2024_CBS_00942 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023110760. Thonetlaan zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          01/08/2014: vergunning (20141290) voor aanpassing staatssteiger op Linkeroever.

Vergunde toestand

-          staatssteiger met brug en pontons;

-          wegenis.

Bestaande toestand

-          overeenkomstig vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          staatssteiger met nieuwe brug in witgeschilderd staal en uitgebreide pontons;

-          reliëf bodem gewijzigd;

-          hoogstammige boom geveld;

-          wegenis heraangelegd.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen en heraanleggen van verharding;

-          vellen van een boom;

-          bouwen van een brug;

-          uitbreiden van een ponton.

Omschrijving vegetatiewijzigingen

Voorliggend voorstel voorziet ook in het aanpassen van een stuk oeverboorden die aangeduidt worden aangeduid als habitattype 3130 ‘Estuaria’. Een deel van de vegetaties op de oever wordt ook aangeduid als regionaal belangrijk biotoop rietland en andere vegetatie van het rietverbond.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op de aanleg van een nieuwe toegangsbrug met bijbehorende reliëfwijzigingen naar een bestaand ponton ter hoogte van de aanlegsteiger op Linkeroever waar de veerdienst aanmeert. Om de brug te kunnen aanleggen wordt tevens een tijdelijke werfzone aangevraagd.

De aanvraag is deels gelegen in zone voor dagrecreatie en deels in een zone voor waterweg. De aanleg van een brug is verenigbaar met de gewestplanbestemmingen. De werken staan immers in voor de toegankelijkheid en beleving van het gebied voor dagrecreatie.

Voor de tijdelijke werfzone wordt een afwijking aangevraagd via artikel 3§2 14° van het Besluit van de Vlaamse Regering voor handelingen van algemeen belang. De inrichting van een tijdelijke werfzone is in overeenstemming met dit artikel en kan bijgevolg beschouwd worden als een handeling van algemeen belang met beperkte ruimtelijke impact. De afwijking is aanvaardbaar.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In de bestaande situatie is er een toegangsbrug naar de aanlegsteiger aanwezig maar deze komt bij gemiddeld laagwater veel te steil (23 %) te liggen waardoor de veiligheid van de gebruikers in het gedrang komt. De steilheid heeft twee oorzaken: ten eerste is de brug vrij kort (36 m) en ten tweede ligt ze aan landzijde erg hoog (9,25 m TAW, zijnde het Sigmapeil).

Binnen het masterplan Scheldeboorden Linkeroever wordt er gezocht naar een definitieve oplossing, maar de centrale zone van de Scheldeboorden wordt als derde en laatste fase aangepakt. Als alles volgens plan verloopt, is het de bedoeling om de werken voor de eerste fase te starten in de zomer van 2024. Voorliggende aanvraag bepleit een tijdelijke oplossing door een nieuwe toegangsbrug te plaatsen stroomafwaarts van de huidige toegangsbrug. Op deze locatie ligt reeds een ponton dat zal vervangen worden door een nieuw brugponton waar de toegangsbrug op toekomt. De nieuwe toegangsbrug is bedoeld voor de passagiers van de veerdienst.

De bestaande toegangsbrug blijft behouden voor de diensten van DAB De Vloot (exploitant van de veerdiensten). De nieuwe toegangsbrug wordt langer (55 m) en zal lager opliggen aan landzijde (7 m TAW) waardoor de helling wordt gereduceerd tot 10 %. De keuze voor 7 m TAW vloeit voort uit het feit dat de scheepvaart op de Schelde wordt stilgelegd bij een waterpeil boven de 7 m TAW.

De nieuwe toegangsbrug zal aan landzijde rusten op een nieuw, lager gelegen landhoofd dat is teruggetrokken in de bestaande Scheldeoever, zo dicht mogelijk bij de bestaande verbindingsweg met de Thonetlaan.

