Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02902 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024003082. Frans van Dunlaan ZN . District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02902 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024003082. Frans van Dunlaan ZN . District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_02902 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024003082. Frans van Dunlaan ZN . District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2024003082

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Frans van Dunlaan ZN te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, vegetatiewijzigingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een fietspad en wijzigen van het reliëf van het landschap

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Vergunde toestand/Huidige toestand

-          Fietsverbinding tussen de N1 en A12 langs en parallel aan de R11.

 

Nieuwe toestand

-          vernieuwde en verbrede fietspad langs de R11 Frans van Dunlaan tussen de aansluitende Struisbeeklaan en de Jozef Hermanslei;

-          opbreken van de bestaande bushalte en deze zone als verhoogde grasberm in te richten;

-          sandwichconstructie als fundering van het fietspad als deze dicht bij de laanbomen en de bosrand komt te liggen.

 

Inhoud van de aanvraag

-          heraanleggen en verbreden van fietspad parallel aan de R11;

-          afbreken van een bushalte ten voordele van een verhoogde grasberm.

 

Omschrijving vegetatiewijzigingen

 

-          Wijzigen van het reliëf: afgraven van het talud in het oostelijk deel van het projectgebied met een volume van 120m². De afgraving varieert tussen 30 en 50 cm;

-          Ontbossing;

-          Rooien van bomen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

5 maart 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

5 maart 2024

6 maart 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

5 maart 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

5 maart 2024

26 maart 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Het project omvat de opbraak en de heraanleg van het vrijliggend fietspad langs de Frans van Dunlaan. Bij de heraanleg wordt het fietspad verbreed en wordt de klinkerverharding vervangen door asfaltverharding.

 

Voorliggende wijzigingen welke het comfort van de fietser verhogen zijn aanvaardbaar op voorwaarde dat met volgende elementen, vanuit het advies van de Commissie Openbaar Domein, wordt rekening gehouden:

-          De verkeerslichten op het plan dienen voorzien te worden conform de inrichtingsprincipes van het draaiboek Openbaar Domein.

-          De schrikstrook tussen rijbaan en dubbelrichtingsfietspad dient verbreed te worden naar minstens 1 m breedte.

-          De nodige wegmarkeringen (haaientanden, blokmarkeringen, …) dienen voorzien te worden, conform het draaiboek Openbaar Domein en in overleg met SW/MOB.

-          De bomen die gerooid worden dienen gecompenseerd te worden (proberen om de bomen te verplanten naar een andere locatie naast het fietspad, anders twee nieuwe bomen planten).

-          De af te graven grond in de zone met Japanse Duizendknoop mag niet herbruikt worden, maar moet afgevoerd en verwerkt worden.

-          Ter hoogte van de bestaande bomen zal een sandwichconstructie moeten voorzien worden onder het fietspad, om de impact op de bestaande bomen te beperken.

 

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

 

Voor de aanleg van het fietspad met zijn begeleidende schutzone van 1 m, moet het talud aan de noordzijde van het bestaande fietspad plaatselijk worden afgegraven. Dit talud is in de bestaande toestand vooral in het oostelijk deel van het projectgebied ingenomen door een loofhoutbosje.

In de bosrand aan de voet van het talud worden ook twee laanbomen gerooid. Het zijn essen met een omtrek van 1 m. 

De inname van het bos heeft een oppervlakte van 125 m². Er wordt een boscompensatievoorstel aan het dossier toegevoegd.

 

Het talud dat het bestaande fietspad aan de noordzijde begeleidt, wordt plaatselijk afgegraven. De afgraving varieert en is afhankelijk van het bestaand maaiveld en de locatie binnen het projectgebied. Voor het westelijk deel van het projectgebied is de afgraving te verwaarlozen en gaat het eerder over een plaatselijke modellering van het reliëf in functie van de aanleg van de 1 m brede, grazige schutzone. In het oostelijk deel van het projectgebied is de afgraving ruimer omdat het fietspad hier in noordelijke richting uitbreidt en daarnaast nog een schutzone nodig is. De afgraving varieert tussen 30 en 50 cm. Het af te graven volume wordt berekend op 120 m³.

