke draairuimte van 1,50 meter tussen de twee verschillende hellingen. Het opgetekende bordes voldoet hier niet aan.

De opgetekende hellingen kunnen aangepast worden zodat deze voldoen aan beide voornoemde artikelen van de gewestelijke verordening toegankelijkheid en zullen als voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de provinciale dienst Waterbeleid. Zij brachten geen advies uit. Dit wordt beschouwd als zijnde gunstig.

Het hydraulisch en technisch advies van Waterlink i.s.m. Aquafin dient te worden opgevolgd.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 15 parkeerplaatsen.

Bij nieuwbouw wordt de parkeerbehoefte altijd volledig berekend. Er worden 2 bestaande gebouwen gesloopt en er wordt een nieuwbouw gezet met ondergrondse parking.

-          10 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,35: 10 x 1,35 = 13,5

-          1 appartement > 90 m² met parkeernorm 1,55: 1 x 1,55 = 1,55

De werkelijke parkeerbehoefte is 15.

 

De plannen voorzien in 12 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

De plannen voorzien in een ondergrondse parking voor 10 autoplaatsen. Bovengronds worden ook nog 2 parkeerplaatsen voorzien. Er zijn 12 nuttige plaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 12.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Dit perceel betreft een hoekperceel. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 15 – 12 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Volgens het advies van de dienst Mobiliteit is er geen bijstelling ten gevolge van de parkeerbehoefte van de vergunde toestand. In de laatst vergunde toestand werden immers geen parkeerplaatsen afgewenteld op het openbaar domein.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Er moeten in totaal 35 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          10 appartementen met 2 slaapkamers = 10 x 3 = 30

-          1 appartement met 4 slaapkamers = 5

 

Er worden 40 fietsstalplaatsen voorzien waarvan er ook een deel met oplaadpunten uitgerust worden. Tevens worden er 4 plaatsen voorzien voor buitenmaatse fietsen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De afvalberging op het gelijkvloers is te voorzien van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode.
  1. De breedte van het toegangspad is aan te passen naar 1,50 meter conform artikel 14 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
  1. Het tussenbordes tussen de hellingen is aan te passen zodat er een vrije en vlakke draairuimte van 1,50 meter ontstaat tussen de hellingen conform artikel 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
  1. Het hydraulisch en technisch advies van Waterlink i.s.m. Aquafin dient te worden gevolgd.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 september 2023

Volledig en ontvankelijk

16 november 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

15 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

14 februari 2024

Verslag GOA

1 februari 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De afvalberging op het gelijkvloers is te voorzien van een verluchting conform artikel 26 van de bouwcode.
  1. De breedte van het toegangspad is aan te passen naar 1,50 meter conform artikel 14 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
  1. Het tussenbordes tussen de hellingen is aan te passen zodat er een vrije en vlakke draairuimte van 1,50 meter ontstaat tussen de hellingen conform artikel 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
  1. Het hydraulisch en technisch advies van Waterlink i.s.m. Aquafin dient te worden gevolgd.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.