Terug
Gepubliceerd op 08/04/2024

2024_CBS_02901 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023125858. Noorderlaan 630. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02901 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023125858. Noorderlaan 630. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_02901 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023125858. Noorderlaan 630. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.


Op 21 december 2023 verzocht de gewestelijke omgevingsambtenaar om een openbaar onderzoek te houden en advies uit te brengen. Op 2 februari 2024 verleende het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies, zie bijlage.


Op 5 maart 2024 paste het departement Omgeving een administratieve lus toe waarbij opnieuw advies gevraagd werd aan het college en de vraag gesteld werd voor de organisatie van een nieuw openbaar onderzoek.

 

Projectnummer:

OMV_2023125858

Gegevens van de aanvrager:

NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN met als contactadres Frankrijkstraat 91 te 1070 Anderlecht

Gegevens van de exploitant:

NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN (0203430576) met als contactadres Frankrijkstraat 91 te 1070 Anderlecht

Ligging van het project:

Noorderlaan 630 te 2030 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie B nrs. 81L en 81S

waarvan:

 

-          20210324-0010

afdeling 16 sectie B nrs. 81L en 81S (Wagenwerkplaats FWM Antwerpen Noord)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Regulariseren en aanleggen betonverharding + regulariseren en bouwen constructies;

Hernieuwing vergunning van een herstelwerkplaats voor treinen.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Zie advies college van 2 februari 2024.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Zie advies college van 2 februari 2024.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°b)

het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria opgenomen in  artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van maximaal 2 m³/uur;

+1,80 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

(1 verdeelslang)

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

8 voertuigen (hernieuwing)

15.3.2°

werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+7 schouwputten of hefbruggen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+20 kW

17.1.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke aerosolen met een gezamenlijke netto inhoud van 300 liter tot en met 3.000 liter;

507 liter

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+7.710 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

4,20 ton (hernieuwing)

17.3.6.2°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied;

4 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

+1.335 kg

19.3.1°b)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+11 kW

19.6.2°b)

opslagplaatsen voor hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 en rubriek 19.8, met een capaciteit van meer dan 200 m³ tot en met 800 m³ in openlucht;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+262 m³

29.5.2.2°b)

smederijen, andere dan deze vermeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch of fysisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

(123 kW)

29.5.7.2°a)2)

ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van andere organische oplosmiddelen met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 300 liter, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+80 liter

43.1.2°a)

stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, a) of b).

Aanpassing naar actuele Vlarem-rubriek

+227 kW

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

1) Vlarem II Art. 5.15.0.6. §1.

2) Vlarem II Bijlage 5.3.2  Sector 61

3) Vlarem II art 4.2.8.1.1 - algemene lozingsnormen voor huishoudelijk afvalwater

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

1. Gelet op de hierboven toegelichte noodzaak is het de FWM Antwerpen toegelaten om 24u/24u en 7d/7d rustverstorende werkzaamheden uit te voeren.

2. Bijzondere lozingsnorm voor arseen en nitriet voor 5 x de waarden van het indelingscriterium gevaarlijke stoffen (GS) in afwijking van de sectorale lozingsnormen.  

3. Bijzondere lozingsnormen voor 1 jaar voor het lozen van het huishoudelijk afvalwater, gevraagd voor:

• N: 100 mg/L

• P: 10 mg/L

• CSV: 125 mgO2/L

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

12 maart 2024

20 maart 2024

Gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

7 maart 2024

Op moment van opmaak van dit verslag was het advies nog niet uitgebracht.

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Zie advies college van 2 februari 2024.

 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Naar aanleiding van de opmerkingen uit de adviezen van de Brandweerzone Antwerpen en VMM, dienst advisering afvalwater, heeft de aanvrager via een nieuwe projectinhoudversie extra informatie bezorgd om te reageren op deze adviezen.

De informatie heeft geen betrekking op stedenbouwkundige aspecten. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Naar aanleiding van de opmerkingen uit de adviezen van de Brandweerzone Antwerpen en VMM, dienst advisering afvalwater, heeft de aanvrager via een nieuwe projectinhoudversie extra informatie bezorgd om te reageren op deze adviezen. In dit advies wordt ingegaan op de wijzingen ten opzichte van de vorige versie.

 

Op vraag van VMM werd het deel over waterlozingen verder verduidelijkt en de rubriek 3.4.2 opgesplitst naar 3.4.1 en 3.6.1. Het bedrijfsafvalwater en huishoudelijk afvalwater zijn afzonderlijk te bemonsteren via controleputjes voor de gezamenlijke afvoer. De aangevraagde bijzondere voorwaarden werden in kader van het overleg met VMM eveneens aangepast. Bijkomend wordt er nu een bijzondere lozingsnorm aangevraagd voor arseen, nitriet en het chemisch zuurstofverbruik (CZV). 

 

In het subadvies van het Havenbedrijf wordt het volgende opgemerkt: het Havenbedrijf stelt vast dat er een bijstelling van de lozingsnormen voor stikstof (N) en fosfor (P) wordt aangevraagd, waarbij de aangevraagde normen op een onaanvaardbaar hoog niveau liggen ten opzichte van de milieukwaliteitsnormen voor de dokken. Daarnaast is er geen impactbeoordeling (Wezer-tool) uitgevoerd waaruit blijkt dat de gevraagde lozingsnormen geen significante impact hebben op de kwaliteit van het dokwater en daarom toegelaten kunnen worden. De stad kan zich bij dit laatste aansluiten, er wordt opnieuw bevestigd dat er geen Wezer-tool werd toegevoegd aan de aanvraag, hoewel dit eveneens in het originele advies van zowel de stad als VMM werd gevraagd. Gezien geen impactsbeoordeling van het bedrijfsafvalwater toegevoegd is aan het dossier vraagt de stad zich af in welke mate de aangevraagde lozingsnormen in overeenstemming zijn met de Europese Kaderrichtlijn Water. Het lijkt de stad noodzakelijk dat de exploitant milderende maatregelen neemt om de lozingsnormen verder te beperken.

 

Het is echter finaal aan de VMM om te oordelen over de aangevraagde lozingsnormen.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het tweede advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst 1e adviesvraag

21 december 2023

Start 1e openbaar onderzoek

30 december 2023

Einde 1e openbaar onderzoek

28 januari 2024

Ontvangst 2e adviesvraag
11 maart 2024

Start laatste openbaar onderzoek

14 maart 2024

Einde laatste openbaar onderzoek

12 april 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

10 april 2024

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden: De vergunningverlenende overheid vraagt bijkomende informatie naar aanleiding van de adviezen van de Brandweerzone Antwerpen en de VMM – afdeling afvalwater.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

30 december 2023

28 januari 2024

0

0

0

0

14 maart 2024

12 april 2024*

0

0

0

0

* Het openbaar onderzoek is nog niet volledig afgerond op het moment van opmaak van dit advies. Het hierbij geformuleerde advies is opgemaakt onder voorbehoud van nakomende relevante opmerkingen/bezwaren/standpunten tijdens de resterende tijd van het openbaar onderzoek. 


Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, voor zover het tweede advies van de Brandweerzone Antwerpen gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden .

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.