Terug
Gepubliceerd op 04/03/2024

2024_CBS_01548 - Omgevingsvergunning - OMV_2023117436 Droogdokkenweg 4, kaai 18. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01548 - Omgevingsvergunning - OMV_2023117436 Droogdokkenweg 4, kaai 18. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01548 - Omgevingsvergunning - OMV_2023117436 Droogdokkenweg 4, kaai 18. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023117436

Gegevens van de aanvrager:

Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22-24 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22-24 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Droogdokkenweg 4, kaai 18 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nr. 2419D

waarvan:

 

-          20230906-0035

afdeling 7 sectie G nr. 2419D (Havenbelevingscentrum)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van het bestaande kantoorgebouw en bouwen en exploiteren van het Havenbelevingscentrum

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 
-          07/01/2000: weigering (86#8720579) voor het slopen van 2 dienstwoningen.

 

Geacht vergunde toestand en bestaande toestand

-          functie industrie en bedrijvigheid, en kantoorfunctie;

  • droogdokkensite met werkplaats, dienstgebouw en kantoorgebouw;

-          bouwvolume:

  • 2 tot 3 bouwlagen met verschillende dakvormen;

-          gevelafwerking:

  • rood baksteenmetselwerk;
  • plint natuursteen.
     

Nieuwe toestand

-          functie dagrecreatie, restaurant en café: 

  • havenbelevingscentrum met recagelegenheid;

-          bouwvolume:

  • kantoorgebouw gesloopt;
  • nieuwbouwvolume van 2 bouwlagen met zadeldaken;
  • behoud van volume van het dienstgebouw en de werkplaats;
  • constructieve verbouwingen;
  • renovatie van de dakstructuur en afwerking van het dienstgebouw;

-          gevelafwerking:

  • rood baksteenmetselwerk;
  • gewijzigde gevelopeningen en schrijnwerk bij het te behouden volume;
  • nieuw houten schrijnwerk naar historisch model bij het dienstgebouw;
  • buitenschrijnwerk grijs aluminium.

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie industrie en bedrijvigheid, en kantoorfunctie naar dagrecreatie, restaurant en café;

-          slopen van het bestaande kantoorgebouw;

-          bouwen van een belevingscentrum;

-          wijzigen van de gevel;

-          doorvoeren van constructieve verbouwingen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

- gemeentebestuur van Antwerpen – herstellen en onderhouden van varend materiaal – 15 september 1970 (kenmerk 42.587 f2) tot 15 september 2000;

- stad Antwerpen – havenbedrijf – uitbreiden van een scheepswerf – 14 oktober 1993 (kenmerk MLAV1/93-191), in beroep beslist op 9 mei 1994 (kenmerk BMV/00037687/600);

- L.W. Bridges & co - het uitvoeren van straal en schilderwerken in de stedelijke droogdokken – 2 december 1993 (kenmerk MLAV1/93-428);

- Algemeen Werkhuis Noord – gemeentelijk Havenbedrijf - het verder exploiteren en veranderen van het Algemeen Werkhuis Noord (AWN) – 12 oktober 2000 (kenmerk MLAV1/00-73) tot 12 oktober 2020;

- stad Antwerpen - het verder exploiteren van de droogdokkensite – 1 oktober 2020 (inrichtingsnummer 20180226-0078 – kenmerk OMV_2020054260);

- stad Antwerpen – aanpassing van ingedeelde inrichtingen of activiteiten met stopzettingen (industriële) activiteiten in werkhuis – 14 september 2023 (inrichtingsnummer 20180226-0078 – kenmerk OMV_2023097163);

- stad Antwerpen - herontwikkeling Droogdokkensite fase 1 – dossier in behandeling bij deputatie (inrichtingsnummer 20180226-0078 – kenmerk OMV_2023117826).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van het Havenbelevingscentrum (HBC), een bezoekerscentrum over de haven gericht op het brede publiek en jongeren en onderwijs.

