Terug
Gepubliceerd op 04/03/2024

2024_CBS_01579 - Omgevingsvergunning - OMV_2023108593. Le Grellelei 10. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01579 - Omgevingsvergunning - OMV_2023108593. Le Grellelei 10. District Berchem - Weigering 2024_CBS_01579 - Omgevingsvergunning - OMV_2023108593. Le Grellelei 10. District Berchem - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023108593

Gegevens van de aanvrager:

de heer Philip Heilmann met als adres Frankrijklei 86A te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Le Grellelei 10 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie B nr. 340S

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning van 2 naar 9 appartemenenten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          06/09/1950: toelating (957#2255) voor het bouwen van een woning;

-          14/02/1951: toelating (957#2373) voor het bouwen van een garage.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • gelijkvloers kantoor;
  • wonen - 2 appartementen op de verdiepingen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met schilddak; 
  • kroonlijsthoogte 10,70 meter;

-          gevelafwerking:

  • parement rode handvorm gevelsteen en houten schrijnwerk;
  • blauwe hardsteen plint, venster- en deuromlijstingen;
  • poort naar inpandige garage;

-          inrichting:

  • garagevolume van 1 bouwlaag onder plat dak ter hoogte van de linker perceelsgrens;
  • 1 autostalplaats in de hoofdbouw en 2 autostalplaatsen in het garagevolume.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand uitgezonderd;

  • kantoor op het gelijkvloers;
  • wonen - 4 appartementen;

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen - 9 appartementen;

-          bouwvolume:

  • 5 bouwlagen met plat dak; 
  • kroonlijsthoogte 16 meter;

-          gevelafwerking:

  • parement rode gevelsteen en rode steenstrips met schrijnwerk in wit staal;
  • blauwe hardsteen plint, venster- en deuromlijstingen;
  • grijs aluminium dakrand;
  • wit stalen poort naar inpandige garage;

-          inrichting:

  • garagevolume van 1 bouwlaag onder plat dak ter hoogte van de linker perceelsgrens;
  • 1 autostalplaats in de hoofdbouw en 2 autostalplaatsen in het garagevolume;
  • fietsenberging in de kelder.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de dakconstructie;

-          voorzien van 2 volwaardige extra bouwlagen;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 9;

-          wijzigen van de kantoorfunctie naar wonen;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

16 oktober 2023

10 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

16 oktober 2023

23 oktober 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

16 oktober 2023

17 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

16 oktober 2023

17 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

16 oktober 2023

2 november 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

16 oktober 2023

22 november 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 15: de gang richting de afvalberging is onvoldoende breed. Aan het eind van de versmalling wordt ook niet voor een vrije en vlakke draairuime gezorgd;
  • artikel 22: de deuropeningen naar de appartementen en de deuren tussen de traphal en hal naar de appartementen hebben geen vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 0,90 m;
  • artikel 24: aan de duwzijde van de deur tussen de sas en de afvalberging is geen vrije en vlakke draairuimte aanwezig. Ook aan de trekzijde van de deur tussen de gang en de sas richting afvalberging is geen vrije en vlakke draairuimte aanwezig;
  • artikel 25: voor de deur van appartement 4.1 is er aan de krukzijde geen vrije wandruimte van minstens 0,50 m. Voor de deuren tussen de traphal en de hal naar de appartementen is er naast de krukzijde geen vrije wandruimte voorzien van minstens 0,50 m.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving.

Het bouwvolume van 5 bouwlagen onder plat dak is niet in harmonie met de omgeving. De nieuwe geveldelen zijn niet in harmonie met de architectuur van de bestaande geveldelen. De teruggetrokken delen van de bovenste bouwlaag zijn niet kenmerkend in de omgeving.

