Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023160194 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Michel Lambin met als adres Cliviastraat 41 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Cyriel Buyssestraat 74 te 2610 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 9 sectie I nr. 2355C4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een meergezinswoning met 2 woonentiteiten |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Bestaande toestand
- braakliggend terrein.
Nieuwe toestand
- functie:
- gelijkvloerse en eerste verdieping: duplexappartement met 1 slaapkamer met een netto vloeroppervlakte van 101 m²;
- tweede verdieping: 1 eenslaapkamerappartement (studio) met een netto vloeroppervlakte van 52 m².
- bouwvolume:
- rechter perceelgrens: 15 m;
- linker perceelgrens gelijkvloerse verdieping: 13,5 m
- linker perceelgrens eerste en tweede verdieping: 12 m.
- aansluitend aan bouwvolume een overdekt terras tot een bouwdiepte van 18 m;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een meergezinswoning met 2 woonentiteiten;
- bouwen van een tuinhuis tegen de perceelgrens.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 22 december 2023 | 25 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 22 december 2023 | 22 december 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 22 december 2023 | 9 januari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De Bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§2. Gevels die aan de openbare ruimte gelegen zijn, moeten op een zodanige diepte gefundeerd worden dat er geen verzakkingsgevaar bestaat bij wegwerkzaamheden. Hierbij geldt een diepte van minimaal 1,75 meter onder het straatpeil.
De voorgevel wordt gefundeerd tot een diepte van circa 1,68 m;
§3.4. de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden.
De aanvraag bevat te weinig informatie omtrent de afwerking van de scheidingsmuren (zijgevels van de 2de verdieping).
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op artikel 34, 29 en 30. Voor artikel 29 en 30 kan er een afwijking worden verleend. Dit wordt in de rubrieken hieronder verder gemotiveerd.
De aanvraag is in strijd met artikel 34 van de bouwcode. Gevels die aan de openbare ruimte gelegen zijn, moeten op een zodanige diepte gefundeerd worden dat er geen verzakkingsgevaar bestaat bij wegwerkzaamheden. Hierbij geldt een diepte van minimaal 1,75 meter onder het straatpeil. De voorgevel wordt gefundeerd tot een diepte van circa 1,68 m. Er kan niet op geldige wijze worden afgeweken van dit artikel. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen in de vergunning.
De aanvrager vraagt een afwijking aan op artikel 29 van de bouwcode en motiveert dit als volgt:
Het ontwerp is conform de bouwcode met uitzondering van de maatvoering voor de breedte van de fietsenberging, hiervoor wordt een afwijking aangevraagd omdat de reële behoefte aan fietsenberging niet zal overeenstemmen met 4 fietsen maar eerder 3 en bovendien is voorziene breedte ruim voldoende om de fietsen te kunnen stallen.
Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit over de fietsenstalplaatsen luidt als volgt:
Volgens artikel 29 van de bouwcode dienen er voor de 2 wooneenheden 4 fietsstalplaatsen voorzien worden:
- 2 appartementen met 1 slaapkamer = 2 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 4
Er worden op het gelijkvloers 5 fietsstalplaatsen voorzien. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet een vrije ruimte van 1,70 meter beschikbaar zijn en dat is hier niet het geval.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er niet akkoord gegaan worden met bovenstaande motivatie van de aanvrager. De mogelijkheid moet immers gegarandeerd worden dat elke bewoner een potentiële fietser is en de mogelijkheid er moet zijn om 4 fietsen te stallen. Op deze manier wordt het fietsgebruik aangemoedigd.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er wel geoordeeld dat de oppervlakte van de fietsenberging voldoende is om 4 fietsen te stallen (1,5 m² per fietsstalplaats). Door de opstelling van 4 fietsen in het verlengde van het schuifraam, haaks op de voorgevel te plaatsen, hoeft er geen draaibeweging te worden gemaakt met de fietsen en kan men achteruit en rechtstreeks het openbaar domein bereiken. Met behulp van artikel 3 van de bouwcode kan er bijgevolg een afwijking worden verleend op artikel 29 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat de nieuwbouw van een meergezinswoning. In de straat komen er zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen voor. De functionele inpasbaarheid is gunstig.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt de nieuwbouw van een meergezinswoning bestaande uit een duplexwoning en bijkomende woongelegenheid. Het bouwvolume sluit aan op de bestaande profielen van naburige gebouwen met uitzondering van een 3de bouwlaag. Deze derde bouwlaag stemt overeen met het profiel van de bebouwing voorkomend bij huisnummers 4 tot 56 en 1 tot 37. De Cyriel Buyssestraat is tevens een brede straat waar verdere verdichting hier inpasbaar is. Er werd recentelijk een Omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de eengezinswoning nummer 58 met een extra bouwlaag. De bouwdiepte (exclusief de luifel) op het gelijkvloers wordt gebracht op 15 meter ten opzichte van het rechterbuurperceel en 13,5 meter ten opzichte van het linkerbuurperceel. Deze bouwdiepte is niet vreemd in de context en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar. Achter het gesloten volume van gelijkvloers wordt er nog een luifel voorzien. Deze reikt tot een bouwdiepte van 18 meter maar houdt een afstand tot de zijdelingse perceelgrenzen waardoor er geen scheidsmuurverhogingen dienen te gebeuren, wat op zich gunstig is. Echter wordt er vanuit goede ruimtelijke ordening geoordeeld dat er voor dit perceel en in deze context een bouwdiepte op het gelijkvloers van 17 meter maximaal aanvaardbaar is. Om de eventuele toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden op dit perceel en de naburige percelen gelijkaardig te behandelen zal er in voorwaarde worden opgenomen om de luifel te beperken tot 17 meter. Op die manier blijft er nog een kwalitatieve tuinruimte (bergkast en overdekt terras mee in rekening gehouden) behouden. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig mits het naleven van de voormelde voorwaarde.
Visueel-vormelijke elementen
Het volume wordt vormgegeven in een grijze baksteen, zodat dit in harmonie is met beide naburige gebouwen, voor buur nummer 76 een beige baksteen en buur nummer 72 een geschilderde beton. Voor de verschijningsvorm en architecturale uitwerking van de gevel wordt er gerefereerd naar de rechter aanpalende woning van architect Edgard Thielens. In aansluiting aan en verwijzend naar de woning nummer 72, is een contrast hier visueel aanvaardbaar met name lichtgrijs parement en geveldelen in groene gevelbeplating (rockpanel) met groen aluminium schrijnwerk.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De fietsenberging wordt aan de straatzijde voorzien. Door de voornamelijk glazen gevelpui is er voldoende interactie mogelijk tussen de leefruimte en de straat waardoor dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is en waardoor de fietsenberging aan de straatzijde in overeenstemming is met artikel 12 van de bouwcode.
Er wordt vastgesteld dat het raam op de 1ste verdieping op een afstand van 1,85 meter van de linker perceelgrens wordt geplaatst waardoor er een recht zicht wordt gecreëerd naar het linkerbuurperceel. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijft de vergunning onwerkzaam.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op het bouwen van een meergezinswoning met 2 wooneenheden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 2. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceel breedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 22 december 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 20 februari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 21 maart 2024 |
Verslag GOA | 2 februari 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.