Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023122722 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Nurdzhet Adem met als adres Van de Perrelei 23 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van de Perrelei 23 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 38 sectie B nr. 269P |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;
- PV 11002 2018 6022 VPV ' Bouwmisdrijf: werken zonder vergunning'
Vergunde / Geacht vergunde toestand
- er is geen vergunde toestand terug te vinden.
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
§4: voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter zijn toegelaten. De volledige voortuin is echter verhard;
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met volgende artikels van de bouwcode:
Open ruimte (art.27):
- Er wordt opgemerkt dat de voortuinstrook volledig verhard werd aangelegd. De bouwcode beschouwt de voortuin als een volwaardig deel van de tuin omwille van een aantal redenen. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Bijgevolg wordt in voorwaarde opgenomen dat de verharding in de voortuinstrook beperkt moet worden tot een toegangspad naar de voordeur met een maximale breedte van 1,5 meter. De overige voortuinstrook moet aangelegd worden met groen in volle grond. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
- Daarnaast mag de achtertuinzone voor maximaal 1/3 verhard worden. Onder verhardingen worden volgende zaken gerekend: bijgebouwen, ingebouwde zwembaden/zwemvijvers, terrassen, verharde paden, maar ook vormen van half-verharding (niet limitatief). In de aanvraag wordt meer dan de helft van de tuinzone verhard aangelegd. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Verder wijkt de aanvraag af van artikel 19 en 41 van de bouwcode. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van deze geldende voorschriften. In voorwaarde wordt dan ook opgenomen dat er voldaan moet worden aan dit artikel.
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een beperkte uitbreiding van het gelijkvloers volume, waarbij deze ruimte ook opengewerkt wordt. De bouwdiepte van het gelijkvloers wordt uitgebreid tot een bouwdiepte van 16,47 meter. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met de gewenste uitbreiding. De geplande uitbreidingswerken aan de achtergevel zijn niet storend voor de omgeving. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De visuele wijzigingen beperken zich tot het aanpassen van het schrijnwerk aan de voorgevel. De achtergevel wordt dan weer afgewerkt in bepleistering. Dit materiaal voor de achtergevel is visueel inpasbaar in dit woongebied.
De aanvraag is bijgevolg visueel inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er wordt opgemerkt dat de zolder ook werd onderverdeeld in verschillende kamertjes. Op plan worden deze aangeduid als zolder. Indien deze ruimtes alsnog gebruikt worden als verblijfsruimte, moeten deze voldoen aan de noodzakelijke woonkwaliteit, opgelegd in de bouwcode.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De aansluiting van de leidingen op het openbaar rioolstelsel moet aangelegd worden conform artikel 41 van de bouwcode.
3. De verharding van de achtertuinzone moet beperkt blijven tot 1/3 van de achtertuinzone, conform artikel 27. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
4. De verhardingen in de voortuinstrook moeten beperkt blijven tot een toegangspad naar de voordeur met maximale breedte van 1,5 meter. De overige voortuinstrook moet aangelegd worden met groen in volle grond. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
5. De voortuin moet rondom afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 26 september 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 1 december 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 30 januari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 29 april 2024 |
Verslag GOA | 19 januari 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De aansluiting van de leidingen op het openbaar rioolstelsel moet aangelegd worden conform artikel 41 van de bouwcode.
3. De verharding van de achtertuinzone moet beperkt blijven tot 1/3 van de achtertuinzone, conform artikel 27. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
4. De verhardingen in de voortuinstrook moeten beperkt blijven tot een toegangspad naar de voordeur met maximale breedte van 1,5 meter. De overige voortuinstrook moet aangelegd worden met groen in volle grond. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
5. De voortuin moet rondom afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.