 

Naar aanleiding van de ontbossing en de wijziging van het reliëf is advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Dit advies laat zich als volgt lezen:

 

Bespreking aanvraag

De aanvraag omvat de heraanleg van fietspaden ter hoogte van Frans van Dunlaan. Om het fietspad meer gebruiksvriendelijk en veilig te maken, wordt deze verbreed/opgeschoven in de berm van de R11. De aanvraag noodzaakt dan ook een beperkte ontbossing, dit van een zone die in de praktijk een beperkt aantal bomen omvat (vnl. ruigte als bosrand). Voor de twee bomen die geveld dienen te worden, voorziet de aanvrager een herbeplanting. De impact op de grotere bos- en natuurstructuur is dan ook beperkt.

 

Bespreking boscompensatievoorstel

Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 125 m² wenst te ontbossen. Volgens onze gegevens is het perceel bezet met inheems bos. Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken een ontbossing nodig van 125 m².

Het compensatievoorstel wordt goedgekeurd en zit in bijlage bij deze brief. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning. Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 24-202653 .

 

Wanneer u als vergunningverlenende instantie het advies van Agentschap voor Natuur en Bos niet wenst te volgen en de ontbossing voor een andere oppervlakte wenst toe te staan dan vermeld in het goedgekeurde of aangepaste compensatievoorstel, dan moet u voorafgaand aan het verlenen van de vergunning het compensatievoorstel opnieuw aan ons agentschap voorleggen, met de vraag om het aan te passen naar de gewenste bosoppervlakte. Het is belangrijk dat de te compenseren bosoppervlakte overeenstemt met de vergunde te ontbossen oppervlakte. De vergunningverlenende instantie heeft zelf niet de bevoegdheid om het compensatievoorstel aan te passen.

Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

Conclusie

Op basis van bovenstaande uiteenzetting verleent het Agentschap voor Natuur en Bos een gunstig advies mits naleving van de volgende voorwaarde: 

Het goedgekeurde boscompensatievoorstel met inbegrip van haar voorwaarde(n) op het gebied van compenserende maatregelen dient integraal deel uit te maken van de omgevingsvergunning. 

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

Artikel 90bis Bosdecreet van 13.06.1990

Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16.02.2001

 

Volgende voorwaarden moeten letterlijk in de vergunningsvoorwaarden van de omgevingsvergunning worden opgenomen:

-          De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-202653.

-          De te ontbossen oppervlakte bedraagt 125 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 

-          De resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

-          De bosbehoudsbijdrage van € 1055.00 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

Om een correcte inning van de bosbehoudsbijdrage en/of controle op de compenserende bebossingen mogelijk te maken, is het verplicht dat de vergunningverlenende instantie zo snel mogelijk een afschrift van haar beslissing bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos. De vergunningverlenende instantie dient ons ook op de hoogte te brengen van een eventuele (opschortende) beroepsprocedure tegen de genomen beslissing.

 

Algemene opmerking soortenbesluit:

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.”

 

Dit advies wordt integraal bijgetreden. De voorgestelde adviezen van het Agentschap dienen integraal opgenomen in de vergunning.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De verkeerslichten op het plan dienen voorzien te worden conform de inrichtingsprincipes van het draaiboek Openbaar Domein.

2. De schrikstrook tussen rijbaan en dubbelrichtingsfietspad dient verbreed te worden naar minstens 1 m breedte.

3. De nodige wegmarkeringen (haaientanden, blokmarkeringen, …) dienen voorzien te worden, conform het draaiboek Openbaar Domein en in overleg met SW/MOB.

4. De bomen die gerooid worden dienen gecompenseerd te worden (proberen om de bomen te verplanten naar een andere locatie naast het fietspad, anders twee nieuwe bomen planten).

5. De af te graven grond in de zone met Japanse Duizendknoop mag niet herbruikt worden, maar moet afgevoerd en verwerkt worden.

6. Ter hoogte van de bestaande bomen zal een sandwichconstructie moeten voorzien worden onder het fietspad, om de impact op de bestaande bomen te beperken.

7. De brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

 

Geadviseerde voorwaarden betreffende de vegetatiewijzigingen

  1. Volgende voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos dienen strikt nageleefd worden:

-          De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-202653.

-          De te ontbossen oppervlakte bedraagt 125 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 

-          De resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

-          De bosbehoudsbijdrage van € 1055.00 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

  1. Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

12 februari 2024

Start openbaar onderzoek

22 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

22 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

2 april 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 februari 2024

22 maart 2024

11

0

0

66

 

Bespreking van de bezwaren

 

Er werden tijdens de periode van het openbaar onderzoek 77 bezwaren ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

  1. Overlap met project AWV: Het project sluit aan en overlapt deels met het project van AWV voor de heraanleg van het kruispunt van de Frans van Dunlaan (R11) en de N173 (Prins Boudewijnlaan) waartegen een beroeps- en schorsingsprocedure loopt.
    Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Het klopt dat de projectgebieden met circa 10 m overlappen. Dit is omdat het fietspad nu een beperkte breedte heeft en de huidige aanvraag een aansluiting voorziet op zowel de huidige fietspadbreedte van het naastgelegen projectgebied als op de aangevraagde fietspadbreedte door AWV.
 

  1. Gebrek aan totaalplan: De heraanleg van de volledige weg en de fietspaden wordt opgedeeld in meerdere aanvragen met meerdere opdrachtgevers. Het saucissoneren van deze heraanleg zorgt ervoor dat de volledige impact op de berm niet kan worden onderzocht en maakt het voor adviesinstanties onmogelijk een goede beoordeling te maken van vorige, huidige en toekomstige werken. Het ontbreken van een duidelijk totaalplan voor de R11 inclusief alle kruispunten gaat ten koste van de natuur en de leefbaarheid van de omgeving.
    Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Deze aanvraag maakt deel uit van het grotere plan om een veilige en vlotte fietsverbinding te creëren rond Antwerpen en zo het gebruik van de fiets te stimuleren. De werken staan in voor een optimalisatie van het bestaande fietsnetwerk als onderdeel van het ‘tweede ringfietspad’ rond Antwerpen. Het fietspad langs de Frans van Dunlaan vormt een belangrijke schakel in dit netwerk. Er kan niet gesteld worden dat de huidige aanvraag niet kadert binnen een totaalplan. Het voorzien van een betere fietsinfrastructuur zal de leefbaarheid in de stad op langere termijn bovendien ten goede komen door het gebruik van de fiets aantrekkelijker te maken.

Wat betreft het overige deel van deze gewestweg kan meegegeven worden dat bij een heraanleg van de rijbaan en parkeerstrook/voetpad er ook gekeken zal worden om een fietspad aan de huizenkant te voorzien. De nodige reservaties in dwarsprofiel zijn hiervoor reeds opgenomen in de vergunde plannen voor het kruispunt met de Prins Boudewijnlaan waardoor ook in dit deel van de gewestweg dit mogelijk zal zijn. Maar dit vormt dus geen onderdeel van deze aanvraag. Het is wettelijk toegelaten binnen de stedenbouwregelgeving om ook delen van een weg met vergunning aan te pakken. Er is geen verplichting om een volledige weg, inclusief alle kruispunten, in één keer aan te pakken.

 

  1. De werken zijn niet noodzakelijk: Het aanwezige fietspad is volgens bezwaarindieners voldoende om het huidige fietsverkeer op te vangen. Er wordt onvoldoende bewezen dat er een toename is of zal zijn van het fietsverkeer.
    Beoordeling:
    Het bezwaar is ongegrond.
    Om de leef- en bereikbaarheid van de Antwerpse regio te vrijwaren is een modal shift noodzakelijk. Dit houdt in dat tegen 2030 de verplaatsingen met de auto aanzienlijk moeten dalen en dat de verplaatsingen te voet, met de fiets, trein, tram, bus en/ of deelsystemen moet stijgen. Om de aanwezige fietsinfrastructuur hierop voor te bereiden en genoeg comfort te bieden nu maar ook in de toekomst, moet de route dan ook voldoende breed gedimensioneerd worden.
     