Om de nieuwe toegangsbrug te kunnen ontvangen aan de waterzijde dient het bestaande ponton te worden vervangen. Het bestaande ponton is namelijk niet voorzien van de benodigde oplegpunten en uitsparing om een bijkomende brug te ontvangen. Tevens dient het nieuwe ponton drie meter te worden uitgebreid naar de waterkant. De reden voor de uitbreiding van het ponton is als volgt: bij de bestaande toegangsbrug is het zo dat overgangsplaat van de brug in conflict komt met de overgangsplaat van de overzetboot, hetgeen de veilige overgang van de gebruikers in het gedrang brengt. Om een conflict tussen de overgangsplaten van brug en overzetboot te vermijden wordt het nieuwe ponton drie meter breder dan het bestaande. Een uitbreiding van het ponton naar de landzijde is geen optie omdat dan het nieuwe ponton bij extreem laagwater in contact zou komen met de bodem (i.e. onderwatertalud).

De nieuwe toegangsbrug sluit via een nieuwe toegangsweg aan op de bestaande toegangsweg vanaf de Thonetlaan. De bestaande dienstweg wordt verwijderd en zal via de nieuwe toegangsweg lopen. Er wordt dus enerzijds verharding verwijderd en anderzijds nieuwe verharding aangelegd waardoor het aandeel verharding nagenoeg hetzelfde blijft.

De bestaande oever wordt verhoogd over een oppervlakte van ongeveer 380 m² om de aansluiting te maken tussen de brug en de oever. De hoogste aanvulling bedraagt 1,1 m. De brug zal aan landzijde op een nieuw, betonnen landhoofd rusten.

De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Visueel-vormelijke elementen

De brug wordt uitgevoerd in wit geschilderd staal met looproosters in glasvezel versterkt kunststof. De kleur en het materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bestaande brug en steiger. De visueel-vormelijke inpassing van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe toegangsbrug verhoogt het gebruikscomfort en de veiligheid van de passagiers van de veerdienst en is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke diensten Stadsontwikkeling/Publieke Ruimte en Stadsontwikkeling/Omgeving/Ruimtelijke Planning. Beide diensten zijn betrokken in het projectteam Scheldeboorden en geven voorwaardelijk gunstig advies. “De Vlaamse Waterweg heeft met het projectteam Scheldeboorden de nieuwe locatie van de staatssteiger besproken als tijdelijke oplossing voor de toegankelijkheid van het Veer. In deze besprekingen werd door DVW aangegeven dat de nieuwe brug in de toekomst gerecupereerd kan worden op de definitieve locatie in het insteekdok. In de beschrijvende nota wordt niets opgenomen over de verplaatsbaarheid van de steiger. Zal deze steiger hergebruikt worden, in het insteekdok of een andere locatie, nadat de huidige aanmeerplaats niet meer nodig is?

De verlegging van zijponton 1 zorgt ervoor dat de slibway van de Zeescouts moeilijker bereikbaar wordt. Uit de beschrijvende nota is het niet duidelijk of de slibway nog voldoende bereikbaar is langs Scheldezijde. Deze slibway dient bruikbaar te blijven om de boten van de Zeescouts in en uit de Schelde te halen.

Het masterplan Scheldeboorden Linkeroever zet in op een meanderend padensysteem. Het projectteam Scheldeboorden vraagt zich af of het mogelijk is het pad te laten meanderen waardoor de te kappen esdoorn vermeden kan worden.

Verder wordt aanbevolen dat de paden voor de Staatssteiger bij voorkeur in uitgewassen beton voorzien worden zoals de paden van de Scheldeboorden.”

Uit het advies blijkt dat verdere afstemming met het projectteam noodzakelijk is inzake de padenstructuur, de materialisatie van de paden en de toegankelijkheid van de slibway van de Zeescouts. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies. “Ter hoogte van de Thonetlaan wordt er een aanlegsteiger in de Schelde gewijzigd en een nieuwe toegangsbrug voorzien. Om deze werken te kunnen uitvoeren, dienen 3 hoogstammige bomen die niet in bosverband staan, geveld te worden. Twee bomen zijn niet vergunningsplichtig. SB/GB adviseert wel om alle te vellen bomen te compenseren met 3 nieuwe hoogstammige bomen, 1e grootte, met minimale plantmaat 18/20 cm en dit in het eerstvolgende plantseizoen volgend op de vellingen.”

Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarden aan de vergunning worden gekoppeld. Indien de esdoorn niet gekapt wordt door het pad te laten meanderen, zoals wordt aanbevolen in het advies van het projectteam Scheldeboorden dan dienen twee nieuwe hoogstammige bomen gecompenseerd te worden.

Voorliggend voorstel voorziet ook in het aanpassen van een stuk oeverboorden die worden aangeduid als habitattype 3130 ‘Estuaria’. Een deel van de vegetaties op de oever wordt ook aangeduid als regionaal belangrijk biotoop rietland en andere vegetatie van het rietverbond. Het advies van de stedelijke dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen hierover leest als volgt:

“De vegetatiewijziging is van toepassing op biologisch zeer waardevol rietland. Deze vegetatiewijziging is echter zeer beperkt in definitieve omvang en omvat het verwijderen van +- 40 m² rietland volgens de passende beoordeling die bij de aanvraag toegevoegd werd. Enkel in de werfzone zal tijdelijk +- 250 m² rietland verwijderd worden. Na de aanleg van de steiger kan het riet zich herstellen in de afgebroken werfzone en opnieuw ontwikkelen. Er kan gesteld worden dat dit beperkt verwijderen van riet, geen negatieve effecten heeft op de algemene natuurwaarde van deze groenzone op lange termijn.”

Dit gunstig advies wordt door de dienst Stedenbouw bijgetreden.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.   

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

De vegetatiewijziging is van toepassing op biologisch zeer waardevol rietland. Deze vegetatiewijziging is echter zeer beperkt in definitieve omvang en omvat het verwijderen van +- 40 m² rietland volgens de passende beoordeling die bij de aanvraag toegevoegd werd. Enkel in de werfzone zal tijdelijk +- 250 m² rietland verwijderd worden. Na de aanleg van de steiger kan het riet zich herstellen in de afgebroken werfzone en opnieuw ontwikkelen. 

Er kan gesteld worden dat dit beperkt verwijderen van riet, geen negatieve effecten heeft op de algemene natuurwaarde van deze groenzone op lange termijn.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.    Er dient afgestemd te worden met het projectteam Scheldeboorden om te onderzoeken of het pad meanderend kan aangelegd worden om de Acer (esdoorn) te vrijwaren en voorzien kan worden in uitgewassen beton. 

2.    De slibway van de Zeescouts dient toegankelijk te blijven om boten in en uit de Schelde te halen.

3.    De te vellen bomen vervangen door nieuwe hoogstambomen, 1e grootte, minimale plantmaat 18/20.

4.    Met betrekking tot het groenbeheer bij de uitvoering van de werken aan de staatssteiger worden volgende algemene voorwaarden gesteld:

• Er mogen geen bomen gesnoeid worden in functie van de werken, tenzij door de Groendienst stad Antwerpen;
• De kroonprojectie van te behouden bomen moet afgeschermd worden met een vast hekwerk type Heras;
• Tijdens de werken mag er in het park niet geparkeerd worden. De aannemer dient een eigen werfzone in te richten waarbinnen geparkeerd moet worden;
• Rijplaten voorzien waar er over gazon gereden moet worden;
• Leveren, laden en lossen mag enkel via bestaande wegen;
• Er mag niet op gazons, in beplanting of in wortelzones van bomen gereden of gestationeerd worden;
• Er mogen geen obstakels (verkeerspaaltjes, vuilbakken, …) verwijderd of tijdelijk verplaatst worden;
• Alle vermijdbare schade die ondubbelzinnig blijkt uit de plaatsbeschrijving en die ontstaan is tijdens de opbouw of afbraak, wordt aangerekend aan de uitvoerende aannemer;
• Schade aan bomen wordt volgens de geijkte VVOG-methode ‘uniforme waardebepaling van bomen’ bepaald en doorgerekend aan de uitvoerende aannemer;
• Schade aan groen, parkelementen of meubilair wordt berekend op basis van de werkelijke kostprijs voor herstelling of vervanging en overgemaakt aan de uitvoerende aannemer.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.