Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02930 - Omgevingsvergunning - OMV_2023147652. Fonteinstraat 128. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02930 - Omgevingsvergunning - OMV_2023147652. Fonteinstraat 128. District Borgerhout - Goedkeuring 2024_CBS_02930 - Omgevingsvergunning - OMV_2023147652. Fonteinstraat 128. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023147652

Gegevens van de aanvrager:

de heer Dave Boeckmans met als adres Fonteinstraat 128 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) en mevrouw Emily Peeters met als adres Fonteinstraat 128 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Fonteinstraat 128 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 24 sectie A nr. 296L2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/09/1959: toelating (179#5289) voor een verbouwing;

-          07/12/1905: toelating (1399#4100) voor het bouwen van zeven huizen.

 

Vergunde toestand

Toestand bij inwerkingtreding gewestplan Antwerpen:

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder zadeldak;
  • nokhoogte 11,32 m
  • kroonlijsthoogte 8 m;
  • bouwdiepte hoofdbouw 7,59 m;
  • achterbouw langs linker perceelsgrens van 2 en 3 bouwlagen onder plat dak;
  • achterbouw langs achterste perceelsgrens van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • bouwdiepte achterbouwen tot tegen achterste perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • Voorgevel en buitenschrijnwerk onbekend
  • Achtergevel en achterbouw in cementbezetting;

-          inrichting:

  • open binnenkoer van 4 m² langs de rechter perceelsgrens.

 

Bestaande toestand

-          afwijkend.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder mansardedak met dakkapellen;
  • nokhoogte 10,5 m
  • kroonlijsthoogte 8,23 m
  • achterbouw langs linkerperceelsgrens van 1 tot 2 bouwlagen onder plat dak met dakterras op de eerste verdieping;
  • bouwdiepte hoofdbouw 7,73 m;
  • bouwdiepte achterbouw langs linkerperceelsgrens tot tegen achterste perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in geel gevelmetselwerk met detaillering in zwart- en rood gevelmetselwerk, plint in blauwe hardsteen en kroonlijst in cementering;
  • achtergevel in witte crepi
  • buitenschrijnwerk in zwart aluminium.

-          inrichting

  • koer van 4,45 m² in waterdoorlatende betontegels langs de rechter perceelgrens.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van:

  • gelijkvloerse aanbouw tegen rechter perceelgrens;
  • deel aanbouw tegen linker perceelgrens;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          isoleren van de achter- en zijgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • De oppervlaktes van de daken werden dubbel ingevuld, zowel bij nieuwbouw/herbouw als bij verbouwingswerken;
  • Niet elk dak is volledig voorzien als groendak. Het zinkgedeelte van het mansardedak en het dakterras vallen hier niet onder en dienen dus wel in de berekening van een hemelwaterput toegevoegd te worden. De totale horizontale dakoppervlakte (41.4 m²) < 80 m². Bijgevolg is het plaatsen van een hemelwaterput van minimaal 5000 l verplicht;
  • Het perceel is kleiner dan 120 m², het plaatsen van een infiltratie - of buffervoorziening is dus niet verplicht.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht
    De dakbekleding aan de achterzijde van het gebouw wordt volgens de legende op het plan voorzien als houten latten. Volgens de bijgevoegde legende op het document ‘BA_FOA_L_N’ wordt de dakbekleding aan de achterzijde van het gebouw dan weer voorzien als ‘zink zwart’.
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    Het bureau op de eerste verdieping heeft slechts een vrije hoogte van 2,40 meter, de slaapkamers op de tweede verdieping hebben slechts een vrije hoogte van 2,56 meter;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Er wordt geen opstand van 0,30 meter voorzien ter hoogte van het mansardedak;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    De toezichtsputten worden buiten het perceel voorzien.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag voorziet in de sloop van een onvergunde achterbouw langs de rechter perceelsgrens op het gelijkvloers voor de creatie van een buitenruimte (koer). De achterbouw wordt gedeeltelijk verlaagd tot één bouwlaag, voor de creatie van een dakterras.

 

De aanvraag voorziet in een volume-uitbreiding aan de achtergevel voor het aanbrengen van isolatie waardoor de bouwdiepte langs de linkerperceelsgrens op 7,75 m komt te liggen.

 

Voorliggende aanvraag voorziet in de uitbreiding van het dakvolume. Het nieuwe dak wordt voorzien als een mansardedak met twee dakkapellen aan de straatkant en één dakkapel aan de achterzijde.

 

Voorgestelde wijzigingen zijn mits de gestelde voorwaarden afgestemd op de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voorziet in de wijziging van het buitenschrijnwerk aan de voorgevel van wit PVC naar zwart aluminium. De aanwezige rolluikkasten worden verwijderd. Daarnaast wordt voorzien in de wijziging van de dakvorm van een zadeldak, bekleed met bruine dakpannen, naar een mansardedak met dakkapellen, met een zwarte bekleding in zink aan de straatzijde. Voorgestelde wijzigingen zijn afgestemd op de omgeving.

 

Er wordt opgemerkt dat de dakbekleding aan de achterzijde, volgens de legende, als houten latten wordt voorzien. Deze afwerking is niet afgestemd op de omgeving, alsook niet op het eigen dak. Daarnaast wordt voor de dakkapellen geen materiaal aangeduid. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd de dakbekleding aan de achterzijde van het gebouw evenals de dakkapellen, in hetzelfde materiaal als aan de straatzijde te voorzien, zijnde zwart zink.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvrager verzoekt om een afwijking van de gewestelijke hemelwaterverordening (artikel 12 GSV hemelwater).

