Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023112006 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Gracia Nsingi met als adres Boterlaarbaan 391 30 te 2100 Deurne en de heer Lucas Iyombe met als adres Boterlaarbaan 391 te 2100 Deurne |
Ligging van het project: | Boterlaarbaan 391 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nr. 262F4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en optoppen van een eengezinswoning en het bouwen van vrijstaand bijgebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1949: vergunning (626#12219) oprichten woning.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume met een optopping en op de eerste verdieping;
- wijzigen van de gevels;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- inrichten van de voor- en achtertuin:
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 13 december 2023 | 12 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De hoogte van een afsluiting van een voortuin moet beperkt blijven tot een hoogte van 1 meter.
De open ruimte heeft een oppervlakte van 135,39 m². De verhardingen en het tuinhuis in de achtertuin vormen een totale oppervlakte van 66,84 m². Dit is meer dan de 1/3de oppervlakte aan toegelaten verharding en constructies bij open ruimtes met een oppervlakte groter dan 60 m².
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. Het advies van de wegbeheerder is voorwaardelijk gunstig.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het uitbreiden en verbouwen van een bestaande eengezinswoning zonder het wijzigen van de functie. De functionele inpasbaarheid blijft gegarandeerd.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De woning, bestaande uit 1 half-ondergrondse en 2 bovengrondse bouwlagen, wordt in de hoogte uitgebreid met een extra bouwlaag. De kroonlijsthoogte stijgt hierdoor van 6,80 m naar 9,39 m.
De Boterlaarbaan kenmerkt zich door de aanwezigheid van gebouwen met twee tot vier bouwlagen. Het hier voorgestelde volume van drie bouwlagen en een half-ondergrondse bouwlaag past binnen deze omgeving.
Naast een uitbreiding in de hoogte wordt op het gelijkvloers een bestaande achterbouw vervangen door een nieuw volume. De bouwdiepte komt hier tot 13,78 m. Ook op de eerste verdieping wordt het volume achteraan uitgebreid tot een bouwdiepte van 12,54 m. De nieuwe tweede verdieping heeft eenzelfde bouwdiepte als de eerste verdieping.
De voorgestelde bouwdiepten refereren naar de aanwezige bouwdiepten in de omgeving en zijn minder diep dan deze van de aanpalende panden.
Het volume is ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.
Tenslotte worden de voor- en achtertuin ingericht.
Achter de woning wordt een bestaand terras heraangelegd, inclusief de trap naar de tuin en een helling naar de half-ondergrondse bouwlaag. Het terras reikt tot een totale bouwdiepte van 21,33 m en is minder diep dan de aanpalende bebouwing. Gelet op de diepte van het perceel blijft nog voldoende tuin over.
Achteraan in de tuin wordt een nieuw tuinhuis geplaatst met een oppervlakte van +/- 17 m². Het bijgebouw blijft overal op 1 m afstand van de perceelsgrenzen.
Uit de plannen blijkt dat de verharde oppervlaktes in de tuinzone, zijnde het terras, het pad naar het tuinhuis en het tuinhuis zelf samen een oppervlakte hebben die groter is dan 1/3de van de open ruimte, waardoor de aanvraag op dit punt niet voldoet aan artikel 27 van de bouwcode. Als voorwaarde bij de vergunning wordt daarom opgelegd om minstens 2/3de van de tuin groen en onverhard aan te leggen.
Op het plan van het gelijkvloers in de nieuwe toestand wordt de voortuinstrook volledig verhard. Artikel 27 van de bouwcode legt ook voor voortuinen op dat verhardingen in de voortuinstrook beperkt moeten worden en dit tot het strikt noodzakelijke, met name de toegangspaden naar de voordeur en naar de kelderdeur. Als voorwaarde bij de vergunning wordt concreet opgelegd dat het gedeelte tussen deze toegangspaden als groenzone aangelegd moet worden. De verharde oprit kan niet toegestaan worden.
Mobiliteitsimpact
Volgens het voorwaardelijk gunstig advies van de wegbeheerder is het parkeren in een voortuinstrook in strijd met de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg, zoals de N116, na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker. De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16/10/2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), dat onder meer de volgende voorwaarden oplegt:
- Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet-overrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande.
