Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023079283 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Franky De Nil en mevrouw Wendy Goossens met als adres Putsebaan 143 bus 1 te 2040 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | de heer Franky De Nil met als adres Putsebaan 143 bus 1 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Dorpsbeekstraat zonder nummer (zn) te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie B nr. 518V |
waarvan: |
|
- 20220914-0067 | afdeling 19 sectie B nr. 518V (Bemaling DNG) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het bouwen van een eengezinswoning en het exploiteren van een bemaling voor deze werken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/12/2022: weigering (OMV_2022122936) voor het bouwen van een eengezinswoning en het exploiteren van een bemaling voor deze werken;
- 14/01/2022: gedeeltelijk, voorwaardelijke vergunning (OMV_2021143227) voor het verkavelen van een perceel in 1 lot voor woningbouw en een restperceel.
Vergunde toestand
- functie:
Bestaande toestand
- conform vergunde toestand.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: terras aansluitend aan de achtergevel met een oppervlakte van 18,7 m².
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning op kavel 2 van de verkaveling.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een bemaling voor de realisatie van een kruipkelder voor een eengezinswoning.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Bemaling DNG
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; | 9.131,00 m³/jaar |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 24 augustus 2023 | 26 september 2023 | Ongunstig |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 12 oktober 2023 | 24 oktober 2023 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 8 augustus 2023 | 17 augustus 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 202122, goedgekeurd op 14 januari 2022, meer bepaald in lot 2.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op volgende punten:
- De kroonlijsthoogte van het hoofdgebouw mag zich maximaal 6 m boven de vloerpas bevinden. Het project voorziet in een kroonlijst die zich 6,35 m boven de vloerpas bevindt.
- Het zadeldak dient zich uit te strekken over de volledige bebouwde oppervlakte. Binnen het project wordt gekozen voor een zadeldak waarvan de basis teruggetrokken wordt uitgevoerd op 0,79 m en 0,9 m van de volledige bebouwde oppervlakte.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 100 jaar onder huidig klimaat.
Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1.000 jaar onder huidig klimaat.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Uit de meest recente pluviale en fluviale modellen blijkt dat voor een bui met een terugkeerperiode van 100 jaar ter hoogte van het perceel in kwestie een waterpeil van 3.70 mTAW optreedt. Ergere overstromingen zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast (meer) zal voordoen.
De dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen verleent hierover volgend advies:
Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden. Het overstromingsveilig bouwpeil bedraagt 4.00 mTAW (conform de plannen). Verder moeten benutte ondergrondse verdiepingen geweerd worden, alsook ondergrondse mazouttanks. Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder, ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De op te richten woning situeert zich binnen de perimeter van een vergunde verkaveling (202122). De verkavelingsvoorschriften voor kavel 2 van deze verkaveling laten het optrekken van een woning toe. De voorgestelde eengezinswoning is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De nieuw te bouwen woning in deze aanvraag betreft een open bebouwing die bestaat uit twee volwaardige bouwlagen met een breedte van 10 meter, een bouwdiepte van 7 meter en een kroonlijsthoogte van 6,35 meter. Deze kroonlijst wordt 0,35 meter hoger uitgevoerd dan de in de verkaveling toegelaten maximale hoogte van 6 meter. Het verhogen van de kroonlijst is hier het rechtstreekse gevolg van de watertoets. Uit het advies van de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen blijkt namelijk dat de vloerpas 50 cm hoger dan het maaiveld gelegen moet zijn tot op 4,10 meter TAW. Ook wordt de kruipruimte overstroombaar gemaakt met de mogelijkheid het overstromingswater gravitair af te voeren. Om de gevraagde minimale vloerpas te kunnen voorzien wordt het volledige volume van de woning met 0,35 meter verhoogd. Deze afwijking op de verkavelingsvoorschriften kan dan ook toegestaan worden.
Boven het hoofdvolume wordt een zadeldak voorzien waarbij de dakbasis basis aan alle zijden teruggetrokken wordt van de gevellijnen. Aan de voor- en achtergevel is dit 0,90 meter, aan de zijgevel bedraagt de terugsprong 0,79 meter. Deze vorm is afwijkend van de verkavelingsvoorschriften, maar wordt niet als storend ervaren in de omgeving. Deze afwijking kan toegestaan worden.