Wanneer geen andere oplossingen mogelijk zijn, kan er, mits een grondige motivatie, een uitzondering toegekend worden. Uitzonderingen vormen echter niet de regel. De GSV hemelwater is er om te vermijden dat sites worden volgebouwd zonder aandacht/ruimte voor hemelwater. ‘Geen plaats’ wordt dan ook bij nieuwbouw, herbouw of grondige verbouwing niet zomaar aanvaard als argument.

 

De verzochte uitzondering op de verplichte plaatsing van een hemelwaterput wordt onvoldoende gemotiveerd. In de motivatie worden geen uitspraken gedaan over het, in het gedrang komen van de stabiliteit van het gebouw, noch wordt toegelicht waarom geen alternatieve oplossingen weerhouden werden. De afwezigheid van een buitenruimte in de bestaande toestand is evenwel ongegrond als argument, gezien de aanvraag, het creëren van open ruimte inhoudt door de afbraak van een onvergunde aanbouw.

 

De aanvraag omvat echter de inrichting van enkele dakvlakken als groendak. Zowel het zinkgedeelte en de dakkapellen van het mansardedak, als het dakterras vallen niet onder de term groendak en dienen bijgevolg wel op een hemelwaterput aangesloten te worden. Bovendien wordt een septische put van 5000 l voorzien, terwijl volgens artikel 43 van de Bouwcode, een put van 2000 l volstaat. Er wordt geoordeeld dat indien de septische put kleiner gedimensioneerd wordt, er voldoende ruimte voor een hemelwaterput voorzien kan worden. Op basis van de aangeleverde motivatie kan geen afwijking op de hemelwaterverordening toegestaan worden.

 

De totale afwaterende dakoppervlakte is < 80 m², bijgevolg is het plaatsen van een (alternatieve) hemelwaterput van minimaal 5000 l verplicht. Dit wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woon- of werkplaats dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. Het bureau op de eerste verdieping heeft een vrije hoogte van slechts 2,40 m, de slaapkamers op de tweede verdieping hebben een vrije hoogte van slechts 2,56 m. Dit is niet conform artikel 21 van de Bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 m. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de slaapkamers onder het mansardedak voorzien worden met een vrije hoogte van minstens 2,60 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloerpas. Gezien de bureauruimte grenst aan het dakterras en uitkijkt op een vide, kan een afwijking toegestaan worden voor deze ruimte met toepassing van artikel 3 van de Bouwcode.

 

De scheidingsmuren ter hoogte van het mansardedak worden niet voorzien met een opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak (mansardedak) een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien.

 

Er wordt opgemerkt dat de toezichtsputten van de DWA en RWA afvoerleidingen niet op het private perceel voorzien worden. Dit is strijdig met artikel 41 van de Bouwcode. Gezien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient zo mogelijk op particulier domein toch een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd de toezichtsputten inpandig en conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode uit te voeren.

 

De opengewerkte koer zal volledig ommuurd zijn. Het verlagen van de bestaande scheimuur tot 2,60 m vanaf de vloerpas creëert geen storende zichten naar de aangrenzende eigendommen. Dit wordt gunstig beoordeeld inzake de bezonning van de tuinzone.

 

Het dakterras wordt voorzien binnen het gabarit van de tweede bouwlaag van de bestaande achterbouw. Er wordt een verlaging van de scheimuur voorzien, tot een hoogte van 1,25 m vanaf de vloerpas van het hoogstgelegen terras, alsook een valbeveiliging van circa 1 m. Dit kan aanleiding geven tot onaanvaardbare privacy overlast ten gevolge van zichten naar de naastgelegen percelen. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd de scheimuur aan het dakterras te verlagen tot een hoogte van minimaal 1,90 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloerpas van het hoogstgelegen terras en de valbeveiliging 1,90 m hoog te voorzien.  

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. Een waterput van minstens 5000 l te voorzien.

4. De slaapkamers onder het vlakke dakdeel te voorzien van een vrije hoogte van 2,60 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloerpas. 

5. De toezichtsputten DWA en RWA inpandig en conform de bepalingen van artikel 41 van de Bouwcode te voorzien.

6. De scheimuur van het dakterras te voorzien van hoogte van 1,90 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloerpas van het hoogstgelegen terras en de valbeveiliging 1,90 m hoog te voorzien. 

7. De dakbekleding aan de achterzijde van het gebouw evenals de dakkapellen, in hetzelfde materiaal als aan de straatzijde te voorzien, zijnde zwart zink.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 november 2023

Volledig en ontvankelijk

22 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

19 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

18 april 2024

Verslag GOA

25 maart 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. Een waterput van minstens 5000 l te voorzien.

4. De slaapkamers onder het vlakke dakdeel te voorzien van een vrije hoogte van 2,60 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloerpas. 

5. De toezichtsputten DWA en RWA inpandig en conform de bepalingen van artikel 41 van de Bouwcode te voorzien.

6. De scheimuur van het dakterras te voorzien van hoogte van 1,90 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloerpas van het hoogstgelegen terras en de valbeveiliging 1,90 m hoog te voorzien.

7. De dakbekleding aan de achterzijde van het gebouw evenals de dakkapellen, in hetzelfde materiaal als aan de straatzijde te voorzien, zijnde zwart zink.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.