  2. Teveel verharding: Het huidige fietspad bestaat uit waterdoorlatende verharding, het nieuwe en bredere fietspad wordt aangelegd in asfalt en is niet waterdoorlatend. Bezwaarindieners halen aan dat ontharden een belangrijk thema is in het kader van de klimaatdoelstellingen en de ligging in overstromingsgevoelig gebied.
    Beoordeling:
    Het verschil tussen de bestaande en nieuwe verharding bedraagt ongeveer 360 m2. De bestaande bushalte met bijhorende verhardingen verdwijnt, deze zone van circa 80 m2 wordt onthard en groen aangelegd. Dit maakt dat de toename aan verharding beperkt blijft tot 280 m2. Daarnaast wordt de asfaltverharding zodanig aangelegd dat het water dat erop valt afstroomt richting de aanpalende groenzones waar het op natuurlijke wijze in de bodem kan infiltreren. De groenzones zijn voldoende ruim om het regenwater op te vangen. Ondanks de beperkte overlap met een gebied met kleine overstromingskans onder toekomstig klimaat kan gesteld worden dat het project geen onaanvaardbare schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
    Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Geen bijkomende verharding nodig: Uit het dossier blijkt niet of alternatieven werden onderzocht voor een traject buiten het parkgebied. Bijkomende verharding ten koste van groen zou volgens de bezwaarindieners niet nodig zijn wanneer optimaal gebruik wordt gemaakt van de reeds bestaande infrastructuur. Er zou een fietsostrade worden voorzien langsheen de Spoorweglaan (ten Westen van het kruispunt met Prins Boudewijnlaan). Het lijkt bezwaarindieners een interessante optie om deze fietsstraat / fietsostrade verder te laten lopen in het deel van de Spoorweglaan ten Oosten van de Prins Boudewijnlaan tot aan de Jozef Hermansstraat en deze te voorzien voor snel fietsverkeer. Lokaal fietsverkeer zou langs de woonzijde van de Frans van Dunlaan kunnen worden ingericht.
    Beoordeling:
    De Frans van Dunlaan vormt een rechte lijn met de Vredebaan en is dus geschikter voor regionaal fietsverkeer dan de Spoorweglaan aan de andere zijde van de oude spoorberm. De Spoorweglaan zou op termijn door de stad ook als fietsstraat heraangelegd kunnen worden voor lokaal fietsverkeer, als dat de beste keuze zou blijken voor deze straat. Maar dat neemt niet weg dat de fietsinfrastructuur langs de Fans van Dunlaan, langs de R11, in verlegde van de Vredebaan, best op punt gesteld wordt in functie van fietsveiligheid en fietscomfort, zeker gezien de categorisering van de Frans van Dunlaan.

Het is dus niet óf Frans van Dunlaan óf Spoorweglaan. Het is evident dat de fietsinfrastructuur op de Frans van Dunlaan verbeterd en aangepakt moet worden, wat nu wordt voorzien.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Verlies aan groen: Het verlies aan groen (bomen, berm,…) heeft een negatieve impact op het milieu, de luchtkwaliteit, de gezondheid en de leefbaarheid in de omgeving.
    Beoordeling:
    Het bezwaar is deels gegrond.
    Het is correct dat de bomen en groene berm een positieve bijdrage leveren voor het milieu, de luchtkwaliteit, de gezondheid en leefbaarheid van de omgeving. Voor de verbreding van het fietspad is het echter noodzakelijk dat een deel van het talud wordt afgegraven, dat er beperkt wordt ontbost en dat er 2 laanbomen worden gerooid.

