Op 14 december 2020 (jaarnummer 775) keurde de gemeenteraad het Klimaatplan 2030 goed. Met het Klimaatplan 2030 positioneert Antwerpen zich als voorbeeldstad op het vlak van emissiereducties en aanpassing aan de klimaatverandering.
De gemeenteraad keurde op 23 oktober 2023 (jaarnummer 663) de nieuwe versie van het ondersteuningsreglement van het Klimaatfonds goed met inwerkingtreding op 1 november 2023. Het reglement bepaalt dat per projectoproep een apart toelichtingsdocument wordt uitgewerkt. Het toelichtingsdocument beschrijft het kader, de grootte en de beoordelingscriteria van de oproep, de rollen en verantwoordelijkheden van eventuele partners, en de nazorg die vanuit de stad en partners wordt verleend aan indieners. Dit toelichtingsdocument geldt als een fundamentele, oproep-specifieke aanvulling op het algemeen reglement. Het toelichtingsdocument wordt voorgelegd aan het college.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen is van toepassing.
In de zitting van 26 oktober 2020 (jaarnummer 595) heeft de gemeenteraad het kaderbesluit basisprincipes ondersteuningsbeleid goedgekeurd.
De gemeenteraad keurde op 23 oktober 2023 (jaarnummer 663) de nieuwe versie van het ondersteuningsreglement van het Klimaatfonds goed met inwerkingtreding op 1 november 2023.
Klimaatplan 2030
Het Klimaatplan 2030 staat symbool voor het toonaangevende en ambitieuze klimaatbeleid van de stad Antwerpen. Het legt een kader en acties vast voor het stedelijk beleid op gebied van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. De overkoepelende ambitie van alle acties is het verminderen van de uitstoot van broeikassen op het grondgebied van de stad met 50% tot 55% in 2030, vergeleken met basisjaar 2005, en om tegen 2050 een klimaatneutrale en klimaatrobuuste stad te zijn.
De stad bundelt in het plan acties en ambities op gebied van energiezuinig wonen, energiebesparing in diensten en industrie, hernieuwbare energieproductie, een duurzame warmtetransitie en duurzame mobiliteit. Het plan heeft ook uitgebreid aandacht voor het aanpakken van wateroverlast, een duurzaam waterbeleid, verkoeling en groenblauwe maatregelen op privaat en publiek domein.
De stad streeft er bovendien naar om een eerlijk en inclusief klimaatbeleid te voeren, waarbij de baten en de lasten gelijk worden verdeeld en niemand achterblijft. Een succesvol klimaatbeleid zorgt er voor dat alle doelgroepen bij de transitie worden betrokken, ongeacht financiële middelen, netwerk, kennis of vaardigheden.
Thematische oproep en toelichtingsdocument "Den Dam, een parate wijk bij wateroverlast"
Deze projectoproep kadert binnen het innovatietraject ‘zelfredzaamheid bij wateroverlast'. De stad en brandweerzone Antwerpen onderzoeken hierin samen met bewoners, organisaties en ondernemers welke initiatieven mensen (individueel of in een samenwerkingsverband) kunnen nemen bij (nakende) wateroverlast.
De klimaatverandering zorgt ervoor dat we steeds vaker te maken krijgen met grote regenbuien die wateroverlast kunnen veroorzaken. Daar moeten we ons op voorbereiden. Dit gebeurt al via het Waterplan van de stad, verschillende onthardingsprojecten om hemelwater via de bodem op te vangen en de aanpassing van de afwatering van de riolering door de stad en Water-link. Een aangepaste infrastructuur alleen is echter niet voldoende om de klimaatextremen het hoofd te bieden. Grote hoeveelheden neerslag op korte tijd, zullen frequenter voorkomen. We kunnen water op straat nooit volledig uitsluiten.
Met deze oproep wil de stad Antwerpen projecten inhoudelijk en financieel ondersteunen die bijdragen aan de zelf- of samenredzaamheid bij wateroverlast in de wijk Den Dam, en welke later kunnen uitgerold worden naar de rest van de stad. De wijk ‘Den Dam’ werd geselecteerd als pilootzone. In deze wijk werden en worden tal van infrastructuurwerken gerealiseerd. De stad, Water-link en Aquafin hebben de voorbije jaren de riolering in de wijk Dam-Achter (de wijk tussen Hardenvoort, Noorderlaan, IJzerlaan en spoorweg) sterk verbeterd. Er werden extra ondergrondse waterbuffering en nieuwe afvoerpompen voorzien.
Deze projectoproep wil diverse actoren (burgers, verenigingen, ondernemingen, kennisinstellingen) ondersteunen bij het opstarten of uitbreiden van pilootprojecten die oplossingen vormen voor het verhogen van de paraatheid bij wateroverlast in de stad. Projecten kunnen zich situeren doorheen het hele proces van preventie tot acties tijdens een crisis of nazorg. Zowel collectieve als individuele acties komen in aanmerking. Oplossingen die getest worden kunnen technisch of niet-technisch van aard zijn.
Voor deze oproep wordt het toelichtingsdocument ter goedkeuring aan het college voorgelegd. Naast de beoordelingscriteria vastgelegd in het algemeen reglement, worden indieners ook beoordeeld op de mate waarin het project bijdraagt aan meer paraatheid bij wateroverlast. Het maximumbedrag van de gevraagde ondersteuning wordt vastgelegd op 15.000,00 euro.
Ingediende projectvoorstellen worden beoordeeld volgens de beoordelingscriteria vastgelegd in het algemeen reglement, aangevuld met de beoordelingscriteria die in dit toelichtingsdocument worden opgenomen.
De beoordeling gebeurt door een onpartijdige adviescommissie bestaande uit vaste leden en experts op afroep. Het gaat om medewerkers van de stad Antwerpen en externe experten. De adviescommissie staat onder voorzitterschap van Stadsontwikkeling/Klimaat en Leefmilieu en bestaat naast de voorzitter uit minstens één medewerker van een andere stedelijke afdeling en externe leden met specifieke expertise in het thema van de oproep.
Het toelichtingsdocument voor deze thematische oproep en de samenstelling van de adviescommissie worden ter goedkeuring aan het college voorgelegd.
Voor de oproep "Den Dam, een parate wijk bij wateroverlast" komen zowel werkingskosten als investeringskosten in aanmerking voor ondersteuning:
Aangezien niet vooraf geweten is of het over investerings– of exploitatie-uitgaven gaat, werden de middelen 2 keer voorzien. Er zal in totaal 60.000,00 euro worden aangerekend, eventueel verspreid over exploitatie- en investeringskosten. Dit is een richtbedrag.
Voor de uitbetaling van investeringskosten kunnen tussentijdse facturen gedurende de looptijd van het project worden ingediend voor een maximum van 50% van het totale toegekende investeringsbedrag. De uitbetaling van het resterende investeringssaldo gebeurt bij de eindafrekening van het project volgens de bepalingen van het voorliggende toelichtingsdocument.
Het college keurt het toelichtingsdocument voor de projectoproep "Den Dam, een parate wijk bij wateroverlast" goed.
Het college keurt de samenstelling van de adviescommissie voor de thematische oproep "Den Dam, een parate wijk bij wateroverlast" goed als volgt: