Terug
Gepubliceerd op 04/03/2024

2024_CBS_01553 - Omgevingsvergunning - OMV_2023112253. Stoopstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01553 - Omgevingsvergunning - OMV_2023112253. Stoopstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01553 - Omgevingsvergunning - OMV_2023112253. Stoopstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023112253

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jurgen Van Bogaert met als contactadres Mechelsesteenweg 176 te 2018 Antwerpen en NV Mollitiam met als contactadres Kuikenstraat 21-23 te 2860 Sint-Katelijne-Waver

Gegevens van de exploitant:

NV Mollitiam (0677966157) met als contactadres Kuikenstraat 21-23 te 2860 Sint-Katelijne-Waver

Ligging van het project:

Stoopstraat 1 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 3 sectie C nr. 380R2

waarvan:

 

-          20230927-0073

afdeling 3 sectie C nr. 380R2 (Milieu)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een bijkomende bouwlaag, het creëren van een nieuwe wooneenheid, het exploiteren van een warmtepomp en het lozen van huishoudelijk afvalwater

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: European Naval Stores Company: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/104041;

-          25/06/1948: toelating (18#24507) voor verbouwingswerken.
 

Geacht vergunde toestand

-          functie: kantoorgebouw met conciërgewoning (kantoor/dienstverlening);

-          bouwvolume:

  • pand aan de kop van een bouwblok van 7 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte van 35,47 m;
  • bouwhoogte van 26,84 m;
  • binnenkoertje van 12,50 m;

-          gevelafwerking:

  • gevels in beige kunststeen (quartsolite) en onderaan afgewerkt met een plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in hout;
  • inkomdeur, kelder- en venstertralies in smeedwerk.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume: in overeenstemming met de geacht vergunde toestand;

-          gevelafwerking: in overeenstemming met de geacht vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • het gewijzigde buitenschrijnwerk op de verdiepingen in antracietkleurig metaal;
  • gewijzigde antracietkleurige garagepoort.

 

Nieuwe toestand

-          functie: gemengd gebouw kantoren en woning:

  • gelijkvloers tot en met de zesde verdieping: kantoren;
  • zevende verdieping: appartement met 3 slaapkamers met een netto-vloeroppervlakte van 245,9 m²;

-          bouwvolume:

  • pand aan de kop van een bouwblok van 8 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte ongewijzigd;
  • bijkomende bouwlaag met een hoogte van 4,59 m;
  • totale bouwhoogte van 31,43 m;
  • dakterras van 35,40 m²;
  • lichtschacht op vierde tot en met zesde verdieping langs de zijde van de Frankrijklei dichtgebouwd;
  • gelijkvloers volledig bebouwd;

-          gevelafwerking:

  • bestaande gevels ongewijzigd;
  • bijkomende bouwlaag in beige natuursteen;
  • buitenschrijnwerk in antracietkleurig metaal en balustrades in gelaagd glas;
  • inkomdeur, kelder- en venstertralies in zwart smeedwerk;
  • garagepoort in antracietkleur.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume op de gelijkvloerse, vierde, vijfde en zesde verdieping;

-          uitbreiden van het volume met een bijkomende bouwlaag;

-          creëren van een wooneenheid op de zevende verdieping;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de exploitatie van klimaatbeheersingsinstallaties waaronder warmtepompen en het lozen van afvalwater.

 

Aangevraagde rubriek(en)

  

Aangevraagde rubriek(en) Milieu
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.500,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

80,00 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

31 oktober 2023

11 december 2023

Geen advies

Aquafin

31 oktober 2023

15 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

31 oktober 2023

15 december 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

31 oktober 2023

15 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

31 oktober 2023

19 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

31 oktober 2023

31 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

31 oktober 2023

7 februari 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

26 oktober 2023

20 december 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vermoeden van vergunning

5 februari 2024

6 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

31 oktober 2023

10 januari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op de volgende punten:

-          artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde:

Het nieuwe buitenschrijnwerk in antracietkleurig metaal is niet verenigbaar met de erfgoedwaarde van het pand.

-          artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:

De onbebouwde ruimte en de beplanting van de aanwezige binnenplaatsen en tuinen moeten zorgvuldig bewaard blijven. Bij verbouwing moet het percentage onbebouwde ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. De gelijkvloerse koer wordt dichtgebouwd waardoor het percentage onbebouwde ruimte verkleint ten opzichte van de vergunde en bestaande toestand.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af met de bepalingen van de bouwcode op het volgend punt:

  • artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed: zie RUP.
  • artikel 27 Open ruimte:

Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. De gelijkvloerse koer wordt dichtgebouwd waardoor na de werken het volledige perceel is volgebouwd op maaiveldniveau.

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

Voor de nieuwe woongelegenheid wordt geen bijkomende autostalplaats ingericht.


Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat.

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het pand dat oorspronkelijk werd vergund met kantoren op de gelijkvloerse en eerste verdieping en wonen op de tweede tot en met de zesde verdieping, is volgens de info in de beschrijvende nota reeds decennialang in gebruik als kantoorgebouw. Dit is dan ook de geacht vergunde toestand: “Op basis van de aangeleverde stukken, woonkaarten, kadastergegevens, streetview en verklaringen kan volgend advies gegeven worden: gunstig voor functie kantoorgebouw met 1 conciërgewoning.”

 

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande en geacht vergunde kantoorfunctie behouden. Op de zevende verdieping wordt in een nieuwe bouwlaag een woongelegenheid gecreëerd. Het pand is gelegen op een multimodale locatie aan de Leien op een kwartier wandelen van Antwerpen-Centraal en naast een tram- en bushalte. Conform de goedgekeurde beleidsnota Ruimtelijke Economie wordt slimme verweving overal gestimuleerd. Zowel de woon- als de kantoorfunctie zijn functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag voorziet in de optopping van het 7 bouwlagen hoge hoekpand met een bijkomende bouwlaag onder plat dak. De nieuwe bouwlaag wordt ingevuld als een ruim drieslaapkamerappartement en wordt verbonden met de onderliggende verdiepingen door middel van trap en lift. Langs de zijde van de Stoopstraat wordt een inpandig terras ingericht. De nieuwe wooneenheid bezit voldoende woonkwaliteit en past zich in in het pand en de omgeving.

 

Het dak van de nieuwe bouwlaag beslaat de volledige perceelsoppervlakte en overbouwd daarmee de onderliggende lichtschacht langs de zijde van de Tabaksvest. Door het integreren van een vide en grote gevelopening in het verlengde van de lichtschacht is het verlies aan lichtinval voor de onderliggende verdiepingen en terrassen eerder beperkt. De kantoorruimtes die grenzen aan deze lichtschacht hebben nog voldoende grote raamopeningen in de andere gevels waardoor de ruimtes van voldoende lichtinval blijven voorzien. Daarnaast wenst men de lichtschacht die zich op de vierde tot en met de zesde verdieping langs de zijde van de Frankrijklei bevindt volledig dicht te bouwen. Deze ingreep heeft geen ongunstige invloed op de bezonning van de kantoorruimtes op deze verdiepingen, gezien de ruimtes nog voldoende lichtinval ontvangen langs de straatgevels. 

Tot slot wordt de kleine koer op de gelijkvloerse verdieping dichtgebouwd waardoor het volledige perceel op maaiveldniveau is volgebouwd. Dit is in strijd met de bepalingen van artikel 2.2.5 van het RUP gezien het percentage onbebouwde ruimte afneemt ten opzichte van de vergunde en bestaande toestand. Bovendien stelt artikel 27 van de bouwcode dat bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde oppervlakte minstens 20% van het perceel onbebouwd dient te zijn op niveau van het maaiveld. Gezien het echter om een kopgebouw gaat, het perceel geen woonbestemming heeft op het gelijkvloers en de functiewijziging niet van toepassing is op de gelijkvloerse verdieping, kan hierop een afwijking worden toegestaan.  

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De nieuwe bouwlaag wordt uitgevoerd in een structuur van penanten boven de bestaande kroonlijst, uitgelijnd op het ritme van de onderliggende gevels. Als materiaal wordt een beige natuursteen voorgesteld waarmee ton sur ton wordt gewerkt met de beige kunststeen van de onderbouw. Dieperliggend wordt de structuur ingevuld met buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium, glazen borstweringen en natuurstenen platen ter hoogte van de scheidingsmuur. Het gevelontwerp houdt rekening met de opmerkingen uit het advies van de Kwaliteitskamer en wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld.

 

Gezien de aanvraag betrekking heeft op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:

“De aangevraagde werken hebben betrekking op een hoogbouwcomplex met kantoren en appartementen als kopgebouw van het bouwblok Frankrijklei, Stoopstraat en Tabakvest, dat in zijn huidige vorm in drie bouwfasen tot stand kwam tussen 1874 en 1948. De kern vormt een neoclassicistisch herenhuis met koetshuis, gebouwd in opdracht van de arts Dr. Lambreghts naar een ontwerp door de architect Antoine Jean François Cuypers uit 1874.

Het complex is beeldbepalend. Een object/complex is beeldbepalend wanneer voor het exterieur de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn.

 

De aangevraagde werken omvatten de totaalrenovatie van het pand met een nieuwe optopping. De geplande ingrepen werden voorafgaand aan de aanvraag uitvoerig besproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

De wijzigingen aan de bestaande delen hebben geen onaanvaardbare impact op de aanwezige erfgoedwaarde, mits het naleven van de volgende voorwaarden (conform voorbesprekingen):

-          plaatsing van houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model in de bestaande raamopeningen aan de straatzijde. De ramen op het gelijkvloers, de eerste en de tweede verdieping dienen te worden uitgevoerd met een vast bovenlicht
(T-ramen);

-          typedetails van het schrijnwerk dienen voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Gelet op het bovenstaande verleent de stedelijke dienst Monumentenzorg een voorwaardelijk gunstig advies.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Het nieuwe buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium op de gelijkvloerse tot en met de zesde verdieping is niet verenigbaar met de erfgoedwaarde van het pand en dus strijdig met artikel 2.1.1 van het RUP en artikel 5 van de bouwcode. De voorwaarden in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden gevolgd.

