Terug
Gepubliceerd op 26/02/2024

2024_CBS_01398 - Omgevingsvergunning - OMV_2023093317. Garden Citylaan 58. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/02/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01398 - Omgevingsvergunning - OMV_2023093317. Garden Citylaan 58. District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_01398 - Omgevingsvergunning - OMV_2023093317. Garden Citylaan 58. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023093317

Gegevens van de aanvrager:

Michiel De Laet - Karolien Van houtte met als adres Drie Eikenstraat 359 bus België te 2650 Edegem

Ligging van het project:

Garden Citylaan 58 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nr. 234N2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/10/1922: toelating (1074#10493) voor het bouwen van een tuinwijk Garden City bestaande uit 279 woningen;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/97702

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301729

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadel- en wolfsdak; 
  • gelijkvloerse bouwdiepte 6,85 meter ter hoogte van de linker perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • rood metselwerk en houten schrijnwerk;

-          inrichting:

  • garage van 1 bouwlaag onder plat dak ter hoogte van de rechter perceelsgrens.

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume en gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • gelijkvloerse achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak met een

bouwdiepte 11,22 meter ter hoogte van de linker perceelsgrens;

  • gewijzigde indeling wit pvc schrijnwerk;
  • afdak ter hoogte van de voordeur.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadel en wolfsdak; 
  • gelijkvloerse achterbouw van 1 bouwlaag onder plat groendak met een

bouwdiepte 11,20 meter ter hoogte van de linker perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • rood metselwerk en wit pvc schrijnwerk;

-          inrichting:

  • garage van 1 bouwlaag onder plat dak ter hoogte van de rechter perceelsgrens.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het gelijkvloerse volume;

-          wijzigen van de gevels;

-          wijzigen van de scheimuur;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

6 oktober 2023

6 november 2023

Ongunstig

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

11 januari 2024

12 februari 2024

Ongunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

6 oktober 2023

7 november 2023

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • Er wordt geen infiltratievoorziening geplaatst.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De opstand ter hoogte van de nieuwe gelijkvloerse achterbouw bedraagt 0,20 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak < 0,30 m;
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie. Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt. De uitbreiding zorgt voor een verlies in waterbergend vermogen van 0,56 m³ bij T100 toekomstig klimaat. Er dienen voorwaarden opgelegd te worden om het schadelijk effect te beperken of herstellen.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat. 

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In de vergunde toestand heeft de woning een maximale bouwdiepte van circa 6,85 m. De aanvraag omvat de uitbreiding van het volume op het gelijkvloers om meer leefruimte te creëren en de woning aan te passen aan de huidige eisen betreffende wooncomfort. De gelijkvloerse aanbouw is circa 4,40 m diep ter hoogte van de linkerperceelsgrens, waardoor de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers op 11,22 m wordt gebracht. Het perceel laat een dergelijke bouwdiepte toe en de schaal van de aanbouw is in overeenstemming met de omgeving.

 

In de aanbouw worden een open leefkeuken, eetkamer en afgesloten wasplaats met toegang tot de garage geplaatst. De inkomhal wordt naar de woonkamer toe uitgebreid voor de plaatsing van een toilet. In de voormalige spreekkamer wordt een bureauruimte ingericht. Op de verdieping worden geen werken uitgevoerd met uitzondering van het inrichten van de badkamer in de voormalige kleine slaapkamer aan de achterzijde.

 

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aan de voorgevel werden ten opzichte van de vergunde toestand enkele wijzigingen uitgevoerd. Zo werd het originele houten schrijnwerk vervangen door schrijnwerk in wit PVC met een gewijzigde raamindeling. Daarnaast werd ter hoogte van de voordeur een klein afdak in golfplaten geplaatst. Verder wordt in de nieuwe toestand de voorgevel aan de binnenzijde geïsoleerd.

De achtergevel wordt aan de buitenzijde geïsoleerd en afgewerkt met natuurkleurige verticale houten planken op het gelijkvloers en witte crepi op de verdieping. In de achtergevel wordt zwart aluminium schrijnwerk geplaatst.