- Er is te weinig plaats op het perceel voor draaimanoeuvres zodat deze op een gevaarlijke manier op de gewestweg zullen uitgevoerd worden.
- Haaks parkeren achter de rooilijn wordt niet toegestaan. Het is onwenselijk dat bestuurders op de gewestweg dienen te manoeuvreren om het perceel veilig op of af te rijden.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies van AWV bijgetreden
Dergelijke insteekparkings in voortuinstroken zorgen immers voor gevaarlijke manoeuvres op het openbaar domein. Minstens één beweging moet namelijk achterwaarts worden uitgevoerd, ofwel het inrijden ofwel het uitrijden. Bij achterwaartse manoeuvres is het zicht op aankomende actieve weggebruikers (voetgangers en fietsers), maar ook op ander gemotoriseerd verkeer sterk beperkt. Dit verhoogt het risico op ongevallen.
Bovendien ontneemt de private insteekparking op het eigen terrein een openbare parkeerplaats in de langsparkeerstrook van de gewestweg, die door iedereen kan gebruikt worden. Ter hoogte van de oprit kan er namelijk niet geparkeerd worden.
Dit verhoogt de parkeerdruk en dat is onwenselijk.
Een insteekparking in de voortuin is dus niet toegelaten. Het perceel moet op de grens met het openbaar domein worden afgesloten met een fysieke, niet-overrijdbare afsluiting (lage muur, haag, ...).
Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de openbare weg niet zal toestaan.
De voorwaarden uit het advies van de wegbeheerder AWV zijn bijgevolg strikt te volgen en zullen bij de vergunning opgenomen worden.
Volledigheidshalve moet hier ook vermeld worden dat de eisen voor een afsluiting ter hoogte van het openbaar domein in de bouwcode strenger zijn dan deze uit het advies van de wegbeheerder AWV. Artikel 19 van de bouwcode beperkt de hoogte van een afsluiting van een voortuin namelijk tot een hoogte van 1 m. Deze beperking in hoogte zal eveneens als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde werken houden, naast het uitbreiden van het volume, eveneens het isoleren en bepleisteren van de gevels in een lichtgrijze kleur en het wijzigen van het schrijnwerk naar gemoffeld aluminium in antracietgrijs. Onderaan de voorgevel wordt een plint in blauwe hardsteen voorzien.
In de omgeving komen vooral gevels in baksteen maar ook hier en daar een gevel in pleisterwerk voor. De gevelafwerking in lichte pleister past zich voldoende in in het straatbeeld.
Aangezien de nieuwe bouwlaag in hetzelfde gevelvlak ligt en dezelfde afwerking krijgt dan het bestaande volume, lezen we het pand als een gebouw met drie volwaardige bouwlagen onder een nieuwe kroonlijst. In die optiek is het dan ook een vreemd element in de gevelopbouw om onder de ramen van de nieuwe bouwlaag een dorpel in blauwe steen over de volledige gevelbreedte te voorzien. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd om de dorpels hier te beperken tot de breedte van de ramen.
Om de vernieuwde gevel meer uniformiteit te geven, is het aangewezen de raamopeningen in de gehele gevel op elkaar af te stemmen.
Dit betekent dat de ramen van de nieuwe tweede verdieping, die veel hoger zijn dan de ramen van de onderliggende verdiepingen, worden verlaagd tot de bestaande raamhoogte van +/- 1,50 m. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
Dit heeft eveneens een invloed op de positie van de ramen. Terwijl de ramen van de bovenste verdieping vlak achter de nieuwe isolatie geplaatst worden, worden de ramen van het bestaande geveldeel veel dieper in de dagkanten geplaatst. Niet alleen zorgt deze verschillende plaatsing voor een visueel onevenwichtig geheel, het dieper plaatsen van het schrijnwerk zal ook thermisch nadelig zijn aangezien de dagkanten niet mee geïsoleerd worden en er op die manier koudebruggen ontstaan. Als voorwaarde bij de vergunning wordt daarom opgelegd om alle schrijnwerk in hetzelfde vlak, zijnde vlak achter de nieuwe isolatie, te plaatsen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het toevoegen van een extra bouwlaag en het uitbreiden van de woning zorgen voor een vergroting van het woon- en leefcomfort.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 13 december 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 11 februari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 12 maart 2024 |
Verslag GOA | 14 februari 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.