De aard en grootte van de functie, de typologie en schaal van een project worden afgetoetst aan de draagkracht van de omgeving en dit voor alle delen van de constructie. Met de vermeerdering van het aantal wooneenheden van 2 naar 9 wordt de draagkracht van het perceel overschreden;

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of een volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld. Een bouwvolume van 5 bouwlagen onder plat dak is niet in harmonie met de omgeving;

  • artikel 27 Open ruimte:

tuinen tot 60 m2 mogen voor maximaal 20 m2 verhard worden. Van de 59 m² buitenruimte wordt er 30 m² verhard > 20 m²;

  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:

appartementen met twee slaapkamers moeten een buitenruimte hebben met een minimale oppervlakte van 6 m2.

appartement 1.1 en 2.1 hebben een buitenruimte van 5 m² < 6 m²

appartement 3.1 heeft een buitenruimte van 3 m² < 6 m²;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

de fietsenberging op de kelderverdieping is slecht toegankelijk door de smalle hoektrap en smalle deuropeningen;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er worden geen parkeerplaatsen voorzien voor de bijkomende woongelegenheden;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheidingsmuren hebben niet overal een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

het is niet duidelijk of het terras in de tuinzone wordt aangelegd in een helling van 1 à 2 % zodat het regenwater op natuurlijke wijze in de bodem kan infiltreren;

  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

de DWA en RWA worden niet gescheiden aangeboden aan de straat. De afvoerleidingen van de privé-riolering dienen conform dit artikel aangelegd te worden;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel conform dit artikel. De plannen geven hier geen uitsluitsel over.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

In voorliggende aanvraag wordt de meergezinswoning met 2 geacht vergunde wooneenheden en kantoor op het gelijkvloers omgevormd tot meergezinswoning met 9 wooneenheden. De gelijkvloerse kantoorfunctie wordt gesupprimeerd. De woonfunctie blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt de uitbreiding van het vergunde hoekpand van 3 bouwlagen onder hellend dak tot een bouwvolume van 5 bouwlagen onder platte daken. Het vergunde en bestaande pand sluit aan op de bebouwing in de Theophiel Roucourtstraat die wordt gekenmerkt door panden van 3 bouwlagen onder hellende daken met doorlopende kroonlijsthoogtes. Door de uitbreiding van het pand met 2 volwaardige bouwlagen sluit het project niet langer aan op de kenmerkende kroonlijsthoogten van het omringende bestaande weefsel. Dit is in strijd met de bepalingen met artikel 6 (harmonie en draagkracht) en artikel 10 (inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte) van de bouwcode die stellen dat alle delen van de constructie in harmonie moeten zijn met de kenmerken van de omgeving.

 

Door het uitbreiden van het woonprogramma met 7 bijkomende wooneenheden zonder kwalitatieve buitenruimtes, zonder een goed toegankelijke fietsenberging en  zonder een antwoord te bieden op de toenemende parkeerbehoefte stijgt de densiteit en verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

De geplande uitbreiding van het woonprogramma en de uitbreiding van het bouwvolume met 2 volwaardige bouwlagen zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande gevels zijn opgebouwd uit rood gevelmetselwerk met een plint, dorpels, raamomkaderingen en balkons in blauwe hardsteen. Het buitenschrijnwerk is uitgevoerd in wit staal. Door het realiseren van de nieuwe bouwlagen in rode gevelsteenstrips, schrijnwerk in wit staal en het uitlijnen van de nieuwe gevelopeningen op de bestaande raamopeningen wordt een poging gedaan aansluiting te vinden bij de bestaande geveldelen. Door de toepassing van een diversiteit aan gevelopeningen: raamopeningen met arduinen omkadering, raamopeningen zonder omkadering, vensters met opdeling, vensters zonder opdeling, uitkragende balkons, inpandige terrassen, invulpanelen in grijze aluminium,… ontstaat echter een geheel zonder enige samenhang. Er kan dan ook bezwaarlijk worden gesteld dat de nieuwe geveldelen een kwaliteitsvolle relatie aangaan met de architectuur van de bestaande gevels. Bijgevolg kunnen, gezien het beeldondersteunende karakter van de gevelarchitectuur ten aanzien van het naastgelegen beschermde stadsgezicht, de geplande gevelwijzigingen niet gunstig beoordeeld worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In voorliggende aanvraag wordt een terras aangelegd in de tuinzone met een oppervlakte van circa 30 m2. Conform artikel 27 van de bouwcode mogen tuinen tot 60 m2 echter voor maximaal 20 m2 worden verhard. Daarnaast is het ook niet duidelijk of het terras wordt aangelegd in een helling zodat het, conform de bepalingen van artikel 39 van de bouwcode, kan afwateren richting de onverharde bodem.

