Terug
Gepubliceerd op 04/03/2024

2024_CBS_01589 - Omgevingsvergunning - OMV_2023142751. Zendelingenstraat 19. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01589 - Omgevingsvergunning - OMV_2023142751. Zendelingenstraat 19. District Borgerhout - Goedkeuring 2024_CBS_01589 - Omgevingsvergunning - OMV_2023142751. Zendelingenstraat 19. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023142751

Gegevens van de aanvrager:

de heer Ward Faes met als adres Demerstraat 10 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Zendelingenstraat 19 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 25 sectie A nr. 76D3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          11/11/1912: toelating (1399#5653) voor de bouw van een huis met magazijn;

-          15/03/1928: toelating (1399#10331) voor de bouw van een huis met bergplaats.

 

Vergunde toestand

(de vergunde plannen van voorliggend adres betreffen de naastgelegen woning met huisnummer 21, er werden geen relevante, vergunde plannen van de woning met huisnummer 19 terug gevonden)

-          functie: wonen – eengezinswoning met achterliggend magazijn;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing met een gevelbreedte van circa 5m;
  • 3 bouwlagen onder plat dak met een kroonlijsthoogte van circa 10,20m;
  • de bouwdiepte langsheen de linker perceelgrens bedraagt circa 15,5m  en langsheen de rechter perceelgrens circa 8m met uitzondering van de eerste verdieping waar de bouwdiepte circa 13m bedraagt;
  • achterhuis met magazijn van 1 bouwlaag onder zadeldak met een nokhoogte van 5,9m, een bouwdiepte van 10,50m en een gevelbreedte van 5,10m;

-          gevelafwerking:

  • geelkleurig parement en houten schrijnwerk.

-          Inrichting:

  • de gelijkvloerse verdieping is volledig bebouwd met uitzondering van een koer van circa 16 m²;

 

Bestaande toestand

-          functie: wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing bestaande uit een hoofdvolume en een aanbouw;
  • het hoofdvolume bestaat uit drie bouwlagen onder plat dak met een kroonlijsthoogte van 12,10m, een gevelbreedte van circa 4,9m en de bouwdiepte van circa 8,5m;
  • de aanbouw heeft een kroonlijsthoogte van 8,18m met op de gelijkvloerse verdieping een gevelbreedte van circa 4,9m en een bouwdiepte van 6,5m, op de eerste en tweede verdieping werd enkel langsheen de rechter perceelgrens een aanbouw voorzien met een gevelbreedte van 2,49m en een bouwdiepte van 6,5m;

-          gevelafwerking:

  • de voorgevel bestaat uit zandsteen op een gevelplint van blauwe steen;
  • de achtergevel werd afgewerkt met wit geschilderd metselwerk
  • het buitenschrijnwerk bestaat uit wit en zwart geschilderd hout;

-          inrichting:

  • er is een open koer aanwezig van circa 20m², gedeeltelijk voorzien van een afdak met een oppervlakte van 1,3m²;

 

Nieuwe toestand

-          functie:  wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdvolume gelijk aan de bestaande toestand mits uitzondering van enkele interne wijzigingen en het toevoegen van een raamopening in de achtergevel;
  • de aanbouw wordt vervangen door een nieuwe aanbouw met op de gelijkvloerse verdieping een gevelbreedte van 4,9m en een bouwdiepte van 6m, op de eerste verdieping een gevelbreedte van 4,9m en een bouwdiepte van 5m en op de tweede verdieping een gevelbreedte van 2,5m en een bouwdiepte van 1,5m,

-          gevelafwerking:

  • de nieuwe aanbouw wordt afgewerkt met bruine houten planken en lichtgrijs beton met buitenschrijnwerk in zilver aluminium;
  • het houten buitenschrijnwerk en de kroonlijst aan de voorgevel worden groen geschilderd;

-          Inrichting

  • op de gelijkvloerse verdieping blijft een open koer van 20m² behouden;
  • de nieuwe platte daken van de aanbouw worden ingericht als groen daken;
  • op het plat dak van de aanbouw van de eerste verdieping wordt een terras ingericht langsheen de rechter perceelgrens.

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de afwerking van het buitenschrijnwerk en de kroonlijst in de voorgevel;

-          wijzigen van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          inrichten van een dakterras;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 16 Technische uitsprongen:

de buitenunit van de warmtepomp wordt geplaatst op het dakterras op de 2e verdieping. Bij voorkeur worden alle technische installatie inwendig in het gebouw of op het hoogst gelegen dak aangebracht;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheidingsmuren moeten een opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. De opstand van de scheidingsmuren grenzend aan het platte dak op de gelijkvloerse en eerste verdieping is slechts 0,12 m. Daarnaast moeten enkelvoudige scheidingsmuren uitgevoerd worden in massief on-geperforeerd materiaal. Deze informatie is niet afleesbaar op de plannen;

  • artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:

op platte daken is de maximale hoogte van zonnepanelen beperkt tot 1,5 m. Deze informatie is niet afleesbaar op de plannen;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. De DWA-afvoer mag niet aangesloten worden op de RWA-afvoer om dan gemengd te worden aangeboden aan de straat.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande drie bouwlagen hoge hoofdbouw behouden, maar wordt de bestaande uitbreiding vervangen door een nieuwe uitbreiding over hoofdzakelijk 2 bouwlagen tot een maximale bouwdiepte van 15 m over de volledige perceelsbreedte en een beperkte toevoegen op de derde verdieping.

Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Het extra volume van de achterbouw bevindt zich tussen de bestaande twee tot drie bouwlagen hoge achterbouwen van beide buren.

Binnen het bouwblok heeft zo goed als elke woning een aanbouw van dergelijke grootte.

Het voorgestelde volume heeft bijgevolg geen onaanvaardbare negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen en is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialen van de nieuwe achterbouw zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

 

Het schilderen van het buitenschrijnwerk en de kroonlijst langsheen in de voorgevel in een groene kleur is afgestemd op de architectuur van het gebouw en is vanuit een goede ruimtelijke ordening aanvaard.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2. alle technische installaties, die niet inwendig in het gebouw worden ondergebracht, te voorzien op het hoogst gelegen dak conform de bepalingen van artikel 16 van de bouwcode;

3. het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4. de voorziene zonnepanelen te voorzien van een hoogte conform de bepalingen van artikel 36 van de bouwcode;

5. de afvoerleidingen te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

9 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

20 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

21 maart 2024

Verslag GOA

19 februari 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

2. alle technische installaties, die niet inwendig in het gebouw worden ondergebracht, te voorzien op het hoogst gelegen dak conform de bepalingen van artikel 16 van de bouwcode;

3. het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

4. de voorziene zonnepanelen te voorzien van een hoogte conform de bepalingen van artikel 36 van de bouwcode;

5. de afvoerleidingen te voorzien conform de bepalingen van artikel 40 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.