 

Gezien de ligging van het pand in een zone opgenomen op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed namelijk de ‘Garden City Elsdonk’, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

“Vanuit oogpunt Mz geen bezwaar voor het plaatsen van een nieuwe aanbouw en voor de beperkte interne wijzigingen. De aanbouw als ook het interieur werden doorheen de tijd reeds aangepast. De aanbouw doet geen fundamentele afbreuk aan de erfgoedwaarde die in een tuinwijk voornamelijk wordt gedefinieerd door de ensemblewaarde en het uniform uitzicht van de woningen (gabarit, materialisatie, geleding en opbouw). Hieraan wijzigt niets. Bij een toekomstige wijziging van het buitenschrijnwerk dient gezocht naar een vormgeving die meer aansluit bij het oorspronkelijk raamprofiel. De linkerburen en/of het bouwplan kunnen als referentiebeeld gebruikt worden.“

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het gunstig advies van de dienst monumentenzorg bijgetreden. De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van de visueel-vormelijke elementen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De scheimuur met de linker aanpalende werd ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

De aanvraag valt onder de verordening hemelwater omdat de uitbreiding ten opzichte van de vergunde toestand net 40 m2 bedraagt. Er wordt echter geen infiltratievoorziening geplaatst, wat strijdig is met de verordening. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat er een ondergrondse infiltratievoorziening met een infiltratieoppervlakte van minimaal 3,2 m2 en een volume van minimaal 2000 l geplaatst moet worden.

 

Aangezien het perceel gelegen is in een zone waar de provincie Antwerpen aangesteld is als adviesinstantie voor de watertoets, werd advies gevraagd bij de provinciale dienst Integraal Waterbeleid. Hun advies is ongunstig omdat de uitbreiding een verlies aan waterbergend vermogen zou inhouden, wat onaanvaardbaar is.

De stad Antwerpen hanteert voor de beoordeling van de watertoets echter een meer gedetailleerde tool waaruit blijkt dat de uitbreiding mits het opleggen van voorwaarden wel aanvaardbaar is. Als voorwaarde voor vergunning wordt daarom opgelegd dat achteraan in de tuin een afgraving uitgevoerd moet worden om het verlies aan waterbergend vermogen bij toekomstig klimaat te compenseren.

Daarnaast wordt ook opgelegd dat het terras geen ophoging van het bestaande maaiveld mag inhouden.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.   

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. Er dient een infiltratievoorziening geplaatst te worden met een infiltratieoppervlakte van minimaal 3,2 m² en een volume van minimaal 2000 liter. Deze infiltratievoorziening wordt bij voorkeur open aangelegd, type wadi of infiltratiekom en bevindt zich niet meer dan 50 cm onder het maaiveld.

  1. Achteraan in de tuin dient, op de locatie in rood aangeduid op het inplantingsplan, een uitgraving met een waterbergend volume van 0,56 m³ voorzien te worden. De uitgraving moet een oppervlakte hebben van 2,4 m² en een diepte van max. 50 cm. De uitgraving mag zich niet onder de grondwaterstand bevinden. De uitgraving moet begroeid worden door gras of bodembedekkers om erosie, afkalving en afzetting elders tegen te gaan. Manipulatie/verstoring van de afgraving moet voorkomen worden zodat te allen tijde het volume en de oppervlakte behouden blijven.

4. De plaatsing van het terras mag geen ophoging van het bestaande maaiveld inhouden.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

6 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

5 december 2023

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

4 maart 2024

Verslag GOA

19 februari 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  2. Er dient een infiltratievoorziening geplaatst te worden met een infiltratieoppervlakte van minimaal 3,2 m² en een volume van minimaal 2000 liter. Deze infiltratievoorziening wordt bij voorkeur open aangelegd, type wadi of infiltratiekom en bevindt zich niet meer dan 50 cm onder het maaiveld.
  3. Achteraan in de tuin dient, op de locatie in rood aangeduid op het inplantingsplan, een uitgraving met een waterbergend volume van 0,56 m³ voorzien te worden. De uitgraving moet een oppervlakte hebben van 2,4 m² en een diepte van max. 50 cm. De uitgraving mag zich niet onder de grondwaterstand bevinden. De uitgraving moet begroeid worden door gras of bodembedekkers om erosie, afkalving en afzetting elders tegen te gaan. Manipulatie/verstoring van de afgraving moet voorkomen worden zodat te allen tijde het volume en de oppervlakte behouden blijven.
  4. De plaatsing van het terras mag geen ophoging van het bestaande maaiveld inhouden.
  5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.