    In de m.e.r.-screeningsnota werd bij de beoordeling van de effecten op de aspecten ‘bodem’ en ‘biodiversiteit’ beschreven welke maatregelen zullen worden genomen om de bodemverstoring en effecten op de biodiversiteit te beperken. De project-m.e.r.-screeningsnota werd inhoudelijk beoordeeld door de vergunningverlenende overheid bij volledigheids- en ontvankelijkheidsverklaring. Er werd geconcludeerd dat de nota de mogelijke milieueffecten voldoende behandelde en er geen project-MER nodig is.

 

Voor de ontbossing van circa 125 m2 werd een boscompensatievoorstel ingediend. Dit werd goedgekeurd door het Agentschap Natuur en Bos. Het goedgekeurde boscompensatievoorsel geldt als voorwaarde voor vergunning. In het advies van het Agentschap staat vermeld dat de impact op de grotere bos- en natuurstructuur eerder beperkt is. De zone die wordt ontbost bestaat uit een bosrand en omvat slechts een beperkt aantal bomen. De resterende opgaande vegetatie op de berm blijft instaan voor het groene karakter van het gebied. De impact van de ontbossing op het milieu, de luchtkwaliteit, de gezondheid en leefbaarheid blijft dan ook beperkt.


De 2 laanbomen die gerooid worden, worden ter plaatse gecompenseerd. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de bestaande bomen dienen verplant te worden naar een andere locatie naast het fietspad of dat er 2 nieuwe bomen moeten worden geplant. Gedurende de werken zullen de bomen die dicht bij het fietspad staan, worden beschermd ter hoogte van de stam. Daar waar het fietspad dichter tegen de laanbomen en de vegetatie van de berm komt te liggen, wordt onder het fietspad een sandwichconstructie aangebracht waardoor de bewortelbare zone van de bomen verbetert.

 

  1. Verkeersveiligheid: Het fietspad wordt verbreed in functie van de verwachte toename van het speedpedelecverkeer maar versmalt opnieuw drastisch ter hoogte van het begin en einde van het projectgebied wat voor onveilige verkeerssituaties kan leiden.
    Beoordeling:

Er zijn drie projecten lopende:

-          De heraanleg van het kruispunt Frans van Dunlaan - Prins Boudewijnlaan;

-          De heraanleg van een deel van het fietspad Frans van Dunlaan (waar de voorliggende aanvraag over gaat);

-          De heraanleg van de Spoorweglaan aan de westzijde van de Prins Boudewijnlaan (in voorbereiding).

Deze 3 projecten komen de fietsveiligheid en het fietscomfort ten goede. Ze hypothekeren elkaar alleszins niet in heraanleg en werden afgestemd op elkaar. Uiteraard zullen er minimale aanpassingen nodig zijn als ze niet tegelijk worden uitgevoerd. Maar dat maakt wel dat al sneller stappen gezet kunnen worden, waar mogelijk, om de fietsveiligheid te verhogen.

De versmalling op het einde van het fietspad, aan het kruispunt is zo ingetekend omdat hier aangesloten wordt op de bestaande toestand van het kruispunt. Moest de gewestwegbeheerder ooit het kruispunt heraanleggen, dan kan een bredere doorgang voor het fietspad onderzocht worden.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Onveilige oversteek: De schuine oversteek zonder lichten ter hoogte van de Garden Citylaan is onveilig maar blijft ongewijzigd. Door het verknippen van de bevoegdheden wordt dit kruispunt niet aangepakt.
    Beoordeling:

De oversteek valt buiten het projectgebied van voorliggend dossier en maakt dan ook geen deel uit van deze aanvraag waardoor deze niet kan worden beoordeeld. De oversteek zal binnen het projectgebied van een andere aanvraag moeten worden aangepakt.
Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. M.e.r.-screening onvolledig: In de m.e.r.-screening staat niet vermeld dat het project vlakbij habitatrichtlijngebied ‘historische fortengordels van Antwerpen als vleermuizenhabitatis’ (BE2100045) is gelegen.
    Beoordeling:
    Het bezwaar is ongegrond.