 

Aangevraagde rubriek(en)

  

Aangevraagde rubriek(en) Havenbelevingscentrum
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.600,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

156,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

200,00 liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

25 oktober 2023

25 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal

25 oktober 2023

16 december 2023

Geen advies

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

25 oktober 2023

14 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

25 oktober 2023

5 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

25 oktober 2023

15 december 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

25 oktober 2023

25 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

25 oktober 2023

9 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

25 oktober 2023

25 oktober 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen

25 oktober 2023

16 januari 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

25 oktober 2023

13 november 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

25 oktober 2023

19 februari 2024

Straatnamencommissie

25 oktober 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Droogdokkeneiland, goedgekeurd op 28 november 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: 1.2.2 culturele, historische en/of esthetische waarde van de bestaande bebouwing en infrastructuur (che-regel) en zone voor gemengde functies-art. 1-groen & centrumfuncties.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Droogdokkeneiland.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • De voorziene hemelwaterputten hebben een volume van 60.000 liter. Het vereiste volume bedraagt 10.000 liter. Hier wordt gemotiveerd van afgeweken;
  • Er is een infiltratieput voorzien van 10.000 liter met een infiltrerende oppervlakte van 15,4 m². Het vereiste volume bedraagt 8.650 liter en de infiltrerende oppervlakte bedraagt 13,84 m². Ook hier wordt gemotiveerd van afgeweken.
     

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 14-17

Niet alle gangen en looppaden hebben een vrije doorgangsbreedte van minimaal 150 cm. Voor en na de versmalling is geen ruimte voor een vrije en vlakke draaicirkel voorzien;

  • Artikel 18-21

De trapleuningen lopen niet overal door over de tussenbordessen en lopen niet overal boven- én onderaan 40 cm horizontaal door;

  • Artikel 22-26

Niet elke deur voldoet aan de vrije en vlakke wand- en vloerruimte van minimaal 50 cm aan de krukzijde;

  • Artikel 28

Het is niet duidelijk of het onthaalmeubel een verlaagd en onderrijdbaar gedeelte heeft.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 43 Septische putten

Zie advies Aquafin/water-link.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het Havenbelevingscentrum vormt een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van het zuidelijke deel van de Droogdokkensite.

Voorliggende aanvraag moet gezien worden als onderdeel van een breder toekomstperspectief dat is opgemaakt in de vorm van een masterplan voor de gehele Droogdokkensite.

 

AG Vespa en Vastgoed geven een voorwaardelijk gunstig advies op deze omgevingsvergunning. Er dient verdere afstemming te gebeuren met de projectleiders binnen AG Vespa in functie van de inplanting van de riolering en nutsvoorzieningen richting Droogdokkenweg wat in voorwaarde zal worden opgelegd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het Havenbelevingscentrum zal ondergebracht worden in twee bestaande gebouwen (dienstwoningen en propellerwerkplaats) en een deel nieuwbouw als verbindend element. De nieuwbouw volgt in grote lijnen de omtrek van een bestaand 2-laags bureelgebouw dat afgebroken zal worden.

Eind 2021 werd het ontwerpteam als laureaat aangewezen voor de verdere ontwikkeling van de Droogdokkensite in opdracht van AG Vespa en de Provincie Antwerpen. De stadsbouwmeester en Kwaliteitskamer waren bij deze prijsvraag betrokken. De voorliggende aanvraag is een verdere ontwikkeling van het prijsvraagontwerp van het Havenbelevingscentrum, waarbij de stedenbouwkundige uitgangspunten, uitstraling en volumetrie van het wedstrijdontwerp nagenoeg gelijk zijn gebleven.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan dan ook ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwbouwgevel wordt opgetrokken met een robuust formaat rood-bruine baksteen. De ramen in het nieuwbouwvolume zullen uitgevoerd worden in grijs aluminium schrijnwerk en het dak in verzinkt aluminium.

Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het RUP Droogdokkeneiland werd ingekleurd als een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. 