 

Hinderaspecten en veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer dient strikt te worden nageleefd.

De voorwaarden van het advies van Waterlink in samenwerking met Aquafin moeten worden opgevolgd.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het bouwen van een nieuw appartement. Op het bestaande kantoorgebouw komt een bijkomende daklaag met 1 appartement.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

De plannen voorzien in 0 nuttige bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De 2 bestaande parkeerplaatsen voorzien voor de kantoorfunctie blijven behouden maar voor deze aanvraag zijn er geen nuttige parkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Dit perceel betreft een hoekperceel ontsloten langs 3 straten. De grootte en vorm van het perceel laten het bouwen van extra autostalplaatsen niet toe. Bovendien heeft de aanvraag betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien worden.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

Fietsvoorzieningen

Voor de nieuwe woongelegenheid moeten er 4 fietsstalplaatsen voorzien worden: 1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4.

 

Op het gelijkvloers worden 33 fietsstalplaatsen voorzien. De fietsenberging is te bereiken via de Tabakvest.

Voor het bestaande kantoor van +/- 2.300 m² moeten er 29 fietsstalplaatsen voorzien worden (1,25/100 m²).

Er zijn dus voldoende plaatsen aanwezig om ook de behoefte van het bijkomende appartement op te vangen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat het vernieuwen van de klimaatbeheersingsinstallaties waaronder warmtepompen en ventilatiegroepen, en het plaatsen van PV-panelen.

 

De gevraagde warmtepomp met een vermogen van 80 kW betreft een warmtepomp met een verwarmingsvermogen van 150 kW en een koelcapaciteit van 170 kW.

 

Het betreft een kantoorgebouw met naar schatting maximaal 250 werknemers. Er werd rekening gehouden met een maximaal waterverbruik van 10 m³/jaar per werknemer voor de bepaling van de te lozen hoeveelheid huishoudelijk afvalwater.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. De voorwaarden van het advies van Waterlink in samenwerking met Aquafin moeten worden opgevolgd.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De voorwaarden van het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen te worden nageleefd.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale voorwaarden wordt vanuit milieutechnisch oogpunt positief advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.500,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

80,00 kW

 

Lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.

 

De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.

 

De voorliggende aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het kaderbesluit ‘Stedenbouwkundige lasten’ goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 02203).

 

Het college besliste op 15 december 2023 (Jaarnummer 9142) dat er voor het project ‘Stoopstraat 1, district Antwerpen’ geen stedenbouwkundige lasten verschuldigd zijn.


Standpunt college

Het college sluit zich deels aan bij het standpunt van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt onder voorwaarde 4 dat het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moet nageleefd worden. Dit advies stelt volgende voorwaarden:

  • plaatsing van houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model in de bestaande raamopeningen aan de straatzijde. De ramen op het gelijkvloers, de eerste en de tweede verdieping dienen te worden uitgevoerd met een vast bovenlicht (T-ramen);
  • typedetails van het schrijnwerk dienen voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

De aanvraag voorziet een toevoeging van een extra bouwlaag boven op het bestaande gebouw. De gevels worden omwille van de bouwkundige erfgoedwaarde behouden. Omwille van de erfgoedwaarde van de inkomhal wordt een toegankelijke verbinding met het verhoogd gelijkvloers gerealiseerd via de zone grenzend aan het maaiveld aan de Tabaksvest. De geplande werken werden voorafgaand aan de aanvraag uitvoerig besproken met de dienst Monumentenzorg. De geplande werken houden duidelijk rekening met de erfgoedwaarde van het pand. 

Het originele houten schrijnwerk is reeds lange tijd geleden vervangen door aluminium schrijnwerk. Het schrijnwerk in de gevel van het dakvolume wordt door de aanvrager voorzien in hetzelfde materiaal als het bestaande schrijnwerk van de onderliggende verdiepingen, zijnde aluminium antraciet. Het college vindt het niet proportioneel om plaatsing van houten schrijnwerk in de bestaande raamopeningen op te leggen. Bovendien is het college van oordeel dat het bestaande en aangevraagde schrijnwerk geen afbreuk doet aan de beeldkwaliteit van de voorgevel en de omgeving. 

Samen met de nieuwe bouwlaag vindt het college het aanvaardbaar om de kleinschalige erfgoedkenmerken, zoals de T-indeling van de ramen, te lossen. De aanvraag voorziet op het gelijkvloers, de eerste en tweede verdieping ramen met twee vleugels, overeenkomstig de bovenliggende verdiepingen. Het college vindt deze uniforme indeling aanvaardbaar. 

Voorwaarde 4 wordt bijgevolg geschrapt.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 september 2023

Volledig en ontvankelijk

31 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

8 november 2023

Einde openbaar onderzoek

7 december 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

11 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

12 maart 2024

Verslag GOA

16 februari 2024

Naam GOA

Katrine Leemans en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

8 november 2023

7 december 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. De voorwaarden van het advies van Waterlink in samenwerking met Aquafin moeten worden opgevolgd.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.500,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

80,00 kW

 

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.