Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023170944 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA Take met als adres Plantinkaai 5 bus 3 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Ankerrui 8-10 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 2 sectie B nr. 202Y2 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een kantoorgebouw naar een meergezinswoning met 6 appartementen en 1 kantoorruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/08/2023: weigering deputatie na weigering college (OMV_2022112572) voor het verbouwen van een kantoorgebouw naar een meergezinswoning met 8 appartementen en 1 kantoorruimte;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302088;
- 15/07/2011: vervallen vergunning (3508#7685) voor het herinrichten van een kantoorruimte;
- 15/06/2007: vervallen vergunning (3152#1844) voor het inrichten van een bestaand gebouw en oprichten van een extra volume op het dak.
Vergunde toestand
- functie kantoor, dienstverlening en vrije beroepen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 10,45 m;
- twee uitbouwen tot 15,7 m;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- laatste vergunningen niet uitgevoerd;
- geen liftschacht uitgevoerd op het gelijkvloers en eerste verdieping;
- terrassen links achteraan op verdieping 2, 3 en 4 dieper uitgevoerd dan vergund;
- dakvolume niet uitgevoerd;
- voorgevelwijzigingen niet uitgevoerd;
- buitenschrijnwerk hout zwart geschilderd.
Nieuwe toestand
- functie kantoor, dienstverlening en vrije beroepen & wonen:
- bouwvolume:
- hoofdvolume tot 10,45 m;
- twee uitbouwen tot 15,7 m;
- gevelafwerking:
- lift geplaatst.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de hoofdfunctie kantoor naar wonen met behoud van een kantoorgedeelte;
- inrichten van 6 woongelegenheden;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuur;
- inrichten en uitbreiden van dakterrassen;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 26 januari 2024 | 21 maart 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 26 januari 2024 | 31 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 26 januari 2024 | 20 maart 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Proximus | 26 januari 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 26 januari 2024 | 29 januari 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 26 januari 2024 | 26 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 26 januari 2024 | 31 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 26 januari 2024 | 27 februari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag voldoet aan de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Na het wijzigen van de hoofdfunctie kantoor naar wonen wordt de beperkte onbebouwde ruimte op het maaiveldniveau (circa 6 % van de totale perceeloppervlakte) niet uitgebreid naar de minimaal vereiste 20 % onbebouwde ruimte van de totale perceeloppervlakte.
Het appartement rechts achteraan de tweede verdieping heeft een terras van slechts 3,6 m² waar dit 4 m² zou moeten zijn.
Er worden geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien.
De scheidingsmuren van de platte daken bezitten niet overal een minimale opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
De terrasafscheiding/gewijzigde scheidingsmuur op de perceelsgrens rechts achteraan de eerste verdieping wordt niet in massief en ongeperforeerd materiaal uitgevoerd en is niet minstens 0,18 m dik.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Hoewel het een functiewijziging betreft wordt er geen 20 % open ruimte voorzien. Hier kan een afwijking op worden voorzien omdat dit artikel strijdig is met het RUP. Het pand is immers gelegen in CHE-gebied en is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie in dergelijk gebied dient immers onderworpen te worden aan de wenselijkheid van behoud. Indien er 20 % open ruimte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou dit de erfgoedwaarde van het gebouw ernstig aantasten. Daarom kan er in alle redelijkheid een afwijking worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
Gezien de functiewijziging van kantoorruimte naar meergezinswoning met 1 kantoor werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing / Business en Innovatie. Het advies leest als volgt:
“Huidige aanvraag wil een antwoord bieden op eerder vastgestelde tekortkomingen die hebben geleid tot de weigering van dit dossier in 2023. In 2022 heeft B&I dit gunstig geadviseerd. Het pand was oorspronkelijk een kantoor en appartementsgebouw met kantoren op de eerste verdieping en appartementen op de hoger gelegen verdiepingen. Conform de beleidsvisie Ruimtelijke economie stellen we een fijnmazige verweving van kantoren met alle projecten voorop in het gebied binnen de Leien.”
De aanvraag is bijgevolg functioneel aanvaardbaar.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld. Door het voorzien van een woonprogramma met 6 ruime woonentiteiten en 1 kantoor wordt de draagkracht van de site niet overschreden.