Uit de plannen blijkt dat de ruimtes op de verdieping slechts een vrije hoogte hebben van 2,50 meter. In de bouwcode wordt in artikel 21 een minimale hoogte van 2,60 meter gevraagd. De vloeropbouw boven deze ruimtes is met 32 cm echter zeer ruim uitgewerkt, wat de mogelijkheid biedt om de hoogte van de ruimtes op de eerste verdieping aan te passen naar 2,60 meter en dit binnen het maximaal voorgestelde profiel. Het aanpassen van de hoogte van deze ruimtes zal als een voorwaarde bij de vergunning opgelegd worden.
Het voorgestelde volume is ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt opgetrokken in grijs genuanceerde gevelsteen en voorzien van zwart schrijnwerk. Voor het dak worden zwarte dakpannen voorgesteld.
De voorgestelde materialen, gevelsteen en dakpannen, komen in de omgeving vaker voor en zijn visueel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor nieuwbouwprojecten met maximaal 5 wooneenheden legt de bouwcode in artikel 30 1 parkeerplaats per wooneenheid op. In voorliggende aanvraag voor een eengezinswoning dient 1 parkeerplaats voorzien te worden. |
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
Deze parkeerplaats wordt, zoals voorgeschreven in de verkavelingsvoorschriften, inpandig voorzien. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Achteraan in de garage is voldoende plaats voorzien voor het stallen van fietsen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de realisatie van een kruipruimte, de plaatsing van een hemelwaterput en septische put is een bemaling noodzakelijk. De rekentool van VMM werd gebruikt om een schatting van het totale waterbezwaar en dergelijke te bepalen. Het grondwater zal 1 meter verlaagd worden tot 2 m-mv. De duurtijd van de bemaling bedraagt 10 dagen, het maximale dagdebiet 282 m³ en het totale waterbezwaar 9.131 m³/jaar. Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden er zich geen bij OVAM gekende risicogronden. Het opgepompte water zal via een infiltratiedarm op eigen terrein afgevoerd worden.
Het betrokken perceel heeft een beperkte oppervlakte. Het lijkt niet realistisch om het volledige debiet van 282 m³/dag te laten infiltreren op eigen terrein. Het is aangewezen om inderdaad zoveel als mogelijk te infiltreren, maar te voorkomen dat hinder op aanpalende percelen ontstaat, door de overflow af te leiden naar de regenwaterafvoer die aanwezig is in de Dorpsbeekstraat.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De vrije hoogte van de ruimtes op de eerste verdieping moet verhoogd worden van 2,50 naar 2,60 meter conform artikel 27 van de bouwcode.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; (inrichting Bemaling DNG) | 9.131,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
2. Het grondwater wordt zoveel als mogelijk geïnfiltreerd op eigen terrein. Op geen enkel moment mag hierdoor wateroverlast op aanpalende percelen of openbaar domein ontstaan. Water dat niet geïnfiltreerd kan worden, moet geloosd worden in de regenwaterafvoer aanwezig in de Dorpsbeekstraat.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 juni 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 8 augustus 2023 |
Start 1e openbaar onderzoek | 18 augustus 2023 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 16 september 2023 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 12 oktober 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 23 oktober 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 21 november 2023 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 20 januari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 19 april 2024 |
Verslag GOA | 28 maart 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
18 augustus 2023 | 16 september 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
23 oktober 2023 | 21 november 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De vrije hoogte van de ruimtes op de eerste verdieping moet verhoogd worden van 2,50 naar 2,60 meter conform artikel 27 van de bouwcode.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
2. Het grondwater wordt zoveel als mogelijk geïnfiltreerd op eigen terrein. Op geen enkel moment mag hierdoor wateroverlast op aanpalende percelen of openbaar domein ontstaan. Water dat niet geïnfiltreerd kan worden, moet geloosd worden in de regenwaterafvoer aanwezig in de Dorpsbeekstraat.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar; (inrichting Bemaling DNG) | 9.131,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor de bemaling beperkt blijft tot een termijn van maximaal 14 dagen vanaf de start van deze bemaling.