Dit advies laat zich als volgt lezen:

“Voorliggende aanvraag omvat de bouw van een Havenbelevingscentrum in een aantal gebouwen die deel uitmaken van de historische Droogdokkensite. Het Havenbelevingscentrum wordt ondergebracht in twee bestaande gebouwen, de dienstwoningen en de propellerwerkplaats, en een deel nieuwbouw als verbindend element. De nieuwbouw volgt in grote lijnen de omtrek van een bestaand 2-laags bureelgebouw dat afgebroken zal worden. Van de betrokken gebouwen zijn de dienstwoningen opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De overige onderdelen hebben geen erfgoedstatuut, ondanks de uitzonderlijke erfgoedwaarde van de Droogdokkensite in zijn totaliteit.

 

Ter voorbereiding van de herontwikkeling van de Droogdokkensite werd een uitgebreide cultuurhistorische studie gemaakt, waarop zowel het ontwerp als de erfgoedbeoordeling van deze aanvraag grotendeels gestoeld zijn. Het ontwerp werd vooraf besproken met de dienst Monumentenzorg en in dialoog met de ontwerpers werd een consensus binnen de gevraagde aanpassingen bekomen. De ingediende plannen zijn conform deze consensus.

 

De oorspronkelijke dienstwoningen staan momenteel leeg. De voormalige woningen worden ruimtelijk geïntegreerd in het Havenbelevingscentrum, maar blijven aan de buitenzijde goed herkenbaar. In de gevel wordt het schrijnwerk naar historisch model hernomen. Aan de binnenzijde worden ze ruimtelijk verweven met het nieuwbouwvolume, waardoor de leesbaarheid van de oorspronkelijke structuur enigszins verloren gaat. Om een goede aansluiting op de nieuwbouw te garanderen wordt ook het vloerniveau aangepast, wat een relatief ingrijpende wijziging is. In globo houdt het project echter voldoende rekening met de erfgoedwaarde van deze historische relicten, die door jarenlange verwaarlozing in een slechte bouwfysische staat verkeren. De voormalige voortuin van de dienstwoningen maakt geen deel uit van deze aanvraag.

 

Het te slopen bureelgebouw is in gebruik als kantoor. Alhoewel een integraal onderdeel van de historische werking op de Droogdokkensite, heeft het gebouw een relatief beperkte erfgoedwaarde. Zowel het generiek karakter van de kantoorfunctie, als de weinig belangwekkende architectuur van dit subrecente gebouw, maken dat een sloop te verantwoorden is. De nieuwbouw integreert zich naar volume, uitstraling en materiaalgebruik zeer goed in de bestaande historische site.

 

De propellerwerkplaats is momenteel in gebruik als houtatelier. Alhoewel deze loods geen erfgoedstatuut heeft, is de intrinsieke betekenis voor de historische werking van de Droogdokkensite van groot belang. Het is daarom van belang om niet alleen de basisstructuur maar ook zoveel mogelijk specifieke onderdelen in het interieur te behouden als verwijzing naar de oorspronkelijke functie. De voorgenomen aanpassingen aan de schil, meer bepaald het vergroten van de toegang aan de zuidzijde, houden voldoende rekening met het historisch karakter en de erfgoedwaarde van deze werkplaats. Ook de bijzondere houten bevloering blijft in het nieuwe project bewaard. De ronde werkputten voor het bewerken van de propellers blijven maximaal gevrijwaard. De wijzigingen aan de bestaande constructie en de nieuwe ingrepen die doorgevoerd worden houden voldoende rekening met het industriële karakter van dit bouwdeel.”

 

De dienst Monumentenzorg geeft hierom een gunstig advies.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag is op enkele punten strijdig met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Het ontwerp werd voorafgaandelijk ter advies voorgelegd aan Inter.

Zij gaven een voorwaardelijk gunstig advies. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies gevolgd.

In afwijking van het advies (pagina 3), is aan de trekzijde van de nooddeur op het gelijkvloers naar de vluchtroute aan de zuidzijde van de nieuwbouw, geen opstelruimte van 50 cm naast de deur voorzien. Deze deur zal door mindervaliden enkel gebruikt worden vanaf de duwzijde als evacuatieweg, in de praktijk zal de situatie zich dus niet voordoen dat een mindervalide deze deur vanaf de trekzijde zal openen, waardoor een afwijking van het advies volgens Inter acceptabel is.