 

Om het wonen in de stad aantrekkelijker te maken dient elke wooneenheid binnen de meergezinswoning te worden voorzien van een voldoende grote buitenruimte. Artikel 28 van de bouwcode legt hiervoor minimale oppervlaktes vast. Zo dient een tweeslaapkamerappartement een buitenruimte van minstens 6 m2 te hebben. Appartement 1.1, 2.1 en 3.1 hebben allen een buitenruimte van minder dan 6 m2 en voldoen hier niet aan. Bovendien wordt opgemerkt dat het inpandige terras dat wordt ingericht bij appartement 0.2 door zijn ligging op het gelijkvloers en op de straathoek weinig privacy biedt en niet kwalitatief is.

 

De scheidingsmuur met de linker aanpalende wordt ter hoogte van het nieuwe dakvlak niet overal voorzien van een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden.

 

Gezien de DWA en RWA niet gescheiden worden aangeboden aan de straat is de aanvraag ook strijdig met de bepalingen van artikel 40 en 41 van de bouwcode die  vastleggen hoe de aansluiting met het openbaar rioolstelsel dient te gebeuren.

 

Tot slot is de aanvraag ook in strijd met enkele artikels van de verordening toegankelijkheid. Gezien na de werken meer dan 6 wooneenheden ontstaan verdeeld over meer dan 2 niveaus, is de verordening van toepassing op alle nieuwe, uit te breiden en te verbouwen delen. Op de kelderverdieping wordt een gemeenschappelijke afvallokaal ingericht. De gang richting de afvalberging is echter onvoldoende breed en voor en achter de deuren naar de berging is onvoldoende vrije en vlakke draairuimte waardoor de aanvraag in strijd is met respectievelijk artikel 15 en artikel 24 van de verordening toegankelijkheid. De nieuwe deuren naar de appartementen en de deuren tussen de traphal en de inkomhallen voor de appartementen hebben geen vrije en vlakke doorgangsbreedte van minstens 0,90 m zoals opgelegd in artikel 22 van de verordening toegankelijkheid. Ook hebben niet alle deuren een vrije wandruimte van minstens 0,50 m naast de krukzijde conform artikel 25 van de verordening. 

 

Omwille van alle bovenstaande afwijkingen dient de aanvraag te worden geweigerd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 9 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 7 wooneenheden en of functiewijziging van kantoor naar wonen. 

 

6 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 : 6 x 1.2 = 7,2 

1 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.35 : 1 x 1.35 = 1,35 

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 9. 

 

De plannen voorzien in 3 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Inpandig is 1 autostaplaats voorzien. In de garage zijn nog 2 autostalplaatsen voorzien.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Dit perceel betreft een hoekperceel waarbij reeds 3 autostalplaatsen zijn ingericht op het gelijkvloers. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 9 – 3 = 6.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 9 – 3 = 6.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor dit project dienen er 17 ((5x2)+(1x (2+1))+ (1x (3+1))=17) overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze werden ingetekend in de kelder.

De smalle hoektrap en smalle deuren maken dat de ondergrondse fietsenberging echter niet vlot bereikbaar is.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 augustus 2023

Volledig en ontvankelijk

16 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

15 december 2023

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

14 maart 2024

Verslag GOA

23 februari 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.