Terug
Gepubliceerd op 29/01/2024

2024_CBS_00501 - Omgevingsvergunning - OMV_2023139338. Louis Frarynlaan 64 - District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/01/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_00501 - Omgevingsvergunning - OMV_2023139338. Louis Frarynlaan 64 - District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_00501 - Omgevingsvergunning - OMV_2023139338. Louis Frarynlaan 64 - District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023139338

Gegevens van de aanvrager:

Dulguun Altanboroo - Debby Roungnak met als adres Hof Van Tichelen 15 bus 202 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

Louis Frarynlaan 64 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nr. 834D10

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          22/12/1978: vergunning (1978802340) voor een garage;

-          20/12/1957: toelating (18#37579) voor het aanbouwen van een bergplaats;

-          17/02/1950: toelating (18#26156) voor het oprichten van 34 woningen.

 

Vergunde toestand

-          functie: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • deel van eenheidsbebouwing;
  • pand in halfopen bebouwing met twee bouwlagen onder hellend dak;
  • gekoppelde uitbouw (garage) aan de rechterzijde van het perceel;
  • kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk 6,33 en 10,62 m;
  • variërende bouwdiepte per verdieping met een maximum van 11,6 m op de benedenverdieping;

-          gevelafwerking:

  • gevel in rode baksteen;
  • plint in donkerbruine baksteen;
  • dorpels en treden in arduin;
  • materiaal en kleur buitenschrijnwerk niet gekend.

 

Bestaande toestand

-          functie en aantal wooneenheden conform vergunde toestand;

-          gewijzigd bouwvolume en gevelafwerking;

-          doorgevoerde interne constructieve wijzigingen;

-          verharde voortuin.

 

Nieuwe toestand

-          functie en aantal wooneenheden ongewijzigd;

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte benedenverdieping 13,54 m;
  • gewijzigde bouwhoogte uitbouw (voormalige garage);
  • bouwhoogte hoofdvolume en bouwdiepte eerste verdieping en zolder ongewijzigd;

-          gevelafwerking:

  • buitenschrijnwerk in wit pvc;
  • overige materialen en kleuren ongewijzigd.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van constructieve wijzigingen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 8:
    De infiltratievoorziening werd enkel opgetekend op het funderingsplan. Deze is echter niet zichtbaar op de overige plannen.
    Bovendien werd de diepte van de overloop niet verder gespecifieerd.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    De aanvraag heeft betrekking op wijzigingen aan de riolering. Echter werd geen gescheiden rioolstelsel aangeboden aan de straat. De aansluitingen (inclusief het voorzien van de toezichtsputten) zullen bovendien moeten gebeuren conform de richtlijnen vastgelegd in artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

De voortuin van het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt gezien de beperkte uitbreiding van de woning aan de achterzijde.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel inpasbaar. De bestaande en vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de bestemming woongebied volgens gewestplan en de omgeving die hoofdzakelijk wordt gekenmerkt door eengezinswoningen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De woning uit de aanvraag betreft de rechtse woning van drie woningen onder één kap. De kopwoningen beschikken over een aanbouw in de zijtuinstrook die 2,20 m dieper dan de gelijkvloerse bouwdiepte van het hoofdvolume komt en tot tegen de perceelsgrens loopt. Dit volume is vergund als garage.

De voorliggende aanvraag voorziet een perceelsbrede gelijkvloerse uitbouw met groendak. De garage wordt mee in de nieuwe uitbreiding opgenomen.

 

Nagenoeg alle woningen in het bouwblok tussen de Louis Frarynlaan en de August Van Cauwelaertlaan beschikken over een gelijkvloerse uitbreiding. De bouwdiepte van deze gelijkvloerse uitbreidingen varieert echter per set gekoppelde woningen.

De bouwdiepte in de voorliggende uitbouw is echter in overeenstemming met de kenmerkende bouwdieptes in het bouwblok.

De ophoging van de scheimuur die met de uitbreiding gepaard gaat ter hoogte van het terras met de linkerbuur impliceert echter geen verlies voor de woonkwaliteit in de aangrenzende woning. De uitbreiding is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De bestaande en vergunde gevels wijzigen niet.

De voorgestelde materialisatie van de uitbreiding in rode gevelsteen met antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk en luifel is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw. 
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.  

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag beoogt een uitbreiding van de gelijkvloerse leefruimte. Een deel van de vergunde garage in de zijtuinstrook wordt geïntegreerd in de leefruimte. Er wordt een quasi perceelsbrede raamopening voorzien wat het contact tussen de woning en de tuin verbetert. De woning wordt aangepast naar het hedendaagse wooncomfort.

De vergunde garage wordt verkleind tot een fietsenberging. De bestaande en vergunde garage is echter niet functioneel als autostalplaats omdat de voordeur in de zijgevel een uitstulpend portiek heeft. Hierdoor is het onmogelijk om een wagen in de garage te parkeren en kan de garage niet als een nuttige autostalplaats beschouwd worden.

Er blijft evenwel ruimte beschikbaar op de verharding in de voortuin die de toegang verzorgt naar de fietsenberging en de voordeur.

 

De aanvraag heeft betrekking op wijzigingen aan de riolering. Echter werd geen gescheiden rioolstelsel aangeboden aan de straat. De aansluiting (inclusief het voorzien van de toezichtsputten) zal bovendien moeten gebeuren conform de richtlijnen vastgelegd in artikels 40 en 41 van de bouwcode. Deze worden als voorwaarden aan de vergunning worden gekoppeld.

 

De infiltratievoorziening in de voortuin werd enkel opgetekend op het funderingsplan. Deze is echter niet zichtbaar op de overige plannen. Bovendien werd de diepte van de overloop niet verder gespecifieerd. Als voorwaarde bij de vergunning moet worden opgenomen dat voldaan moet worden aan artikel 8 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.   

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er moet een gescheiden rioolstelsel aangeboden worden aan de straat conform artikel 40 van de bouwcode.

2. De aansluiting van het rioolstelsel (inclusief het voorzien van toezichtsputten) moeten gebeuren conform de richtlijnen vastgelegd in artikel 41 van de bouwcode.

3. De infiltratievoorziening in de voortuin moet voldoen aan artikel 8 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

27 november 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

26 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

25 februari 2024

Verslag GOA

19 januari 2024

Naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er moet een gescheiden rioolstelsel aangeboden worden aan de straat conform artikel 40 van de bouwcode.

2. De aansluiting van het rioolstelsel (inclusief het voorzien van toezichtsputten) moeten gebeuren conform de richtlijnen vastgelegd in artikel 41 van de bouwcode.

3. De infiltratievoorziening in de voortuin moet voldoen aan artikel 8 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.