Er wordt opgemerkt dat de oppervlakte van het terras van het eenslaapkamerappartement 3,60 m2 bedraagt in plaats van de minimaal 4 m2 (bouwcode, art. 28). Het appartement van 87,30 m2 is echter ruim en functioneel ingedeeld waardoor deze afwijking uitzonderlijk toegestaan kan worden. De bestaande brandladder die op het terras aansluit hoeft op deze manier ook niet verplaatst te worden.
De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Cultuurhistorische en Visueel-vormelijke aspecten
Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de opname op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“De aanvraag omvat de verbouwing en uitbreiding van het kantoorgebouw tot een appartementsgebouw met kantoren op gelijkvloers en +1. Bovendaks wordt een teruggetrokken volume voorzien. De gevelpui wordt beperkt aangepast en het schrijnwerk wordt vernieuwd naar oorspronkelijk model. De aanvraag werd voorafgaandelijk besproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg.
Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen principieel bezwaar tegen de uitbreiding van het pand met een teruggetrokken daklaag. De set-back is nodig om de gevelbekroning nog voldoende tot te zijn recht te laten komen als sterk architecturaal element binnen het oorspronkelijke ontwerp.
Vanuit historisch perspectief wordt gewaardeerd dat de achterbouw (in de vorm van 2 vleugels) ondergeschikt blijft aan de hoogte van het hoofdvolume. De gewenste wijzigingen in het interieur hebben geen onaanvaardbare impact op de erfgoedwaarde.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit gunstig advies bijgetreden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De plannen bevatten tegenstrijdigheden zodat de scheimuur mogelijk niet overal wordt uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
De aanvraag betreft het verbouwen van een kantoorgebouw naar een meergezinswoning met 6 appartementen en 1 kantoor.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 8 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. De oppervlakte van de kantoren vermindert naar 212 m² Er komen 6 wooneenheden bij. 3 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1.2 --> 3 x 1.2 = 3,6 3 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1.35 --> 3 x 1.35 = 4,05 De werkelijke parkeerbehoefte is 8 (3,6 + 4,05 = 7,65).
|
Het aantal nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Er blijft 1 nuttige parkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 7.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet volledig gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 7. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. De oppervlakte van de bestaande kantoren is niet gekend.
In de beschrijvende nota wordt de huidige parkeerbehoefte bepaald op 5 plaatsen. Er zijn 2 achterliggende parkeerplaatsen beschikbaar. Aangezien deze achter elkaar liggen, wordt hiervan slechts 1 als nuttig beschouwd. Van de kantoren blijft 212 m² behouden. De parkeerbehoefte hiervan is 1 (212 m² kantoren in stationsomgeving met parkeernorm 0.6/10 0m² --> 212 m² x 0,6/100 m² = 1,3).
Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand van de kantoren die verdwijnen dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 3 (5 – 1 – 1 = 3)
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 4 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de appartementen en het kantoor moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
2 appartementen met 1 slaapkamer : 2 x 2 = 4
3 appartementen met 2 slaapkamers : 3 x 3 = 9
1 appartement met 3 slaapkamers : 1 x 4 = 4
212 m² kantoor : 200 m² x 1.25/100 m² = 2.65
Er moeten 20 fietsenstallingen voorzien worden.
Er wordt een fietsenberging ingericht op het gelijkvloers achter de garage voor auto’s.
Er zijn 26 plaatsen in een dubbel systeem en 9 plaatsen in een gewoon systeem.
Niet alle fietsen kunnen gebruik maken van een dubbel systeem (zware (elektrische) fietsen, fietsen met manden, zakken, kinderstoeltjes,…).
Minimum de helft van de fietsenstallingen moet een gewoon enkel systeem zijn.
De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- Minimum de helft van de fietsenstallingen moet een gewoon enkel systeem zijn.
Deze voorwaarde wordt mee in de vergunning opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Het bijgevoegde advies van Fluvius moet nageleefd worden.
4. Het bijgevoegde advies van Aquafin moet nageleefd worden.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
6. Minimum de helft van de fietsenstallingen moet een gewoon enkel systeem zijn.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 26 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 26 maart 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 25 april 2024 |
Verslag GOA | 25 maart 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Het bijgevoegde advies van Fluvius moet nageleefd worden.
4. Het bijgevoegde advies van Aquafin moet nageleefd worden.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
6. Minimum de helft van de fietsenstallingen moet een gewoon enkel systeem zijn.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.