 

Het advies van de veiligheidsdienst ASTRID is voorwaardelijk gunstig. Volgende voorwaarde wordt mee in de vergunning opgenomen:

-          Gezien de hoge publieke toegankelijkheid van het gebouw moet er in alle publieke toegankelijke ruimtes van het gebouw ASTRID indoordekking aanwezig zijn.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 62 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Het voorwerp van deze aanvraag betreft de realisatie van het Havenbelevingscentrum op de Droogdokkensite te Antwerpen. Het project is een combinatie van nieuwbouw en renovatie.

Het voorwerp van deze aanvraag moet gezien worden als onderdeel van een breder toekomstperspectief dat is opgemaakt in de vorm van een masterplan voor de gehele Droogdokkensite.

 

De parkeerbehoefte voor de volledige site werd bepaald in het masterplan.

De parkeerbehoefte voor werknemers is 16.

De parkeerbehoefte voor bezoekers is 40.

De parkeerbehoefte voor leveranciers en diensten is 6.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 62.

 

De plannen voorzien in 62 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Een deel van de bestaande parking Sluisstraat wordt afgesloten als parking voor het Havenbelevingscentrum. Er zullen 56 plaatsen beschikbaar zijn.

De overige 35 parkeerplaatsen blijven publiek beschikbaar.

Op eigen terrein worden 6 parkeerplaatsen ingericht voor leveranciers en diensten.

 

Er zijn 62 nuttige parkeerplaatsen.

 

Het gebruik van de parkeerplaatsen moet gemonitord worden. Indien er leegstaande plaatsen zijn, kan de parking ook ingezet worden voor de bezoekers van de rest van de Droogdokkensite.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 62.

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De parking Sluisstraat wordt ontsloten via een bareel naar Droogdokkenweg.

De parkeerplaatsen op eigen terrein worden ontsloten via de toegang voor laden en lossen.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de werknemers van het Havenbelevingscentrum wordt een inpandige fietsenstalling ingericht voor 13 fietsen. Dit is voor 50% van het personeel.

De fietsenstallingen voor de overige functies zullen in volgende fasen voorzien worden.

De fietsenstallingen voor bezoekers worden verspreid over het terrein voorzien, dicht bij de toegangen.

 

Laden en lossen:

Laden en lossen gebeurt op eigen terrein.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor de Droogdokkensite werd een masterplan opgemaakt met afspraken tussen de provincie Antwerpen en AG Vespa over de toekomstige invulling. Het HBC vormt een deel van de ontwikkeling van het zuidelijke deel van de Droogdokkensite en zal worden uitgebaat door provincie Antwerpen. 
In het zuidelijke deel bevinden zich onder meer de gebouwen AWN1 en AWN2. AWN1 huisvestte de schrijnwerkerij, paswerkerij en motorenzaal. AWN2 werd gebruikt als ketelmakerij, propellerzaal en kantoorruimte. Het HBC wordt gerealiseerd in het westelijke deel van AWN2 (oude propellerzaal en kantoren) en zal ook een reca-gelegenheid omvatten. Het overige gedeelte van de Droogdokkensite maakt geen onderwerp uit van deze aanvraag.
Alhoewel ruimtelijk volledig geïntegreerd in de site, kan het HBC als een afzonderlijke inrichting gezien worden. De technische aspecten kunnen dan ook zowel fysiek als organisatorisch van elkaar onderscheiden worden. Enkel wat de afwikkeling van de mobiliteit betreft zijn er mogelijk hinderaspecten die voor heel de site samen bekeken moeten worden.

De exploitant schat tot 1.600 m³ huishoudelijk afvalwater (HAW) per jaar te lozen. Het zwart water wordt op twee plekken voorbehandeld in septische putten van 5.000 liter en 15.000 liter. Het afvalwater afkomstig van de reca-gelegenheid wordt voorbehandeld in een vetafscheider. De verschillende stromen worden samen geloosd via een controleput in de interne riolering van de Droogdokkensite. Daar komt het samen met het overige afvalwater van de site en wordt het geloosd in de openbare riolering, aangesloten op het RWZI Antwerpen-Zuid.