De toegevoegde project-m.e.r.-screeningsnota werd inhoudelijk beoordeeld door de vergunningverlenende overheid bij volledigheids- en ontvankelijkheidsverklaring. Er werd geconcludeerd dat de nota de mogelijke milieueffecten voldoende behandelde en er geen project-MER nodig is. Het dossier werd daarnaast voorwaardelijk gunstig geadviseerd door het Agentschap Natuur en Bos.

 

  1. Onvolledig dossier: Volgens bezwaarindieners ontbreekt de afweging over ‘het algemeen belang met beperkte ruimtelijke impact’ van de werken ten opzichte van het algemeen belang van het parkgebied. Er werd voorafgaand aan de aanvraag geen projectvergadering georganiseerd.
    Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Het projectgebied is gelegen in parkgebied volgens het gewestplan. De bestemming als parkgebied impliceert dat deze bestemming zo veel mogelijk ontwikkeld moet worden als parkzone en in een belangrijke groene functie dient te voorzien. Het aanleggen van infrastructuur is strikt genomen niet in overeenstemming met de gewestplanvoorschriften voor parkgebied. Afwijking van deze voorschriften is enkel mogelijk in het kader van art.4.4.7.§2 VCRO voor de realisatie van werken van algemeen belang met beperkte ruimtelijke impact. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. Deze handelingen worden omschreven in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000. Onder artikel 3 paragraaf 1 van dit besluit worden handelingen opgesomd waarvan automatisch wordt uitgegaan dat ze een ruimtelijk beperkte impact hebben in de zin van artikel 4.4.7.§2 VCRO. Onder deze opsomming valt ook: “1°de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker”. Het verbreden van de bestaande fietsinfrastructuur valt hieronder waardoor een afwijking toelaatbaar is. Een projectvergadering voorafgaand aan de aanvraag is enkel nodig voor projecten die niet vallen onder de opsomming van bovenstaand artikel wat hier niet het geval is.

 

  1. Geen participatie: Bezwaarindieners merken op dat er geen deskundigen werden geraadpleegd of dat andere betrokken partijen (zoals onder andere: fietsersbond, Gebermte, modal-shift-coalitie) niet werden bevraagd. Dit is in strijd met het Antwerps bestuursakkoord 2019-2024 en het Verdrag van Aarhus.

Beoordeling:

Voorliggend project werd voorafgaand besproken op het Coördinatieoverleg Publieke Ruimte waar deskundigen van alle disciplines in zetelen.

De bouwheer is op voorhand decretaal niet verplicht om bij de opmaak van de plannen de vermelde betrokken partijen te consulteren. Daarnaast is er geen schending van het Verdrag van Aarhus, aangezien het publiek via het gehouden openbaar onderzoek werd geraadpleegd en bijgevolg opmerkingen kenbaar gemaakt zijn kunnen worden.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De verkeerslichten op het plan dienen voorzien te worden conform de inrichtingsprincipes van het draaiboek Openbaar Domein.

2. De schrikstrook tussen rijbaan en dubbelrichtingsfietspad dient verbreed te worden naar minstens 1 m breedte.

3. De nodige wegmarkeringen (haaientanden, blokmarkeringen, …) dienen voorzien te worden, conform het draaiboek Openbaar Domein en in overleg met SW/MOB.

4. De bomen die gerooid worden dienen gecompenseerd te worden (proberen om de bomen te verplanten naar een andere locatie naast het fietspad, anders twee nieuwe bomen planten).

5. De af te graven grond in de zone met Japanse Duizendknoop mag niet herbruikt worden, maar moet afgevoerd en verwerkt worden.

6. Ter hoogte van de bestaande bomen zal een sandwichconstructie moeten voorzien worden onder het fietspad, om de impact op de bestaande bomen te beperken.

7. De brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

 

Geadviseerde voorwaarden betreffende de vegetatiewijzigingen

  1. Volgende voorwaarden van het Agentschap Natuur en Bos dienen strikt nageleefd worden:

-          De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 24-202653.

-          De te ontbossen oppervlakte bedraagt 125 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet. 

-          De resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

-          De bosbehoudsbijdrage van € 1055.00 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

  1. Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.