Er zijn geen geluids- of trillingsbronnen aanwezig tijdens de exploitatie met uitzondering van onderstaande technische installaties:

toestel

drijfkracht

koelmiddel

GWP

ton CO2 equivalent

airco dataruimte

5 kW

18 kg R410a

2.088

37,6 ton

warmtepomp 

66 kW

33 kg R454b

467

15,4 ton

warmtepomp 

84 kW

51 kg R410a

2.088

106,5 ton

koelkamer

1 kW

2,9 kg R134a

1.430

4,18 ton

 

De koelcel is volledig inpandig opgesteld op het gelijkvloers (reca-deel). De airco voor de serverruimte bevindt zich op de tweede verdieping eveneens inpandig. Eén ventilatiegroep en twee warmtepompen op het platte dak van het Havenbelevingscentrum zijn potentieel een bron van geluidshinder. De installaties worden zo gesitueerd dat ze zo weinig mogelijk hinder veroorzaken. De ventilatiegroep wordt voorzien van de nodige inwendige geluidsdempers zodat het geluidniveau in de omgeving beperkt wordt. Er wordt rond de ventilatiegroep en de warmtepompen ook een geluidscherm voorzien. Het betreft nieuwe toestellen waarvoor wordt uitgegaan dat deze de nodige akoestische eigenschappen hebben om te voldoen aan de geluidsnormen. In de onmiddellijke omgeving zijn geen potentieel gehinderden. Het risico op geluidshinder is derhalve beperkt. Het gebruik van het koelmiddel R410a met een hoog GWP kan vermeden worden door gebruik te maken van evenwaardige maar veel duurzamere alternatieven zoals bijvoorbeeld R32. Voor het koelmiddel R410a geldt nog geen gebruiksverbod, maar een voorstel van de Europese Commissie geeft aan dat warmtepompen met een vermogen van meer dan 12 kW vanaf 2027 gevuld moeten zijn met een koelmiddel met een GWP van minder dan 750. Het lijkt logisch in ontwerpfase met deze evolutie rekening te houden.

Het dakraam van de propellerwerkplaats zal niet verduisterd kunnen worden. De lichtstraling vanuit de propellerwerkplaats zal zich beperken tot de werkingsuren van het belevingscentrum. De aanwezige lichtstraling vanuit het HBC zal minimaal zijn. Er zijn geen woningen in de onmiddellijke omgeving. Er zullen geen aanzienlijke effecten optreden.

Mobiliteit

Voor het effect mobiliteit werd een Mobiliteitsnota opgemaakt. Voor de beoordeling wordt verwezen naar de Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onder het luik stedenbouwkundige handelingen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten worden nagekomen.

3. Gezien de hoge publieke toegankelijkheid van het gebouw moet er in alle publieke toegankelijke ruimtes van het gebouw ASTRID indoordekking aanwezig zijn.

4. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin/water-link moeten worden nagekomen.

5. Er dient verdere afstemming te gebeuren met de projectleiders binnen AG Vespa in functie van de inplanting van de riolering en nutsvoorzieningen richting Droogdokkenweg.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits de algemene en sectorale voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.600,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

156,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

200,00 liter

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 september 2023

Volledig en ontvankelijk

25 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

4 november 2023

Einde openbaar onderzoek

3 december 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

7 februari 2024 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 maart 2024

Verslag GOA

19 februari 2024

Naam GOA

Axel Devroe en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

4 november 2023

3 december 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius moeten worden nagekomen.

3. Gezien de hoge publieke toegankelijkheid van het gebouw moet er in alle publieke toegankelijke ruimtes van het gebouw ASTRID indoordekking aanwezig zijn.

4. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin/water-link moeten worden nagekomen.

5. Er dient verdere afstemming te gebeuren met de projectleiders binnen AG Vespa in functie van de inplanting van de riolering en nutsvoorzieningen richting Droogdokkenweg.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.600,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

156,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

200,00 liter

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.